Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Gezondheidsraad 7 september 2022
2022D33297 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de informele
EU-Gezondheidsraad d.d. 7 september 2022 en enkele andere stukken.
De voorzitter van de commissie, Smals
De adjunct-griffier van de commissie, De Vrij
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
3
PVV-fractie
5
CDA-fractie
5
PvdA- en GroenLinks-fractie
6
SP-fractie
6
Groep Van Haga
6
II.
Reactie van het kabinet
8
III.
Volledige agenda
8
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de
informele EU-Gezondheidsraad. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben begrepen dat er een gedachtewisseling plaats zal
vinden over de uitvoering van het Europees Kankerbestrijdingsplan. Op 8 juli heeft
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Kamer een reactie gestuurd op
een aantal moties inzake een Nationaal Programma Kanker. Na de zomer vinden verdere
gesprekken over het optimaliseren van de kwaliteit van kankerzorg in Nederland plaats.
De leden zijn benieuwd in hoeverre Nederland de Europese «call to action» een plek
wil geven in een Nederlands Nationaal Programma Kanker. Kan de Minister aangeven wat
voor Nederland de prioritaire onderwerpen zijn voor de nieuwe Raadsaanbeveling over
screeningprogramma’s? Wat moet volgens de Minister worden aangepast ten opzichte van
de Raadsaanbeveling uit 2018?
Ook horen de leden van de VVD-fractie graag de stand van zaken met betrekking tot
de relatie tussen de eventuele invoering van de European Health Data Space (EHDS)
en de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz). Worden er ontwikkelingen
besproken tijdens de informele EU-Gezondheidsraad die eventuele (ongewenste) vertraging
van de behandeling van de Wegiz kunnen betekenen? Wanneer kan de Kamer de afgesproken
nationale impactassessments met betrekking tot de EHDS verwachten die deze zomer zijn
uitgevoerd?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er tijdens de formele EU-gezondheidsraad van
9 december raadsconclusies omtrent vaccineren worden voorgelegd. Welke contacten zijn
er tot nu toe op Europees niveau omtrent onderzoek naar vaccinatiebereidheid? Welke
maatregelen nemen andere EU-lidstaten om deze bereidheid te verhogen en welk van deze
maatregelen acht de Minister voor Nederland ook toepasbaar?
Genoemde leden hebben kennisgenomen van de verschillende acties die in gang zijn gezet
in het kader van de oorlog in Oekraïne en de opvang van medische evacuaties. In de
Kamerbrief van 30 mei jl.1 heeft de Minister aangegeven dat de oorlog in Oekraïne ook de vraag naar geneesmiddelen
voor HIV en TB binnen de EU heeft doen toenemen. Wat is de stand van zaken met betrekking
tot het waarborgen van de beschikbaarheid van deze middelen nationaal en Europees
op dit moment?
Op dit moment is de verordening grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, waarover
op 23 juni jl. een voorlopig akkoord werd bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement,
nog niet in werking getreden. Zodra deze verordening in werking treedt, ontstaat de
mogelijkheid voor de Europese Commissie om een medische noodsituatie op Europees niveau
uit te roepen, indien daartoe wordt geadviseerd door het Europees Centrum voor ziektepreventie
en -bestrijding (ECDC) of andere relevante EU agentschappen. Kan de Minister schetsen
wat dit voor EU-lidstaten, en met name Nederland zou betekenen?
Vragen en opmerkingen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de informele EU-Gezondheidsraad en de verslagen. Gezondheidszorg is bij
uitstek een thema waar geprofiteerd kan worden van Europese samenwerking.
Kankerbestrijding
Daarom staan de leden van de D66-fractie ook positief tegenover het kankerbestrijdingsplan
van de Europese Commissie. Nederland kan een belangrijke rol vervullen in het delen
van kennis en ervaring op het gebied van het voortijdig opsporen van kanker. De leden
omarmen dan ook het streven om in 2025 90 procent van de doelpopulatie screening aan
te bieden, zoals nu al in Nederland gebeurt. De leden vragen de Minister hoe hij een
uitbreiding naar andere kankervormen (zoals prostaat-, long-, en maagkanker) beziet
in relatie tot het screeningprogramma? Wordt in dat oordeel ook de NELSON studie naar
screening van longkanker meegenomen? Zijn er nog andere vormen die hier volgens de
Minister ook onder zouden moeten vallen, zo vragen deze leden.
Elektronische gegevensuitwisseling
De leden van de D66-fractie hebben met interesse gelezen over de oproep om een «European
Cancer Patient Digital Centre» op te richten waarbij onderzoek, innovatie en beleid
kan worden uitgewisseld. De leden zien dit als een bevestiging van het belang van
meer Europese samenwerking op dit dossier en onderschrijven de noodzaak hiervan ten
zeerste. Genoemde leden maken zich echter wel zorgen over de traagheid waarop deze
ontwikkeling plaatsvindt. De leden vragen de Minister dan ook om te pleiten voor een
versnelling in zowel het realiseren van deze «European Cancer Patient Digital Centre»
als ook bij andere manieren van elektronische gegevensuitwisseling. Zo vragen de leden
of we met betere gegevensuitwisseling in de eerste maanden van de coronacrisis niet
beter beleid en betere zorg hadden kunnen leveren voor onze inwoners. De leden vragen
voorts hoe randvoorwaarden, zoals veilige uitwisseling van gegevens en het borgen
van privacy, goed geborgd kunnen worden.
Post-COVID syndroom /Long COVID
Voorts zijn de leden van de D66-fractie verheugd om het feit dat de roep om transnationale
samenwerking bij het oplossen van complexe gezondheidsvraagstukken steeds beter gehoord
wordt binnen Europa. Zij onderschrijven dan ook het belang van deze samenwerking op
het gebied van onderzoek en behandeling van complexe ziekten. De leden vragen hierbij
om speciale aandacht voor post-COVID wat impact heeft op vele miljoenen Europeanen.
De leden vragen de Minister om in Europees verband een actieve rol aan te nemen in
het zorgen voor meer gezamenlijk onderzoek, een betere facilitering van data-uitwisseling
en een betere kennisdeling van behandelopties voor deze groep patiënten. Is de Minister
bereid om bij zijn Europese collega’s te pleiten voor programma’s die deze doelen
mogelijk maken? De leden vragen hier specifiek om gezien de grote impact die post-COVID
heeft op de levens van vele Europeanen en de relatieve onbekendheid van het ziektebeeld,
zeker in relatie tot de maatschappelijke impact van post-COVID op bijvoorbeeld de
Europese arbeidsmarktproblematiek.
Preventie
De leden van de D66-fractie hebben met grote interesse kennisgenomen van het onderwerp
(leefstijl)preventie in het plan van de Commissie. Zij vragen aan de Minister of deze
van mening is dat harmonisering van bijvoorbeeld prijsmaatregelen zoals van tabak
verder kunnen bijdragen aan de preventiedoelstellingen zoals die in het Nationaal
Preventie Akkoord. De leden vragen of verdere harmonisering al eerder is onderzocht,
en indien dit niet het geval is of de Minister bereid is om voor een dergelijk impact
onderzoek te pleiten bij zijn Europese collega’s. Is de Minister tevens bereid om
op Europees niveau te pleiten voor een Europees Preventie Akkoord, zo vragen deze
leden.
Vaccinaties
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat vaccineren een essentieel onderdeel
is van preventie en zijn dan ook voorstander van de «Europese aanpak van terughoudendheid
jegens vaccinaties» en door de door het voorzitterschap genoemde «deskundigengroep
terughoudendheid bij vaccinaties». Daarbij zijn de leden benieuwd naar voorbeelden
van fijnmazige vaccinatie strategieën in, en best practices van, andere landen. Is
de Minister het ermee eens dat de stelselkeuze van een land impact kan hebben op de
laagdrempeligheid van vaccineren? Is de Minister bijvoorbeeld bekend met landen waar
er vaccinaties op (basis)scholen worden gezet of door apothekers? Kan de Minister
een reflectie geven op hoe hij hier tegenaan kijkt? Om van elkaar te leren en gebruik
te maken van ervaringen zien de leden dit als een opportuun moment om in Europees
verband de impact van verschillende maatregelen (zowel vrijblijvende en middels drang)
op de vaccinatiegraad wetenschappelijk te onderzoeken. Is de Minister hiertoe bereid,
om vervolgens vanuit Europa tot een overzicht te komen van best practices en de daarbij
behorende impact analyse?
Inreisverboden
De leden van de D66-fractie horen geluiden van mensen uit landen die nog steeds niet
naar Nederland mogen reizen wegens het geldende inreisverbod. Sommigen bijvoorbeeld
omdat er in hun land geen door de EU erkende vaccins te verkrijgen zijn. Deze landen
staan op een op Europees niveau samengestelde lijst met reisrestricties, welke ook
door Nederland (vrijwillig) wordt gehanteerd. Bovendien constateren de leden dat de
lijst ongewijzigd is sinds januari 2022 omdat de Europese Raad momenteel een advies
verwacht of de lijst al dan niet moet worden afgeschaft. Inmiddels wordt de lijst
door meerdere landen om ons heen al niet meer gehanteerd. Hoe denkt de Minister over
deze ongelijke situatie en hoe ziet de Minister het risico dat mensen uit «onveilige
landen» vliegen over dergelijke landen en vervolgens naar Nederland reizen? De leden
vragen zich af of het hanteren van een dergelijk inreisverbod voor Nederland dan nog
relevant is en welk standpunt de Minister wil delen met zijn Europese collega’s?
Situatie Oekraïne
De leden van de D66-fractie willen graag benadrukken dat het van groot belang is om
vanuit de EU-maatregelen te blijven nemen om gezondheidsondersteuning te kunnen blijven
bieden aan Oekraïne. Graag horen zij van de Minister op welke manieren de Minister
zich in gaat spannen in het beschermen van de publieke gezondheid in relatie tot de
oorlog in Oekraïne.
Apenpokken
Ten slotte vragen de leden van de D66-fractie of de Minister bekend is met de diverse
inclusiecriteria voor apenpokkenvaccinaties in de verschillende Europese landen. Is
de Minister van mening dat een harmonisatie van deze inclusiecriteria van toegevoegde
waarde zou kunnen zijn op het Europese apenpokkenbeleid? Daarnaast maken de leden
zich zorgen over mogelijke stigma’s rondom apenpokken. De leden zijn benieuwd naar
de visie van de Minister hieromtrent. De leden vragen de Minister tevens om op Europees
niveau aandacht te vragen voor het belang van het voorkomen van dergelijke stigmata
onder de bevolkingen.
Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de agendapunten inzake de informele
EU-Gezondheidsraad en hebben daarover enkele kritische vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie vragen zich wat de status is van de «call to action»?
Is hier een document van? Zo ja, kan de Minister dit naar de Kamer sturen? In hoeverre
is er nu infrastructuur en toegang tot hoogwaardige diagnoses en behandelingen? Maakt
de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kankermedicijnen ook onderdeel uit van
de «call to action»? Welke acties is de Minister voornemens te nemen om stappen te
zetten in de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kankermedicijnen in Nederland?
Er liggen nu plannen voor een Europees netwerk voor kankerinfrastructuren. Maar wat
is de Minister voornemens te doen ten aanzien van de regionale netwerken binnen Nederland?
Hoe gaat de Minister «garanderen dat de patiënt de beste zorg krijgt»? Komt er een
apart Europees digitaal centrum voor kankerpatiënten? Hoe zit het met de privacy aspecten
voor het delen van medische informatie, zo vragen deze leden.
De leden van de PVV-fractie zijn voorts benieuwd in hoeverre onze screeningsprogramma’s
afwijken van die van andere landen? Kan de Minister hier op ingaan? Genoemde leden
zijn vooral benieuwd naar de status van longkankerscreening in de EU.
Tot slot willen de leden van de PVV-fractie weten wat de stand van zaken is ten aanzien
van de discussie over een gemeenschappelijke vaccinatiekaart? Wat houdt dit precies
is? Zijn hier al (beleids)documenten van? Zo ja, kan de Minister deze naar de Kamer
sturen? Heeft de Minister, of is er namens de Minister, al input geleverd in de discussie
over een gemeenschappelijke vaccinatiekaart?
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en hebben
hierover geen verdere vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de PvdA- en GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van
de geannoteerde agenda ten behoeve van de informele EU-Gezondheidsraad. Europese samenwerking
op kankerbestrijding moedigen de aan het woord zijnde leden aan. Screening is een
belangrijk middel in kankerbestrijding. Kan het EU kankerbestrijdingsplan, waarin
het doel om tegen 2025 aan 90 procent van de doelpopulatie screening te bieden is
opgenomen, de Nederlandse handelingsvrijheid bij nationale screeningprogramma’s beperken?
En zo ja, op welke manier?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie onderschrijven het grote belang van het
monitoren en stimuleren van de vaccinatiebereidheid. Vanwege het vrij verkeer van
mensen binnen de EU heeft een lage vaccinatiegraad in een buurland ook gevolgen voor
de Nederlandse volksgezondheid. Is de Minister op de hoogte van de best practices
van andere lidstaten om vaccinatiebereidheid te verbeteren? Zo ja, hoe worden deze
best practices ingezet om in Nederland de vaccinatiebereidheid te verbeteren? Welke
stappen kunnen op Europees niveau gezet worden om de vaccinatiebereidheid binnen de
EU te verbeteren?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de beperkte doelgroep
voor het apenpokkenvaccin in Nederland en hebben hier eerder Kamervragen over gesteld2. Kan Nederland vaccins verwachten via HERA? Zo ja, wanneer en hoeveel? En zal Nederland
na het ontvangen van deze extra vaccins ook de doelgroep die in aanmerking komt voor
het apenpokkenvaccin uitbreiden, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken en hebben
hierover nog enkele vragen een opmerkingen.
De leden van de SP-fractie lezen dat er gesproken zal worden over de mogelijkheid
van een gemeenschappelijke vaccinatiekaart. Zij vragen wat de concrete ideeën hiervoor
zijn. Gaat het hier om een instrument dat eventueel gebruikt kan worden als een coronatoegangsbewijs
/ Digitaal Corona Certificaat? Zo ja, is de Minister het ermee eens dat het onwenselijk
zou zijn om zo’n instrument te creëren? Zo nee, wat is dan het doel van een mogelijke
gemeenschappelijke vaccinatiekaart, zo vragen deze leden.
Vragen en opmerkingen van de Groep van Haga
De leden van de Groep Van Haga hebben met belangstelling kennisgenomen van de documenten
ten behoeve van de informele EU-Gezondheidsraad van 7 september en hebben hier een
aantal vragen over.
De Raad legt zich erop toe «terughoudendheid jegens vaccinaties aan te pakken». De
leden van de Groep van Haga willen graag weten wat dit precies inhoudt. Met welke
middelen/methodes zal deze vermeende «terughoudendheid» worden aangepakt? De leden
wijzen hierbij op de aanzienlijke dwang en drang die de afgelopen twee jaar is uitgegaan
van/bij de implementatie van het coronavaccinatieprogramma en de sociale en emotionele
schade die dat heeft veroorzaakt in vele landen, bij vele burgers, die daarnaast ook
verregaande maatschappelijke gevolgen heeft gehad. Zullen bij het aanpakken van deze
terughoudendheid vergelijkbare en/of dezelfde strategieën worden gebruikt? In de documentatie
voor deze Gezondheidsraad wordt namelijk gesproken over het inzetten van instrumenten
die gebruikt zijn tijdens de COVID-19 pandemie. De leden willen graag weten aan welke
instrumenten specifiek wordt gedacht. Daarnaast vragen deze leden zich af hoe deze
overweging zich verhoudt tot het feit dat het COVID-19 instrumentarium weinig effectief
is gebleken en bovendien heeft geleid tot grote maatschappelijke en economische schade.
Er wordt gesproken over het oprichten van een overkoepelende, Europese «deskundigengroep
terughoudendheid bij vaccinaties» en de leden van de Groep Van Haga willen graag weten
wat deze deskundigengroep precies gaat doen, wie daarin zitting zullen nemen, of deze
mensen gelieerd zullen zijn aan bijvoorbeeld farmaceutische organisaties en/of overheden
en/of andere belangengroepen en wat deze deskundigengroep zal gaan kosten en wat de
bijdrage van Nederland daaraan zal (moeten) zijn. Hebben de lidstaten zelf inspraak
in hoe de doelstelling van deze deskundigengroep geïmplementeerd zal worden op nationaal
niveau en beschikken zij over vetorecht? Gaat deze deskundigengroep ook van invloed
zijn op het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen in Nederland en zo ja, op welke
manier? Welke gevolgen gaat dat hebben voor de toch al overbelaste kind- en jeugdzorg
en de GGD'en in ons land?
Voorts vragen de leden van de Groep Van Haga zich af hoe de Minister reflecteert op
de inmiddels dalende vaccinatiegraad in ons land, welke is ingezet sinds de coronapandemie.
Is de Minister het met deze leden eens dat deze dalende trend zorgwekkend is, aangezien
dit het risico op uitbraken van in Nederland uitgeroeide en voor kinderen daadwerkelijke
gevaarlijke infectieziekten, zoals bijvoorbeeld mazelen en polio, vergroot? Vindt
de Minister niet dat wij uit de Covid-19 periode kunnen concluderen dat dominante
vaccinatiepromotie juist averechts werkt op de vaccinatiebereidheid? Daarnaast willen
de leden van de Groep Van Haga weten of het kabinet voornemens is coronavaccinatie
voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar te blijven aanjagen. Aangezien het risico
op een ernstig verloop van Covid-19 voor jonge mensen nihil is, maar er wel steeds
meer onderzoek is dat aantoont dat het risico op complicaties na coronavaccinaties
voor jonge mensen aanzienlijk is, vragen de leden van de Groep Van Haga waarom het
kabinet blijft volharden in het vaccineren van kinderen en jongeren tegen het coronavirus.
Ook willen zij weten of er nog altijd sprake is van het opnemen van coronavaccinatie
in het Rijksvaccinatieprogramma. Daarnaast vragen zij in welke mate de EU invloed
krijgt op de vaccinatiestrategie (bij kinderen) in de afzonderlijke lidstaten. Er
wordt in de documentatie gesproken over «routinecontroles van vaccinatiestatus» en
de leden vragen wat dat inhoudt.
In verband met de impact van de oorlog in Oekraïne op de publieke gezondheid in Europa
willen de leden van de Groep Van Haga graag weten of de Minister inzichtelijk heeft
welke gevolgen de instroom van de vele Oekraïense vluchtelingen in Nederland heeft
gehad en de komende tijd nog zal hebben op de nationale zorg en de volksgezondheid.
Hoe vergroot deze de toch al problematische druk op de zorg en op welke manier wordt
het werk van zorgmedewerkers hierdoor beïnvloed? Ook willen de leden graag weten wat
de financiële bijdrage van Nederland is aan het EU4Health programma, waarvan Oekraïne
gebruik kan maken door aanvragen in te dienen voor financiële middelen uit dit programma.
De leden van de Groep Van Haga vragen verder wanneer het apenpokkenvirus niet langer
aangemerkt zal worden als een internationale noodsituatie. Volgens de laatste berichtgeving
zijn de besmettingen aan het afnemen en het virus heeft nergens gezorgd voor extra
druk op de zorg en/of is nauwelijks levensbedreigend. De leden willen dan ook graag
weten waarom het mandaat van de Emergency Task Force van COVID-19 is uitgebreid naar
het apenpokkenvirus en waarom er een verordening in de maak is die de Europese Commissie
de mogelijkheid geeft om een medische noodsituatie op Europees niveau uit te roepen
voor het apenpokkenvirus. Wat zijn de criteria voor het uitroepen van zo’n medische
noodsituatie en wat zijn daarvan dan de gevolgen, niet in de laatste plaats voor het
Nederlandse zorgstelsel?
Afsluitend hebben de leden van de Groep Van Haga vragen over het zogenaamde internationale
pandemie-instrument, waarvoor in juni een akkoord is bereikt in de Gezondheidsraad
en het Europees Parlement. Met deze verordening zullen er Europese en nationale paraatheid-
en responsplannen komen. De leden willen graag weten wat er precies in deze plannen
staat en wat de criteria zijn voor het in werking treden en het weer afschalen van
deze plannen. Hoe zit het met de voorgenomen informatie-uitwisseling binnen de EU
en hoe wordt de (medische) privacy van burgers daarbij geborgd? Hebben afzonderlijke
lidstaten mandaat om het in werking treden van de paraatheid- en responsplannen te
weigeren wanneer zij dat voor de nationale situatie niet nodig achten?
II. Reactie van het kabinet
III. Volledige agenda
Geannoteerde Agenda Gezondheidsraad 7 september 2022, brief van de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, E.J. Kuipers – 28 januari 2022, 2022Z15824
Antwoorden op vragen commissie over de geannoteerde agenda Formele EU-gezondheidsraad
van 14 juni 2022, brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J.
Kuipers – 8 juni 2022, 21 501-31, nr. 671
Geannoteerde agenda Formele EU-gezondheidsraad van 14 juni 2022, brief van de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers – 30 mei 2022, 21 501-31, nr. 667
Verslag EU gezondheidsraad van 14 juni 2022, brief van de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, E.J. Kuipers – 27 juni 2022, 21 501-31, nr. 678
Verslag informele gezondheidsraad 10 februari 2022, brief van de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, E.J. Kuipers – 7 juni 2022, 21 501-31, nr. 670
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
A.M. de Vrij, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.