Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het verslag EU-Transportraad d.d. 2 juni 2022 (Kamerstuk 21501-33-937)
2022D29692 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat over het verslag van de EU-Transportraad d.d. 2 juni
2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 937).
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
D66-fractie
3
BBB-fractie
3
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van
de EU-Transportraad d.d. 2 juni 2022. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de Transportraad
van 2 juni 2022. Zij hebben daarbij enkele vragen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het verslag van de EU-Transportraad,
gedateerd op 2 juni 2022. Daarbij heeft dit lid wat vragen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat een aantal lidstaten, waaronder Nederland, een
duidelijk signaal gaven dat ze graag een hogere ambitie voor elektrificatie van wegvervoer
hadden gezien dan is opgenomen. Deze leden willen weten welke lidstaten dit allemaal
zijn. Ook willen deze leden weten welke lidstaten het compromis nu al te ambitieus
vinden. Deze leden willen ook weten hoe de Staatssecretaris een hogere ambitie voor
wegvervoer rijmt met de situatie in Brabant en Limburg, waar een stop is op het plaatsen
van laadpunten voor bedrijven.
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland heeft gepleit voor het instellen van
de mogelijkheid tot het invoeren van een hogere bijmengverplichting op nationaal niveau.
Deze leden willen weten welke lidstaten hier ook voor hebben gepleit en welke lidstaten
hiertegen hebben gepleit. Ook willen deze leden weten wat het standpunt van de Europese
Commissie is. Deze leden willen ook weten hoe de Staatssecretaris in deze situatie
de Nederlandse vervoerssector financieel wil compenseren.
De leden van de VVD-fractie hebben er in het commissiedebat Transportraad op gewezen
dat de EU vanaf 2035 nieuwe elektrische auto's wil verplichten en nieuwe auto's met
verbrandingsmotoren die op bio en synthetische brandstoffen rijden wil verbieden.
Deze leden hebben de Staatssecretaris gevraagd in hoeverre er wel genoeg nieuwe elektrische
auto's in 2035 zijn en in hoeverre nieuwe elektrische auto's net zo betaalbaar zijn
als nieuwe auto's die verbrandingsmotoren hebben. Deze leden willen weten of de Staatssecretaris
dit heeft opgebracht in de Transportraad en hoe de lidstaten en de Europese Commissie
hierop hebben gereageerd.
De leden van de VVD-fractie hebben de Staatssecretaris er in het commissiedebat Transportraad
op gewezen dat de EU bijmengverplichtingen wil opleggen aan de Europese vervoerssector.
Deze leden hebben de Staatssecretaris gevraagd om zich in de Transportraad te verzetten
tegen oneerlijke concurrentie van lucht- en zeehavens aan de randen van de EU. Deze
leden willen weten of de Staatssecretaris dit heeft gedaan en hoe de lidstaten en
de Europese Commissie hierop hebben gereageerd.
De leden van de VVD-fractie hebben de Staatssecretaris er in het commissiedebat Transportraad
op gewezen dat de Nederlandse scheepsbouwsector Russische schepen in onderhoud of
nieuwbouw nu heeft stilliggen en dat hierdoor grote financiële verliezen ontstaan.
Deze leden hebben de Staatssecretaris gevraagd om zich in de Transportraad in te zetten
voor de Nederlandse scheepsbouwsector. Deze leden willen weten of de Staatssecretaris
dit heeft gedaan en hoe de lidstaten en de Europese Commissie hierop hebben gereageerd.
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat de Staatssecretaris zich wel wil inzetten
om de Lelylijn in de TEN-T onder te brengen, maar zij hebben nog niet gelezen of ze
dat ook wil doen voor de lijn Zwolle-Twente-Münster. De Staatssecretaris heeft in
het commissiedebat Transportraad erop gewezen dat de opstelling van Duitsland ook
belangrijk is en dat ze voor de zomer haar Duitse collega hierover wil spreken. Deze
leden willen weten wat er uit dit gesprek is gekomen en of de Staatssecretaris zich
alsnog wil inzetten om de lijn Zwolle-Twente-Münster in de TEN-T onder te brengen.
D66-fractie
De leden van de D66 fractie lezen dat in de Raadspositie ten aanzien van het ReFuel
Aviation het nu wel mogelijk is een hogere nationale bijmengverplichting mogelijk
te maken. Deze leden vragen de Minister dit nader toe te lichten. Hoe hoog mag de
nationale bijmengverplichting zijn? Is Nederland nog altijd voornemens 14% duurzame
biobrandstoffen bij te mengen? Welk ingroeiend pad hoort bij deze mogelijkheid? Daarnaast
vragen deze leden de Minister toe te lichten hoe de definitie van duurzame brandstoffen
is uitgebreid en vragen ze hem het verschil tussen het oorspronkelijke voorstel en
de Raadspositie te duiden ten aanzien van dit punt. Welke grondstoffen komen nu in
aanmerking of vallen af? Hoe verhoudt de positie van het Europees Parlement zich tot
deze de mogelijkheid van een nationale bijmengverplichting en het uitbreiden van de
grondstoffen ten aanzien van duurzame brandstoffen?
De leden van de D66-fractie vragen ten aanzien van het voorstel van de herziening
richtlijn intelligente Transportsystemen (ITS) of de Minister meer specifiek kan toelichten
welke kansen hij ziet in de toepassing van deze richtlijn. Acht de Minister dat nu
voldoende data beschikbaar zijn of worden gemaakt voor een effectieve toepassing van
de richtlijn, al dan niet door de Europese lidstaten? Welke investeringen zijn verbonden
aan de uitvoering van het voorstel en hoe worden deze gefinancierd?
De leden van de D66-fractie lezen met instemming over de Europese ambities ten aanzien
van de fiets en de ondertekende fietsverklaring. Zij vragen de Minister toe te lichten
welke concrete acties en ambities deze bevatten en wat de geschatte omvang is van
de door de lidstaten aan de Europese Commissie gevraagde financiering van deze ambities.
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat de Herziening Richtlijn Alternatieve Brandstoffen
(AFIR) op het realiseren van een toegankelijke laad- en tankinfrastructuur voor alternatieve
brandstoffen voor zowel het wegvervoer als voor de lucht- en scheepvaartsector ziet.
Nederland heeft in het kader van de AFIR aangegeven dat het graag een hogere ambitie
had gezien voor het wegvervoer. Tegelijkertijd is te zien dat in bepaalde provincies,
waaronder specifiek Limburg, het elektriciteitsnetwerk overbelast raakt door onder
andere de snelle opkomst van laadpalen. Kan ons elektriciteitsnetwerk de aangegeven
hogere ambitie voor wegvervoer wel aan? Wordt dit punt meegenomen in de onderhandelingen
met het Europees Parlement?
Daarnaast ziet het lid van de BBB-fractie dat Nederland heeft benadrukt dat gedeelde
betalingssystemen cruciaal zijn voor de uitrol van alternatieve tank- en laadinfrastructuur.
Kan de Minister aangeven over welke betalingssystemen het gaat en waarom het van belang
wordt geacht dat deze systemen gedeeld worden?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat Nederland in relatie tot de Herziening Richtlijn
Intelligente Transportsystemen (ITS) de huidige compromistekst als een geschikte manier
ziet om de kansen die digitale technologie biedt te verzilveren omtrent duurzame mobiliteit,
verkeersveiligheid en doorstroming. Kan de Minister aangeven welke kansen digitale
technologie precies biedt in relatie tot duurzame mobiliteit, verkeersveiligheid en
doorstroming?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat er ook is gesproken over de solidariteitscorridors
in Oekraïne, en hoe deze gebruikt kunnen worden om de export van landbouwproducten
vlot te trekken. Dit lid is positief over deze corridors, maar vraagt zich wel af
hoe dit in de praktijk tot uitvoering zal worden gebracht, ook vanwege het gebrek
aan vervoerscapaciteit en het tekort aan chauffeurs. Kan de Minister verduidelijking
geven over hoe Nederland een rol kan spelen in de totstandkoming en het levensvatbaar
houden van deze corridors?
In het kader van TEN-T heeft het lid van de BBB-fractie nog enkele vragen. De weerbaarheid
van de infrastructuur zou versterkt moeten worden waarbij er rekening gehouden dient
te worden met klimaatverandering. Kan de Minister aangeven in welke mate dit aanpassingen
vereist van onze eigen infrastructuur en of hier al rekening mee gehouden wordt?
Het lid van de BBB-fractie merkt op dat Nederland ook heeft gepleit voor een modal
shift naar vervoer per trein en schip en het stimuleren van actieve mobiliteit tussen
stedelijke knooppunten. Hoe gaan de perifere gebieden van Nederland hier profijt van
hebben? Worden deze ook betrokken in de actieve mobiliteit?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.