Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bontenbal en Erkens over groen gas uit niet biogene stromen
Vragen van de leden Bontenbal (CDA) en Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over groen gas uit niet biogene stromen (ingezonden 28 juni 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 12 juli 2022).
Vraag 1
Klopt het dat de huidige regelgeving en de definitie van duurzaam gas zich richt op
groen gas uit biogene stromen, dat binnen de SDE+ tot 5% niet-biogene materiaal in
de grondstof voor de productie van groen gas mag zitten en binnen SDE++ slechts 2,5%,
en dat producenten indien zij meer dan deze percentages aan niet-biogene feedstock
verwerken de volledige SDE-beschikking verliezen?
Antwoord 1
Ja, dit klopt. In de SDE++ is dit percentage gelijk getrokken aan de eis binnen de
regeling garanties van oorsprong.
Vraag 2
Bent u zich ervan bewust dat het met de opkomst van vergassingstechnieken mogelijk
wordt om meer diversiteit aan te brengen in de productie van hernieuwbaar gas, doordat
vergassingsinstallaties zowel op basis van biogene stromen, niet biogene stromen en
een mix van beide kunnen produceren?
Antwoord 2
Ik ben me er van bewust dat het met vergassing mogelijk is een brede basis aan grondstoffen,
zowel biogene- als niet-biogene stromen, om te zetten in gas. Alleen als dit gas opgewekt
is uit hernieuwbare bronnen is er ook sprake van hernieuwbaar gas.
Vraag 3
Onderkent u het belang om deze vergassingstechnieken en daarmee ook de niet biogene
stromen te kunnen benutten om de huidige groen gas doelstelling van 2 BCM te verhogen
en te kunnen realiseren?
Antwoord 3
Ik onderken dit belang. Binnen het Programma Groen Gas ga ik deze potentie verder
onderzoeken, zoals aangekondigd in de kamerbrief over de bijmengverplichting groen
gas (Kamerstuk 32 813, nr. 1063).
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet, u gezien de ontwikkeling van deze vergassingstechnieken
en de potentie om deze breder uit te rollen, om binnen de bestaande SDE-regeling flexibiliteit
te creëren met betrekking tot de inzet van niet-biogene grondstoffen, bijvoorbeeld
door alleen het biogene deel in aanmerking te laten komen voor SDE-subsidie terwijl
het circulaire gas wat uit niet-biogene feedstock komt niet in aanmerking komt voor
subsidie?
Antwoord 4
Ik sta positief tegenover het mogelijk maken van de vergassing van deels niet-biogeen
afval voor de productie van waterstof of groen gas. Ik heb PBL gevraagd om hier voor
de SDE++ ronde 2023 advies over uit te brengen. Mede op basis van dit advies zal ik
overwegen of ik deze categorie in 2023 open kan stellen. Tevens heb ik bij deze keuze
aandacht voor de uitvoerbaarheid van deze aanpassing, onder andere wat betreft de
herkomst en samenstelling van het afval en de controle hierop.
Voor het achteraf aanpassen van deze eis voor bestaande beschikkingen zie ik geen
mogelijkheden. Vanwege een eerlijke concurrentie op het moment van aanvragen ben ik
in de SDE++ zeer terughoudend met het achteraf aanpassen van subsidievoorwaarden.
Daarnaast is de controle op de hoeveelheid geproduceerde hernieuwbare energie moeilijk
en mogelijk is de hoogte van de subsidie voor het biogene deel niet meer passend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.