Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuzu en Piri over de Russische 'sigarettenkoning' die onder Europese sancties uitkomt, omdat Nederland er niet in slaagt om zijn vermogen te bevriezen
Vragen van de leden Kuzu (DENK) en Piri (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de Russische «sigarettenkoning» die onder Europese sancties uitkomt, omdat Nederland er niet in slaagt om zijn vermogen te bevriezen (ingezonden 15 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Ministers van
Economische Zaken en Klimaat en van Financiën (ontvangen 10 mei 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de Russische oligarch Kesajev, die naar
verluidt een vermogen heeft van meer dan 1 miljard euro, waarbij het nog maar de vraag
is of Nederland dit vermogen kan bevriezen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Klopt het dat de bezittingen van Kesajev niet onder het sanctieregime van Europa vallen,
omdat hij sinds 11 april is teruggetreden uit de raad van commissarissen van Megapolis
Distribution? Zo ja, deelt u de mening dat het uitermate onwenselijk is dat een sanctieregime
zo makkelijk ontweken kan worden?
Welke stappen gaat u ondernemen om te voorkomen dat Russische oligarchen op deze manier
onder het sanctiebeleid uit kunnen komen?
Klopt het dat sanctiecoördinator Stef Blok nog geen uitspraken kan doen over de betrokkenheid
van Kesajev bij Megapolis? Zo ja, waarom is het nog niet duidelijk hoe deze Russische
oligarch gesanctioneerd zal worden?
Antwoord 2, 3 en 4
Als een (rechts)persoon op een EU-sanctielijst is geplaatst, betekent dit dat de tegoeden
en economische middelen die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de gesanctioneerde
(rechts)persoon moeten worden bevroren. Hierbij geldt een eigendomsdrempel van 50%.
Nederland pleit voor de verlaging van deze drempel naar 25%, maar hier is vooralsnog
geen meerderheid voor.
Ook dienen de tegoeden en economische middelen te worden bevroren van (rechts)personen
die met de gesanctioneerde (rechts)persoon zijn verbonden. Zolang een persoon op een
sanctielijst staat, geldt dit gebod tot bevriezen van tegoeden en economische middelen.
Daarnaast mogen er (direct en indirect) geen tegoeden en economische middelen of andere
voordelen ter beschikking worden gesteld aan gesanctioneerde (rechts)personen zoals
aandeelhouders.
Indien eigendom van meer dan 50% niet kan worden aangetoond, kan zeggenschap doorslaggevend
zijn om over te gaan tot bevriezing. Enkel het terugtreden uit de raad van commissarissen
is niet voldoende om de drempel van zeggenschap te ontwijken. Informatie over zeggenschap
van gesanctioneerden in vennootschappen dient gecontroleerd te worden door betrokken
financiële instellingen en dienstverleners, maar kan niet in het openbaar gedeeld
worden. De coördinator kan hier dus geen uitspraken over doen.
Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel
of gevolg hebben dat bevriezingsmaatregelen worden omzeild. Overtreding van het omzeilingsverbod
is strafbaar gesteld in de nationale sanctieregelingen. Bij verdenking van overtreding
kan strafrechtelijk onderzoek worden ingesteld. Onder meer via deelname aan de freeze and seize task force werkt Nederland samen met Europese en andere internationale partners om de handhaving
van sancties tegen Russische en Belarussische personen en entiteiten te versterken.
Vraag 5
Hoe kan het dat het onduidelijk is of Kesajev nog een controlerend belang heeft in
twee andere Nederlandse vennootschappen?
Antwoord 5
Indien een gesanctioneerde persoon doorslaggevende zeggenschap kan uitoefenen over
een bedrijf, is sprake van een zeggenschapsrelatie. In een dergelijk geval kan een
gesanctioneerde persoon een effectieve en beslissende invloed uitoefenen op het gedrag
van het bedrijf. Om welke zeggenschap het precies gaat, dient onderzocht te worden
aan de hand van alle ter zake doende feiten en omstandigheden. Daarbij geldt in algemene
zin dat door het gebruik van verschillende (bedrijfs- en eigendoms)constructies, het
moeilijk kan zijn om te beoordelen of sprake is van doorslaggevende zeggenschap.
Vraag 6
Klopt het dat toezichthouder De Nederlandsche Bank niet ingaat op individuele gevallen?
Zo ja, waarom geldt er een geheimhoudingsplicht voor De Nederlandsche Bank met betrekking
tot individuele gevallen?
Antwoord 6
De Nederlandsche Bank (DNB) is, net als de Autoriteit Financiële Markten (AFM), aangewezen
als toezichthouder op de naleving van de sanctiewetgeving door specifieke categorieën
financiële instellingen. DNB beoordeelt en handhaaft vanuit haar toezichthoudende
taak de effectiviteit van de door de betreffende instellingen getroffen procedures
en maatregelen die zijn gericht op de naleving van de sanctiewetgeving. Daarnaast
beoordeelt DNB meldingen die deze instellingen aan haar doen wanneer zij constateren
dat zij met in een bepaalde sanctieregeling opgenomen personen, bedrijven en/of entiteiten
een relatie hebben. De wet bepaalt dat gegevens en inlichtingen die op grond van de
sanctiewetgeving zijn verkregen over afzonderlijke ondernemingen, instellingen of
personen, niet worden gepubliceerd en geheim zijn; op de toezichthouder rust een strikte
geheimhoudingsplicht als het gaat om informatie die in de uitoefening van de toezichttaak
is verkregen (artikel 10g, eerste en tweede lid, Sanctiewet 1977). Het is DNB op grond
van de wet dus inderdaad niet toegestaan om op individuele gevallen in te gaan.
Het primaire belang van geheimhouding is dat zij het toezicht ondersteunt, doordat
zij de drempel verlaagt om de toezichthouder te voorzien van informatie. Zowel instellingen
die onder toezicht staan als andere toezichthouders en (buitenlandse) overheidsinstanties
zullen immers gemakkelijker en sneller informatie delen als zij erop kunnen vertrouwen
dat die informatie geheim blijft. Geheimhouding ondersteunt dus het toezicht doordat
het de uitwisseling van informatie bevordert. Het zorgt er daarnaast voor dat de toezichthouder
ongestoord onderzoek kan doen naar mogelijke overtredingen en dat onderzoeksmethoden
geheim blijven. Daarnaast worden met geheimhouding de belangen beschermd van onder
toezicht staande instellingen. Uitgangspunt is immers dat ondernemingen zelf kunnen
bepalen welke informatie zij over hun activiteiten naar buiten brengen en delen met
anderen. Bij het toezicht ligt dat anders. De betreffende financiële instellingen
zijn in het kader van de sanctiewetgeving verplicht de toezichthouder te voorzien
van informatie over allerlei aspecten van hun bedrijfsvoering en in bepaalde gevallen
ook hun clientèle. Als tegenwicht voor deze verplichting mogen deze gegevens vervolgens
niet in de openbaarheid komen. Dat zou ook niet bijdragen aan het doel van de sanctiewetgeving,
te weten de nakoming van internationale afspraken en verplichtingen.
Vraag 7
Kunt u nader toelichten wie binnen Nederlandse vennootschappen aandelen in een vennootschap
moet melden, wanneer er geen trustkantoor bij betrokken is?
Antwoord 7
Er geldt volgens de sanctieverordening (EU) nr. 269/2014 (artikel 8, eerste lid) een
algemene informatieplicht voor natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en
lichamen die informatie hebben die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt,
zoals informatie over wat er bevroren is door de vennootschap zelf. In Nederland wordt
een vennootschap bestuurd en vertegenwoordigd door het bestuur van de vennootschap.
De verantwoordelijkheid voor het melden bij of informeren van de bevoegde autoriteiten
berust dan ook bij het bestuur, dat daarvoor ook medewerkers of dienstverleners kan
inschakelen. Voor beursgenoteerde ondernemingen waarvan de effecten op een gereglementeerde
markt worden verhandeld, geldt deze verplichting strikt genomen ook voor het bestuur.
Bij deze beursgenoteerde ondernemingen zijn de aandelen echter in de vorm van effecten
giraal gemaakt en worden ze gehouden op effectenrekeningen bij financiële instellingen.
Op deze instellingen rust een meldplicht aan de toezichthouders AFM en DNB krachtens
de sanctieverordening en de Regeling toezicht Sanctiewet (zie artikel 3 van die regeling).
Vraag 8
Klopt het dat de sanctiecoördinator Stef Blok geld niet kan bevriezen wanneer er geen
trustkantoor bij betrokken is? Zo ja, bent u het ermee eens, dat dit niet per sé via
trustkantoren zou moeten lopen?
Antwoord 8
De sanctieregelgeving verplicht het bevriezen van tegoeden van gesanctioneerde partijen
of entiteiten door marktpartijen. Deze verplichting geldt voor iedereen en dus niet
alleen als er een trustkantoor bij betrokken is. Financiële instellingen en trustkantoren
dienen een melding te maken bij DNB of de AFM van de relatie en de eventueel bevroren
tegoeden. De coördinator bevriest niet zelf tegoeden, maar dit gebeurt door marktpartijen
en de daartoe bevoegde overheidsinstanties.
Vraag 9
Op welke wijze achterhaalt de overheid wie er als uiteindelijke gerechtigde (UBO)
een belang heeft in een B.V. ten behoeve van het sanctiebeleid?
Antwoord 9
Controle van dit soort structuren bij bedrijven gebeurt allereerst door de betrokken
marktpartijen zelf. Bij verdenking van overtreding kan strafrechtelijk onderzoek worden
ingesteld door FIOD in opdracht van het OM. Daarnaast onderzoeken ambtenaren belast
met investeringstoetsing (Bureau Toetsing Investeringen) individuele gevallen ten
behoeve van het sanctiebeleid. Hier wordt onder andere gebruik gemaakt van gegevens
uit het handelsregister, de basisregistratie kadaster en de openbare registers. Daarnaast
ook bronnen met openbare informatie zoals jaarverslagen en nieuwsberichten van ondernemingen.
Ten slotte kan ook informatie worden opgevraagd bij de Nederlandse onderneming over
de zeggenschapsrelatie.
Vraag 10
Hoe is het mogelijk dat, indien een Russische eigenaar een minderheidsbelang heeft
in een bedrijf, er dan geen aanslag kan worden geheven of gelden kunnen worden bevroren?
Antwoord 10
Als er sprake is van 50% of meer aandelenbezit van een gesanctioneerde (rechts)persoon
in een bedrijf wordt bezit bevroren en is zakendoen met dit bedrijf verboden. Dit
geldt ook wanneer meerdere gesanctioneerde personen gezamenlijk 50% of meer van een
bedrijf in eigendom hebben. Nederland heeft bij het onderhandelen over sancties gepleit
voor verlaging van deze drempel naar 25%. Deze verlaging is niet overgenomen. Nederland
zal hiervoor blijven pleiten. Daarnaast geldt dat de tegoeden en economische middelen
van een bedrijf worden bevroren indien een gesanctioneerde (rechts)persoon doorslaggevende
zeggenschap heeft over dit bedrijf. Er zou, afhankelijk van alle omstandigheden van
het geval, ook sprake kunnen zijn van doorslaggevende zeggenschap van een Russische
eigenaar die een minderheidsbelang heeft in een bedrijf.
Vraag 11
Indien dit zo is, wat gaat u er dan aan doen dat ook minderheidsaandelen onder het
sanctieregime gaan vallen? Kunt u dit op EU-niveau aanhangig maken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 11
Nederland pleit in EU-verband voor verlaging van de drempel voor eigendom van 50%
naar 25%; helaas is daar vooralsnog onvoldoende steun voor.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.