Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over compensatie voor stijgende energieprijzen voor de consumenten van LPG
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Financiën over de compensatie stijgende energieprijzen voor de consumenten van LPG (ingezonden 24 juni 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 5 juli 2022).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom een tijdelijke BTW-verlaging op LPG (propaan), zoals aangegeven
in het amendement van het lid Van Haga over het lage BTW-tarief voor propaan (36 088, nr. 21, t.v.v. nr. 20), volgens de Europese Btw-richtlijn niet mogelijk is?
Antwoord 1
De Btw-richtlijn hanteert als uitgangspunt dat voor alle goederen en diensten het
algemene btw-tarief geldt. Toepassing van een verlaagd tarief is enkel toegestaan
voor de goederen en diensten die staan opgesomd in Bijlage III bij de Btw-richtlijn.
Tot 1 januari 2030 staat aardgas in die bijlage vermeld en mag Nederland hierop dus
een verlaagd tarief toepassen. Propaan, een LPG, is geen aardgas en propaan/LPG wordt
ook niet elders in Bijlage III genoemd. De Btw-richtlijn staat derhalve niet toe dat
LPG onder het verlaagde btw-tarief wordt gebracht.
Vraag 2
Waarom vallen huishoudens en consumenten van LPG en energie (aardgas, stadsverwarming
en elektriciteit) onder verschillende Europese Btw-regels?
Antwoord 2
Aardgas en LPG zijn verschillende producten die in de praktijk voor verschillende
doeleinden worden gebruikt. Zo wordt LPG vaak gebruikt als autobrandstof en wordt
aardgas vaker voor de verwarming van gebouwen gebruikt. Het is mogelijk om voor deze
verschillende producten, verschillende btw-tarieven te hanteren omdat dit onderscheid
het fiscale neutraliteitsbeginsel niet schendt. Dat beginsel verlangt dat producten
die vanuit het oogpunt van de consument inwisselbaar zijn, dezelfde btw-behandeling
krijgen. Op vergelijkbare producten kunnen dus geen verschillende btw-tarieven worden
toegepast, op niet-vergelijke producten kan dat wel.
In april van dit jaar is de Btw-richtlijn gemoderniseerd. Met het oog op vergroening
is daarbij besloten om voor producten als aardgas niet langer een verlaagd tarief
toe te staan vanaf 1 januari 2030. Vanaf die datum vallen LPG en aardgas dus onder
hetzelfde btw-tarief. Het kabinet heeft, in het wetsvoorstel Wet aanvullende fiscale
koopkrachtmaatregelen 2022, voorgesteld tijdelijk een verlaagd btw-tarief te hanteren
voor aardgas, stadsverwarming en elektriciteit.
Vraag 3, 4 en 5
Vindt u het uit te leggen dat huishoudens die niet op het Nederlandse gasnetwerk zijn
aangesloten en daardoor gebruik maken van LPG voor onder andere de verwarming van
hun huis hierdoor worden gedupeerd?
Kunt u aangeven of huishoudens die LPG gebruiken voor de periode juli-december 2022
gecompenseerd kunnen worden middels een éénmalige compensatieregeling? Hiervoor zou
de aanvraagprocedure via de gemeente kunnen lopen (zoals dat ook voor een eenmalige
compensatie energiekosten voor lage inkomens geschiedt)
Kunt u aangeven of u nog andere mogelijkheden ziet om huishoudens die afhankelijk
zijn van LPG voor warmtevoorziening extra te compenseren voor de stijgende energieprijzen,
en de koopkrachtcompensatie daarmee gelijk te trekken met de huishoudens die afhankelijk
zijn van energie?
Antwoord 3, 4 en 5
De stijgende energieprijzen hebben een significante impact op de koopkracht van huishoudens.
Om de gevolgen van stijgende energieprijzen in 2022 te dempen, hebben het vorige en
huidige kabinet aanzienlijke maatregelen getroffen. Hieronder vallen onder meer een
verlaging van de energiebelasting op elektriciteit in combinatie met een verhoging
van de belastingvermindering per elektriciteitsaansluiting in de energiebelasting,
een verlaging van het btw-tarief op elektriciteit en aardgas, en een verlaging van
de accijns op benzine, diesel en LPG/LNG. Het kabinet kan echter, gezien het collectieve
welvaartsverlies, de effecten hiervan niet voor iedereen volledig compenseren. Bovendien
is het kabinet beperkt in de maatregelen die op dergelijke korte termijn mogelijk
zijn. Zo is het niet zomaar mogelijk om de doelgroep voor de energietoeslag uit te
breiden. De huidige uitvoering van de energietoeslag vraagt al veel van gemeenten.
Zij ervaren hierbij al knelpunten.
Binnen dit pakket profiteren consumenten van LPG niet mee van de btw-verlaging op
aardgas, maar zij profiteren juist wel van de verlaging van de accijns op LPG. Daarnaast
geldt ook voor consumenten van LPG dat zij, indien zij aan de voorwaarden voldoen,
in aanmerking kunnen komen voor de eenmalige tegemoetkoming via de gemeente (zie ook
het antwoord op vraag 7). Een extra compensatie voor specifiek deze groep is daarom
niet aan de orde.
Vraag 6
Kunt u aangeven waarom het toepassingsbereik voor het lage Btw-tarief voor propaan
niet voldoende afgebakend zou kunnen worden zoals aangegeven in de appreciatie van
het eerdergenoemde amendement, gezien alle andere toepassingen van LPG van zakelijke
aard zijn?
Antwoord 6
LPG kent veel (niet-zakelijke) toepassingen, waaronder als aanstekergas, als drijfgas
in spuitbussen, als stook- en kookgas in gasflessen en als brandstof voor vervoermiddelen
(dus niet alleen verwarming van huishoudens). Ook als het verlaagd btw-tarief zou
worden beperkt tot LPG die voor niet-zakelijke toepassingen wordt gebruikt, zou deze
maatregel derhalve ongericht zijn en onvoldoende zijn afgebakend om goed te kunnen
worden uitgevoerd.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat de éénmalige tegemoetkoming energiekosten (zijnde 800,– euro)
voor lage inkomens ook van toepassing is voor consumenten die LPG gebruiken voor verwarming
en in de afgelopen jaren geconfronteerd zijn met stijgende energieprijzen?
Antwoord 7
Ja. Huishoudens met een inkomen rond het sociaal minimum hebben recht op een eenmalige
energietoeslag via gemeenten. Hierbij maakt het niet uit of het huishouden LPG gebruikt
voor zijn verwarming.
Vraag 8
Bent u bereid u zich ervoor in te zetten dat een eventuele Btw-verlaging op LPG in
de toekomst wel mogelijk wordt onder de Europese Btw-richtlijn?
Antwoord 8
De Btw-richtlijn is zeer recentelijk, in april van dit jaar, gewijzigd voor wat betreft
de regels rondom de btw-tarieven. Bij deze wijziging is ervoor gekozen om, gelet op
de Europese klimaatdoelstellingen, voor klimaatonvriendelijke producten (zoals aardgas)
niet langer het verlaagd tarief toe te staan. Deze producten worden daarom op termijn
uit de Btw-richtlijn geschrapt uit de lijst van producten waarop een verlaagd btw-tarief
kan worden toegepast. Gezien deze ontwikkelingen acht het kabinet het niet opportuun
zich voor een dergelijke maatregel op Europees niveau in te zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.