Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hil, Van der Woude en De Kort over het artikel 'Minister Schouten wil terugkeer schooltandarts'
Vragen van de leden Van den Hil, Van der Woude en De Kort (allen VVD) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het artikel «Minister Schouten wil terugkeer schooltandarts» (ingezonden 18 juli 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Ministers voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (ontvangen 13 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Minister Schouten wil terugkeer schooltandarts»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel. Het artikel volgt op verzending van de Aanpak geldzorgen,
armoede en schulden naar uw Kamer op 12 juli 20222. Dit interdepartementale en interbestuurlijke programma zorgt voor een samenhangend
pakket maatregelen gericht op het voorkomen en terugdringen van geldzorgen, armoede
en schulden. In deze aanpak is ook aandacht voor het verbeteren van de toegang van
tot mondzorg voor minima en hun kinderen.
Vraag 2
Klopt het dat de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nog een definitief
besluit moet nemen over het al dan niet terugkeren van de schooltandarts? Zo ja, op
welke termijn wordt dit besluit genomen en welke overwegingen worden bij dit besluit
betrokken?
Antwoord 2
Bij het notaoverleg op 13 juni 2022 over de initiatiefnota «Mondzorg: een goed begin
is het halve werk» van het lid Van den Berg (CDA) is erover gesproken dat het gewenst
is dat alle kinderen en hun ouders naar de mondzorgverlener gaan. Het uiteindelijke
doel daarbij is een grotere mondgezondheid bij kinderen en meer kinderen die met een
gaaf gebit de volwassenheid bereiken. Een gaaf gebit is hierbij een gebit zonder gaatjes,
vullingen of getrokken tanden. Om dit doel te realiseren is het onder andere van belang
om de toegang tot mondzorg voor minima en hun kinderen te verbeteren.
Na dit overleg is de motie van Motie van de leden Sahla (D66) en Werner (CDA) aangenomen,
dat mij verzoekt te onderzoeken hoe het tandartsbezoek van kinderen kan toenemen,
met speciale aandacht voor de schooltandarts. Ik zal de voorstellen voor maatregelen
om het bezoek aan de mondzorgverlener te stimuleren, toelichten in mijn brief over
mondzorg die ik uiterlijk begin oktober 2022 aan de Tweede Kamer zal sturen.
Vraag 3
Op welk niveau is er reeds overleg gevoerd over een eventuele terugkeer van de schooltandarts?
Zijn hierbij relevante veldpartijen geconsulteerd? Zo nee, bent u dat voornemens te
gaan doen?
Antwoord 3
Ik heb uitgebreid overleg gevoerd met onder meer de KNMT (beroepsorganisatie van
tandartsen), Ivoren Kruis en de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM).
Samen met andere partijen zoals jeugdartsen, enkele GGD-en en de Nederlandse Vereniging
van Kindertandheelkunde (NVvT) werken deze organisaties aan een actieplan «Op weg
naar een mondgezonde generatie». Dit plan hebben zij 22 juli 2022 aan de Minister
voor Armoede, Participatie en Pensioenen en mijzelf aangeboden. Ook spreken de genoemde
organisaties hierover met de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland.
Vraag 4
Is er bij het initiatief tot een eventuele terugkeer van de schooltandarts rekening
gehouden met de reeds bestaande personeelstekorten in de sector? Zo ja, hoe verhoudt
dit initiatief zich hier tot?
Antwoord 4
Vanuit het oogpunt van de personele vraagstukken in de mondzorg is het gewenst dat
preventieve activiteiten zoals de poetsinstructie en het leefstijlgesprek eerder in
het leven en aan meerdere kinderen tegelijk worden gegeven. Daarom wordt er bij de
plannen om de mondgezondheid van de jeugd te verbeteren ook gekeken naar andere maatregelen
dan de tandarts op school. Denk hierbij aan de inzet van de mondhygiënist op het consultatiebureau
en groepslessen op scholen in plaats van individuele voorlichting.
Vraag 5
Is gezien de personeelstekorten binnen de mondzorg en het feit dat mondzorg onder
de 18 jaar gratis is, overwogen om in te zetten op gerichte voorlichting om (financiële)
angst voor een mondzorgbezoek weg te nemen bij gezinnen? Zo ja, wat zijn daar de resultaten
van, en zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja. Gerichte voorlichting om (financiële) angst voor een mondzorgbezoek weg te nemen
bij gezinnen is onderdeel van de aanpak om meer kinderen bij de mondzorgverlener te
krijgen. Het is nog onderwerp van gesprek hoe deze voorlichting het best kan worden
vormgegeven en wie deze voorlichting het best kan uitvoeren. Waar mogelijk maken we
gebruik van bestaande kanalen, zoals dat van de Alliantie Kinderarmoede.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat mogelijkheden tot uitbreiding van opleidingscapaciteit en
evenwichtige regionale spreiding bij kunnen dragen aan een duurzame aanpak van het
tandartsentekort? Wat is in dit kader de stand van zaken met betrekking tot uitvoering
van de motie Van den Hil c.s.?3
Antwoord 6
De motie Van den Hil (VVD) verzoekt de Minister van VWS om in gesprek te gaan met
de Minister van OCW over de mogelijkheid om de opleiding tandheelkunde te verkorten
naar vijf jaar. De mogelijkheden zullen worden onderzocht. De Minister van OCW en
ik zullen na ontvangst van het advies van het Capaciteitsorgaan, dat voorzien is voor
het eind van dit jaar, ons standpunt over de toekomst van de (capaciteit van de) opleidingen
tandheelkunde met u delen.
Vraag 7
Hoe beschouwt u de eventuele toekomstige rol van een schooltandarts binnen het bredere
mondzorgveld?
Antwoord 7
Het heeft de voorkeur dat ouders zelf met hun kinderen naar de mondzorgverlener gaan,
zodat ook de ouders bij het consult geïnformeerd worden over de gezondheid van het
gebit en hoe de dagelijkse zorg kan worden verbeterd. Deze mondzorgverlener kan ook
een mondhygiënist zijn: deze is opgeleid voor de preventieve taken. Er zijn echter
wijken in Nederland waar veel kinderen niet naar de mondzorgverlener gaan. In deze
wijken kan de mondzorg nu al worden bevorderd via instellingen voor Jeugdtandverzorging.
Voor het bereiken van deze zorg bestaat er een haal- en brengservice die via de basisverzekering
kan worden vergoed. Dit kan zowel betekenen dat de tandarts naar de school gaat, als
dat kinderen met busjes van school worden gehaald en naar de instelling worden gebracht.
Dit is vastgelegd in beleidsregels van de NZa. De NZa beslist of deze extra vergoeding
kan worden gegeven, op basis van een onderbouwde aanvraag van een instelling voor
jeugdtandverzorging, die door ten minste twee verzekeraars wordt gesteund.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief over de aanpak geldzorgen, armoede en schulden4 wil het kabinet samen met maatschappelijke partners zoals de GGD-en, scholen, organisaties
van mondzorgverleners en zorgverzekeraars het bezoek aan de mondzorgverlener verder
vergroten. Daarbij wordt gekeken naar mogelijkheden als een mondzorgverlener die scholen
bezoekt en kinderen die naar de mondzorgverlener worden geleid. De uitwerking volgt
in de Kamerbrief over mondzorg die ik u uiterlijk begin oktober stuur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Mede namens
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.