Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sneller en Van Weyenberg over het faillissement van RCCS, waardoor coffeeshophouders problemen ervaren om hun kasgelden te verwerken en hun reguliere bedrijfsvoering daardoor niet kunnen voortzetten
Vragen van leden Sneller en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Ministers van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het faillissement van RCCS, waardoor coffeeshophouders problemen ervaren om hun kasgelden te verwerken en hun reguliere bedrijfsvoering daardoor niet kunnen voortzetten (ingezonden 22 maart 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën), mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 12 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2409.
Vraag 1
Bent u bekend met de brandbrief van de Bond van Cannabis Detaillisten d.d. 8 maart
2022 (referentienummer 11/22/04) over het beleid van banken waardoor de continuïteit
van hun bedrijfsvoering in gevaar komt?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Erkent u dat coffeeshophouders, vanwege de aard van hun bedrijfsvoering, hun leveranciers
eigenlijk alleen in contanten kunnen uitbetalen? Zo ja, acht u het wenselijk dat er
grote sommen contant geld fysiek aanwezig zijn in een coffeeshop, met alle risico’s
voor de veiligheid van dien?
Herkent u dat coffeeshops, vanwege de hoge bedragen aan contant geldverkeer en het
gebrek aan facturen, door banken worden aangemerkt als bedrijven met een hoog risicoprofiel
in hun bedrijfsvoering? Hoe voorkomt u dat dit tot te grote beperkingen leidt voor
coffeeshophouders?
Antwoord 2 en 3
Bij coffeeshops speelt contant geld een grote rol vanwege het gedoogbeleid: de verkoop
van hasj en hennep wordt gedoogd, maar de inkoop door coffeeshops niet. Dat heeft
tot gevolg dat de gehele inkoop van hasj en hennep middels contanten plaatsvindt,
hetgeen leidt tot een hoge contantgeldbehoefte, die niet altijd boekhoudkundig verantwoord
kan worden. Uit jurisprudentie blijkt dat van de exploitant van een coffeeshop in
redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij ter zake van de inkoop van softdrugs
over facturen beschikt.1 Vanwege de bedrijfsvoering is het mogelijk dat coffeeshophouders daarom contant geld aanwezig hebben. Het is aan de ondernemer hiertoe
passende veiligheidsmaatregelen te nemen.
Het gedoogbeleid brengt een intrinsieke spanning, tussen enerzijds de eisen die voortvloeien
uit de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) en
anderzijds de uitgangspunten van het gedoogbeleid voor coffeeshops2, met zich mee. De Wwft verplicht banken, en andere Wwft-instellingen, om een risicobeoordeling
te maken van hun klanten door middel van cliëntenonderzoek. Indien banken risico’s
constateren, dienen zij mitigerende maatregelen te nemen. Het gebruik van hoge bedragen
contant geld is een van de indicatoren voor een verhoogd risico op witwassen. Het
is, vanwege de spanning tussen de Wwft en aan de gedoogde verkoop gerelateerde risico’s,
ook belangrijk dat de bank in kwestie, die een risico signaleert, in overleg gaat
met de sector om de risico’s in kaart te brengen en zo gezamenlijk mitigerende maatregelen
te verkennen en te nemen. In die gesprekken kan bijvoorbeeld de behoefte aan contant
geld vastgesteld worden.
Het Ministerie van Financiën zet zich in algemene zin in voor een toegankelijk betalingsverkeer,
waaronder het chartale betalingsverkeer. De afgelopen maanden heeft De Nederlandsche
Bank (DNB) gesprekken gevoerd met de belangrijkste partijen uit het betalingsverkeer
over een Convenant Contant Geld. Dit Convenant heb ik op 8 april aan uw Kamer aangeboden.3 In het Convenant zijn overwegingen opgenomen die banken richting geven om proportionaliteit
toe te passen ten aanzien van de chartale dienstverlening bij het naleven van de verplichtingen
uit anti-witwasregelgeving.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de suggestie om de Algemene leidraad Wet ter voorkoming van witwassen
en financieren terrorisme (Wwft) aan te passen zodat coffeeshops niet langer in de
categorie met verhoogd risico vallen?
Antwoord 4
De Algemene leidraad Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is, zoals de titel aangeeft, een algemene uitleg van de Wwft. In deze leidraad wordt
niet op specifieke sectoren ingegaan. Daarnaast vormen de hoge(re) bedragen contant
geld een risico. De omloop van hoge bedragen contant geld komt ook voor bij andere
sectoren. Dat contant geld een hoger integriteitsrisico oplevert blijkt onder andere
uit de (bijlage bij de) vierde anti-witwasrichtlijn en de Nederlandse National Risk Assessment (NRA). Bij de beoordeling van de risico’s van een klant dient de instelling rekening
te houden met risicofactoren. Dat zijn in ieder geval factoren die verband houden
met het type cliënt, product, dienst, transactie en leveringskanaal en met landen
of geografische regio’s. De vierde anti-witwasrichtlijn bevat drie bijlagen met variabelen
dan wel factoren die de Wwft-instelling in overweging moet nemen bij het beoordelen
van de witwasrisico’s en risico’s op terrorismefinanciering. Bijlage III bij die richtlijn
noemt factoren die kunnen duiden op een potentieel hoger risico. Dit zijn onder andere
bedrijven waar veel transacties in contanten plaatsvinden. Ik vind het daarom niet
aangewezen om in de Leidraad op te nemen dat een coffeeshop geen verhoogd risico oplevert.
Vraag 5
Bent u bekend met de ontwikkeling dat zakelijke klanten van banken in Nederland steeds
minder hoge bedragen aan contant geld kunnen opnemen en storten? Zo ja, bent u in
gesprek met banken om afspraken te maken over het minimumbedrag aan contanten dat
bedrijven moeten kunnen opnemen en storten, bijvoorbeeld coffeeshophouders?
Antwoord 5
In het Convenant Contant Geld zijn afspraken opgenomen over de kwaliteit en de kosten
van de chartale dienstverlening door banken. De afspraken in het Convenant hebben
als doel dat contant geld goed blijft functioneren als toonbankbetaalmiddel, ook als
geleidelijk steeds meer elektronisch betaald wordt, en voorzien wordt in de benodigde
infrastructuur om dit te bereiken. Zo zijn er afspraken opgenomen over het aantal
opname- en afstortautomaten, over de continuïteit van het waardevervoer, en over het
toepassen van proportionaliteit en klantspecifieke maatregelen door banken bij het
nakomen van de verplichtingen volgend uit anti-witwasregelgeving. Tevens zullen banken
in ieder geval tot eind juli 2023 geen nieuwe maatregelen treffen die als gevolg hebben
dat het opnemen of storten van contant geld voor zakelijke en particuliere klanten
duurder wordt gemaakt, dan wel anderszins wordt belemmerd of ontmoedigd. Banken kunnen
vanuit hun verplichtingen uit de anti-witwasregelgeving maatregelen nemen voor specifieke
cliënten als dit uit nader onderzoek noodzakelijk blijkt.
Vraag 6 en 7 en 10
Herkent u dat, vanwege deze ontwikkeling, coffeeshophouders thans afhankelijk zijn
van waardetransporteurs om contant geld te verkrijgen voor hun bedrijfsvoering?
Hoe beoordeelt u de afhankelijkheidsrelatie van de coffeeshophouders naar de waardetransporteurs?
Kunt u uiteenzetten welke risico’s deze afhankelijkheid heeft voor de bedrijfsvoering
van coffeeshops?
Bent u bereid om samen met de coffeeshopbranche en de bankensector oplossingen te
creëren voor deze knelpunten in de bedrijfsvoering opdat de branche betere toegang
krijgt tot de financiële dienstverlening van banken?
Antwoord 6 en 7 en 10
Ik begrijp dat coffeeshops soms gebruik maken van waardetransporteurs om te kunnen
voorzien in hun contant geldbehoefte. Mijn ministerie heeft verschillende malen overleg
gevoerd met de vertegenwoordiging van coffeeshophouders over de toegang tot het betalingsverkeer.
Ik begrijp ook van de Vereniging Haagse Coffeeshops en Platform Cannabisondernemingen
Nederland dat banken reeds kijken naar het leveren van maatwerk aan coffeeshops wat
betreft hun contantgeldbehoefte. Deze behoefte hangt af van de gedoogde verkoop en
wisselt per coffeeshop. Ik moedig deze werkwijze aan en ga er vanuit dat de coffeeshop
en bank transparant met elkaar communiceren, en informatie uitwisselen om te komen
tot afspraken die voorzien in een redelijke toegang tot contant geld in relatie tot
de verkoopbehoefte.
Daarnaast heeft de rechter zich uitgesproken over de balans tussen de toegang tot
betalingsverkeer voor coffeeshops en de uitvoering van de Wwft door banken.4 De voorzieningenrechter overweegt dat de contractvrijheid van een bank begrensd is,
vanwege de bijzondere zorgplicht tegenover de rekeninghouder. Daarnaast wordt ook
overwogen dat een maximaal bedrag aan contanten in strijd kan zijn met de daadwerkelijke
toegang tot betaalfaciliteiten. Ik stimuleer dat banken en coffeeshophouders onderling
afspraken maken over de contantgeldbehoeft en ga ervanuit dat banken bij het maken
van afspraken rekening houden met de overwegingen van de rechter. Het Convenant Contant
Geld biedt daar een goede basis voor.
Vraag 8
Kunt u uiteenzetten wat de gevolgen zijn van het faillissement van RCCS Waardetransport
B.V. (hierna: RCCS) op coffeeshophouders in het bijzonder en voor de softdrugsmarkt
in bredere zin? Wat zijn de gevolgen van het faillissement van RCCS en beperking van
geldverkeer via de bankrekening van coffeeshophouders voor de openbare orde?
Antwoord 8
Op basis van de website van RCCS5 begrijp ik dat er een akkoord is bereikt over een doorstart van RCCS Waardetransport.
Per 1 april heeft Ziemann Group de Nederlandse activiteiten van RCCS overgenomen.
In principe kunnen voormalige klanten van RCCS hun diensten afnemen van Ziemann, overstappen
naar een andere waardevervoerder of gebruik maken van de voorzieningen van Geldmaat
voor het opnemen en afstorten van contant geld. Ik kan nu niet inschatten wat de gevolgen
zijn voor coffeeshophouders en de softdrugsmarkt, aangezien dit proces nog gaande
is. Ik begrijp van de vertegenwoordiging van de coffeeshopsector dat zij ook nog de
gevolgen aan het inventariseren zijn.
Vraag 9
Kunt u ons informeren over de stand van zaken van uw gesprekken met de bankensector
om discriminatie en uitsluiting tegen te gaan, n.a.v. de mondelinge vraag van het
lid Hammelburg (d.d. 2 november 2021) en de toezegging aan het lid Van Weyenberg tijdens
het tweeminutendebat financiële markten – consumenten en dienstverlening (d.d. 3 februari
2022)?
Antwoord 9
De Wwft verplicht banken tot het maken van een individuele risicobeoordeling per klant.
Het categorisch uitsluiten van bepaalde klanten of groepen volgt daar niet uit. De
Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wwft gaan ervan uit dat instellingen op
basis van onderscheid in aard en omvang van het risico cliënten indelen in risicocategorieën.
De bank is hiervoor verantwoordelijk, dit betekent niet dat banken hele sectoren mogen
uitsluiten, wel kan het betekenen dat sectoren waar bijvoorbeeld meer contant geld
in omloop is een intensiever cliëntenonderzoek vereisen.
Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer, naar aanleiding van de mondelinge vraag van het
lid Hammelburg (D66), toegezegd (d.d. 2 november 2021) uiteen te zetten onder welke
omstandigheden tariefverhogingen vanwege een verhoogd risico redelijk en proportioneel
zijn. In het convenant Contant Geld zijn daar afspraken over gemaakt met betrekking
tot tarieven voor contant geld. In mijn gesprekken met de banken en DNB over de-risking
komt dit verder aan bod. Op dit moment wordt een inventarisatie gemaakt van de sectoren
waar dit speelt en welke risico’s van toepassing zijn. Op basis van deze inventarisatie
verwacht ik ook in te kunnen gaan op redelijke en proportionele tarieven.
Daarnaast heb ik uw Kamer tijdens het tweeminutendebat financiële markten – consumenten
en dienstverlening (d.d. 3 februari 2022) toegezegd om naar aanleiding van meerdere
onderzoeken en evaluaties die zijn gedaan en nu lopen uw Kamer te informeren. Zoals
ik op 30 maart 2022 heb aangegeven zullen de Minister van Justitie en Veiligheid en
ik de relevante aanbevelingen en aanknopingspunten uit de onderzoeken betrekken bij
de voorstellen voor verdere verbetering van de aanpak van witwassen en deze na de
zomer met uw Kamer delen.6 Daarnaast zal ik een eerste appreciatie van de evaluatie van de implementatiewet
van de vierde anti-witwasrichtlijn in mei met beide Kamers delen. Gelet op de motie
van het lid Azarkan7 zal ik in overleg gaan met toezichthouders om duidelijkheid te verkrijgen over de
risicoselecties die banken ter implementatie van de Wwft gebruiken. Wanneer een klant
meent gediscrimineerd te worden door een bank, dan kan de consument de klacht onder
andere voorleggen aan de civiele rechter of het Kifid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.