Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kathmann en Mutluer over de indexatie van verkeersboetes
Vragen van de leden Mutluer en Kathmann (beiden PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over de indexatie van verkeersboetes (ingezonden 7 september 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 september
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Minister wil verkeersboetes ook nu laten meestijgen
met inflatie»?1
Antwoord 1
Ja. Ik heb het wijzigingsbesluit waarmee de indexering wordt gerealiseerd op 5 september
naar de Eerste en Tweede Kamer verstuurd in het kader van de voorhangprocedure. De
voorhangprocedure dient ertoe beide Kamers de mogelijkheid te bieden om gedurende
vier weken vragen te stellen over het ontwerpbesluit.
Vraag 2
Wat heeft u doen besluiten om ten tijde van een ernstige koopkracht- en armoedecrisis
verkeersbekeuringen te laten meestijgen met de inflatie en hier geen uitzondering
op te maken?
Antwoord 2
De boetes voor verkeersovertredingen op grond van Wet administratiefrechtelijke handhaving
verkeersvoorschriften (hierna: Wahv) worden jaarlijks geïndexeerd, zo ook dit jaar.
Indexering gebeurt ter correctie van de geldontwaarding, zodat de straf in verhouding
even zwaar blijft. Deze indexering vindt elk jaar plaats aan de hand van de consumentenprijsindex
van juni zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Uiteraard ben ik me ervan bewust dat de inflatie momenteel uitzonderlijk hoog is en
dat de gevolgen daarvan voor veel Nederlanders erg groot zijn. Het Kabinet gaat over
eventuele demping van deze gevolgen. De details hierover worden op Prinsjesdag bekend
gemaakt. Ik vind het niet voor de hand liggen om de indexering van Wahv-boetes aan
te grijpen om de gevolgen van de inflatie te dempen.
De Wahv-boetes zien niet alleen op (lichte) snelheidsovertredingen, maar ook op (zeer)
gevaarlijk rijgedrag zoals door rood rijden of rijden met een mobiele telefoon in
de hand. De Wahv-boetes zijn ervoor bedoeld om dergelijk gedrag te ontmoedigen. Afwijken
van de jaarlijkse indexering zou tot gevolg hebben dat een opgelegde Wahv-boete voor
alle verkeersdeelnemers relatief minder zwaar wordt. Daarmee wordt onveilig rijgedrag
minder hard ontmoedigd. Het gaat bij Wahv-boetes bovendien om vermijdbare kosten –
je hoeft niet te hard of door een rood licht te rijden. Verkeersdeelnemers die zich
aan de regels houden hoeven deze kosten niet te betalen.
Daarnaast zijn de gevolgen van deze indexering bij de meeste Wahv-boetes in absolute
zin ook beperkt. De gemiddelde Wahv-boete bedroeg in 2021 bijvoorbeeld 81,15 euro.
Deze indexering heeft tot gevolg dat de gemiddelde boete met iets minder dan 7 euro
stijgt. De meeste mensen zullen ook niet regelmatig een verkeersboete opgelegd krijgen.
Wel heb ik mijn departement opdracht gegeven om de reeds lang bestaande systematiek
voor de indexering van Wahv-boetes gebaseerd op de inflatie tegen het licht te houden.
Ik zal een verkenning (laten) uitvoeren om te bezien of het beter is om bij komende
indexeringen een andere systematiek, bijvoorbeeld op basis van de loonontwikkeling
of koopkrachtontwikkeling, te hanteren. De komende periode zal worden bezien hoe dit
het beste vormgegeven kan worden.
Vraag 3 en 4
Hoeveel verkeersboetes zijn er vorig jaar opgelegd? Hoeveel boetes zijn er dit jaar
tot nu toe opgelegd?
Hoeveel heeft dit het Rijk financieel opgeleverd?
Antwoord 3 en 4
Vorig jaar zijn er in totaal 8.024.118 boetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke
handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) opgelegd. In het eerste tertiaal van dit jaar
ging het tot nu toe om 2.440.672 boetes. De definitieve cijfers over het tweede tertiaal
zijn op dit moment nog niet bekend. In 2021 bedroeg de totale opbrengst aan Wahv-boetes
€ 673,4 miljoen2.
Vraag 5 en 6
Hoeveel mensen zijn vorig jaar in de problemen gekomen omdat zij hun verkeersboete(s)
niet hebben kunnen betalen? Hoeveel mensen waren dat dit jaar (tot nu toe)? Met hoeveel
mensen zijn betalingsregelingen getroffen?
Hoeveel mensen zijn als gevolg van het niet kunnen betalen van boetes in de schuldsanering
terecht gekomen?
Antwoord 5 en 6
In 2021 zijn door het Centraal Justitiële Incassobureau (CJIB) 242.204 betalingsregelingen
getroffen met personen waarbij sprake was van tenminste een Wahv-boete.
Voordat een burger in de schuldsanering terecht komt, moet sprake zijn van problematische
schulden, die vaak divers van aard zullen zijn. Het is daarom niet vast te stellen
of en zo ja, hoeveel burgers specifiek door het niet kunnen betalen van een verkeersboete
in de schuldsanering terecht zijn gekomen. In het WODC-rapport Het innen van verkeersboetes op basis van de Wahv, dat de Minister voor Rechtsbescherming op 13 mei 2020 aan uw Kamer heeft aangeboden,
is evenwel geconcludeerd dat maatregelen om burgers met minder draagkracht of schulden
te helpen bij het voldoen van hun boetes, vruchten afwerpen.3 Wanneer een betrokkene bijvoorbeeld tijdig contact opneemt met het CJIB voor het
treffen van een betalingsregeling kunnen verhogingen of extra kosten in verband met
de inzet van een gerechtsdeurwaarder worden voorkomen. Uit het rapport blijkt dat
de kans gering wordt geacht dat Wahv-boetes tegenwoordig nog de oorzaak van schulden
zijn.
Vraag 7 en 8
Wat vindt u ervan dat mensen die door de torenhoge prijzen niet rond kunnen komen,
ook nog moeten zien om te gaan met enorme boetes als zij onverhoopt een verkeersovertreding
begaan?
Deelt u de mening dat het Rijk als grootste schuldeiser de morele plicht heeft om
te bezien waar schulden averechts uitpakken en tot hoge maatschappelijke kosten leiden?
Antwoord 7 en 8
Zoals ik ook in het antwoord op vraag 2 heb toegelicht heeft het Kabinet oog voor
de gevolgen van de huidige inflatie, maar dient demping van de gevolgen hiervan langs
een andere weg plaats te vinden dan via de reguliere indexering van de Wahv-boetes.
Daarnaast is ook al eerder aangegeven dat het bij deze boetes om vermijdbare kosten
gaat. Het gemiddelde boetebedrag stijgt door deze indexering met 7 euro. Bij de zwaardere
verkeersovertredingen uit de Wahv, die meer gevaar opleveren voor de verkeersveiligheid,
zijn de gevolgen van de indexering groter. Denk bijvoorbeeld aan het vasthouden van
de mobiele telefoon tijdens het rijden. Deze boete gaat met 30 euro omhoog naar 380
euro.
Voor de gevolgen van een Wahv-boete in individuele gevallen is nu ook al veel mogelijk
om averechtse gevolgen te voorkomen. Burgers die moeite hebben hun boete te betalen
kunnen een betalingsregeling treffen, waarbij er ruimte is voor maatwerk. Burgers
die hun boete door schulden niet kunnen betalen, kunnen vragen om een noodstopprocedure.
De inning wordt dan vier maanden gepauzeerd onder de voorwaarde dat schuldhulp wordt
gevraagd bij de gemeente. Besluit de gemeente een schuldhulptraject te starten dan
wordt de pauzering met een extra acht maanden verlengd. Als de schuldensituatie is
gestabiliseerd kan met het CJIB een betalingsregeling worden getroffen. Daarnaast
is het nu zo dat wanneer er bij het CJIB geldelijke sancties openstaan het CJIB kan
meewerken aan een minnelijke schuldsanering. Dit beleid laat zien dat er oog is voor
positie van burgers die hun boete wel willen maar (tijdelijk) niet of met moeite kunnen
betalen, zonder uit het oog te verliezen dat boetes uiteindelijk moeten worden betaald.
Vraag 9
Op welke manier dragen nog hogere boetes bij aan het voorkomen van verkeersovertredingen?
Kunt u hier een wetenschappelijke onderbouwing voor geven, toegespitst op verschillende
inkomens- of opleidingsgroepen?
Antwoord 9
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van de hoogte van boetes.
Uit sommige onderzoeken blijkt dat het overtredingsgedrag hierdoor afneemt,4 andere onderzoeken laten een minder duidelijke relatie zien.5 Mij zijn geen onderzoeken bekend naar het effect uitgesplitst over verschillende
inkomens- of opleidingsgroepen. Van de boete moet in ieder geval een voldoende afschrikwekkend
effect uit gaan. Daarom is het van belang dat deze als gevolg van de geldontwaarding
niet steeds minder zwaar worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.