Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over de kwetsbare positie van ouderen in conflicten, waaronder de oorlog in Oekraïne
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de kwetsbare positie van ouderen in conflicten, waaronder de oorlog in Oekraïne (ingezonden 1 juli 2022).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking)
(ontvangen 2 september 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport «Falling through the cracks: older people in
conflict situations» van hulporganisatie Dorcas?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat ouderen in conflictsituaties een kwetsbare doelgroep zijn, die
extra aandacht verdient in de Nederlandse inzet op noodhulp?
Antwoord 2
Ja, zoals in het rapport van Dorcas beschreven, zijn ouderen in conflictsituaties
extra kwetsbaar door vele factoren, die per situatie kunnen verschillen. Net als andere
kwetsbare of moeilijk bereikbare groepen verdienen zij aandacht van humanitaire organisaties.
Bescherming van, en hulp aan mensen die worden getroffen door een noodsituatie of
conflict is de kerntaak van deze organisaties. Nederland stelt met ongeoormerkte,
flexibele financiering humanitaire organisaties in staat om noodhulp te verstrekken
op grond van humanitaire basisbeginselen en aan de hand van hun professionele inschatting
en ervaring. Zoals toegelicht tijdens het Commissiedebat Noodhulp (14 april jl.) en
in de Kamerbrief over steun aan (vrouwelijke) slachtoffers van oorlogsmisdaden in
Oekraïne, voert Nederland een beleidsdialoog met humanitaire organisaties, zowel direct
als in multilateraal verband. Hierbij bespreekt Nederland ook de belangen van kwetsbare
groepen, zoals bijvoorbeeld sociaal-maatschappelijk geïsoleerde groepen. Nederland
bevraagt de uitvoeringspartners over de manieren waarop zij deze groepen bereiken,
betrekken en beschermen. Ook brengt Nederland specifieke noden ter sprake die soms
over het hoofd worden gezien. Zo heeft Nederland er aan kunnen bijdragen dat in noodhulp
vaker ook geestelijke en psychosociale zorg wordt meegenomen. Juist ook ouderen kunnen
kampen met psychische noden, zoals in het rapport van Dorcas is beschreven.
In de Nederlandse aanpak is aandacht voor de specifieke behoeften van extra kwetsbare
bevolkingsgroepen op deze manier verweven.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat in een vergrijzende wereld passende (nood)hulp aan ouderen
steeds belangrijker wordt?
Antwoord 3
Ja, in een veranderende wereld is het belangrijk om voortdurend in de gaten te houden
of de manier waarop noodhulp wordt verstrekt nog adequaat, effectief en haalbaar is.
De afgelopen jaren wordt steeds prominenter gewerkt aan manieren om getroffen gemeenschappen
zelf zeggenschap te geven over de wijze waarop noodhulp wordt verstrekt. Zij weten
het beste waar de meeste behoefte aan bestaat en welke ondersteuning hen in staat
stelt hun leven zo goed als mogelijk weer op te pakken. Daarbij is het uiteraard van
belang dat ook maatschappelijk geïsoleerde of minder mondige groepen mensen gehoord
worden. Ook dat element wordt meegenomen in de ontwikkelingen van meer participatieve
vormen van noodhulp en van een directere verantwoording over verstrekte noodhulp aan
de getroffen bevolking zelf. Deze ontwikkelingen vinden onder meer plaats in het kader
van de Grand Bargain, waarin alle soorten organisaties en overheden bijeenkomen die
zijn betrokken bij het verstrekken van noodhulp, en waar Nederland actief aan deelneemt.
Vraag 4
Hoe reflecteert u op de conclusie uit het rapport dat ouderen in noodhulp wereldwijd
vaak zelfs gewoonweg vergeten worden? Deelt u de mening dat ouderen bij de verlening
van noodhulp in veel gevallen een eigen aanpak nodig hebben?
Antwoord 4
De vrij stellige uitspraak in het rapport dat ouderen vaak helemaal vergeten worden
bij het inventariseren van noden kan ik niet onderschrijven. Bij acute nieuwe crises
is het wel zo dat eerste analyses van noden bijzonder snel en vaak onder moeilijke
omstandigheden gemaakt moeten worden, waarbij in eerste instantie wordt gekeken naar
de geconstateerde behoeften onder de getroffen bevolking in brede zin. Bij de uitwerking
van de respons worden meer gegevens verzameld en plannen aangepast. En wordt nader
aandacht besteed aan manieren om specifieke groepen mensen, zoals mensen met een lage
mobiliteit of sociaal-maatschappelijk geïsoleerde groepen, te bereiken. Nederland
is geen voorstander van een aparte aanpak, of aparte noodhulpprogramma’s voor specifieke
doelgroepen, maar verlangt zoals eerder omschreven wel gerichte aandacht van humanitaire
partners voor afzonderlijke groepen extra kwetsbare mensen.
Vraag 5
Hoe worden de rechten van ouderen meegewogen in het Nederlandse beleid aangaande noodhulp
en ontwikkelingssamenwerking? In hoeverre is er bijvoorbeeld sprake van maatwerk om
de specifieke noden van ouderen te identificeren en beantwoorden? Kan de specifiek
vereiste aandacht voor de positie van ouderen integraal onderdeel van het beleid worden?
Kunt u aangeven hoe?
Antwoord 5
Nederland bespreekt in de beleidsdialoog met humanitaire partners en in internationale
noodhulpfora gericht de belangen van extra kwetsbare en/of moeilijk te bereiken en
te betrekken groepen mensen. Zie ook de antwoorden bij vragen 2 en 3.
Inclusie en verbetering van de positie van mensen in achtergestelde posities vormen
belangrijke aandachtspunten in het Nederlandse beleid voor internationale samenwerking.
Met het begrip «Leave No One Behind» als uitgangspunt, is daarbij uiteraard ook aandacht voor de positie van kwetsbare
ouderen zonder hen als specifieke doelgroep te nemen. Vanuit de gedachte dat niemand
buitengesloten dient te worden, is inclusie van alle groepen verankerd in het beleid.
Vraag 6
Bent u bereid om via bestaande diplomatieke kanalen, zoals de VN, aandacht te vragen
voor de kwetsbare positie van ouderen in Oekraïne? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, zoals ook tijdens het Commissiedebat Noodhulp (14 april jl.) toegelicht, vraagt
Nederland in uiteenlopende relevante fora aandacht voor mensen die extra getroffen
zijn en extra risico lopen door de oorlog in Oekraïne. Daarbij zal, waar relevant,
ook de specifieke kwetsbare positie van ouderen genoemd worden.
Vraag 7
Bent u bereid u in te spannen dat in de onderzoeken naar mensenrechtenschendingen
in Oekraïne voldoende aandacht is voor de kwetsbare positie van ouderen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Bij onderzoek naar mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht
worden geen groepen mensen uitgesloten waarvan rechten geschonden kunnen zijn. Nederland
vraagt in uiteenlopend verband geregeld aandacht voor de positie en de rechten van
geïsoleerde of extra kwetsbare bevolkingsgroepen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.