Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de grove uitzetting van journalist Dulmers uit de Oekraïne
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de grove uitzetting van journalist Dulmers uit de Oekraïne (ingezonden 19 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Uitzetting van ND-correspondent Robert Dulmers uit
Oekraïne»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de bijzonder grove uitzetting van Dulmers, waarbij hij een doorgeladen
pistool tegen het hoofd gedrukt heeft gekregen? Kunt u een gedetailleerd antwoord
geven met een feitenrelaas van het incident?
Antwoord 2
Het ministerie is bij de Oekraïense autoriteiten nagegaan waarom correspondent Dulmers
is uitgezet en hoe de uitzetting is verlopen. De Oekraïense autoriteiten hebben aangegeven
dat de heer Dulmers in strijd heeft gehandeld met regelgeving die geldig is geworden
na het uitroepen van de noodtoestand. Door de wijze van delen van beeldmateriaal zou
hij volgens de autoriteiten informatie prijsgegeven hebben over de tijd, locatie en
impact van een aanslag. Daarmee zou hij heel direct burgers en hulpdiensten in gevaar
hebben gebracht. De Oekraïense autoriteiten laten weten dat dit de reden van uitzetting
is. Wegens de huidige oorlogssituatie konden de Oekraïense autoriteiten niet achterhalen
hoe de heer Dulmers is behandeld tijdens de uitzetting. Indien hij daadwerkelijk op
de manier is behandeld zoals beschreven in het artikel, is dat een vreselijke ervaring
geweest en doorstaat dat de toets van proportionaliteit niet. Dat heeft het ministerie
kenbaar gemaakt aan de Oekraïense autoriteiten.
Vraag 3
Wilt u de uitzetting van Dulmers, die voor zijn werk officiële militaire toestemming
had, scherp veroordelen? Zo ja, kunt u daarbij de ambassadeur van de Oekraïne ontbieden
voor het geven van tekst en uitleg?
Antwoord 3
Het ministerie heeft de Oekraïense autoriteiten gesproken over de toedracht van de
situatie. In dat gesprek is aangegeven dat persvrijheid in Nederland hoog in het vaandel
staat en dat onafhankelijke verslaggeving en toegang tot informatie, zeker in oorlogstijd,
van groot belang is. De Oekraïense autoriteiten hebben bevestigd dat de waarden van
persvrijheid en vrijheid van meningsuiting ook voor hen een groot goed zijn. Echter,
in de huidige oorlogssituatie is regelgeving opgesteld om de nationale veiligheid
te beschermen. De heer Dulmers heeft deze regelgeving volgens de Oekraïense autoriteiten
niet gerespecteerd en daarmee burgers en hulpdiensten in gevaar gebracht. De Oekraïense
autoriteiten hebben laten weten dat er veel journalisten, ook buitenlandse, in Oekraïne
actief zijn en dat zich daarbij over het algemeen geen problemen voordoen. De autoriteiten
hebben aangegeven dat Nederlandse journalisten welkom zijn in Oekraïne om verslag
te doen.
Vraag 4
Wilt u Oekraïne, via de ambassadeur, verzoeken om een volledig rapport rond de uitzetting
van Dulmers? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Het ministerie heeft de Oekraïense autoriteiten gevraagd naar de exacte toedracht
van de situatie. Wegens de huidige oorlogssituatie is het niet mogelijk om een volledig
rapport op te stellen en te overhandigen.
Vraag 5
Wilt u de ambassadeur kenbaar maken dat Nederland het absoluut onvaardbaar vindt dat
Oekraïne zo met onze journalisten omgaat? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
In het gesprek met de Oekraïense autoriteiten is naar voren gebracht dat persvrijheid
zeer hoog in het vaandel staat in Nederland. Mediavrijheid en toegang tot – en het
vergaren van – onafhankelijke informatie zijn cruciaal, ook in oorlogssituaties. De
Oekraïense ambassadeur heeft dat ook onderstreept. In het gesprek heeft het ministerie
kenbaar gemaakt dat Oekraïne deze regelgeving helder moet communiceren aan journalisten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.