Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de additionele steun vanuit de Europese Vredesfaciliteit aan Oekraïne
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het voornemen van de EU om Oekraïne militair te steunen met 500 miljoen euro extra (ingezonden 14 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en van Minister Ollongren (Defensie)
(ontvangen 11 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het voorstel van Ursula Von der Leyen, Josep Borrell en Charles
Michel met betrekking tot de extra 500 miljoen euro aan militaire hulp voor Oekraïne1?
Antwoord 1
Hoge Vertegenwoordiger (HV) Borrell heeft op 7 april jl. voorgesteld om de steun die
de EU vanuit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) aan Oekraïne levert, te verhogen.
Het gaat wederom om 500 miljoen euro, waarvan 450 miljoen euro voor lethale middelen
en 50 miljoen euro voor niet-lethale middelen. Het voorstel voor de verhoging is eerst
voorgelegd aan het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) van de EU voor besluitvorming
door de lidstaten. Op 13 april jl. is de Raad akkoord gegaan met het voorstel, waarmee
het totaal aan beschikbare EPF steun voor Oekraïne op dit moment in totaal 1,5 miljard
euro is.
Vraag 2
Klopt het dat dit de derde «tranche» van 500 miljoen euro is voor Oekraïne en dat
daarmee het plafondbedrag voor de European Peace Facility (EPF) voor het jaar 2022,
nu reeds verdriedubbeld wordt?
Antwoord 2
In het Raadsbesluit 2021/509 tot oprichting van de Europese Vredesfaciliteit is opgenomen
dat van 2021 tot 2027 een bedrag van 5,7 miljard euro beschikbaar is.2 Het bedrag voorzien voor 2022 was 520 miljoen euro. De Nederlandse inzet is om budget
voor aankomende jaren naar voren te halen en de uitbetaling van de vergoedingen uit
te spreiden over de komende jaren. Daarmee kan het plafond van 5,7 miljard in stand
worden gehouden, conform de motie Van Haga.3 Zodoende kan de totale Nederlandse bijdrage aan de EPF, ongeveer 5,9% van het totaal
budget, gelijk blijven. Het EPF Comité, waaraan alle lidstaten deelnemen, zal op korte
termijn bijeenkomen om hierover afspraken te maken. Gezien het uiterst onvoorspelbare
verloop van de oorlog in Oekraïne kan het kabinet een toekomstige discussie over de
hoogte van de Europese Vredesfaciliteit niet uitsluiten. Het kabinet zal uw Kamer
informeren over de ontwikkelingen hieromtrent.
Vraag 3
Klopt het dat de bedragen van de EPF niet ten laste van de EU-begroting vallen, maar
worden opgebracht door de lidstaten? Is dat ook het geval met de nu aangekondigde
extra 500 miljoen euro? Zo ja, bent u het met mij eens dat de EU daarmee sinterklaas
speelt met het geld van de lidstaten? Zo ja, bent u bereid mevrouw Von der Leyen daarop
aan te spreken?
Antwoord 3
In aanvulling op het antwoord op vraag 2. De EPF valt inderdaad buiten de EU-begroting.
Niet de Europese Commissie maar de EU lidstaten besluiten over de wijze waarop dit
budget wordt besteed. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de kamerbrief over
de oprichting van het EPF, d.d. 15 januari 2021.4
Vraag 4
Bent u voornemens de aangenomen motie Van Haga c.s.5 over het vasthouden aan de plafondbedragen van de EPF, uit te voeren? Zo ja, wanneer
en hoe gaat u in de EU communiceren dat Nederland niet akkoord gaat met extra financiële
hulp en niet van plan is mee te betalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Is er vooroverleg geweest met Nederland voordat mevrouw Von der Leyen het aanbod deed?
Zo ja, wat was de uitkomst ervan en bent u op de een of andere manier akkoord gegaan?
Zo ja, hoeveel gaat Nederland bijdragen en hoe wordt dat gefinancierd? Wordt de Kamer
hierbij betrokken?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 1 en 2.
Vraag 6
Klopt het dat lidstaten die meedoen aan de EPF, de ruimte hebben om nee te zeggen
tegen concrete voorstellen binnen de EPF? Gaat u daar gebruik van maken?
Antwoord 6
Conform art. 5 van het EPF raadsbesluit (2021/509) vindt besluitvorming plaats op
basis van unanimiteit. Lidstaten kunnen zich ook «constructief» onthouden van stemming.
Daarover is in art. 5 lid 3 van het besluit is, afgesproken dat een lidstaat die zich
van stemming onthoudt betreffende een steunmaatregel inzake de levering van lethale
steun, die lidstaat niet bijdraagt in de kosten daarvan. In een dergelijk geval draagt
die lidstaat een extra bedrag bij aan andere steunmaatregelen inzake niet-lethale
steun.
Het kabinet beoordeelt per voorstel of het kan instemmen met een steunmaatregel.
Vraag 7
Klopt het dat Denemarken niet deelneemt aan de EPF (opt-out) en geen financiële bijdrage
levert aan het fonds? Is zo’n constructie ook voor Nederland mogelijk? Kunt u deze
vraag feitelijk beantwoorden? Zo ja, wat vindt u van deze optie?
Antwoord 7
De Europese Vredesfaciliteit heeft twee pilaren: de financiering van EU missies en
operaties en de financiering van steunmaatregelen. Denemarken heeft een opt-out voor
het Gemeenschappelijk Veiligheid- en Defensiebeleid op het gebied van militaire aangelegenheden
en draagt derhalve niet bij aan de eerste pijler, missies en operaties, maar wel aan
de twee pijler, steunmaatregelen. Nederland heeft niet gekozen voor een opt-out op
het GVDB en het kabinet ambieert dit evenmin.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.