Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wuite en Sjoerdsma over het bericht 'Slob: Media in Caribisch Nederland helpen zichzelf te versterken'
Vragen van de leden Wuite en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Slob: Media in Caribisch Nederland helpen zichzelf te versterken» (ingezonden 7 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 9 mei
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Slob: Media in Caribisch Nederland helpen zichzelf
te versterken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
In hoeverre is in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba sprake van
een sterke en onafhankelijke lokale media?
In hoeverre is in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba sprake van
onafhankelijke journalistieke controle op het openbaar bestuur?
Antwoord 2, 3
In het aangehaalde artikel wordt een onderzoek genoemd dat inderdaad inmiddels is
afgerond. In het onderzoek wordt een analyse gemaakt aan de hand van de UNESCO-indicatoren
voor ontwikkeling van een vrije, gezonde mediasector. De onderzoekster heeft dit eerder
al toegepast op Aruba en Curaçao. Nu is dat ook voor Caribisch Nederland gedaan. Aanvullend
zijn mensen werkzaam in de mediasector bevraagd naar hun behoeftes en opvattingen
ten aanzien van het functioneren van de mediasector op de drie eilanden. In mei wordt
het onderzoek aan de journalistieke sector van Caribisch Nederland gepresenteerd,
door de coronabeperkingen moest dat worden uitgesteld.
Uit de onderzoeksresultaten komt het volgende beeld naar voren. De journalistieke
sector is relatief groot, gezien de bevolkingsomvang en in vergelijking met lokale
media in Europees Nederland. Dit is met name het geval op Bonaire, op Saba en Sint
Eustatius is de journalistieke sector aanzienlijk kleiner. Desalniettemin zijn er
ook zorgen. Niet alle journalisten ervaren journalistieke onafhankelijkheid. Commerciële
en politieke actoren proberen de media soms te beïnvloeden. Een deel van de journalisten
ervaart een noodzaak tot zelfcensuur en vindt het moeilijk de «waakhondfunctie» te
vervullen. Er is dan ook een behoefte aan professionalisering. Desgevraagd noemen
de journalisten o.a. trainingen op het gebied van interviewen, journalistieke onderzoeksvaardigheden,
netwerkvaardigheden e.d. Na definitieve oplevering zal ik hier verder op in kunnen
gaan. Zie het antwoord op vragen 6 en 7.
Vraag 4, 5
Onderschrijft u het belang van sterke en onafhankelijke media om de weerbaarheid van
de democratische rechtsstaat te garanderen?
Bent u van mening dat onafhankelijke journalistieke controle op het openbaar bestuur
een positief effect op de kwaliteit van het openbaar bestuur kan hebben?
Antwoord 4, 5
Ja, de journalistiek is een belangrijk middel om mensen geïnformeerd te houden over
wat er zich in hun leefomgeving afspeelt. Kritische journalistiek helpt om de inwoners
te informeren. Het publieke debat is gebaat bij onafhankelijke journalistiek. Burgers
kunnen zo zelf een mening vormen over belangrijke ontwikkelingen. Dat is eens te meer
relevant als dat hun eigen leefomgeving raakt.
De media hebben een dubbele signaleringsfunctie. Enerzijds voor de bevolking om geïnformeerd
te worden over wat er gebeurt en leeft in de politiek en het openbaar bestuur en anderzijds
voor de politiek en het openbaar bestuur over wat er gebeurt in de samenleving en
leeft bij de bevolking. Sterke en onafhankelijke media zijn van belang om deze rol
goed in te kunnen vullen. Hierbij is met name de waakhondfunctie van de media relevant:
in een democratische samenleving behoren de media de politiek kritisch te volgen en
politici aan te spreken als er iets niet goed gaat. Tegels lichten, onderzoek doen
en vragen stellen vormen de kerntaken van de journalistiek in een democratische rechtsstaat.
Vraag 6, 7
In hoeverre heeft het versterken en professionaliseren van de lokale journalistiek
op de BES-eilanden uw aandacht en maakt het deel uit van uw beleidsinzet de komende
kabinetsperiode?
Welke stappen zijn reeds gezet naar aanleiding van het inventariserend onderzoek en
het bijbehorende stappenplan, waarnaar wordt verwezen door voormalig Minister Slob
in het voornoemde artikel?
Antwoord 6, 7
Gezien het belang dat ik hecht aan het versterken van de lokale journalistiek in Europees
Nederland, vind ik dat de journalistiek in Caribisch Nederland daarbij niet kan achterblijven.
Zoals al aangegeven in het antwoord op vraag 2, wordt het uitgevoerde onderzoek in
mei aan de journalistieke sector van Caribisch Nederland gepresenteerd. Ik verken
de opties om de journalistiek in Caribisch Nederland te versterken en te professionaliseren,
op basis van de behoeftes van journalisten. Deze behoeftes komen nadrukkelijk naar
voren in het onderzoek, wat ik als basis gebruik voor het te ontwikkelen plan van
aanpak.
Daarbij heb ik oog voor de (kennis)positie van de individuele journalist en wil ik
de journalisten equiperen om het werk goed te kunnen doen. Lokale kennis wordt hierbij
nadrukkelijk betrokken, net als de kennis over het professionaliseren van lokale journalistiek
die er in Europees Nederland is opgedaan.
In dit stadium kan ik dit nog niet verder concretiseren. Zodra het plan gereed is,
zal ik de Kamer hierover nader informeren. Ik zal dat in ieder geval doen voorafgaand
aan de mediabegrotingsbehandeling. Dan zal ik ook het onderzoek meesturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.