Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma, Ellemeet en Dassen over het vastleggen van het recht op abortus in het Europees Handvest van grondrechten van de Europese Unie
Vragen van de leden Sjoerdsma (D66), Ellemeet (GroenLinks), Dassen (Volt) aan de Minister van Buitenlandse zaken over het vastleggen van het recht op abortus in het Europees Handvest van grondrechten van de Europese Unie (ingezonden 5 juli 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 september 2022).
Vraag 1
Deelt u onze afschuw over het feit dat vrouwen in de Verenigde Staten (VS) het fundamentele
recht op abortus is ontnomen door het intrekken van Roe v. Wade, waardoor in de helft
van de Amerikaanse staten abortus een strafbaar feit wordt?
Antwoord 1
Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft op 24 juni j.l. in de zaak Dobbs v. Jackson Women’s Health Organization geoordeeld dat er in de Verenigde Staten geen grondwettelijk verankerd recht op abortus
is. Hiermee werd de uitspraak uit 1973 in de zaak Roe v. Wade teruggedraaid. Als gevolg van deze uitspraak wordt abortuswetgeving weer een statelijke
in plaats van federale aangelegenheid. De precieze gevolgen van de uitspraak van 24 juni
zijn op dit moment nog niet volledig te duiden. Sinds het besluit van het Hof hebben
twaalf staten abortus reeds verboden. Aangenomen wordt dat in 20 tot 25 staten abortuswetgeving
zal worden aangenomen die restrictiever is dan het recht op abortus tot 24 weken zwangerschap,
zoals dat gold tot deze uitspraak van het Hooggerechtshof. Er zijn ook staten die
proberen het recht op toegang tot abortus nu juist sterker te verankeren.
Het kabinet staat pal voor de gezondheid en rechten van vrouwen en meisjes over de
wereld, inclusief hun gezondheid, keuzevrijheid en toegang tot veilige abortus. Naar
aanleiding van de uitspraak van het Amerikaans Hooggerechtshof heb ik langs deze lijnen
op twitter gereageerd. Ook andere leden van het kabinet hebben een reactie gegeven.
Vraag 2
Deelt u de zorgen dat anti-abortusbewegingen vaak gesteund en soms zelfs gefinancierd
worden door organisaties uit de VS? Deelt u dat het onwenselijk is dat het recht op
abortus in EU lidstaten wordt beknot?
Antwoord 2
Het kabinet maakt zich zorgen over landen binnen de EU waar abortuswetgeving is aangescherpt,
of waar discussies over zulke aanscherping plaatsvinden. Dit is onderdeel van een
bredere druk op vrouwenrechten en keuzevrijheid. In dit licht maakt het kabinet zich
ook zorgen over de groeiende wereldwijde verbinding tussen en financiering van anti-gender
organisaties, waaronder veel organisaties die tegen abortus zijn. In juni 2021 lanceerde
het European Parliamentary Forum (EPF) het onderzoeksrapport «Tip of the Iceberg» waarin de sterke verbanden tussen zulke
allianties en organisaties worden beschreven. Zo identificeerde het rapport USD 707.2
miljoen anti-gender financiering in Europa over de periode 2009–2018. Een deel van
die financiering komt van Amerikaanse organisaties. De andere twee grootste geografische
bronnen zijn Rusland en Europa zelf. Anti-gender groeperingen richten zich vaak op
advocacy tegen abortus, seksuele voorlichting maar ook bijvoorbeeld tegen rechten
en gelijke behandeling van lhbtiq+ personen.
Vraag 3 en 4
Bent u het ermee eens dat vrouwen in de hele Europese Unie (EU) toegang moeten hebben
tot veilige en betaalbare abortus?
Bent u bekend met dat in Polen en Malta de facto een abortusverbod geldt? Wat voor
rol ziet u voor Nederland om te voorkomen dat dit zich verder door Europa verspreidt?
Antwoord 3 en 4
Ja, ik ben het ermee eens dat vrouwen in de hele EU toegang zouden moeten hebben tot
veilige en betaalbare abortus, en ben bekend met de abortusrestricties in Polen en
Malta. Gezondheidszorg is grotendeels een competentie van de lidstaten. In EU-verband
draagt Nederland actief het belang uit van seksuele en reproductieve gezondheid en
rechten, inclusief legale en veilige abortus. In Europees en bilateraal verband vraagt
Nederland met regelmaat aandacht voor Europese kernwaarden zoals vrouwenrechten en
gendergelijkheid. Daarbij bepleit Nederland toegang tot veilige en legale abortus
als onderdeel van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Vraag 5, 6 en 7
Deelt u de mening dat nu de VS een grote stap terug zet, de EU juist nu de sprong
naar voren moet maken en het fundamentele recht op abortus beter moet verankeren?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om zich in Europa in te zetten voor het verankeren van het fundamentele
recht op abortus in het Handvest van grondrechten van de Europese Unie? Bent u bereid
daarbij aan te sluiten bij de eerdere oproep van Macron op 19 januari 2022? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid om de mogelijkheden te onderzoeken om abortus aan het Handvest van grondrechten
van de Europese Unie toe te voegen, zonder dat het verdrag daarvoor gewijzigd hoeft
te worden? Zou er bijvoorbeeld een annex aan het Handvest toegevoegd kunnen worden?
Bent u bereid dit te onderzoeken en eventueel te steunen in de EU?
Antwoord 5, 6 en 7
Zoals in de antwoorden op de eerste en tweede vraag aangegeven, deel ik uw zorg over
de ontwikkelingen in de VS en de bredere druk op vrouwenrechten en keuzevrijheid.
Vrouwenrechten en gendergelijkheid zijn Europese kernwaarden die tevens verankerd
zijn in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), waaraan alle
lidstaten zich derhalve hebben gecommitteerd. In de EU zet het kabinet zich dan ook
in voor het beschermen en bevorderen van de genoemde kernwaarden. Tevens heeft de
Europese Raad sinds 2015 in meerdere conclusies het belang van seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten erkend.
Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 heeft het
Handvest dezelfde juridische waarde als de EU-verdragen. Dit is vastgelegd in artikel
6, lid 1, van het VEU. Dat betekent dat er een verdragswijziging nodig is om het recht
op een veilige en legale abortus aan het Handvest toe te voegen. Hiertoe zal de gewone
herzieningsprocedure van artikel 48, leden 2 t/m 4, van het VEU moeten worden gevolgd.
Ook wanneer er bijvoorbeeld een bijlage (annex) aan het Handvest zou worden toegevoegd,
vergt dat een verdragswijziging. Het is dus niet mogelijk het recht op het abortus
in het Handvest te verankeren zonder verdragswijziging.
Het kabinet volgt de discussie over het verankeren van het recht op abortus in het
Handvest op de voet en zal zich verder verdiepen in de haalbaarheid van dit initiatief.
Op 7 juli j.l. stemde het Europese Parlement voor een resolutie die oproept het recht
op abortus op te nemen in het Handvest. Ook kondigde dit jaar Franse president, Emmanuel
Macron, aan zich hiervoor in te zetten. Abortuswetgeving verschilt sterk per EU lidstaat,
omdat o.a. volksgezondheid binnen de EU een competentie van lidstaten is. Lidstaten
kunnen dus zelf bepalen of en onder welke omstandigheden abortus legaal is. In algemene
zin geldt wel dat de lidstaten bij het maken van de keuzes, en het uitoefenen van
hun eigen bevoegdheden, de betrokken EU-kaders en basisverplichtingen dienen te respecteren.
Door deze verschillen is het te betwijfelen of er voldoende steun is onder EU lidstaten
om het recht op abortus te verankeren in het Handvest.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.