Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dekker-Abdulaziz over het vervallen van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba
Vragen van het lid Dekker-Abdulaziz (D66) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het vervallen van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (ingezonden 11 juli 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
19 juli 2022).
Vraag 1
Kunt u nader toelichten waarom de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming
provincies, gemeenten, waterschappen en openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba op 1 juli jongstleden is komen te vervallen, terwijl corona nog bestaat en
het aantal besmettingen toeneemt?
Antwoord 1
Bij brief van 31 mei jl. heb ik de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge
Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning van de Eerste Kamer gevraagd
om een reactie te geven op mijn overwegingen met betrekking tot de twaalfde verlenging
van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming (hierna: Tijdelijke
wet) na 1 juli.1 Dit gezien het gegeven dat het enerzijds onwenselijk is een tijdelijke wet langer
in werking te houden dan noodzakelijk en anderzijds vanwege de wensen van de VNG,
het IPO, de UvW en de Kring van commissarissen van de Koning om het digitaal beraadslagen
en besluiten te behouden. De vaste commissie heeft bij brief van 10 juni jl. aangegeven
geen aanleiding te zien voor een twaalfde verlenging en daarmee de regering opgeroepen
hiervan af te zien.2 Aan deze oproep heb ik gevolg gegeven waarmee de Tijdelijke wet per 1 juli jl. is
komen te vervallen.
Vraag 2
Kunt u nader toelichten of, met het komen te vervallen van de tijdelijk wet, problemen
zijn ontstaan ten aanzien van de besluitvormingsprocedures bij lokale besturen en
bent u bereid om navraag te doen bij onder andere de VNG, om na te gaan tegen welke
problemen lokale besturen aan lopen?
Antwoord 2
Uit contacten met de Vereniging van Griffiers en de VNG zijn thans geen grote problemen
als gevolg van het vervallen van de Tijdelijke wet gebleken. In enkele gevallen hebben
volksvertegenwoordigers niet aan vergaderingen kunnen deelnemen als gevolg van thuisquarantaine.
In het zomerreces wordt er in principe niet vergaderd. Wanneer dat wel het geval mocht
zijn, dan zal een fysieke vergadering moeten plaatsvinden.
Vraag 3
Kunt u toelichten op welke wijze lokale besturen, de huidige besluitvormingsproblemen
die zich voordoen door coronabesmetting van leden, momenteel oplossen?
Antwoord 3
Van de enkele gevallen die mij gemeld zijn, hebben de lokale besturen oplossingen
gezocht binnen het huidige wettelijke kader. Naast het fysiek niet deelnemen aan een
vergadering en besluitvorming door een zieke volksvertegenwoordiger zijn er binnen
het huidige wettelijke kader twee mogelijkheden om besluiten te kunnen nemen zonder
met al te veel mensen bijeen te hoeven komen. Deze mogelijkheden zijn bij het uitbreken
van de Covid-pandemie, toen de Tijdelijke wet werd voorbereid, aan het decentraal
bestuur gecommuniceerd om continuïteit van beraadslaging en besluitvorming te bieden.
Een eerste mogelijkheid is wanneer er in een eerste vergadering wordt vastgesteld
dat het quorum niet gehaald wordt, er in een tweede vergadering geen quorum meer geldt.
Dit kan alleen voor de onderwerpen die al op de agenda van de eerste vergadering stonden.
Een tweede mogelijkheid is als tijdens of na een digitale beraadslaging over een voorstel
geen stemming wordt gevraagd. In dat geval is het voorstel op grond van artikel 32,
derde lid, Gemeentewet respectievelijk artikel 32, derde lid, Provinciewet aangenomen.
Het voorgaande is overigens niet geregeld in de Waterschapswet, waardoor algemene
besturen van waterschappen deze mogelijkheid niet hebben.
Welke opties in de enkele gevallen die zich hebben voorgedaan zijn gebruikt, is mij
niet bekend. Wel merk ik op dat de provisorische opties die voorafgaand aan de inwerkingtreding
van de Tijdelijke wet konden worden gebruikt vooral bedoeld waren voor de situatie
waarin het niet kunnen deelnemen aan vergaderingen en besluitvorming de gehele volksvertegenwoordiging
betrof en niet, zoals nu, enkele leden.
Vraag 4
U werkt aan een mogelijke permanente regeling dat nu ter consultatie ligt, maar wanneer
verwacht u dat de nieuwe wet naar de Kamer komt en hoe ziet de planning er verder
uit?3
Antwoord 4
De permanente regeling (Wet digitaal vergaderen decentrale overheden) creëert een
structurele wettelijke voorziening om digitaal vergaderen als mogelijkheid te behouden
buiten de situatie dat fysieke samenkomst wegens COVID-19 of soortgelijke situaties
worden afgeraden. De permanente regeling kent een eigenstandig doel waardoor het niet
verbonden is aan het traject van de eerste tranche van wijziging van de Wet publieke
gezondheid.
De Wet digitaal vergaderen decentrale overheden ligt nu ter consultatie.4 Na advisering door de Raad van State, zal het wetsvoorstel voor de permanente regeling
aan het parlement worden aangeboden. Ik streef er naar het wetsvoorstel in het eerste
kwartaal van 2023 aan uw Kamer aan te bieden.
Vraag 5
Indien de coronacijfers weer stijgen, welke juridische mogelijkheden hebben lokale
overheden tot hun beschikking om aanstaande herfst en winter digitaal besluiten te
nemen?
Antwoord 5
Met het vervallen van de Tijdelijke wet hebben decentrale volksvertegenwoordigingen
geen juridische mogelijkheden meer om digitaal te beraadslagen en besluiten, met uitzondering
van de twee in het antwoord op vraag 3 benoemde opties. Indien de gezondheidssituatie
daarom vraagt, zal een nieuwe Tijdelijke wet in procedure worden gebracht, zodat decentrale
volksvertegenwoordigingen op een veilige wijze digitaal kunnen vergaderen.
Vraag 6
Deelt u de zorgen dat aankomende herfst en winter het aantal besmettingen dusdanig
hoog kunnen zijn, dat lokale overheden niet meer goed kunnen vergaderen en besluiten
kunnen nemen?
Antwoord 6
De beroeps- en belangenverenigingen benadrukken, met het oog op de huidige besmettingsontwikkelingen,
het belang van beschikbaarheid van een voorziening voor digitaal vergaderen als dit
najaar de besmettingscijfers weer zouden toenemen. Ik begrijp hun zorgen. Ingeval
van opleving van het COVID-19-virus waarbij de besmettingen dusdanig hoog zijn dat
dit beperkingen met zich meebrengt die invloed hebben op het houden van vergaderingen,
vind ik het belangrijk om de continuïteit van het bestuur en de rechtmatigheid en
democratische legitimiteit van besluitvorming te waarborgen. Ik zal in dat geval opnieuw
een spoedwet in procedure brengen die tijdelijk voorziet in de mogelijkheid om digitaal
besluiten te nemen door decentrale volksvertegenwoordigende organen.5
Vraag 7
Bent u bereid om opnieuw een tijdelijke wet in te dienen, zodat deze wet aanstaande
herfst/winter al van kracht kan zijn indien het nodig blijkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Mocht in het najaar de COVID-19-situatie nopen tot het bieden van de mogelijkheid
aan decentrale volksvertegenwoordigingen om digitaal te vergaderen, dan zal de Tijdelijke
wet opnieuw in procedure worden gebracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.