Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Esch over de vergunningverlening aan Chogogo Resort
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de vergunningverlening aan Chogogo Resort (ingezonden 28 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Natuur
en Stikstof (ontvangen 5 september 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2884.
Vraag 1
Klopt het dat op 31 maart jongstleden Chogogo Dive & Beach Resort aan de voorwaarden
uit de natuurvergunningen van 19 januari 2022 moest voldoen, zoals het aanpassen van
de bestaande keermuur? Zo ja, klopt het dat er nog niet is voldaan aan deze voorwaarden
en waarom niet?
Antwoord 1
Het bestuurscollege heeft op 19 januari 2022 een natuurvergunning verleend met daarin
een aantal voorwaarden waaronder eisen aan de hoogte van een keermuur. Ik heb het
bestuur van Bonaire op 7 juni 2022 schriftelijk gevraagd om mij te voorzien van rapporten
en adviezen alsmede overige informatie teneinde de kamer adequaat te informeren. De
antwoorden op mijn vragen heb ik op 18 augustus 2022 ontvangen. De bijbehorende rapporten
en adviezen heb ik op 22 augustus 2022 ontvangen.
Een deel van de processen rondom Vergunningverlening Toezicht en Handhaving (VTH)
zijn belegd bij de lokale mariene parkbeheerder (Stinapa). Daarom heb ik de antwoorden
op mijn technische vragen ook aan Stinapa voorgelegd met het verzoek om commentaar.
Dit commentaar heb ik op 22 augustus 2022 ontvangen. Zowel mijn schriftelijk verzoek
alsmede de verkregen informatie treft u bij de beantwoording van deze vragen aan.1
De voorwaarde omtrent de hoogte van de keermuur is gesteld vanuit het belang van bescherming
van het mariene park. Met deze voorziening wordt beoogd te voorkomen dat zand in het
mariene park terechtkomt. Een vergunningplicht zorgt voor toetsing van de kwaliteit
voorafgaand aan de aanleg van het strand. Het betekent dat in principe zonder vergunning
niet mag worden gestart met werkzaamheden.
Uit de stukken en de namens mij gevoerde gesprekken met het bestuur volgt dat het
bestuurscollege van mening is dat er voldaan is aan de voorwaarden voor wat betreft
de keermuur, dat er sprake is van een legalisatie van de reeds gebouwde keermuur door
Chogogo, dat dit in goed overleg met handhavingspartners plaatsvindt en dat dit overleg
momenteel nog gaande is.
Ik hecht grote waarde aan de beantwoording van de vraag of aan de voorschriften uit
de vergunning wordt voldaan zeker nu de gevolgde werkwijze geen precedent moet scheppen
voor overige bestaande en nieuwe bouwprojecten aan de kust. Daarbij is ook van belang
dat standpunten van alle handhavingspartners in het proces zorgvuldig worden meegewogen
alvorens een besluit wordt genomen.
De redenering van het bestuurscollege dat de keermuur aan de vereiste bouwhoogte wordt
voldaan en dat er tevens sprake is van een legalisatie van hetgeen reeds gebouwd is,
is nog niet duidelijk en vergt nadere uitleg mede omdat mij gebleken is dat dit nog
niet met handhavingspartners is besproken. Tevens is nog van belang dat het bestuurscollege
de resultaten van een onderzoek naar de kwaliteit van het gebruikte zand bij de besluitvorming
betrekt. Deze resultaten worden in oktober verwacht.
Vraag 2
Klopt het dat de Dienst Toezicht en Handhaving van het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB)
een interne memo heeft opgesteld op 28 maart 2022, waarin staat dat de bestaande keermuur
voldoet aan de voorwaarden in de vergunning? Zo ja, kunt u aangeven waarom er voorwaarden
zijn opgesteld in de natuurvergunning van 19 januari jl. als de bestaande muur al
voldeed?
Antwoord 2
Dat klopt. Ik verwijs u naar de informatie die ik heb ontvangen en het antwoord op
vraag 1.
Vraag 3
Kunt u deze memo met de Kamer delen en laten beoordelen door onafhankelijke experts?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik ben bereid om alle informatie met de Kamer te delen en ben ook bereid deze zonodig
te laten beoordelen door experts.
Vraag 4
Klopt het dat de vergunning alsnog kan worden ingetrokken, indien op 31 maart 2022
niet voldaan was aan de voorwaarden? Zo ja, bent u bereid om het proces tot intrekking
van de vergunning op te starten, indien blijkt dat de keermuur niet op tijd aan de
voorwaarden voldeed en er niet handhavend is opgetreden door het bestuurlijk lichaam?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het bestuurscollege van Bonaire heeft de vergunning onder voorwaarden verleend en
heeft de aanvrager in de vergunning gewezen op haar bevoegdheid de vergunning in te
trekken indien deze niet wordt nageleefd. Deze bevoegdheid ligt primair bij het lokaal
bestuur.
Vraag 5
Heeft Chogogo de dwangsom vanwege het storten van zand voor de aanleg van een kunstmatig
strand zonder vergunning aan het OLB voldaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het bestuurscollege heeft een last onder dwangsom opgelegd wegens het zonder vergunning
storten van zand ten behoeve van de aanleg van een kunstmatig strand. Tegen dit besluit
is bezwaar ingediend. Deze is door het bestuurscollege niet ontvankelijk verklaard.
Het bestuurscollege heeft mij geïnformeerd dat het proces van inning van de dwangsom
loopt en zal worden voortgezet.
Vraag 6
Klopt het dat bij de aanleg van een kunstmatig strand bij Ocean Oasis nog steeds geen
sprake is van een passende natuurvergunning? Zo nee, waarom niet? Kunt u aangeven
hoe hier is opgetreden door de Dienst Toezicht en Handhaving?
Antwoord 6
Ik heb het bestuurscollege gevraagd of in dit dossier alle benodigde vergunningen
voor reeds gerealiseerde bouwwerken zijn verstrekt als het gaat over milieu, natuur,
bouwen en ruimtelijke ordening. Uit de beantwoording kan ik niet opmaken of alle vergunningen
zijn verstrekt. Het bestuurscollege heeft aangegeven dat een aantal overtredingen
nog bestaan maar dat deze worden geadresseerd samen met Stinapa. Ook heb ik Stinapa
om een standpunt gevraagd. Uit de beantwoording blijkt dat bedoelde overtredingen
zaken betreffen zoals het ontbreken van vergunningen voor: een keermuur, een strand,
gebouwen en pieren.
Ook hier hecht ik grote waarde aan duidelijkheid over het al dan niet bestaan van
(on)vergunde situaties zeker nu de gevolgde werkwijze een precedent kan scheppen voor
overige bestaande en nieuwe bouwprojecten aan de kust. Daarbij is ook van belang dat
de rollen en verantwoordelijkheden van alle handhavingspartners in het proces glashelder
zijn en dat er bij gebleken overtredingen een bestuurlijk vastgesteld stappenplan
wordt doorlopen om deze te beëindigen.
Vraag 7
Klopt het dat er inmiddels plannen zijn gepresenteerd aan het OLB voor verdere ontwikkeling
van het Ocean Oasis strand?2 Deelt u het inzicht dat geen verdere ontwikkeling mag plaatvinden en dat eerst handhavend
opgetreden dient te worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het bestuurscollege heeft aangegeven dat er geen plannen zijn voorgelegd voor verdere
ontwikkeling van het Ocean Oasis strand en is tegen plannen die niet binnen het ruimtelijk
beleid van het openbaar lichaam Bonaire passen. Met het bestuurscollege ben ik van
mening dat handhavend optreden middels een bestuurlijk vastgesteld beleid moet plaatsvinden.
Dat geldt ook voor mogelijke nieuwe ontwikkelingen in het nabijgelegen terrein (toekomstige
Kings Beach resort).
Het bestuurscollege heeft onlangs een Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
vastgesteld inclusief een sanctie- en gedoogbeleid, dat van toepassing is op dit soort
situaties.
Vraag 8
Klopt het dat ook Europarcs een nieuw resort gaat bouwen, nota bene naast het Chogogo
Resort?3 Zo ja, hoe gaat u voorkomen dat het koraal en natuur hierdoor worden aangetast?
Antwoord 8
Het bestuurscollege heeft aangegeven dat Europarcs een nieuw resort wil gaan bouwen
en dat ook voor deze ontwikkeling geldt dat voldaan moet worden aan de geldende milieuen
natuurwetgeving en ruimtelijk beleid. Tevens heeft het bestuurscollege aangegeven
dat Europarcs op dit moment niet beschikt over een bouw- of natuurvergunning en dat
de eerste aanvraag voor een bouwvergunning door het bestuurscollege is afgewezen.
Mij is door het bestuurscollege medegedeeld dat er op dit moment geen onvergunde situaties
bestaan.
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat afvoer van regen- en afvalwater niet in zee komt door de
bovengenoemde extra bebouwing?
Antwoord 9
Het bestuurscollege heeft aangegeven dat de bebouwing gelegen is in een rioleringsgebied
waarbij aansluiting op het rioleringsstelsel verplicht is. Afvalwater wordt dus via
het riool afgevoerd naar de RWZI-installatie. Hemelwater dient op het perceel opgevangen
of gefilterd te worden. Ik onderschrijf het standpunt van het bestuurscollege. Het
is wel van belang dat er feitelijk geregistreerd wordt in welke gevallen er wel en
wanneer niet aan de verplichtingen voldaan wordt. Op die wijze kan ook geprioriteerd
worden in de handhavings- en toezichtinspanningen. In de beantwoording van vraag 10
wordt nader ingegaan op een voorstel om dit te verbeteren.
Vraag 10
Hoe gaat u bewerkstelligen dat toezicht en handhaving per direct wordt verbeterd zodat
het koraal wel wordt beschermd?
Antwoord 10
Ik ben van mening dat vergunningverlening, toezicht en handhaving een belangrijk instrument
is voor het realiseren van de strategische doelen in het natuur- en milieubeleidsplan
2020–2030 op de eilanden. Tevens ben ik samen met de lokale besturen van mening dat
er op dit punt ruimte is voor verbetering. Het bestuur van Bonaire neemt ook eigen
initiatieven voor verbetering. Zo is bij het dossier «Chogogo» opdracht gegeven om
een analyse van het eigen beleid en de uitvoering hiervan te ondernemen en zijn de
eerste resultaten hiervan bekend. Het gaat hier om het Evaluatierapport ««Samen naar
Beter» Evaluatieonderzoek besluitvormingstraject vergunningverlening Chogogo Dive
& Beach Resort». Dit rapport treft u bij de stukken aan.
In zijn algemeenheid kent een adequaat functionerend VTH stelsel een aantal belangrijke
pijlers:
Ten eerste dient er een bestuurlijk vastgesteld toezichts-, en handhavingsprogramma
te zijn waarin de bestuurlijke prioriteiten en uitgangspunten te worden vastgesteld.
Ten tweede dient ter uitvoering van deze prioriteiten de nodige bestuursstructuren
te worden geïmplementeerd zoals werkprocessen, gedragen samenwerkingsafspraken met
partners en adequate ICT voorzieningen.
Ten derde dient het stelsel checks en balances te kennen waarmee een behoorlijke en
rechtmatige invulling van VTH taken wordt gegarandeerd.
Ten aanzien van de eerste twee punten merk ik op dat ik samen met mijn collega’s van
BZK en N&S de lokale besturen ondersteuning heb toegezegd. Ingeval van Bonaire heeft
dit in april geleid tot het vaststellen van een toezicht en handhavingsprogramma.
Voor de implementatie hiervan en van de bijbehorende bestuursstructuren gelden er
afspraken in het bestuursakkoord 2018–2022 en heeft het bestuurscollege samen met
de Ministeries BZK en IenW een concreet verbetertraject afgesproken; het «Deelverbeterplan
Directie Ruimtelijke Ontwikkeling». Gezien het belang van implementatie van de benodigde
bestuursstructuren heb ik hierover een aantal vragen gesteld waaronder vragen over
monitoring, aansturing en het behalen van concrete resultaten met het project. Met
name het antwoord op de vraag naar aansturing van het project en de verwachte concrete
resultaten zijn een punt van aandacht omdat onvoldoende duidelijk is welke doelen
het bestuurscollege stelt bij het verbeteren van VTH, wanneer deze zijn bereikt en
wie dit proces aanstuurt. Dit is ook van belang omdat de aanbevelingen uit genoemd
evaluatierapport «Samen naar Beter» op korte termijn geïmplementeerd moeten worden.
Dit wordt door het openbaar lichaam samen met mijn ministerie en de andere betrokken
ministeries opgepakt.
Over het derde punt wil ik opmerken dat de zorgen die gelden over het VTH stelsel
in Caribisch Nederland op een aantal punten vergelijkbaar zijn met de ontwikkelingen
in Europees Nederland waarbij ik verwijs naar de conclusies van de Adviescommissie
VTH onder leiding van Jozias van Aartsen. Deze conclusies zijn vastgelegd in het rapport
«Om de Leefomgeving» en zijn het antwoord op de vraag naar mogelijkheden om milieuhandhaving,
-toezicht en vergunningverlening in Europees Nederland te versterken. Een van de aanbevelingen
is het inrichten van «checks en balances» om «een behoorlijke en rechtmatige invulling
van taken te garanderen» Ik zal op korte termijn met een voorstel komen voor het in
beeld brengen van de huidige situatie inclusief de knelpunten en het inrichten van
adequate «checks en balances». Dit wordt uitgewerkt en besproken met de verantwoordelijke
eilandbesturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.