Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Esch over het achterhouden van informatie in de granulietzaak en het toevoegen van bodemvreemd materiaal aan granuliet
Vragen van het lid Van Esch (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het achterhouden van informatie in de granulietzaak en het toevoegen van bodemvreemd materiaal aan granuliet (ingezonden 22 april 2022).
Mededeling van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
16 mei 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «gemeente West Maas en Waal: «Ministerie houdt informatie achter
in granulietzaak»?1
Vraag 2
Klopt het dat uitdrukkelijk is afgesproken dat het ministerie de gemeente West Maas
en Waal op de hoogte zou houden in het granuliet-dossier en dit niet is gebeurd, aangezien
het aanvullend onderzoek van het advies- en ingenieursbureau Arcadis niet met de gemeente
West Maas en Waal is gedeeld? Zo nee hoe zit dit dan?
Vraag 3
Is er de afgelopen tijd contact geweest tussen het ministerie en de gemeente West
Maas en Waal over het feit dat de gemeente niet goed op de hoogte is gehouden in het
granuliet-dossier? Wat is er tijdens dit contact afgesproken?
Vraag 4
Hoe zal in de toekomst worden voorkomen dat informatie abusievelijk niet wordt gedeeld
met de gemeente West Maas en Waal?
Vraag 5
Is, naar aanleiding van de toezegging van de voormalig Staatssecretaris Van Weyenberg
die aangaf het RIVM en Deltares te willen vragen om onderzoek te doen of er sprake
is van ontbrekende wetenschappelijke kennis over het gedrag van polyacrylamide in
anaerobe omstandigheden, deze opdracht al gegeven?2 Wanneer wordt dit onderzoek afgerond?
Vraag 6
Heeft u kennisgenomen van de brief van het Burgercollectief Dreumelse Waard3, waarin bezwaren worden geuit tegen de conclusies uit het «Addendum review-onderzoek
granuliet Over de Maas» van Arcadis? Kunt u een inhoudelijk reactie geven op deze
bezwaren?
Vraag 7
Gaat u gehoor geven aan de oproep van het Burgercollectief Dreumelse Waard om het
addendum van Arcadis terug te trekken en een vervangend onderzoek uit te laten voeren?
Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Heeft u kennisgenomen van de brief van de gemeente West Maas en Waal4, waarin vragen worden gesteld over de consequenties voor de inwoners, de ecologie
en de gebruikers van de plassen naar aanleiding van van de aanwezigheid van granuliet
aan de oppervlakte in de Moleneindse Waard? Wat is uw reactie hierop? Gaat u uw reactie
ook nog sturen naar de gemeente West Maas en Waal?
Vraag 9
Gaat u gehoor geven aan de oproep van de gemeente West Maas en Waal om de uitkomsten
van het onderzoek door het RIVM en Deltares af te wachten alvorens er vervolgstappen
worden genomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het uiterst belangrijk is dat de zorgen van bewoners omtrent
het granuliet-dossier worden geadresseerd en zo mogelijk worden weggenomen, en dat
het aanvullend onderzoek van Arcadis hierin niet is geslaagd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u ervan op de hoogte dat in het Besluit bodemkwaliteit een regel is opgenomen
die stelt dat onder grond of baggerspecie ook grond of baggerspecie wordt verstaan
dat is vermengd met ten hoogste 20 gewichtsprocenten bodemvreemd materiaal5?
Vraag 12
Klopt het dat in de nota van toelichting is opgenomen dat het bij deze regel nadrukkelijkniet
gaat om het bijmengen van bodemvreemd materiaal6? Zo nee, hoe zit dit dan?
Vraag 13
Klopt het dat aan granuliet een bodemvreemde stof – een flocculant – wordt toegevoegd? Zo nee, hoe zit dit dan?
Vraag 14
Deelt u de analyse dat het toevoegen van het bodemvreemd flocculant aan granuliet
niet voldoet aan de regel in het Besluit bodemkwaliteit zoals uitgelegd in de nota
van toelichting7, aangezien iets als grond mag worden beschouwd als het maximaal 20 gewichtsprocent
bodemvreemd materiaal bevat datniet is bijgemengd?
Vraag 15
Bent u ervan op de hoogte dat in de Regeling bodemkwaliteit8 en op de site van Bodemplus9 twee vereisten worden gesteld voor wanneer iets als grond mag worden toegepast, namelijk:
bij het toepassen van grond mag ten hoogste 20 gewichtsprocenten bodemvreemd materiaal
voorkomen voor zover het steenachtig materiaal of hout betreft dat voorafgaand aan
het ontgraven of bewerken al in de grond aanwezig was, waarvan niet is te voorkomen
dat de grond of baggerspecie daarmee is vermengd, én overige bodemvreemde materialen
– anders dan steenachtig materiaal en hout – mogen alleen sporadisch voorkomen als
dat voorafgaand aan het ontgraven of bewerken al in de grond aanwezig was?
Vraag 16
Deelt u de analyse dat het toevoegen van het bodemvreemd flocculant aan granulietniet
voldoet aan de vereisten van de Regeling bodemkwaliteit en de uitleg van Bodemplus
voor bodemvreemd materiaal, aangezien de flocculant niet al in de afgegraven grond
zat, het vermengen wel te voorkomen was en de flocculant niet sporadisch maar altijd
wordt toegevoegd aan granuliet? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Klopt het dan ook dat granuliet dusniet als grond mag worden gekwalificeerd volgens
het Besluit bodemkwaliteit zoals uitgelegd in de nota van toelichting10, de Regeling bodemkwaliteit11 en de uitleg van Bodemplus12? Zo nee, hoe zit dit dan?
Vraag 18
Deelt u de mening dat het onacceptabele gevolgen zou hebben voor het milieu als het
toevoegen van het bodemvreemd flocculant aan granuliet wél wordt beschouwd als dat
het zou voldoen aan de eisen omtrent bodemvreemd materiaal, omdat dit zou betekenen
dat grond altijd voor 20 gewichtsprocent zou mogen worden aangevuld met bodemvreemd
materiaal van welke aard dan ook, zonder dat het de toepassing als grond zou verliezen?
Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Op 22 april 2022 heeft het lid Van Esch mij verzocht om beantwoording van Kamervragen
over het achterhouden van informatie in de granulietzaak en het toevoegen van bodemvreemd
materiaal aan het granuliet. De gevraagde antwoorden betreffen een langer lopend dossier
waarbij veel partijen betrokken zijn. Het raadplegen van experts is bovendien noodzakelijk
om te voorkomen dat antwoorden niet specifiek of duidelijk genoeg zijn. Door de benodigde
afstemming is er geen gelegenheid om de beantwoording binnen de gebruikelijke termijn
te realiseren. Ik zal u zo spoedig mogelijk een reactie doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.