Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over het artikel 'RIVM: 'eet zo min mogelijk vis en garnalen uit de Westerschelde'
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «RIVM: «eet zo min mogelijk vis en garnalen uit de Westerschelde»» (ingezonden 30 mei 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «RIVM: eet zo min mogelijk vis en garnalen uit de Westerschelde»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u het advies vanuit het RIVM (en de eerdere oproep vanuit GGD Zeeland) om
zo min mogelijk vis, garnalen, oesters en mosselen te eten uit de Westerschelde?
Antwoord 2
Uit het onlangs verschenen RIVM-rapport blijkt dat vis en garnalen uit de Westerschelde
hoge gehaltes PFAS bevatten. Het advies vanuit het RIVM om zo min mogelijk vis, garnalen,
oesters en mosselen te eten uit de Westerschelde volgt hierop. Het betekent mogelijk
dat mensen minder zelf gevangen vis en zelf geraapte schelpdieren kunnen eten dan
ze gewend waren. Overigens raadt het Voedingscentrum al langer af om regelmatig zelf
gevangen vis uit Nederlandse wateren te eten, vanwege de schadelijke stoffen die daarin
worden aangetroffen. Deze stoffen omvatten niet alleen PFAS, maar ook bijvoorbeeld
dioxines die schadelijk kunnen zijn.
Vraag 3
Bent u ook van mening dat het onacceptabel is dat er 8 tot 10 keer zoveel schadelijke
PFAS in vangst uit de Westerschelde zit als in vergelijkbare producten in de winkel?
Antwoord 3
Het is al langer bekend dat vis uit de Westerschelde schadelijke stoffen bevat. Dat
is de reden dat het Voedingscentrum, naast een advies voor vis uit Nederlandse wateren,
een specifiek visconsumptie advies afgeeft voor vis uit de Westerschelde.
We moeten helaas constateren dat PFAS overal in het milieu zitten en dat mensen daardoor
blootgesteld worden aan PFAS. Daarnaast zijn er enkele plekken (zogenoemde puntbronnen)
waar de blootstelling nog hoger is, waardoor daar specifieke maatregelen nodig zijn.
Het kabinet is bezig om de introductie van schadelijke PFAS in het milieu tegen te
gaan (door middel van Europese regelgeving voor het werken met PFAS), om blootstelling
via voedsel te verminderen door Europese maximum limieten in te stellen voor voedsel
en om uit te zoeken hoe in Nederland de blootstelling aan de reeds verspreide PFAS
zo veel mogelijk kunnen beperken. Zie ook het antwoord op vragen 5 en 6.
Vraag 4
Bent u ook van mening dat het onacceptabel is dat Zeeuwen nu wordt geadviseerd om
vis te kopen in de winkel omdat het dan niet uit de Westerschelde afkomstig is?
Antwoord 4
Nee, op basis van het RIVM-rapport en de resultaten die hieruit voortkomen is dit
vanuit het oogpunt van volksgezondheidsbescherming op dit moment een verstandig advies.
Vraag 5
Welke opvolging heeft u tot nu toe gegeven aan de aangenomen motie-Hagen over het
samen met België verhalen van de PFAS schade op 3M (Kamerstuk 30 175, nr. 402)?
Antwoord 5
In overeenstemming met de oproep in de motie wordt uitgezocht welke mogelijkheden
er zijn om 3M aansprakelijk te stellen voor de PFAS-schade in de Westerschelde. In
het kader hiervan is recent contact geweest tussen het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat en het Vlaamse Ministerie van Milieu om te bezien hoe de lopende trajecten
elkaar kunnen versterken. Hiernaast wordt onderzocht hoe de geleden schade kan worden
bepaald. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat zal uw Kamer voorafgaand aan
het Wetgevingsoverleg Water informeren over de voortgang in de uitvoering van de motie.
Dit overleg is nog niet gepland, maar vindt na het zomerreces plaats.
Vraag 6
Bent u ook van mening dat dit onderzoek van het RIVM samen met de eerdere oproep van
de GGD genoeg aanleiding is om in te gaan op het verzoek van de gemeenten rond de
Westerschelde om een bevolkingsonderzoek in te stellen?
Antwoord 6
Een bevolkingsonderzoek of gezondheidsonderzoek is een instrument waarmee een mogelijke
trend in PFAS-concentraties in bloed over de lange termijn te volgen is. Hiermee is
de bedoeling om op lange termijn de effecten van de maatregelen om de blootstelling
aan PFAS te verlagen, aan lagere concentraties van PFAS in het bloed te kunnen koppelen.
Zo'n onderzoek zou bij voorkeur landelijk moeten worden uitgevoerd, waarbij met tussenpozen
van een aantal jaren PFAS-concentraties in bloed worden gemeten. Voor het individu
is het op basis van bevolkingsonderzoek echter niet mogelijk om aan te geven/te voorspellen
of gezondheidseffecten zullen optreden. Er is ook geen behandeling mogelijk om PFAS
uit het lichaam te verwijderen. Alleen door verdere blootstelling zoveel mogelijk
te beperken, zal de hoeveelheid PFAS in het lichaam langzaam afnemen.
Het Crisis- en Expert Team GOR zal de lokale GGD binnenkort adviseren over nut en
noodzaak van een bevolkingsonderzoek bij omwonenden van de Westerschelde. In deze
Expertgroep zitten ook RIVM-experts. Mede op basis van het expertgroep-advies zal
de GGD de lokale overheid adviseren over het eventueel uitvoeren van zo’n bevolkingsonderzoek.
Vraag 7
Welke stappen gaat u zetten om ervoor te zorgen dat vis, garnalen, oesters en mosselen
uit de Westerschelde weer veilig gegeten kunnen worden?
Antwoord 7
De Nederlandse Vissersbond en PO Delta Zuid hebben enkele weken geleden hun leden
opgeroepen niet meer op garnalen te vissen in delen van de Westerschelde. Het Kabinet
steunt deze oproep en werkt op Europees niveau aan de vaststelling van maximum limieten
voor PFAS in vis, garnalen en weekdieren. Deze Europese maximum limieten zullen naar
verwachting in 2023 ingaan.
Nederland werkt met een aantal andere Europese landen aan een voorstel om het gebruik
van PFAS-stoffen in Europa zoveel mogelijk te beperken. Hiernaast hebben de rijksoverheid
en de provincie Zeeland beide een coördinator aangewezen die specifiek zijn aangesteld
om de aanwezigheid van PFAS in de Westerschelde en de effecten die dit veroorzaakt
terug te dringen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.