Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boulakjar over het bericht in het Financieele Dagblad ‘Aedes wil landelijke toets voor fabriekswoningen’
Vragen van lid Boulakjar (D66) aan de Minister voor Volksgezondheid en Ruimtelijke Ordening over een landelijk toetsingskader voor prefabwoningen (ingezonden 22 april 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
10 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Aedes wil landelijke toets voor fabriekswoningen» uit
het Financieele Dagblad van woensdag 20 april 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de geschetste problematiek waarbij de bouw van prefabwoningen wordt vertraagd
omdat een landelijk toetsingskader ontbreekt, en elke gemeente afzonderlijk mag bepalen
of een in de fabriek gemaakte woning veilig is en geplaatst mag worden?
Antwoord 2
Ja. Voor de bouw van woningen is een omgevingsvergunning voor het bouwen nodig. De
gemeente beoordeelt, als bevoegd gezag, nu nog of een vergunningaanvraag voldoet aan
de lokale regels inzake welstand en ruimtelijke ordening en aan de landelijke regels
van het Bouwbesluit 2012. Daar waar vertraging ontstaat, heeft dit veelal te maken
met de vraag of een nieuwbouwplan past in de omgeving. De gemeente moet alle belangen
hierbij afwegen en soms is dat niet mogelijk binnen de reguliere termijn van 8 weken.
De veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid van bouwplannen worden beoordeeld
op basis van de landelijke regels uit het Bouwbesluit 2012. De terechte vraag kan
hier inderdaad gesteld worden of fabriekswoningen en andere vormen van conceptuele
woningen telkens opnieuw door iedere gemeente aan deze landelijke regels uit het Bouwbesluit
2012 getoetst moet worden.
Met de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt het landelijk
goedkeuren van fabriekswoningen zoals Aedes voorstelt al grotendeels mogelijk. Ik
wil de Wkb op 1 januari 2023 tegelijk met de Omgevingswet invoeren. Onder de Wkb is
het niet langer de gemeente die ieder bouwplan stuk voor stuk moet beoordelen en goedkeuren.
Kwaliteitsborgers beoordelen bouwplannen en zien toe op de uitvoering volgens de bouwtechnische
regels. Het wordt daarbij mogelijk om fabriekswoningen en andere vormen van conceptuele
woning vooraf, eenmalig te beoordelen en goed te keuren. Per project kan de kwaliteitsborger
dan volstaan met de noodzakelijke beoordeling van specifieke lokale omstandigheden,
zoals de fundering, en een toets op de juiste uitvoering van het bouwproject.
Op dit moment worden gesprekken gevoerd en vinden proefprojecten plaats met onder
meer deelnemers aan het Netwerk Conceptueel Bouwen. Doel hiervan is nagaan op welke
wijze een zo groot mogelijk deel van nieuwbouwwoningen standaard kan worden goedgekeurd.
Dit gebeurt op een zodanige manier dat de tijd die nodig is voor beoordeling per project
zo beperkt mogelijk is en dat de veiligheid en kwaliteit gegarandeerd blijft.
Vraag 3
Deelt u de mening dat modulaire woningbouw een effectieve, duurzame en snelle oplossing
kan zijn voor de woningbouwopgave? Zo ja, wat gaat komende tijd uw inzet zijn om modulaire
woningbouw op te schalen in Nederland?
Antwoord 3
Ja. Gezien de nieuwbouwopgave waar we de komende jaren voor staan zie ik industrieel,
modulair en conceptueel bouwen als kans voor het bereiken van de doelstelling. Daarbij
is dit tevens een kans om de kwaliteit te verhogen, de belasting van het milieu te
verlagen en afvalstromen te beperken ten opzichte van de meer traditionele bouwwijze.
In het programma Woningbouw is de inzet op meer circulair en industrieel bouwen opgenomen.
De inzet en activiteiten daarbij zijn gestoeld op het rapport «Conceptuele bouw en
industriële productie» dat vorig jaar zomer naar de Tweede Kamer is verstuurd.2
Vraag 4
Kunt u toelichten in hoeverre u zicht heeft op de knelpunten om modulaire woningbouw
te implementeren in Nederland? Zo ja, wat zijn de barrières?
Antwoord 4
In het Programma Woningbouw heb ik aangegeven dat ik industrieel bouwen wil bevorderen,
zowel om de woningbouw te versnellen als voor het verbeteren van de energie- en milieuprestatie
van woningen. Om die reden ben ik voornemens om de in de Omgevingswet voorziene beleidsvrijheid
om strengere eisen te stellen op dit vlak te schrappen uit de regelgeving. Zoals aangeven
wil ik met de Wkb de bouwtechnische toets versnellen en tevens de kwaliteit van de
bouw verbeteren. Eventuele overige belemmeringen hiervoor zal ik zo veel als mogelijk
wegnemen.
Vraag 5
Bent u van mening dat een landelijk toetsingskader eventuele barrières voor de bouw
van prefabwoningen zou wegnemen? Zo ja, bent u bereid om een dergelijk instrument
op de korte termijn in te voeren om het proces te versnellen?
Antwoord 5
Ik denk dat een landelijke werkwijze waarbij goedkeuring van een (fabrieksmatig) woningbouwconcept
de goedkeuring van fabriekswoningen sterk kan vereenvoudigen. De Wkb voorziet in een
werkwijze waarbij een goed kwaliteitszorgsysteem van de bouwers zelf daarnaast kan
zorgen voor het nog verder beperken van de externe controle op bouw. Alle standaard
onderdelen van woningen worden eenmalig goedgekeurd waarbij de controle slechts gericht
hoeft te zijn op de juiste uitvoering van de plaatsing/ het samenstellen van de nieuwe
woning op de uiteindelijke locatie. Zoals ik hierboven al heb aangegeven lopen er
al gesprekken en proefprojecten met onder meer deelnemers aan het Netwerk Conceptueel
Bouwen om te kijken op welke wijze een zo groot mogelijk deel van nieuwbouwwoningen.
Vraag 6
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.