Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sjoerdsma over het bericht dat een Nederlandse journalist hardhandig Oekraïne is uitgezet
Vragen van het lid Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat een Nederlandse journalist hardhandig Oekraïne is uitgezet (ingezonden 14 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht in het Nederlands Dagblad «De uitzetting van ND-correspondent
Robert Dulmers uit Oekraïne: Een reconstructie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over dit bericht?
Antwoord 2
Het ministerie is bij de Oekraïense autoriteiten nagegaan waarom correspondent Dulmers
is uitgezet en hoe de uitzetting is verlopen. De Oekraïense autoriteiten hebben aangegeven
dat de heer Dulmers in strijd heeft gehandeld met regelgeving die geldig is geworden
na het uitroepen van de noodtoestand. Door de wijze van delen van beeldmateriaal heeft
hij volgens de autoriteiten informatie prijsgegeven over de tijd, locatie en impact
van een aanslag. Daarmee zou hij heel direct burgers en hulpdiensten in gevaar gebracht
hebben. De Oekraïense autoriteiten laten weten dat dit de reden van uitzetting is
geweest.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat Dulmers onder dwang het land is uitgezet? Was deze uitzetting
in uw ogen legitiem?
Antwoord 3
Wegens de huidige oorlogssituatie konden de Oekraïense autoriteiten niet achterhalen
op welke wijze de heer Dulmers is behandeld tijdens de uitzetting. Indien de heer
Dulmers is behandeld op de manier zoals beschreven in het artikel, is dat voor betrokkene
een uiterst nare ervaring geweest en doorstaat dat de toets van proportionaliteit
niet. Dat heeft het ministerie ook kenbaar gemaakt aan de Oekraïense autoriteiten.
Vraag 4
Klopt het dat Dulmers zijn persaccreditatie voor Oekraïne voor 10 jaar is kwijtgeraakt?
Zo ja, vindt u dit proportioneel?
Antwoord 4
De Oekraïense autoriteiten hebben bevestigd dat de heer Dulmers voor 10 jaar geen
persaccreditatie voor Oekraïne kan verkrijgen. Het is in geval van oorlog of andere
noodsituaties toegestaan om vrijheden in te perken, waaronder de persvrijheid. In
de huidige oorlogssituatie is regelgeving opgesteld om militaire doelen, militairen,
burgers en hulpdiensten te beschermen. De heer Dulmers heeft deze regelgeving volgens
de Oekraïense autoriteiten niet gerespecteerd en daarmee burgers en hulpdiensten in
gevaar gebracht. Welke reactie daarop toelaatbaar is, is afhankelijk van de precieze
context van de casus. Hierover lopen de lezingen van de heer Dulmers en de Oekrainse
autoriteiten uiteen. Het ministerie heeft geen mogelijkheid om deze lezingen te verifiëren.
Vraag 5
In hoeverre levert deze casus een schending op van het recht op vrijheid van meningsuiting
en het recht op verzameling en verspreiding van informatie, zoals vastgelegd in artikel
19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR),
waarbij Oekraïne sinds 1991 partij is?
Antwoord 5
Oekraïne is verplicht de vrijheid van meningsuiting te respecteren, zoals neergelegd
in artikel 10 EVRM en artikel 19 IVBPR. Deze rechten mogen bij wet beperkt worden
om de nationale veiligheid te beschermen. Oekraïne heeft naar aanleiding van de Russische
inval noodtoestandsverklaringen afgelegd onder artikel 15 paragraaf 3 EVRM en artikel 4
paragraaf 3 IVBPR. Daarmee heeft Oekraïne tijdelijk meer ruimte om bepaalde vrijheden
te beperken. Het kabinet ziet persvrijheid als een groot goed en zal alle partijen,
waaronder Oekraïne, blijven oproepen de persvrijheid te blijven waarborgen voor zover
dat mogelijk is. In het gesprek met de Oekraïense autoriteiten is dit benadrukt. Oekraïne
heeft daarop aangegeven het belang van persvrijheid te onderschrijven en groot belang
te hechten aan verslaglegging van de oorlog. De Oekraïense autoriteiten hebben laten
weten dat er veel journalisten, ook buitenlandse, in Oekraïne actief zijn en dat zich
daarbij over het algemeen geen problemen voordoen. De autoriteiten hebben aangegeven
dat Nederlandse journalisten welkom zijn in Oekraïne om verslag te doen.
Vraag 6
Indien u acht dat Dulmers zijn accreditatie ten onrechte kwijt is geraakt, bent u
bereid in bilaterale gesprekken deze casus te bespreken en te bezien hoe de informatie
en uitleg aan journalisten over de regels rondom oorlogscorrespondentie verbeterd
kan worden?
Antwoord 6
Het ministerie heeft deze casus uitgebreid besproken met de Oekraïense autoriteiten.
Daarbij heeft het ministerie kenbaar gemaakt dat Oekraïne de vanwege de oorlogsomstandigheden
geldende regelgeving helder moet communiceren aan journalisten.
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.