Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Grinwis over de energieleveringszekerheid voor aankomende winter
Vragen van de leden Erkens (VVD) en Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de energieleveringszekerheid voor aankomende winter (ingezonden 3 maart 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 29 april 2022).
Vraag 1
Hoe apprecieert u het feit dat de Title Transfer Facility (TTF)-gasprijzen van nu,
komende zomer en het derde kwartaal 2022 nagenoeg gelijk blijven? Wat betekent dat
voor de vulling van de gasopslagen voor komende winter, waarvan het vulseizoen rond
1 april begint?
Antwoord 1
De prijzen voor gas worden bepaald op de interne gasmarkt van de Europese Unie, waarbij
de Nederlandse marktplaats (de TTF) een belangrijke rol speelt. Ik kan verder geen
oordeel geven over de prijsvorming als zodanig die eerst en vooral is ingegeven door
aanbod en vraag naar gas, en verwachtingen daaromtrent.
Wat de huidige gasprijzen betekenen voor het vullen van de gasopslagen is benoemd
in de brief over gasleveringszekerheid die de Staatssecretaris voor Economische Zaken
en Klimaat en ik op 14 maart jl. aan de Tweede Kamer hebben toegestuurd (Kamerstuk
29 023, nr. 283). In de brief van 22 april jl. (Kamerstuk 29 023, nr. 302) hebben de Staatssecretaris en ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen
die worden genomen om de gasopslagen voor de komende winter te vullen.
Vraag 2
In hoeverre ziet u mogelijkheden om de productie van aardgas op de Noordzee te vergroten?
Hoe snel kan dat? Om hoeveel gaswinning zou dat gaan?
Antwoord 2
De afgelopen tien jaar is de productie uit Nederlandse kleine velden gedaald, onder
meer door uitputting van bestaande reserves en een lage gasprijs. De verwachting is
dat de productie uit Nederlandse kleine velden op de Noordzee richting 2030 verder
afneemt. Om opsporing en winning van aardgas op de Noordzee te stimuleren is per 1 januari
2020 de investeringsaftrek verruimd van 25 naar 40%. Zoals beschreven in voornoemde
Kamerbrieven van 14 maart en 22 april jl. wil ik voorkomen dat de productie uit Nederlandse
kleine velden sneller daalt dan de Nederlandse vraag naar aardgas, want daardoor zou
de importafhankelijkheid verder toenemen. Ik werk samen met de sector aan een versnellingsplan
om projecten naar voren te halen en extra gaswinning te stimuleren. Dit versnellingsplan
zal uiterlijk in juli 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Vraag 3
Hoe ver bent u met het invulling geven aan de afspraak in het coalitieakkoord dat
er verplichte vulgraden voor onze gasopslagen komen? Welke methoden ziet u om tot
de verplichte vulgraden te komen? Bent u bereid om vóór 1 april via een aanwijzing
de gasopslagen te gaan laten vullen?
Antwoord 3
In voornoemde brieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en
verder, en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en ik uitgebreid
ingegaan op de maatregelen die er onder meer voor moeten zorgen dat de gasopslagen
aan het begin van de winter adequaat zijn gevuld. In de brief van 22 april jl. is
bovendien concreet beschreven welke maatregelen worden genomen om te verzekeren dat
de gasopslag Bergermeer wordt gevuld.
Vraag 4
Welke opties ziet u om langetermijncontracten voor Liquid Natural Gas (LNG) af te
sluiten voor komende winter? Deelt u daarbij de mening dat langetermijncontracten
het risico op mogelijke schaarste en extreme prijspieken voor de volgende winter verminderen?
Antwoord 4
Zie wat betreft de acties om LNG-importcapaciteit te vergroten voornoemde brieven
van 14 maart en 22 april jl. Daarnaast heeft de Europese Raad op 25 maart jl. geconcludeerd
dat er binnen de EU gewerkt moet worden aan samenwerking voor de vrijwillige gemeenschappelijke
aankoop van gas, LNG en waterstof. De Europese Commissie werkt in samenwerking met
de lidstaten de opties uit. Het zijn uiteindelijk primair de marktpartijen, en niet
overheden, die gas inkopen. Inkoopcontracten kunnen daarbij voor meerdere jaren worden
afgesloten.
Vraag 5
Hoe staat het met de concrete invulling van het Bescherm- en Herstelplan Gas? Wanneer
denkt u de Kamer daarover te kunnen informeren?
Antwoord 5
De Kamer is hierover geïnformeerd met de brief over gasleveringszekerheid van 14 maart
jl.
Vraag 6
Ziet u nog ruimte om een of meerdere grootverbruikers van gas per direct op een duurzame
optie over te laten schakelen?
Antwoord 6
Ik zie geen ruimte om meerdere grootverbruikers van gas per direct over te laten schakelen
op duurzame alternatieven. Het volledige overschakelen van gas naar een duurzame optie
is veelal een zeer ingrijpend proces dat zorgvuldig moet worden voorbereid en uitgevoerd.
Daarbij kan de overheid een dergelijk overschakeling naar duurzame opties bij een
of meerdere grootverbruikers niet zomaar juridisch afdwingen. Dat neemt niet weg dat
het kabinet zich inzet voor energiebesparing en verduurzaming. Dit is uitgebreid toegelicht
in de brief aan de uw Kamer van 22 april jl.
Vraag 7
Hoeveel ruimte is al gebruikt in relatie tot de 35%-limiet die nu tijdelijk ingesteld
is voor Nederlandse kolencentrales? Hoeveel ruimte resteert er naar uw inschatting
voor de komende winter?
Antwoord 7
De productiebeperking is erop gericht de CO2-uitstoot van kolencentrales op jaarbasis te beperken. Het staat de eigenaren van
de centrales daarbij vrij om zelf te beslissen hoe zij hun eenheden inzetten over
het jaar. Het is dus mogelijk dat de exploitanten soms op een hoog vermogen draaien
en soms op een laag vermogen, zolang zij op jaarbasis maar onder het maximum blijven.
De centrale van Uniper heeft minder vrijheid bij het bepalen van de inzet, doordat
zij contractuele verplichtingen heeft om het hele jaar door reststromen te verbranden.
De centrales van Onyx en RWE verbranden geen reststromen en zijn daarmee flexibeler
in te zetten.
Op basis van openbare bronnen1 is te zien dat de centrale van Onyx dit jaar relatief veel heeft gedraaid, waardoor
zij relatief veel ruimte heeft gebruikt in relatie tot het maximum onder de productiebeperking.
De centrale van RWE op de Eemshaven en de centrale van Uniper hebben ten opzichte
van Onyx minder gedraaid, waardoor zij meer ruimte hebben in relatie tot het maximum
onder de productiebeperking. De Amercentrale van RWE draait ook relatief veel, maar
deze centrale wordt niet door de productiebeperking geraakt omdat deze centrale relatief
veel biomassa verbrandt en relatief weinig kolenstook heeft.
Vraag 8
Hoe snel denkt u te kunnen beginnen met de opschaling van het isoleren van huizen
en het installeren van hybride warmtepompen? Bent u bereid daar een concreet doel
voor komende winter aan te koppelen, gericht op de huizen waar de maatregelen het
meeste effect hebben? Bent u bereid hiertoe een maximale inspanning te leveren, samen
met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en dat tot uitdrukking
te brengen in het aangescherpte en opgeschaalde Nationaal Isolatieprogramma, dat conform
de motie-Grinwis c.s. (Kamerstuk 35 925 VII, nr. 121) binnenkort naar de Kamer komt?
Antwoord 8
Zie wat dit betreft de brief van 14 maart jl. Wat betreft de vraagreductie in de gebouwde
omgeving heeft de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uw Kamer
op 4 april jl. (Kamerstuk 30 196, nr. 787) geïnformeerd over het nationaal isolatieprogramma.
Vraag 9
Hoe apprecieert u het actieplan van de VVD en ChristenUnie voor thuis- en buurtbatterijen?
Wanneer denkt u met de uitvoering daarvan te kunnen beginnen?
Antwoord 9
Ik waardeer het initiatief van de VVD en de ChristenUnie om opslag door middel van
thuis- en buurtbatterijen onder de aandacht te brengen. Het actieplan past bij de
ambities van het kabinet voor opslag door batterijen; waar mogelijk grijp ik de aanknopingspunten
uit het plan aan om deze ambities verder uit te werken. Over het gebruik van thuis-
en buurtbatterijen en hoe de inzet hiervan bij kan dragen aan een efficiënt energiesysteem
bestaat echter nog veel onduidelijkheid. Ik ben daarom in het proces van analyseren
van de mogelijke toegevoegde waarde van deze batterijen en de eventuele wenselijkheid
en mogelijkheden van stimulering hiervan. Ik neem hierbij de voorgestelde actiepunten
van VVD en ChristenUnie mee.
Vraag 10
Welke andere manieren ziet u nog om snel het gasverbruik in Nederland naar beneden
te brengen, bijvoorbeeld door besparing en handhaving daarvan in de industrie, het
bevorderen van het beter inregelen van installaties en duurzame opwek in de elektriciteitssector?
Antwoord 100
Zie wat dit betreft de brieven van 14 maart en 22 april jl.
Vraag 11
Kunt u deze vragen uiterlijk vrijdag 11 maart 2022 beantwoorden?
Antwoord 11
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.