Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over aanranding door asielzoekers
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over aanranding door asielzoekers (ingezonden 3 juni 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 juni
2022)
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Asielzoeker uit Hardenberg verdacht van aanranding
slapende vrouw (19) in trein» en «Asociale asielzoekers beloond met eigen bus»?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat asielzoekers die de wet overtreden hun kansen op asiel hebben
verkeken en Nederland moeten worden uitgezet? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat er daadkrachtig moet worden opgetreden tegen wetsovertredingen
door iedereen, en dus ook asielzoekers. Asielzoekers die in Nederland een misdrijf
plegen, worden in Nederland vervolgd. Het is aan de rechter om te oordelen over schuldigverklaring
en, bij schuldigverklaring, over een op te leggen sanctie.
Ten aanzien van het beschermingsvraagstuk, is het uitgangspunt van het openbare-ordebeleid
dat vreemdelingen die misdrijven plegen niet in aanmerking komen voor verblijf in
Nederland.
Op grond van Europese regelgeving kan de IND de vluchtelingenstatus of een subsidiaire
beschermingsstatus echter alleen weigeren of intrekken op grond van openbare orde
indien de vreemdeling (onherroepelijk) is veroordeeld voor een (bijzonder) ernstig
misdrijf. Hiervan is sprake als een straf is opgelegd van minimaal zes maanden («ernstig
misdrijf» in geval van subsidiaire bescherming) of tien maanden («bijzonder ernstig
misdrijf» bij een vluchtelingenstatus). Ook moet er sprake zijn van een gevaar voor
de gemeenschap, in artikel C2/7.10.1 van de Vreemdelingencirculaire (Openbare orde
als afwijzingsgrond) is een verdere invulling van dit begrip gegeven. Daarnaast dient
voor een intrekking van een reeds verleende vergunning gekeken te worden naar de zogenoemde
glijdende schaal in het kader van de openbare orde (art. 3.86 Vb). Hoe langer de vreemdeling
rechtmatig in Nederland verblijft, hoe hoger de straf moet zijn om tot beëindiging
van het verblijfsrecht over te kunnen gaan.
Een veroordeling voor een (bijzonder) ernstig misdrijf kan dus grond zijn om geen
verblijfsvergunning te verlenen. Na een afwijzend besluit van de IND start de DT&V
het terugkeerproces. Dit kan ook vanuit strafdetentie of vreemdelingenbewaring.
Vraag 3
Heeft u de bereidheid om de drie asielzoekers die betrokken zijn geweest bij de aanranding
van een vrouw met pek en veren uit te zetten, waarbij de man die de vrouw heeft betast
bij schuld eerst zijn straf moet uitzetten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals gezegd worden asielzoekers die in Nederland een misdrijf plegen, in Nederland
vervolgd met als uitgangspunt dat vreemdelingen die misdrijven plegen, niet in aanmerking
komen voor verblijf in Nederland.
Momenteel loopt het strafrechtelijk onderzoek. Zoals u bekend, kan ik niet ingaan
op individuele zaken.
Zonder strafrechtelijke veroordeling bestaat er geen juridische grondslag om over
te gaan tot verblijfsbeëindiging en uitzetting.
Vraag 4
Deelt u de mening dat Nederland veel te coulant is richting zich misdragende asielzoekers?
Zo neen, hoe duidt u dan het feit dat zich misdragende asielzoekers eerder een eigen
bus hebben gekregen?
Antwoord 4
Nee, die mening deel ik niet. We treden op tegen overlastgevende en criminele asielzoekers.
Zo is er een Vreemdeling in de Strafrechtketen (VRIS)-protocol waarbij voor alle door
vreemdelingen begane strafrechtelijke vergrijpen wordt bezien welke gevolgen deze
vergrijpen hebben voor hun verblijfsrecht.
Uiteraard worden desalniettemin maatregelen genomen om overlast verder te beperken.
Naar aanleiding van de overlast op buslijn 73 tussen Emmen en Ter Apel is sinds 2019
een pendelbus ingezet die tussen station Emmen en het aanmeldcentrum in Ter Apel rijdt.
Door de inzet van de pendelbus en de inzet van onder andere hosts op het station Emmen
is de overlast aanzienlijk afgenomen.
Uitgangspunt is dat deze pendelbus een tijdelijke oplossing is en dat er structurele
oplossingen komen voor het overlastprobleem. Ik ben daarom samen met IenW en vervoerders
in gesprek over de verdere aanpak van overlast in het openbaar vervoer. Ik informeer
uw Kamer zodra deze verdere aanpak gereed is.
Vraag 5
Wilt u per heden alle wetsovertredingen van asielzoekers melden aan de Kamer, met
daarbij de uitzettingen die u daaraan koppelt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Ik informeer uw Kamer jaarlijks over incidenten in de migratieketen middels de incidentenrapportage.
Daarnaast informeer ik uw Kamer over vertrek via de Staat van Migratie. Deze beide
documenten worden uw Kamer op korte termijn. toegezonden. Ik zie geen aanleiding om
van deze overeengekomen werkwijze af te wijken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.