Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Paulusma over het voldoen aan inreisregels van andere landen rondom corona
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Buitenlandse Zaken over het voldoen aan inreisregels van andere landen rondom corona (ingezonden 13 april 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 16 mei 2022)
Vraag 1
Bent u bekend met inreisregels van landen, alsmede met de eisen voor het bezoek van
bijvoorbeeld horeca in het land zelf, waar andere eisen gelden dan het Nederlandse
coronatoegangsbewijs (ctb)?
Antwoord 1
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is afhankelijk van overheden van andere landen
voor de meest actuele informatie over geldende coronamaatregelen. In de reisadviezen
wordt voor gedetailleerde informatie daarom verwezen naar de overheidswebsite van
het land zelf, opdat reizigers het meest actuele overzicht hebben van maatregelen
(die regelmatig veranderen). Het is ook de verantwoordelijkheid van de reiziger om
goed kennis te nemen van de geldende coronamaatregelen voor inreis en bij activiteiten
in het land van bestemming.
Vraag 2
Wat kunnen Nederlanders doen in het geval dat een doorgemaakte infectie in Nederland
niet geldig is als bewijs om in te reizen en men geen booster kan halen omdat men
niet binnen drie maanden na doorgemaakte infectie geboost mag worden?
Antwoord 2
Het RIVM geeft in de uitvoeringsrichtlijn COVID-19-vaccinatie1 aan dat een besmetting volgend op de basisserie de immuunrespons opnieuw stimuleert
en adviseert daarom inderdaad de boostvaccinatie uit te stellen tot minimaal drie
maanden.
De mogelijkheden die de Nederlandse reiziger in dat geval heeft, zijn afhankelijk
van de inreiseisen die het land van bestemming heeft vastgesteld. Sommige landen accepteren
een negatief NAAT- of antigeentestresultaat om in te reizen. In het geval dat derde
landen geen in Nederland uitgegeven herstelbewijs accepteren, wordt in Europees verband
met deze landen gesproken. Dat is ook nu al het geval.
Vraag 3
Wat kunnen Nederlanders doen als landen een doorgemaakte infectie niet erkennen in
combinatie met twee prikken en minimaal drie vaccinaties vragen, aangezien in met
in Nederland een ctb kan krijgen na een doorgemaakte infectie plus twee prikken (basisserie
en booster)?
Antwoord 3
Het advies aan mensen die op reis gaan is om goed na te kijken welke inreisvoorwaarden
er voor het betreffende land gelden. Dat geldt ook voor welke herstelbewijzen worden
gevraagd. Dat kan onder meer via rijksoverheid.nl2. In de reisadviezen wordt verwezen naar de websites van de lokale overheden voor
de meest actuele informatie over geldende coronamaatregelen. Het kan voorkomen dat
iemand niet over het juiste herstelbewijs voor een bepaald land beschikt en daarmee
niet kan inreizen. Indien ook een boostvaccinatie wordt gevraagd en die, zoals het
RIVM aangeeft, nog niet gegeven kan worden vanwege een recente besmetting, is een
andere mogelijkheid dat men zich laat testen.
Vraag 4
Welke opties hebben mensen gevaccineerd met AstraZeneca en/of Janssen als landen minimaal
drie mRNA-vaccinaties eisen en andere type vaccins niet meer worden gezien als geldig
vaccinatiebewijs?
Antwoord 4
In sommige Europese landen, zoals Duitsland, is een vaccinatie met het Janssen-vaccin
en daarna een boostvaccinatie niet voldoende. Het kabinet heeft op 11 maart jl. besloten
dat de groep mensen (> 18 jaar) die gevaccineerd is met het Janssen-vaccin en één
boostvaccinatie heeft ontvangen, een extra boostvaccinatie met een mRNA-vaccin kan
krijgen. Volgens de Gezondheidsraad is een extra vaccinatie na de booster voor de
meeste mensen vanuit epidemiologisch oogpunt niet nodig. Er zijn echter ook geen medisch
inhoudelijke bezwaren om de extra vaccinatie aan te bieden in individuele gevallen.
Omdat er in dergelijke situaties geen medische noodzaak is voor de extra prik, vraagt
de GGD-medewerker bij het maken van de afspraak of er sprake is van een weloverwogen
keuze («informed consent»).
Er zijn momenteel geen voorbeelden van dergelijke vereisten voor het AstraZeneca-vaccin
bij mij bekend.
Vraag 5
Wat zijn momenteel de mogelijkheden voor Nederlanders om extra vaccinaties te krijgen
in het kader van een reizigersvaccinatie? Indien die mogelijkheden er nog niet zijn,
hoe kijkt u in de lange termijn aan tegen het zetten van vaccinaties omdat andere
landen deze eisen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in de Kamerbrief over de langetermijnstrategie COVID-193 wil ik de inzet van COVID-19-vaccinaties als reisvaccinaties onderzoeken. Dit onderzoek
loopt. Als het onderzoek afgerond is, zal ik de Kamer hierover informeren.
Vraag 6
Zijn er nog andere situaties waarbij Nederlanders bij het reizen naar het buitenland
problemen kunnen ondervinden omdat de definities van «volledig gevaccineerd» of «booster»
verschillen met Nederland?
Antwoord 6
Anders dan de hierboven genoemde situaties zijn recentelijk geen signalen binnengekomen
van situaties waarbij Nederlanders op dit moment problemen ondervinden bij het reizen
naar het buitenland als gevolg van afwijkende definities van «volledig gevaccineerd»
of «booster».
Omdat ieder land zijn eigen voorwaarden mag stellen, kan het met name buiten de Europese
Unie voorkomen dat landen inreiseisen stellen die afwijken van het Nederlandse beleid.
Vraag 7
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 7
Ja, zie hierboven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.