Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Knops en Bikker over de aflevering van Undercover in Nederland over uitbuiting en illegale prostitutie
Vragen van de leden Knops (CDA) en Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de aflevering van Undercover in Nederland over uitbuiting en illegale prostitutie (ingezonden 4 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 juni
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2846.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de misstanden in de prostitutie die worden blootgelegd in
de aflevering van Undercover in Nederland, d.d. 1 mei 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat kunt u in algemene zin zeggen over de vervolging van uitbuiters, zoals de pooier
in de betreffende uitzending, die bekend zijn bij justitie?
Antwoord 2
Een vorm van mensenhandel betreft seksuele uitbuiting volgens artikel 273f Wetboek
van Strafrecht (Sr). Om over te kunnen gaan tot strafrechtelijke vervolging van daders
van mensenhandel, moet er sprake zijn van dwang of misbruik van de kwetsbare positie
van een slachtoffer. Wanneer er geen sprake is van dwang, is er ook geen sprake van
mensenhandel. Gelet op de aard en ernst van de feiten die zich bij mensenhandel voordoen,
heeft het onderwerp mensenhandel prioriteit in de veiligheidsagenda.
Over vervolgingscijfers bij justitie inzake mensenhandel-zaken, blijkt uit de dadermonitor
van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen dat 3.420
incidenten van mensenhandel bij de politie zijn geregistreerd in de periode van 2015–2019,
waarvan 2.305 zaken seksuele uitbuiting betroffen. In diezelfde onderzochte periode
zijn in totaal 954 opsporingsonderzoeken gestart, waarvan 784 gericht op seksuele
uitbuiting. Vervolgens zijn in totaal 900 zaken bij het OM ingeschreven in de periode
2015–2019. Bij gemiddeld 80% van deze zaken is bekend om welke vorm van uitbuiting
het gaat. 64% betreft seksuele uitbuiting en 16% een vorm van niet-seksuele uitbuiting.2 In de periode 2015–2019 heeft de rechter in eerste aanleg 721 mensenhandel zaken
afgedaan. Bijna de helft van de afgedane zaken (46%) in voornoemde periode betreft
binnenlandse seksuele uitbuiting.3 De gemiddelde opgelegde straf voor mensenhandel zaken in de periode 2015–2019 bedroeg
618 dagen vrijheidsstraf.4 Dit betreft alle vormen van uitbuiting, zowel zaken met minderjarige als meerderjarige
slachtoffers. Gemiddeld genomen is in deze periode voor binnenlandse seksuele uitbuiting
620 dagen vrijheidsstraf opgelegd.5
Gemeenten kunnen in hun Algemene Plaatselijke Verordening (APV) regels stellen ten
aanzien van de exploitatie van seksbedrijven en sekswerk. Op grond van het gemeentelijke
prostitutiebeleid kunnen gemeenten bij constatering van het faciliteren van onvergunde
prostitutie op verschillende manieren waarschuwend of handhavend optreden tegen faciliteerders
van onvergunde prostitutie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan prostitutie die plaatsvindt
of gefaciliteerd wordt in een bedrijf zonder vergunning terwijl een vergunning wel
verplicht is.
Vraag 3
Op welke manier wordt voorkomen dat een pooier die in beeld is, zoals in de uitzending
van Alberto Stegeman, zijn uitbuitingspraktijken doorzet in het illegale circuit en
het zogenaamde «legale circuit»?
Antwoord 3
Wanneer, zonder op individuele casuïstiek in te gaan, een mogelijke dader van uitbuiting
in beeld is bij de politie zal een strafrechtelijk onderzoek ingesteld worden. Dit
betekent niet dat direct een strafrechtelijke aanhouding plaats kan vinden wanneer
er nog onvoldoende verdenking(en) zijn. Als de politie genoeg aanwijzingen heeft dat
de mogelijke dader de uitbuitingspraktijken doorzet, zal de politie, onder regie van
het OM, in het kader van het zogenaamde «doorlaatverbod» ingrijpen. Dit betekent dat
in dat geval de verdachte wordt aangehouden. Daarnaast zal de politie zoveel mogelijk
doen, al dan niet in samenwerking met andere partners zoals hulpverlening, om het
eventuele slachtoffer op een veilige plek onder te brengen, buiten de macht van de
mensenhandelaar.
De politie monitort alle signalen en legt deze signalen vast. Als er nieuwe informatie
binnenkomt over mogelijke niet vergunde prostitutie met betrekking tot een eerder
behandelde zaak of vastgelegde signalen, dan zal nader onderzoek volgen.
Het kabinet zet zich ten volste in om alle mogelijkheden tot misstanden in de seksbranche
tegen te gaan. In dit kader wordt ingezet op onder meer betere regulering van de seksbranche.
Het Wetsvoorstel regulering sekswerk (Wrs) heeft als doel prostitutie en andere vormen
van sekswerk meer uniform te reguleren om zo misstanden in de seksbranche te voorkomen
of te verminderen. In de Wrs dient iedereen die in Nederland als prostituee werkzaam
is, te beschikken over een prostitutievergunning. In dit wetsvoorstel is een strafbaarstelling
van een faciliteerder (art. 206a Sr) opgenomen. Een faciliteerder is strafbaar indien
diegene illegale prostitutie faciliteert. De faciliteerder dient via een hit/no hit-systeem
met behulp van het vergunningnummer te controleren of dat nummer gekoppeld is aan
een geldige vergunning. Die mogelijkheid is van belang, aangezien een faciliteerder
die onvergunde prostitutie faciliteert, strafbaar handelt.
Vraag 4
In hoeverre zijn faciliteerders van illegale prostitutie, zoals in dit geval de eigenaren
van de woningen waar de uitbuitingspraktijken plaatsvinden, in beeld en hoe wordt
voorkomen dat zij,ook na sluiting van woningen, blijven doorgaan met het faciliteren
van deze praktijken?
Antwoord 4
Voor gemeenten is het in de praktijk niet gemakkelijk om faciliteerders van illegale
prostitutie in beeld te krijgen. Uit signalen van gemeenten komt naar voren dat het
niet vaak voorkomt dat dezelfde pandeigenaren, na sluiting van een woning, in die
hoedanigheid hun illegale praktijken op dezelfde plek continueren. Er kan sprake zijn
van dubieuze makelaars, verhuurders en niet KvK geregistreerde verhuurders die actief
zijn.
Gemeenten kunnen in hun APV regels stellen ten aanzien van de exploitatie van seksbedrijven
en sekswerk. Op grond van het gemeentelijke prostitutiebeleid kunnen gemeenten bij
constatering van illegale prostitutie op verschillende wijzen waarschuwend of handhavend
optreden tegen faciliteerders van illegale prostitutie. Indien er sprake is van woningonttrekking
kan het college bijvoorbeeld handhaven door een bestuurlijke boete op te leggen aan
de pandeigenaar. De burgemeester kan een last onder dwangsom opleggen aan faciliteerders
van illegale prostitutie, om herhaling te voorkomen. Indien de overtreding niet beëindigd
wordt, kan de woning gesloten worden op grondslag van de Algemene Plaatselijke Verordening.
Het gemeentelijk instrumentarium en de lokale handhaving zorgen ervoor dat faciliteerders
worden afgeschrikt.
Vraag 5
Bent u reeds naar aanleiding van de reportage in gesprek gegaan met de VNG, aangezien
dit gemeentelijk beleid betreft, om te voorkomen dat soortgelijke situaties van uitbuiting
van kwetsbare vrouwen en mannen kunnen blijven voortbestaan in verschillende gemeenten?
Antwoord 5
Ik werk nauw samen met de VNG om de gemeentelijke aanpak van mensenhandel te versterken.
Gemeenten zijn onmisbaar bij het signaleren van vormen van mensenhandel. Om gemeenten
te ondersteunen bij het maken van beleid heeft de VNG het Kompas6 en het Kader Aanpak Mensenhandel7 gepubliceerd. Het Kompas bevat informatie over aard en omvang van mensenhandel, wetgeving
en rollen en verantwoordelijkheden van gemeenten. Het Kader biedt bouwstenen bij het
formuleren van een aanpak voor mensenhandel. De bouwstenen zien op het verbeteren
van het signalerend vermogen van de gemeente, aandacht voor en bewustwording van het
fenomeen mensenhandel, samenwerking in de keten en of regio en opvang van en hulpverlening
aan slachtoffers en daders.
Vraag 6
In het artikel «Gemeenten intensiveren aanpak in strijd tegen mensenhandel, meer aandacht
voor zorg aan slachtoffers»8 is te lezen dat in het kader van het project «Aanpak mensenhandel» van o.a. de VNG
is besloten in elke gemeente een aandachtsfunctionaris aan te stellen die als centraal
intern meldpunt moet fungeren voor mensenhandel c.q. illegale prostitutie, bent u
op de hoogte van het aantal gemeenten dat inmiddels een dergelijke functionaris heeft
aangesteld en de resultaten c.q. effectiviteit daarvan?
Antwoord 6
Om het signalerend vermogen van de gemeente te verbeteren stelt de gemeente een aandachtsfunctionaris
aan. De functionaris is aanspreekpunt, verzamelt signalen en weet deze signalen aan
de juiste partij te koppelen. De gemeente communiceert duidelijk over de interne meldroute
en de ingestelde aandachtsfunctionaris. Uit onderzoek van de VNG naar de aanpak mensenhandel
blijkt dat 80% van de gemeenten in 2021 een aandachtsfunctionaris heeft aangesteld,
een toename ten opzichte van de 70% in 2019.9
De meerderheid van de gemeenten is tevreden over de aanwezigheid van een aandachtsfunctionaris.
Een aandachtsfunctionaris draagt bij aan de bekendheid van het thema mensenhandel.
Daarnaast wordt door een meerderheid van gemeenten erkend dat verbetering mogelijk
is op gebied van duidelijkheid en voortvarendheid als het gaat om het signaleren en
melden van signalen van mensenhandel, kennis opbouwen over mensenhandel en de opvolging
van signalen van mogelijke mensenhandel.10
Vraag 7
Op welke wijze zal ook door gemeenten onderling worden samengewerkt in het kader van
voornoemde intensivering van de aanpak, zodat uitwijkmogelijkheden van pooiers naar
andere gemeenten voldoende worden belemmerd?
Antwoord 7
Samenwerking in de keten en of regio wordt in het Kader voor de aanpak van mensenhandel
gestimuleerd. Het streven is dat gemeenten een duidelijk beeld hebben welke partijen
een rol spelen bij de aanpak van mensenhandel, samenwerkingsafspraken maken en de
samenwerking inbedden in bestaande samenwerkingsstructuren. De aanpak van de gemeente
is aangesloten op de aanpak binnen de regio, waardoor gemeenten effectief bijdragen
aan het verkrijgen van een landelijk dekkend stelsel van zorgcoördinatie voor slachtoffers.
Daarnaast is op regionaal niveau een ketenregisseur verantwoordelijk voor de ketenaanpak
richting slachtoffer en dader. De ketenregisseur zorgt voor regionale strategische
afspraken tussen ketenorganisaties. Hierdoor worden uitwijkmogelijkheden van mensenhandelaren
naar andere gemeenten belemmerd.
Vraag 8
Worden ook woningbouwcorporaties actief betrokken bij voornoemde aanpak van illegale
prostitutie en mensenhandel, zodat zij misbruik van hun woningbestand op de wijze
zoals speelt in de reportage effectief kunnen voorkomen en bestrijden?
Antwoord 8
Woningbouwcorporaties worden als pandeigenaar betrokken indien illegale prostitutie
in een woning wordt geconstateerd. In dat geval kan de woning met spoed gesloten worden
op grondslag van de Algemene Plaatselijke Verordening. De woningbouwcorporatie ontvangt
het besluit en kan daarna eigen maatregelen treffen om herhaling te voorkomen.
Vraag 9
Op welke manier denkt u de seksuele gezondheid van mensen in de prostitutie te verbeteren,
nu er nog geen sprake is van landelijke wetgeving met een verplicht intakegesprek?
Antwoord 9
Vanuit de Regeling Aanvullende seksuele gezondheid (onderdeel van de Subsidieregeling
Publieke Gezondheid) wordt gratis en anonieme soa-zorg geboden aan specifieke hoog
risicogroepen, waaronder sekswerkers. Deze regeling maakt laagdrempelige en gratis
toegang tot testen op soa mogelijk en wordt uitgevoerd door de Centra voor Seksuele
Gezondheid (CSG’s) van de GGD’en. Veel CSG’s hebben daarnaast ook (online) outreach
programma’s om sekswerkers te bereiken met informatie over veilig vrijen en de noodzaak
tot het regelmatig testen op soa’s. Ook vanuit Soa Aids Nederland (SANL) is er aandacht
voor deze specifieke hoog risicogroep. SANL heeft een programma gericht op sekswerkers
met aandacht voor toegang tot hulpverlening in brede zin, met focus op informatie
rond soa en hiv-preventie, brede seksuele gezondheid, testen en zorg. Veelal is ook
aandacht voor informatievoorziening in verschillende talen, zodat buitenlandse sekswerkers
ook geïnformeerd kunnen worden.
Vraag 10
Kijkt u in het kader van het nieuwe wetsvoorstel regulering sekswerk naar seksuele
gezondheidsrechten waarbij veilige seks een voorwaarde kan zijn?
Antwoord 10
In het kader van het Wetsvoorstel regulering sekswerk (Wrs) wordt ook gekeken naar
seksuele gezondheidsrechten waarbij veilige seks een voorwaarde kan zijn. De seksbranche
moet veilig en gezond kunnen functioneren. De verbeterde en meer uniforme regulering
zoals opgenomen in de Wrs draagt hieraan bij. Een prostituee wordt bij de aanvraag
van een vergunning gewezen op de mogelijkheid van een gesprek bij een zorgpost en
ontvangt van de ambtenaren informatie die nodig is om het werk veilig en gezond te
kunnen uitoefenen. In het wetsvoorstel is opgenomen dat een sekswerker in ieder geval
in de gemeenten waar een prostitutievergunning kan worden aangevraagd, anoniem en
kosteloos voorlichting en zorg kan ontvangen.
Tevens is het de exploitant expliciet in de Wrs verboden om in advertenties onveilige
seks aan te bieden of te garanderen dat de voor hem werkzame prostituees vrij zijn
van seksueel overdraagbare aandoeningen, omdat dit verzoeken om onveilige seks uitlokt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.