Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rudmer Heerema en Rahimi over het bericht ‘Kabinet wil minder fastfoodwinkels in de stad’
Vragen van de leden Rudmer Heerema en Rahimi (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Kabinet wil minder fastfoodwinkels in de stad» (ingezonden 21 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
19 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kabinet wil minder fastfoodwinkels in de stad»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke maatregelen kunnen gemeenten nemen om een gezonde leefomgeving te ondersteunen?
In hoeverre maken gemeenten daar gebruik van?
Antwoord 2
Gemeenten maken zich al jaren zorgen over het toenemende overgewicht en de impact
daarvan op de gezondheid van onze inwoners. Omdat overgewicht zoveel voorkomt en ook
nog altijd toeneemt, is overgewicht niet langer een individueel probleem, maar een
volksgezondheidsrisico. Daarom worden door vrijwel alle gemeenten ambities geformuleerd
en/of beleid ontwikkeld voor verbetering van de vergroening van de leefomgeving, zoals
het aanleggen van sportvoorzieningen en het creëren van een groene en prettige openbare
ruimte. Gezond voedselaanbod is een essentieel onderdeel van een gezonde leefomgeving.
Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam2 blijkt dat gemeenten op dit moment beperkte mogelijkheden hebben om de voedselomgeving
positief te beïnvloeden. Ik laat de mogelijkheden verkennen om gemeenten op dit vlak
daarom meer juridische handvatten te bieden.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de reikwijdte van de voorgenomen wettelijke maatregelen zal zijn
om fastfoodwinkels te weren?
Antwoord 3
Om de dagelijkse voedselomgeving gezonder te maken, verken ik de wettelijke mogelijkheden
om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. Hiermee zouden we gemeenten instrumenten
kunnen geven om de toename van aanbieders van ongezond voedsel tegen te gaan. Eveneens
zouden we mogelijk regels kunnen stellen met betrekking tot ongezonde drank-, snoep-
en snackautomaten in bijvoorbeeld de schoolomgeving of het beperken van marketing
van ongezonde producten gericht op kinderen. Daarnaast werken het Ministerie van VWS
en LNV samen aan het Programma Gezonde Groene Leefomgeving. Het doel van dit programma
is te bereiken dat in de toekomst alle professionals uit het fysieke en sociale domein
gezondheid en natuur als vanzelfsprekend meewegen bij het beheer en de ontwikkeling
van de openbare ruimte. Hierbij zal ook aandacht zijn voor het gebruik en de beleving
de inwoners.
Vraag 4
Hoe verhoudt een voorgenomen wettelijke rem op fastfoodwinkels zich tot nationale
en Europese wetgeving rondom vrijheid van ondernemerschap?
Antwoord 4
Het weren van fastfoodwinkels moet getoetst worden aan hogere regelgeving. Met name
de Europese Dienstenrichtlijn is van belang als het gaat om vrij verkeer en vrije
vestiging van diensten. Beperking hiervan kan niet zomaar en moet gerechtvaardigd
kunnen worden. Daarvoor moet o.a. de noodzaak en evenredigheid van een beperking goed
onderbouwd worden (zie rapport City Deal 21 januari 2021).
Vraag 5
Is bekend welk effect de afspraken rondom preventie in het Regeerakkoord hebben op
het creëren van een gezonde leefomgeving? Zo nee, bent u voornemens deze effecten
eerst in kaart te brengen alvorens nadere wettelijke maatregelen te overwegen?
Antwoord 5
Het is bekend dat gewoonte, gemak en prijs in belangrijke mate bepalend zijn voor
de voedselkeuze en dat de consument sterk wordt beïnvloed door de voedselomgeving
(de hoeveelheid aan aanbod van eten en drinken en de verleiding daartoe in de fysieke
omgeving en online). Ook is bekend dat er een sterke relatie is tussen de voedselomgeving
en de mate van vóórkomen van overgewicht. Van prijsmaatregelen is bekend dat deze
bij een voldoende groot prijsverschil effect hebben op aankoopgedrag.
De huidige voedselomgeving is absoluut geen weerspiegeling van de Schijf van Vijf
en verleidt sterk tot ongezonde (en niet duurzame) keuzes. De afspraken in het coalitieakkoord
zijn gericht op het stimuleren van de gezonde en ontmoedigen van de ongezonde keuze,
door onder andere maatregelen die de voedselomgeving gezonder maken en prijsmaatregelen.
Bij de keuze voor te nemen maatregelen betrek ik adviezen van experts uit bijvoorbeeld
het RIVM-rapport Inventarisatie aanvullende maatregelen Nationaal Preventieakkoord. Mogelijke vervolgstappen
richting de ambities voor 2040 (2021) en het rapport The Healthy Food Environment Policy Index (Food-EPI): Een beoordeling van rijksoverheidsbeleid
met betrekking tot de voedselomgeving in Nederland en beleidsaanbevelingen voor het
creëren van een gezonde voedselomgeving (Universiteit Utrecht 2021).
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de voorgenomen afspraken
met de industrie over gezondere voedingsmiddelen?
Antwoord 6
De industrie werkt in het kader van het Nationaal Preventieakkoord aan een verbeterd
productaanbod. De nieuwe Nationale Aanpak Productverbetering die onlangs is gepubliceerd
geeft daar een nieuwe impuls aan. De nieuwe aanpak moet ertoe leiden dat er in 2030
over de gehele breedte van productgroepen verbetering is gerealiseerd in de samenstelling.
Bedrijven krijgen de mogelijkheid om productverbetering in meerdere stappen door te
voeren. Hierdoor kan de consument wennen aan verandering van smaak en kunnen bedrijven
hun receptuur en productieproces geleidelijk aanpassen. De overheid gaat monitoren
hoe de voortgang verloopt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.