Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over een dreigende Turkse invasie in Syrië
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse zaken over een dreigende Turkse invasie in Syrië (ingezonden 2 juni 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 juni 2022).
Vraag 1 en 2
Hebt u kennisgenomen van de melding van de Turkse president Erdogan dat Turkije een
strook van 30 km in het noorden van Syrië zou willen bezetten?1 Deelt u de opvatting van de Amerikaanse regering dat dit de strijd tegen Islamitische
Staat bedreigt, evenals het machtsevenwicht in het gebied?2 Zo nee, waarom niet?
Wat zijn uw inspanningen om te voorkomen dat deze dreigementen worden uitgevoerd?
Antwoord 1 en 2
Ja, ik heb kennisgenomen van de Turkse uitspraken over een mogelijke nieuwe operatie
in Syrië. Volgens Turkije zijn die nodig om terreurdreigingen het hoofd te bieden
in het licht van recente aanvallen op Turks grondgebied vanuit Noord-Syrië.
Nederland neemt de zorgen van Turkije op het vlak van de eigen veiligheid serieus,
maar deelt ook die van de Verenigde Staten over de mogelijke effecten van een nieuwe
Turkse operatie. Het kabinet onderstreept, ook in gesprekken met de Turkse autoriteiten,
het belang van afzien van escalatie in Syrië om verdere destabilisering te voorkomen.
Vraag 3
Hebt u tevens kennisgenomen van de bewering dat deze strook van 30 km gebruikt zou
kunnen worden om 500.000 Syrische vluchtelingen die momenteel in Turkije verblijven,
naar Syrië over te brengen?3 Deelt u de opvatting dat dat alleen is toegestaan in overeenstemming met de plaatselijke
Syrische autoriteiten?
Antwoord 3
Ik heb kennisgenomen van mediaberichtgeving van dergelijke strekking. Nederland stelt
zich op het standpunt dat terugkeer naar Syrië moet plaatsvinden in overeenstemming
met internationaalrechtelijke standaarden, in het bijzonder de standaarden voor veiligheid
en waardigheid zoals vervat in het Europees Verdrag voor de Rechten van Mens waar
Turkije ook bij is aangesloten, alsook de UNHCR parameters ten aanzien van veilige,
waardige en vrijwillige terugkeer. Naar de mening van Nederland, de EU en de bredere
internationale gemeenschap voldoet de situatie in Syrië op dit moment niet aan genoemde
standaarden.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat spoedige vredesonderhandelingen over de toekomst van Syrië
gewenst zijn en dat de inzet tevens zou moeten zijn dat Turkije de bezette gebieden
in Syrië opgeeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In december 2015 is VN-resolutie 2254 unaniem aangenomen in de Veiligheidsraad. Hierin
is het mandaat van de Speciale VN-gezant voor Syrië vastgelegd: het ondersteunen van
een door Syrië geleid vredesproces middels het vormen van een overgangsregering, een
nieuwe Grondwet en democratische verkiezingen. Conform EU-beleid ziet Nederland een
inclusief en door Syriërs geleid politiek proces, zoals uiteengezet in VN Veiligheidsraadresolutie
2254, als enige duurzame oplossing van het conflict. De vraag hoe om te gaan met de
Turkse aanwezigheid in Noord-Syrië is in eerste plaats aan de Syriërs zelf. Nederland
heeft Turkije zowel in bilateraal als multilateraal verband opgeroepen tot de-escalatie
om verdere instabiliteit in Syrië te voorkomen.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat de democratische rechten in Turkije, zoals blijkt uit het
grote aantal (Koerdische) politieke gevangenen, stelselmatig worden geschonden? Zo
ja, kunt u aangeven wat u daar thans tegen onderneemt?
Antwoord 5
Nederland blijft zich grote zorgen maken over de rechtsstaat en de mensenrechtensituatie
in Turkije. Mensenrechten, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting en recht
op een eerlijke rechtsgang, vormen de hoeksteen van het Nederlands buitenlandbeleid.
Dit draagt Nederland internationaal uit in multilaterale fora, zoals de Raad van Europa,
en in bilaterale gesprekken met de Turkse autoriteiten, op ambtelijk en politiek niveau.
De laatste keer dat ik dit onderwerp besprak was tijdens mijn bezoek op 8 juni in
Ankara.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat Turkije zich thans niet zou kwalificeren voor het NAVO-lidmaatschap
en dat strafmaatregelen tegen Turkije in het vooruitzicht moeten worden gesteld als
zij daadwerkelijk tot interventie over zouden gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Turkije is een belangrijke NAVO-bondgenoot, gezien de omvang van zijn leger en gezien
zijn strategische geografische locatie aan de toegang tot de Zwarte Zee en aan de
zuidoostflank van het bondgenootschap. Wanneer er zorgen zijn over het gedrag van
een bondgenoot die raken aan de veiligheid van het bondgenootschap, dan biedt de NAVO
het platform bij uitstek om dat te bespreken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.