Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boucke, Boulakjar en Podt over het bericht ‘Vluchteling mag wel in herrie’
Vragen van de leden Boucke, Boulakjar en Podt (allen D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Vluchteling mag wél in vliegherrie» (ingezonden 14 juni 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 14 juli 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3359.
Vraag 1
Kunt u zich voorstellen dat het voor de betrokken gemeenten, provincie en studenten
in de regio Schiphol onnavolgbaar is dat er geen ruimte is voor studentenhuisvesting,
maar wel voor de (terechte) huisvesting van vluchtelingen?1
Antwoord 1
In het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) zijn geluidgevoelige gebouwen, zijnde
nieuwe woningen en andere gebouwen met een geluidgevoelige functie in dit gebied,
het zogenaamde LIB 4-gebied, in principe niet toegestaan vanwege negatieve gezondheidseffecten.
In het LIB 4 gebied heeft de gemeente een eigen afwegingsruimte, die beperkt is tot
25 woningen per bouwplan, binnen bestaand stedelijk gebied. Als het om meer woningen
gaat, dan kan in bijzondere omstandigheden desgevraagd besloten worden om een verklaring
van geen bezwaar (vvgb) af te geven. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
beoordeelt deze aanvragen in mandaat namens mij.
Onder geluidgevoelige gebouwen wordt niet verstaan short-stayfuncties, logiesfuncties
en de tijdelijke opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen, mits
de bestemming niet wijzigt in een permanente woonbestemming. Ten aanzien van de duur
van het tijdelijk verblijf wordt bij short-stayfuncties, logiesfuncties en de tijdelijke
opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen uitgegaan van een termijn
van maximaal 6 maanden, waardoor de negatieve gezondheidseffecten minimaal zullen
zijn. Is de beoogde duur van het tijdelijke verblijf langer dan 6 maanden dan kent
het LIB de mogelijkheid om in het geval van bijzondere omstandigheden tijdelijk af
te wijken van het LIB. Hiervoor dient een verklaring van geen bezwaar (vvgb) te worden
afgegeven door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
In het LIB wordt hiermee een helder onderscheid gemaakt tussen tijdelijk verblijf
en het toevoegen van nieuwe woningen, waarin permanent gewoond kan worden. In de plannen
voor studentenhuisvesting op Kronenburg betreft het geen short-stay. Het gaat in dit
geval om woningen met een permanente woonbestemming.
Vraag 2
Kunt u aangeven of vermoedens hebt dat de geluidsbeleving van vluchtelingen anders
is dan die van studenten?
Antwoord 2
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 gaat het om het verschil tussen het toestaan
van tijdelijk verblijf en een permanente woonbestemming. De verschillen in geluidbeleving
tussen vluchtelingen en studenten spelen hierbij geen rol.
Vraag 3
Zo nee, bent dan u bereid om, wanneer de huisvesting van vluchtelingen weer ordentelijk
verloopt en deze mensen een dak boven hun hoofd hebben, hier studentenhuisvesting
mogelijk te maken?
Antwoord 3
Kronenburg is gesitueerd direct onder de aanvliegroute van de Buitenveldertbaan. Het
toevoegen van grote aantallen woningen op deze locatie botst met het uitgangspunt
om ernstige hinder en ernstige slaapverstoring door vliegtuiglawaai te beperken. De
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 18 mei
20222 inzake studenthuisvesting in Kronenburg geoordeeld dat het toevoegen van een groot
aantal nieuwe woningen in dit gebied niet kan zonder een vvgb. Voor voornoemde huisvesting
is geen vvgb afgegeven. De gemeente heeft zonder een vvgb op deze locatie wél de mogelijkheid
om kleine aantallen woningen (tot maximaal 25 permanente woningen) toe te voegen teneinde
verpaupering tegen te gaan en de leefbaarheid te waarborgen.
Ik begrijp dat de gemeente graag een andere uitspraak had gehoord. Voor investeringen
die de gemeente in de leefbaarheid wenst te doen, kan woningbouw immers van belang
zijn en bovendien een kostendrager zijn. Momenteel vindt er ambtelijk overleg plaats
tussen de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties (BZK) waarin de mogelijkheden worden verkend voor Kronenburg
en andere locaties in de regio rond Schiphol, die kampen met vergelijkbare leefbaarheidsproblematiek.
Vraag 4
Welke maatregelen neemt u ter vermindering van de vermeende geluidsoverlast gedurende
de periode dat de vluchtelingen aanwezig zijn op Kronenburg?
Antwoord 4
In het LIB zijn regels opgenomen om de negatieve effecten op gezondheid en veiligheid
te beperken. Zie ook het antwoord op vraag 1. Het is vervolgens de verantwoordelijkheid
van gemeenten, veiligheidsregio’s en andere betrokken partijen om binnen de bestaande
regelgeving geschikte huisvesting voor vluchtelingen te organiseren.
Vraag 5
Hoelang verwacht u dat de huisvesting van vluchtelingen bij Kronenburg noodzakelijk
is?
Antwoord 5
De duur van opvang van vluchtelingen is ter beoordeling aan de gemeente. In algemene
zin is de duur van opvang afhankelijk van het verloop van de oorlog in Oekraïne en
de mogelijkheden voor de vluchtelingen om na beëindiging van de oorlog terug te keren
naar hun land. Uiteraard is de hoop van ons allen dat de situatie in Oekraïne het
snel toelaat dat vluchtelingen weer veilig kunnen terugkeren naar hun land. Het uitgangspunt
is dat het LIB ruimte biedt voor opvang van vluchtelingen voor de duur van maximaal
6 maanden. Bij een langer verblijf dient de gemeente een vvgb-aanvraag in te dienen
bij de ILT. Deze aanvraag is inmiddels door de ILT ontvangen. De ILT zal beoordelen
of een vvgb kan worden afgegeven.
Vraag 6
Hoe verhoudt zich dit tot de geldende regels in het Luchthavenindelingbesluit (LIB)?
Antwoord 6
Zie hiervoor het antwoord op vraag 1, waarin ik de regels die gelden in het beperkingengebied
(LIB 4) waarin Kronenburg is gesitueerd heb toegelicht.
Vraag 7
Gelden voor de tijdelijke huisvesting van vluchtelingen andere regels vanuit het LIB?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 1, waarin de regels die gelden in LIB 4-gebied zijn toegelicht.
Vraag 8
Bent u van mening dat als blijkt dat de duur van het verblijf van vluchtelingen in
Kronenburg die van de gemiddelde duur van studentenhuisvesting benadert, wat tot de
mogelijkheden behoort, dit aantoont dat de regels uit het LIB onnavolgbaar zijn?
Antwoord 8
In het LIB wordt een duidelijk verschil gemaakt tussen tijdelijke opvang en het toevoegen
van nieuwe, permanente woningen geredeneerd vanuit het beperken van de negatieve gezondheidseffecten.
In het geval dat het verblijf van vluchtelingen langer dan 6 maanden duurt, kent het
LIB de mogelijkheid om in het geval van bijzondere omstandigheden middels een vvgb,
tijdelijk af te wijken van het LIB. De onderbouwing van een eventuele afwijking van
het LIB dient navolgbaar te zijn.
Vraag 9
Kunt u aangeven of u verwacht dat de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT)
bezwaar zal maken tegen deze tijdelijke huisvesting?
Antwoord 9
De gemeente heeft inmiddels een vvgb-aanvraag bij de ILT ingediend voor urgente en
tijdelijke noodopvang van ruim 400 vluchtelingen die langer dan 6 maanden duurt. De
ILT heeft deze aanvraag in behandeling genomen. Ook is er een vooroverleg tussen de
gemeente en de ILT geweest.
Vraag 10
Is het noodzakelijk een verklaring van geen bezwaar (vvgb) af te geven?
Antwoord 10
Als de beoogde duur van de tijdelijke opvang van vluchtelingen langer dan 6 maanden
is, dient een verklaring van geen bezwaar (vvgb) te worden afgegeven door de Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT).
Vraag 11
Zo ja, hebt u dat gedaan of bent u voornemens dat te doen?
Antwoord 11
Zoals ik bij antwoord 9 heb aangegeven, heeft de gemeente een vvgb-aanvraag bij de
ILT ingediend voor urgente en tijdelijke noodopvang. De ILT heeft deze aanvraag in
behandeling genomen.
Vraag 12
Wanneer kunt u meer zeggen over de (resultaten van) maatwerkafspraken als onderdeel
van het ruimtelijk beleid rond Schiphol waarover u schreef in de antwoorden op de
schriftelijke vragen van de leden Boulakjar en Boucke van 5 april 2022 (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2327)?
Antwoord 12
De Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) zijn samen met de Bestuurlijke Regiegroep Schiphol (BRS) in overleg over aanpassing
van het LIB, waarbij ook gesproken wordt over maatwerkafspraken. De regio is gevraagd
om concrete knelpunten aan te leveren die kunnen bijdragen aan de invulling van de
maatwerkafspraken. Dit met als doel om gerichte oplossingen te kunnen vinden voor
vraagstukken die spelen op specifieke locaties. De concrete afwegingen worden in het
kader van de NOVEX-Schiphol gemaakt. De inzet is om eind dit jaar een besluit te nemen
over aanpassing van het LIB.
Vraag 13
Kunt u ingaan op de stappen die u of uw ministerie heeft ondernomen sinds voornoemde
antwoorden van 5 april 2022, zodat de door de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) geïdentificeerdequick wins voortvarend worden opgepakt?
Antwoord 13
De Ministeries van BZK en IenW hebben in de afgelopen periode samen met de regio uitwerking
gegeven aan onder andere de door de BRS geïdentificeerde quick wins. In de komende periode worden voorstellen tot aanpassing van het LIB omgezet in een
besluit waarbij de actualisatie van beperkingengebieden van het LIB nog nadere uitwerking
vraagt.
Vraag 14
Wanneer verwacht u de eerste resultaten te kunnen melden?
Antwoord 14
De inzet is om eind dit jaar tot een besluit te komen over aanpassing van het LIB
en uw Kamer daarna hierover nader te informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.