Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over woonwagenbewoners die op zwarte lijsten staan bij gemeenten
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over woonwagenbewoners die op zwarte lijsten staan bij gemeenten (ingezonden 15 juni 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 13 juli 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Woonwagenbewoners op zwarte lijst bij gemeenten: nationale
waakhond doet onderzoek»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat woonwagenbewoners bij veel gemeenten op een zwarte lijst staan en dat
het Ministerie van Justitie en Veiligheid deze lijsten heeft opgesteld? Zo ja, wat
wordt er in dit kader onder woonwagenbewoners verstaan en deelt u de mening dat dit
moet stoppen?
Antwoord 2
De checklist is niet door het Ministerie van Justitie en Veiligheid opgesteld. Het
modelinformatieprotocol, inclusief de checklist, is opgesteld door de landsadvocaat
in opdracht van het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) en besproken in een klankbordgroep
waarin gemeenten, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Autoriteit Persoonsgegevens
(AP) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid hebben deelgenomen. Het modelinformatieprotocol,
inclusief de checklist, is op 20 februari 2020 door de Minister van Justitie en Veiligheid
aan uw Kamer verzonden.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid houdt niet bij, en heeft ook geen weet van
anderen die bijhouden, welke gemeenten met deze checklist werken of hebben gewerkt.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft mij laten weten dat de checklist onderdeel
uitmaakt van het Model Privacy Protocol Binnengemeentelijke gegevensdeling bij de
aanpak van ondermijning (hierna: modelinformatieprotocol). Dit modelinformatieprotocol
is bedoeld als handleiding en maakt inzichtelijk op welke wijze op dit terrein binnen
een gemeente rechtmatig de informatiedeling kan worden ingericht. Aan de hand van
de checklist kunnen signalen (op grond van een aantal kenmerken en indicatoren) worden
beoordeeld. Het modelinformatieprotocol is opgesteld naar het voorbeeld van het privacy
protocol van de gemeente Rotterdam. De checklist is ook overgenomen uit het privacy
protocol van de gemeente Rotterdam. Ten tijde van het opstellen van het modelinformatieprotocol
golden woonwagencentra in Rotterdam als een handhavingsknelpunt.2 Dit betekende dat het in Rotterdam van belang was om alert te zijn ten aanzien van
signalen die hierop betrekking hadden. Doordat de checklist van Rotterdam is overgenomen,
zijn bewoners van woonwagencentra, naast eigenaren en huurders, ook opgenomen in de
checklist van het modelinformatieprotocol. Overigens met de uitdrukkelijke kanttekening
dat de checklist «vanzelfsprekend» kan worden aangepast al naar gelang de eigen gemeentelijke
praktijk en ervaringen. Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van gemeenten
– om desgewenst met behulp van het modelinformatieprotocol en de checklist – binnen
de bestaande wettelijke kaders gegevens uit te wisselen.
Dat woonwagenbewoners als specifieke groep worden genoemd op de checklist is onjuist.
De Minister van Justitie en Veiligheid zal verzoeken de checklist op dit punt aan
te laten passen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zijn van een woonwagenbewoner een fundamentele uiting is
van iemands identiteit en dat daarmee het bijhouden van lijsten van woonwagenbewoners
waarin zij in verband worden gebracht met veiligheidsdreigingen een vorm is van etnisch
profileren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Bij brief van 14 december 20213 bent u geïnformeerd over het mensenrechtelijk toetsingskader dat het College voor
de Rechten van de Mens (het College) heeft opgesteld. Daarin staan de juridische maatstaven
om te bepalen wanneer risicoprofielen leiden tot (directe of indirecte) discriminatie
op grond van de ras (waaronder etniciteit valt) of nationaliteit.
Het College hanteert volgens dit toetsingskader een ruime definitie van het begrip
«ras». Zo vallen woonwagenbewoners die zich «van generatie op generatie als zodanig
manifesteren en die zich beschouwen als een bevolkingsgroep met een van andere bevolkingsgroepen
te onderscheiden cultuur» volgens het College ook onder het begrip «ras».
Uit het toetsingskader komt duidelijk naar voren dat etniciteit nooit als enige of
doorslaggevende criterium gebruikt mag worden en dat een onderscheid dat mede gebaseerd
is op etniciteit slechts in uitzonderlijke situaties objectief gerechtvaardigd kan
zijn. Daar moeten volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zeer zwaarwegende
redenen voor zijn. Onomstotelijk moet worden aangetoond dat het onderscheid niet alleen
geschikt is om een legitiem doel te bereiken, maar tevens noodzakelijk is.
Daar waar risicoprofielen in de praktijk noodzakelijk worden geacht zullen overheidsorganisaties
moeten toetsen of in dat specifieke geval wordt voldaan aan de juridische maatstaven
zoals weergegeven in dit toetsingskader. De mogelijke gevolgen voor burgers van risicoprofilering
zijn groot en discriminatie is verboden. Dat woonwagenbewoners als specifieke groep
worden genoemd op de checklist is onjuist. De Minister van Justitie en Veiligheid
zal verzoeken de checklist op dit punt aan te laten passen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het stigmatiserend en discriminerend is dat woonwagenbewoners
bij veel gemeenten op een zwarte lijst staan? Zo ja, kunt u uw antwoord nader toelichten
en daarin meenemen hoe u hiertegen zult optreden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Dat woonwagenbewoners, maar ook huurders en eigenaren van woonwagens, als groep worden
genoemd op de checklist ten behoeve van signaalanalyse is verkeerd en draagt bij aan
stigmatisering.
Daar waar risicoprofielen in de praktijk noodzakelijk worden geacht zullen overheidsorganisaties
moeten toetsen of in dat specifieke geval wordt voldaan aan de juridische maatstaven
zoals weergegeven in het toetsingskader van het College. De mogelijke gevolgen voor
burgers van risicoprofilering zijn groot en daarom kunnen afkomstgerelateerde criteria
niet of alleen in uitzonderlijke gevallen en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid
worden toegepast.
De Minister van Justitie en Veiligheid zal het SBO (als opdrachtgever van het modelprotocol)
verzoeken de checklist aan te laten passen, waarbij getoetst zal worden aan het mensenrechtelijke
toetsingskader van het College.
Vraag 5
Worden er nog meer lijsten gebruikt in Nederland die discriminerend en/of stigmatiserend
zijn voor woonwagenbewoners?
Antwoord 5
Een uitputtend overzicht waar risicoprofilering wordt gebruikt binnen de overheid
is er op dit moment niet. De Staatssecretaris van BZK coördineert nu de uitvoering
van het onderzoek naar discriminerende risicomodellen op basis van moties Marijnissen
c.s. en Klaver c.s.4 (hierna Motie#21). Onderdeel van dit onderzoek is het stopzetten van het gebruik
ervan en het opruimen van vervuilde data binnen de overheid. De Tweede Kamer is hierover
geïnformeerd door middel van de tweede voortgangsrapportage. Op 25 mei is over dit
onderwerp een technische briefing geweest. In oktober van dit jaar volgt de volgende
voortgangsrapportage over de uitvoering van deze motie.
Vraag 6
Kunt u uitsluiten dat woonwagenbewoners vanwege deze lijst onterecht of onevenredig
hard in verband zijn gebracht met zware criminaliteit ten opzichte van andere inwoners
en dat ze hierdoor ook benadeeld zijn geweest?
Antwoord 6
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid houdt niet bij, en heeft ook geen weet van
anderen die bijhouden, welke gemeenten met deze checklist werken of hebben gewerkt.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn geen signalen bekend dat het gebruik
van de checklist heeft geleid tot een werkwijze van gemeenten waarbij individuele
burgers zijn opgenomen in een registratie. Noch dat het modelinformatieprotocol in
bredere zin daaraan heeft bijgedragen of dat hiervan voorheen sprake was.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de uitspraak van de woordvoerder van het Centrum voor Criminaliteitspreventie
en Veiligheid (CCV) Michel de Vroege «op woonwagenkampen spelen veel zaken die het
daglicht niet kunnen verdragen» stigmatiserend is? Zo ja, bent u bereid om ervoor
te zorgen dat hij deze woorden inslikt en excuses maakt? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 7
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie (CCV) is geen onderdeel van het Ministerie
van Justitie en Veiligheid. Het is een onafhankelijke stichting die ten doel heeft
veiligheidsproblemen in kaart te brengen en op te lossen. Verantwoordelijkheid voor
eventuele uitspraken ligt bij het CCV.
Het Ministerie van JenV heeft mij laten weten te erkennen dat het benoemen als groep
van woonwagenbewoners, maar ook huurders en eigenaren van woonwagens, op de checklist
ten behoeve van signaalanalyse verkeerd is en draagt bij aan stigmatisering. Zoals
aangegeven is de Minister van Justitie en Veiligheid voornemens de checklist aan te
laten passen waarbij getoetst zal worden aan het mensenrechtelijke toetsingskader
van het College.
Vraag 8
Is het u bekend dat woonwagenbewoners zich in meer gevallen onrechtvaardig behandeld
voelen door de overheid, bijvoorbeeld in het geval van Bibob-beleid van gemeenten,
doorzoekingen of beleid dat zonder medeweten van betrokkenen wordt opgesteld? Zo ja,
wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 8
Het is mij bekend dat woonwagenbewoners zich in meer gevallen onrechtvaardig behandeld
voelen. Het mensenrechtelijke toetsingskader van het College waarover uw Kamer is
geïnformeerd bij brief van 14 december 20215 biedt hier een belangrijk instrument waaraan overheidsorganisaties zorgvuldig moeten
toetsen. Met de toepassing van dit instrument voorkomt de overheid discriminatoir
handelen.
In het coalitieakkoord is opgenomen dat voor institutioneel racisme geen plek is in
onze samenleving en dat overheidsorganisaties hierbij het goede voorbeeld moeten geven.
Discriminatie kan en mag niet. Het non-discriminatiebeginsel uit het eerste artikel
van onze Grondwet is daar heel helder over. De overheid heeft daarbij een belangrijke
voorbeeldrol. Een eerlijke en onbevooroordeelde behandeling staat aan de basis van
het vertrouwen in de overheid.
Het kabinet heeft hiervoor reeds maatregelen getroffen. Zo is bijvoorbeeld de ondersteunende
capaciteit van het College versterkt om trainingen te bieden aan medewerkers van uitvoeringsinstanties
om hun eigen vooroordelen te herkennen, wordt momenteel uitvoering gegeven aan het
onderzoek naar discriminerende risicomodellen op basis van Motie#21 en is het kabinet
bezig de positie van de antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) te versterken. Rond
de zomer wordt het Nationaal Programma van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie
en Racisme (NCDR) verwacht. Daarin is een integraal beeld van alle beleidsplannen
en nieuwe voornemens opgenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.