Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Klink en Kamminga over het bericht dat de Britten een wetsvoorstel hebben ingediend om Brexit-afspraken Noord-Ierland eenzijdig te wijzigen
Vragen van de leden Klink en Kamminga (beiden VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat de Britten een wetsvoorstel hebben ingediend om Brexit-afspraken Noord-Ierland eenzijdig te wijzigen (ingezonden 15 juni 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 7 juli 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving «Brits wetsvoorstel ingediend om Brexit-afspraken
Noord-Ierland eenzijdig te wijzigen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Was u al eerder op de hoogte over de voornemens van de Britten om een wetsvoorstel
in te dienen dat de mogelijkheid geeft Brexit-afspraken tussen de Europese Unie en
Noord-Ierland eenzijdig te wijzigen? Zo ja, welke acties heeft u ondernomen en wat
is de inzet van de Europese Unie?
Vorige maand werd al duidelijk dat de Britten de grenscontroles wilde afschaffen op
goederen die naar Noord-Ierland worden verscheept, heeft u of de Europese Unie tussentijd
actie ondernomen op deze berichtgeving? Zo ja, welke acties heeft u ondernomen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Ja, ik was van dit voornemen op de hoogte en ik heb ook actie ondernomen, net als
de Europese Commissie. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld2 komt het VK de afspraken in het Protocol Ierland/Noord-Ierland (hierna: Protocol)
niet in zijn totaliteit na. Sinds het aflopen van de overgangsperiode per 1 januari
2021 spreken het VK en de Commissie over volledige implementatie van de afspraken
in het Protocol, met als doel om praktische oplossingen te vinden voor problemen die
bij de implementatie zijn geconstateerd. Helaas hebben deze gesprekken tot dusver
niet tot een oplossing geleid. In deze gesprekken werd begin dit jaar duidelijk dat
de Britse regering overwoog om unilateraal maatregelen te nemen die de werking van
het Protocol zouden kunnen ondermijnen. Aangezien de Commissie deze gesprekken in
nauwe samenspraak met de Raad voert, hebben deze signalen mij ook bereikt. Soortgelijke
signalen werden bevestigd in gesprekken met het VK, waaronder in mijn gesprekken met
de Britse Minister van Buitenlandse Zaken Truss. De mogelijke unilaterale maatregelen
van de Britse regering werden concreet via achtereenvolgens de Queen’s Speech (Britse equivalent van de troonrede) op 10 mei jl., de verklaring van de Britse Minister
van Buitenlandse Zaken Truss in het Britse parlement met de intentie om met een wetsvoorstel
te komen dat wijzigingen kan aanbrengen aan de toepassing van het Protocol op 17 mei
jl., en de publicatie en start van de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel
op 13 juni jl. De inzet van de Britse regering om het Protocol aan te passen is overigens
niet nieuw. In een eerder gepresenteerd beleidsdocument van juli 20213 gaf het VK haar toekomstvisie op het Protocol, waaruit al bleek dat de Britse regering
onder meer inzet op het wegnemen van de grenscontroles op de goederenstroom tussen
Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Het kabinet heeft de afgelopen periode in de EU en in de contacten met het VK zijn
zorgen uitgesproken over iedere vorm van unilaterale actie en de noodzaak om te komen
tot een gezamenlijke oplossing duidelijk kenbaar gemaakt. Het kabinet heeft daarbij
benadrukt dat het cruciaal is dat het VK zich houdt aan de internationaalrechtelijke
verplichtingen die het zelf is aangegaan. Ook heeft het kabinet steun uitgesproken
aan de Commissie. Het is van belang dat het VK zo snel mogelijk de gesprekken met
de Commissie hierover hervat, temeer omdat de Commissie richting het VK heeft aangegeven
dat de mogelijkheden om oplossingen binnen de kaders van het Protocol te vinden nog
niet zijn uitgeput. Dit komt overeen met de inzet van de Commissie die gecommitteerd
blijft om gezamenlijk aan oplossingen te werken voor de praktische problemen die Noord-Ierse
belanghebbenden ervaren. Ik heb er zodoende tevens bij de Britse Minister van Buitenlandse
zaken Truss op aangedrongen de gesprekken met de Commissie, die sinds februari jl.
stilliggen, zo spoedig mogelijk te hervatten. Deze boodschap is op alle niveaus en
in samenspraak met internationale partners kracht bijgezet.
Vraag 4
Wat kunnen de gevolgen, met name op het gebied van handel(sbetrekkingen), voor de
Europese Unie en voor Nederland zijn als dit Britse wetsvoorstel aangenomen zou worden?
Antwoord 4
De Britse regering heeft de «Northern Ireland Protocol Bill»4 op 13 juni jl. ingediend bij het Britse Lagerhuis. Het wetsvoorstel is in strijd
met een groot aantal onderdelen van het Protocol, waaronder afspraken over naleving
van douaneformaliteiten, controles op de goederenstroom tussen Groot-Brittannië en
Noord-Ierland, staatssteunregels en de rol van het Europese Hof van Justitie. Het
wetsvoorstel zal – indien aangenomen in deze vorm – een aanzienlijk deel van het Protocol
buiten toepassing stellen. De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel zal naar
verwachting een aantal maanden in beslag nemen. Het is op voorhand niet te zeggen
of het wetsvoorstel daadwerkelijk wordt omgezet in wetgeving en hoe de finale versie
van de wet eruit komt te zien. De exacte implicaties van uiteindelijke wetgeving,
onder andere op het gebied van handel, zijn dus momenteel niet in te schatten.
Wel staat vast dat de intentie van de Britse regering om eenzijdig de eigen internationaalrechtelijke
verplichtingen niet na te komen tot juridische onzekerheid en onvoorspelbaarheid leiden.
Dit is zorgelijk, temeer omdat Noord-Ierse belanghebbenden bij het Protocol juist
gebaat zijn bij juridische zekerheid en voorspelbaarheid. Het is daarom van groot
belang dat het VK zo snel mogelijk de gesprekken met de Europese Commissie hervat
om zo tot een gezamenlijke oplossing binnen de kaders van het Protocol te komen. Het
kabinet vindt, zoals de Commissie ook aangeeft, dat de EU zich dient te beraden op
nadere stappen richting het VK, indien een gezamenlijke oplossing uitblijft. De EU
heeft zich het recht voorbehouden alle beschikbare instrumenten in te zetten om de
integriteit van de interne markt van de EU te beschermen en om de naleving van het
Terugtrekkingsakkoord door het VK te bewerkstelligen. De Commissie bereidt zich in
nauwe samenspraak met de Raad voor op elk mogelijk scenario.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen voor Ierland als dit Britse wetvoorstel wordt aangenomen?
Antwoord 5
Het Protocol is na jaren van intensieve onderhandelingen overeengekomen als oplossing
om drie doelen te verenigen: 1) de bescherming van het Goede Vrijdag (Belfast-) akkoord,
2) het voorkomen van een harde grens op het Ierse eiland, en 3) het beschermen van
de integriteit van de interne markt van de EU. Het wetsvoorstel van de Britse regering
– indien aangenomen in de huidige vorm – druist in tegen de internationaalrechtelijke
verplichtingen van het VK en verstoort de balans tussen voornoemde doelen. Dit is
niet alleen voor Ierland, als medewaarborger van het Goede Vrijdagakkoord en direct
buurland van het VK, maar voor alle lidstaten een groot punt van zorg. De EU zal zich
maximaal inspannen om samen met het VK aan oplossingen te werken die de balans tussen
de doelen van het Protocol weet te bewaren. Alle lidstaten, inclusief Nederland, steunen
de Europe Commissie in haar aanpak en tonen zich solidair met Ierland.
Vraag 6 en 7
Wat zijn de mogelijkheden voor de Europese Unie om deze inbreuk op de Europese interne
markt te voorkomen? Wat kan Nederland doen om de Europese Unie hierin te ondersteunen?
Welke mogelijke maatregelen kan de Europese Unie nemen als het Verenigd Koninkrijk
de handelsafspraken eenzijdig opzegt? Wat kan Nederland doen om de Europese Unie hierin
te ondersteunen?
Antwoord 6 en 7
Zoals aangegeven in de beantwoording van vragen 2 en 3 steunt het kabinet de inzet
van de Europese Commissie om de gesprekken met het VK te hervatten om zo een gezamenlijke
oplossing te vinden binnen de kaders van het Protocol. Het kabinet vindt het een constructieve
stap dat de Commissie de op 13 oktober jl. gepubliceerde non-papers op het gebied
van Sanitaire en Fytosanitaire (SPS) goederen en douane in meer detail heeft uitgewerkt5 om richting het VK en Noord-Ierse belanghebbenden te benadrukken dat de mogelijkheden
om oplossingen binnen de kaders van het Protocol te vinden nog niet zijn uitgeput
en snel gerealiseerd kunnen worden. Het hervatten van de gesprekken ziet het kabinet
als meest kansrijke weg om met het VK te komen tot volledige implementatie van het
Protocol, waarmee de integriteit van de interne markt van de EU gewaarborgd is. Dit
vereist politieke wil en maximale inzet van beide zijden. Het is in dat licht zorgwekkend
dat het VK op het moment van schrijven niet bereid is om gesprekken met de Commissie
over mogelijke oplossingen te hervatten.
In reactie op de start van de parlementaire behandeling van de «Northern Ireland Protocol Bill» heeft de Commissie aangekondigd om een volgende stap te zetten in de in maart 2021
gestarte inbreukprocedure vanwege het niet-nakomen van het Protocol op het gebied
van vrij verkeer van goederen en reizen met gezelschapsdieren. Het gaat om het uitvaardigen
van een zogenaamd met redenen omkleed advies (reasoned opinion), een formeel verzoek van de Commissie om voornoemde schendingen van het Protocol
op te lossen. Indien het VK hier niet binnen twee maanden op reageert, kan de Commissie
besluiten een zaak voor het Europees Hof van Justitie te brengen. Daarnaast heeft
de Commissie op dezelfde dag twee nieuwe inbreukprocedures gestart, vanwege schendingen
van het Protocol met betrekking tot het aanleveren van handelsdata en het bouwen en
bemensen van de faciliteiten voor controles op SPS-goederen en de uitvoering van deze
controles.
Het nemen van deze juridische stappen doet recht aan de gebrekkige implementatie van
het Protocol door het VK in combinatie met de weigering van het VK om de gesprekken
met de Commissie over de implementatie van het Protocol te hervatten. Het kabinet
vindt, zoals de Commissie ook aangeeft, dat de EU zich dient te beraden op nadere
stappen richting het VK, indien een gezamenlijke oplossing uitblijft. Hierbij kan
worden gedacht aan het starten van nieuwe inbreukprocedures, het initiëren van een
arbitrageprocedure onder het Terugtrekkingsakkoord, het beperken van beleidsmatige
samenwerking met het VK of andere stappen die op basis van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst
en het Terugtrekkingsakkoord mogelijk, proportioneel en effectief worden geacht. De
ratificatie en implementatie van het Terugtrekkingsakkoord was immers een noodzakelijke
voorwaarde voor het aangaan van een toekomstige relatie met het VK. De EU behoudt
zich het recht voor alle beschikbare instrumenten in te zetten om de integriteit van
de interne markt van de EU te beschermen en om de naleving van het Terugtrekkingsakkoord
te bewerkstelligen.
Ik wens hierbij te benadrukken dat een gezamenlijke oplossing de voorkeur geniet.
Het kabinet steunt het hierboven uiteengezette tweesporenbeleid – dialoog en druk –
van de Commissie op alle niveaus, in nauwe samenspraak met internationale partners.
Het kabinet hanteert daarbij de leidende principes van EU-eenheid, solidariteit, respect
voor internationaal recht, zoals het nakomen van afspraken die onderdeel zijn van
het Terugtrekkingsakkoord en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst, en bescherming
van de integriteit van de interne markt van de EU, bij de inzet op een positief en
stabiel partnerschap met het VK.
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor de Brits-Nederlandse relatie door dit voorgestelde wetsvoorstel?
Bespreekt u deze ontwikkelingen met uw Britse ambtgenoot? Wat zijn de uitkomsten van
de bilaterale contacten tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk over deze ontwikkelingen?
Antwoord 8
Het VK blijft ook na uittreding uit de Europese Unie een belangrijke partner en bondgenoot
waarmee op pragmatische wijze wordt samengewerkt, onder andere op het gebied van handel,
klimaat, en vrede en veiligheid. Het is van belang dat deze samenwerking past binnen
de kaders van het Terugtrekkingsakkoord en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst
als fundament van de bilaterale relatie met het VK na de Brexit. Voor het kabinet
blijft het in letter en geest nakomen van beide akkoorden van groot belang. Het wetsvoorstel
van de Britse regering waarmee grote delen van het Protocol eenzijdig buiten toepassing
kunnen worden gesteld, ondermijnt het wederzijds vertrouwen dat noodzakelijk is om
uitdagingen op het wereldtoneel gezamenlijk aan te gaan. Nederland zet het EU-geluid
dan ook in alle bilaterale contacten kracht bij door het VK op te roepen zich te houden
aan de internationaalrechtelijke verplichtingen die het zelf is aangegaan. Dit doe
ik bijvoorbeeld ook in de bilaterale gesprekken die ik voer met de Britse Minister
van Buitenlandse Zaken Truss. Een verbetering van de relatie tussen EU en VK, inclusief
een oplossing ten aanzien van de problemen met het Protocol, zal meer ruimte bieden
om het volledig potentieel van de bilaterale relatie te benutten. Dit vereist politieke
wil en maximale inspanning van alle partijen.
Vraag 9
Klopt het dat de Britten met dit besluit ook af willen van de jurisdictie van het
Europees Hof van Justitie en de betekenis hiervan?
Antwoord 9
De Britse regering stelt met dit wetsvoorstel een groot aantal aanpassingen aan de
toepassing van het Protocol in het VK voor, waaronder het beperken van de rol van
het Europees Hof van Justitie (hierna: EU HvJ) bij de implementatie van het Protocol.
Bepalingen van het Protocol die rechtsmacht geven aan het EU HvJ in relatie tot het
Protocol zouden voor het VK niet meer van toepassing zijn. Het gevolg zou onder andere
zijn dat een rechtbank of tribunaal in het VK geen zaak meer aanhangig kan maken bij
het EU HvJ en niet gebonden zou zijn aan uitspraken van het EU HvJ die gedaan zijn
op, of na, de dag waarop de wet in werking zou treden.
Het eenzijdig wegnemen van de mogelijkheid van het EU HvJ om uitspraak te doen over
de interpretatie van deze EU-regelgeving, waaronder EU-regelgeving met betrekking
tot de interne markt, zorgt voor juridische onzekerheid en is in strijd met de afspraken
in het Protocol. Het voornemen van de Britse regering om de rol van het EU HvJ in
te perken zou aanpassing van de juridische kaders van het Protocol vergen. De Europese
Commissie sluit heronderhandeling van het Protocol uit, nadrukkelijk ook met betrekking
tot de rol van het EU HvJ, aangezien Noord-Ierland via het Protocol gebonden is aan
specifieke onderdelen van EU-interne markt regelgeving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.