Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Nederlandse input publieke consultatie herziening emissienormen vrachtvervoer (Kamerstuk 22112-3338)
2022D14677 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de Nederlandse input publieke consultatie herziening emissienormen
vrachtvervoer (Kamerstuk 22 112, nr. 3338).
De voorzitter van de commissie, Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie, Koerselman
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
3
GroenLinks-fractie
3
BBB-fractie
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Nederlandse
input voor de publieke consultatie herziening emissienormen vrachtvervoer. Zij hebben
nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de betreffende beleidsbrief en
willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier
enkele vragen en opmerkingen bij.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
omtrent de Nederlandse input voor de consultatie die een herziening bepleit voor de
emissienormen voor het vrachtvervoer.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een herziening komt van de huidige CO2-normen voor zwaar vrachtvervoer, zoals opgenomen in Richtlijn (EU) 2019/1242. Zij
lezen dat de Staatssecretaris de EU-emissie-eisen die gesteld zijn voor 2025 en 2030
strenger wil laten maken. Deze leden willen weten hoe streng zij deze eisen wil laten
maken. Zij willen weten of deze strengere eisen enkel gelden voor nieuwe vrachtwagens
en hoe er moet worden omgegaan met huidige vrachtwagens.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris ondertussen al een ontwikkelpad
voor de laadinfrastructuur in Nederland heeft. Als dit niet het geval is, vragen deze
leden hoe zij de strengere EU-emissie-eisen wil invoeren. Deze leden vragen ook of
de Staatssecretaris bereid is om af te zien van de strengere EU-emissie-eisen, als
het groeipad van de laadinfrastructuur onvoldoende blijkt te zijn. Deze leden willen
weten hoe zij de rol ziet van waterstof in de verduurzaming van zwaar wegvervoer en
het halen van strengere emissienormen. Deze leden willen weten hoe fabrikanten hierbij
gestimuleerd worden.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe andere EU-landen, zoals Denemarken, Ierland,
Duitsland, Frankrijk, Zweden, Finland, België en de Baltische staten aankijken tegen
het strenger maken van de emissie-eisen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris hoe de transportsector tegen
de strengere EU-emissie-eisen aankijkt. Deze leden willen weten hoe zij de transportsector
wil stimuleren om te voldoen aan deze strengere eisen.
De leden van de VVD-fractie willen weten of er gerichte steun komt voor mkb’ers en
op welke wijze er rekening wordt gehouden met hun rol.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris stelt dat het strenger maken
van de emissie-eisen noodzakelijk is. Deze leden willen weten hoeveel CO2 er wordt bespaard door het strenger laten maken van de emissie-eisen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris stelt dat er doelstellingen
moeten zijn voor 2027, 2030 en 2035 om CO2-neutraal te zijn in 2050. Deze leden willen weten welke doelstellingen de Staatssecretaris
voor ogen heeft en in hoeverre Nederland voorloopt op schema om deze doelstellingen
te halen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Staatssecretaris de EU-emissie-eisen die
gesteld zijn voor koelvrachtauto’s («HDV’s with refrigeration units and air-conditioning
systems») ook strenger wil maken. Deze leden willen weten hoe streng de Staatssecretaris
deze eisen wil laten maken. Deze leden vragen of de Staatssecretaris ondertussen al
een alternatieve manier voor het koelen van vrachtwagens heeft. Als dit het geval
is, vragen deze leden hoeveel duurder die koelvrachtauto zijn. Als dit niet het geval
is, vragen deze leden hoe de Staatssecretaris de strengere EU-emissie-eisen wil invoeren.
Deze leden vragen hoe andere EU-landen, zoals Denemarken, Ierland, Duitsland, Frankrijk
en België aankijken tegen het strenger maken van de emissie-eisen voor koelvrachtauto’s.
Zij vragen de Staatssecretaris hoe zowel de transportsector als de land-, tuinbouw-
en visserijsector tegen de strengere EU-emissie-eisen voor koelvrachtauto’s aankijkt.
In hoeverre raakt dit de concurrentiepositie van de Nederlandse land-, tuinbouw- en
visserijsector?
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij de zorgen over de
tijdige beschikbaarheid van een duurzame vrachtauto en/of bestelbus herkent.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij bereid is om de
zero-emissiezones niet in te stellen, als blijkt dat er onvoldoende duurzame vrachtauto’s
zijn of dat een aanzienlijk aantal ondernemers nog niet de transitie naar een emissieloos
alternatief heeft kunnen maken.
De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij de gevolgen, financieel
en operationeel, voor ondernemers kan duiden vanwege het instellen van tussentijdse
doelstellingen en aanvullende emissie-eisen.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de transitie van fossiel naar klimaatneutraal
de grootste uitdaging van deze generatie is. Zij maken zich grote zorgen over de voortgang
hiervan en de mate van tegenwerking door landen en (delen van) sectoren die de transitie
(nog) niet willen maken. Het is in ieders belang om zo snel mogelijk over te schakelen
naar emissievrij transport. Als dat niet kan met emissievrije vrachtwagens, dan zal
een substantieel groter deel met het spoor moeten of moeten we productie en consumptie
zo organiseren dat dit met minder transportbewegingen kan. Wat deze leden betreft
is dit sowieso een «no regret»-maatregel die bij alle beleidskeuzes betrokken moet
worden.
De leden van de GroenLinks-fractie dringen wat de discussie rond de emissienormen
voor vrachtwagens betreft aan op spoed. De sector lijkt niet nog heel veel techniek
te hebben klaarstaan om fossiele vrachtwagens veel zuiniger te maken. De doelen en
tussendoelen van enkele procenten zijn weliswaar nuttige stappen, maar ze effenen
niet het pad naar emissievrij. Deze leden vragen de Staatssecretaris om Europees aan
te dringen op een einddatum voor nieuwe fossiele vrachtwagens. Een tussendoel van
2% of iets meer dan dat, kan eraan bijdragen om technieken te ontwikkelen, maar veel
van de benodigde techniek is al in belangrijke mate reeds uitgevonden en beschikbaar.
Het is zaak voor de industrie om afstand te doen van hun fossiele productielijnen
en hun volledige capaciteit in te zetten voor emissievrije voertuigen. Daarvoor hebben
we een einddatum voor fossiel nodig. Een datum waar alle fabrikanten en importeurs
naar toe kunnen werken, hun bedrijfs- en ontwikkelplannen op kunnen afstemmen en waardoor
ze weten waar zij en hun concurrenten aan toe zijn. Is de Staatssecretaris bereid
zich hard te maken voor een einddatum rond 2035 voor nieuwe fossiele vrachtwagens?
Met een gemiddelde levensduur van 13–14 jaar, zouden we daarmee nét de afgesproken
datum van klimaatneutraal in 2050 halen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ook bezorgd over de trage uitrol van de laadinfra
voor elektrische auto’s en vrachtwagens. De omvang van de opgave is al heel lang bekend
en nog steeds is er amper zicht op een voldoende dekkend netwerk voor laadfaciliteiten
voor zware vrachtwagens. De «dikke kabels» richting de distributiecentra, truckstops
en bedrijventerreinen liggen nog bijna nergens. En in veel andere Europese landen
ligt er zelfs geen begin van een plan. Deze leden zijn blij dat de nieuwe Duitse regering
de ernst hiervan inziet en een aparte Staatssecretaris heeft benoemd. Nederland heeft
dit hopelijk niet nodig, maar dat we achterlopen en dat de sector niet gaat volgen
zonder garantie op voldoende laadfaciliteiten, is wel duidelijk. Dit vergt heel veel
actief sturend en stimulerend overheidsbeleid. Hoe gaat Europa dit kip-eidilemma van
laadinfra en e-vrachtwagens doorbreken? Wat wordt de rol van Nederland?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ten slotte benieuwd naar de (elektrische)
alternatieven voor batterijaangedreven vrachtwagens. Naast waterstof, dat extreem
energie-inefficiënt is, lopen er al vele jaren succesvolle experimenten met vrachtwagens
die stroom kunnen tappen van bovenleidingen boven de snelweg. Die techniek zou veel
goedkoper per vrachtwagen kunnen zijn, met een veel groter aandeel nuttige lading
per vrachtwagen, maar vergt een grotere (overheids)investering in de benodigde infra
boven de weg. Hoe is dit nu onderdeel van dit debat? Gaat alle stimulans en regelgeving
alleen naar iets zuiniger fossiel of batterijelektrisch? Is dat de beste optie? Wat
is de inzet van Nederland?
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie vraagt of het versnellen van de transitie naar emissieloos
vrachtvervoer en hierbij op de troepen vooruit willen lopen niet ten koste gaat van
de Nederlandse concurrentiepositie.
Het lid van de BBB-fractie wil daarnaast weten of de Staatssecretaris het mogelijk
acht niet alleen zorg te dragen voor adequate laad- en tankinfrastructuur voor emissieloos
vrachtvervoer, maar ook de infrastructuur voor overig vrachtvervoer te faciliteren
en hen niet het werken onmogelijk te maken.
Het lid van de BBB-fractie heeft zorgen dat het versneld aanscherpen van de emissienormen
zal leiden tot een toename in het aantal overschrijdingen van de norm, waardoor een
papieren toename van uitstoot blijkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.