Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden Kröger en Bromet over het onafhankelijk worden van Russisch gas
Vragen van de leden Kröger en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Ministers voor Klimaat en Energie, van Economische Zaken en Klimaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het onafhankelijk worden van Russisch gas (ingezonden 2 maart 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 12 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de studie van Bruegel met daarin scenario’s voor een eerste winter
zonder Russisch gas?1 Hoe beoordeelt u deze studie?
Antwoord 1
Ik ben bekend met deze blog waarin een aantal scenario’s met betrekking tot de levering
van gas uit Rusland voor de komende maanden op hoofdlijnen wordt uitgewerkt. Een belangrijke
aanname daarbij is dat de EU voldoende LNG kan aantrekken om het wegvallen van Russisch
aanbod op te vangen. Daarbij wordt terecht de vraag gesteld hoe dit zich verhoudt
tot de toenemende vraag naar LNG in Azië. Een ander element dat in de blog wordt aangekaart
betreft het vullen van de gasopslagen waarbij wordt gewezen op eventuele opslagverplichtingen,
iets waar zowel nationaal als in EU-verband aan wordt gewerkt. Daarbij komt ook de
vraag aan de orde of er een (financiële) rol is weggelegd voor overheden. Tot slot
laat de blog zien dat Nederland maar beperkt direct afhankelijk is van gas uit Rusland.
Via de interne Europese gasmarkt is ons land wel indirect afhankelijk. Eventueel wegvallen
van aanbod zal in eerste instantie leiden tot krapte op de Europese en wereldmarkt,
wat zich zal uiten in hogere prijzen en verleggen van gasstromen waar de schaarste
het grootst is.
De eindconclusie volgens de auteurs van het blog is dat het op termijn mogelijk is
om Russisch gas te vervangen, maar dat dat een uiterst kostbare aangelegenheid is
en sterke coördinatie en overheidsinterventie vereist. Ook als aan deze voorwaarden
kan worden voldaan, is het volgens de auteurs nog niet zeker dat het gas overal zal
komen waar dit benodigd is vanwege fysieke beperkingen in de infrastructuur die op
korte termijn zullen blijven bestaan. Uitzonderlijke maatregelen op het gebied van
vraagreductie zijn ook nodig. In de blog wordt niet ingegaan op de wijze waarop deze
maatregen tot stand zouden moeten komen.
Ik deel de analyse dat de gasmarkt een Europese markt is en dat leveringszekerheid
naast een nationale ook een Europese benadering vereist. Dit sluit aan bij de discussies
en Raadsconclusies rond leveringszekerheid die in de Energieraden en Europese raden
zijn gevoerd. Daarnaast is met de landen van het Pentalateraal energieforum onlangs
een verklaring onderschreven rond het voldoende vullen van de gasbergingen en is Nederland
actief in verschillende gasrisicogroepen als uitvoering van de Gasleveringszekerheidsverordening
(EU2017/1938).
Vraag 2
Deelt u de analyse dat met een EU-brede energiebesparing van 10 tot 15 procent de
onafhankelijkheid van Russisch gas fors is verminderd, in combinatie met een grootschalige
aanpassing van de gasinfrastructuur om geïmporteerde lng te faciliteren? Bent u bereid
hier op in te zetten binnen de EU?
Antwoord 2
Uiteraard kan met een EU-brede energiebesparing de afhankelijkheid van Russisch gas
worden verminderd. Ik zet mij dan ook in voor ambitieuze Europese afspraken op het
gebied van energiebesparing. Aanpassing van de Europese gasinfrastructuur om geïmporteerde
LNG te faciliteren zal moeilijk te realiseren zijn omdat daarvoor deels nieuwe infrastructuur
moet worden aangelegd, bijvoorbeeld om LNG dat aanlandt in Spanje naar de rest van
de EU te transporteren. Dit is niet op korte termijn te bewerkstelligen. Datzelfde
geldt voor het transport van LNG dat aanlandt in Griekenland naar andere delen van
Zuidoost-Europa. Wel kan er op korte termijn worden geïnvesteerd in het vergroten
van bestaande LNG-importcapaciteit en drijvende LNG-terminals. Samenwerking tussen
bijvoorbeeld Nederland en Duitsland vindt hierop plaats in de Eemshaven. Daarnaast
is het van belang om nieuwe LNG-infrastructuur zoveel mogelijk waterstof-ready te
realiseren.
Vraag 3
Zijn er andere studies bij u bekend over het onafhankelijk worden van Russisch gas?
Antwoord 3
Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) is recent naar buiten gekomen met een
10-puntenplan om de Europese afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen. Ook
de Europese Commissie heeft aangekondigd op korte termijn met een dergelijk plan te
komen. Verder heeft het onderzoeksbureau Aurora Energy Research Ltd. hier recent onderzoek
naar gedaan.2
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat energiebesparing van groot strategisch belang is, zeker vanwege
de huidige situatie in Oekraïne, maar ook voor de lange termijn?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Bent u bereid een Nationaal Energiebesparingsplan op te stellen voor alle sectoren,
met daarin bijvoorbeeld plannen om nog dit jaar extra hybride warmtepompen te installeren,
energieteams die langs huizen gaan en verduurzamingseisen voor verhuurders in de vrije
sector?
Antwoord 5
Voor de gebouwde omgeving begin april het Nationaal Isolatieprogramma aangekondigd
door mijn collega voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Kamerstuk 30 196 nr. 787). De ambitie is om tot en met 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren met de nadruk
op de slecht geïsoleerde woningen (label E, F en G). Het programma biedt onder andere
ondersteuning van mensen bij het nemen van energiebesparende maatregelen en het verlagen
van de energierekening. Via normering zal worden geborgd dat slecht geïsoleerde huurwoningen,
zowel in het sociale als het particuliere segment, in 2030 zijn verbeterd. De uitwerking
van de wijze van normering, die zowel sociale als particuliere verhuurders zal betreffen,
zal onderdeel uitmaken van het programma verduurzaming gebouwde omgeving dat de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening begin juni zal presenteren. Verder verken
ik samen met TNO hoe de ambitieuze Europese doelstellingen op energiebesparing eventueel
te vertalen zijn in nationale doelen, mogelijk per sector. Ik zal uw Kamer over de
uitkomsten informeren.
Ik onderzoek daarnaast of er meerwaarde is om energieteams langs woningen en bedrijven
te laten gaan. Veel gemeenten en energiecoöperaties hebben al energiecoaches die in
teamverband opereren om huishoudens te ondersteunen bij het verduurzamen van de woning.
In lijn met de motie Van der Lee en Erkens (Kamerstuk 35 925 XIII, nr. 41) verken ik in overleg met het bevoegd gezag de mogelijkheid voor een landelijk handhavingsteam
voor het handhaven van de energiebesparingsplicht voor ETS-bedrijven die in 2023 wordt
ingevoerd.
Het kabinet ondersteunt via beleid de verdere opschaling van hybride warmtepompen.
Vanuit financieel oogpunt is sinds dit jaar de ISDE-subsidie opgehoogd van gemiddeld
20% naar 30% voor o.a. (hybride) warmtepompen. Daarnaast volgt er dit jaar een publiekcampagne
hybride warmtepomp die zal bijdragen aan de bekendheid van de techniek. Ook wordt
er met verschillende sectorpartijen gewerkt aan korte termijn acties die nodig zijn
om de opschaling van de hybride warmtepomp verder te realiseren. Hierover is eerder
gecommuniceerd naar de Kamer (Kamerstuk 32 813, nr. 904). Tot slot is de bijdrage van de hybride warmtepomp richting 2030 van groot belang
voor de nodige aardgasreductie, zo kan een hybride warmtepomp tot 60% aardgasreductie
realiseren. Om die reden zijn er vanuit het coalitieakkoord financiële middelen gereserveerd
en wordt er reeds onderzocht welke juridische mogelijkheden er zijn voor een vorm
van normering (dit in relatie tot het coalitieakkoord).
Vraag 6
Wat zijn de mogelijkheden om op korte termijn (voor 2023) energiebesparing te realiseren
binnen Nederland?
Antwoord 6
Zoals aangekondigd (Kamerstuk 29 023, nr. 283) ben ik samen met mijn collega, de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
begin april met een campagne gestart: «zet ook de knop om». Hiermee zetten we burgers,
bedrijven, instellingen en overheden aan om meer energie te besparen. Het Nationaal
Isolatieprogramma is op datzelfde moment aangekondigd. Een programma dat de ambitie
heeft tot en met 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren. Verder brengt TNO momenteel
in kaart wat het energiebesparingspotentieel tot 2030 in Nederland per sector is.
Ik zal uw Kamer rond de zomer over de resultaten informeren. Op de korte termijn zit
er volgens TNO (Kamerstuk 32 813, nr. 863) veel potentieel bij bedrijven en instellingen die onder de energiebesparingsplicht
vallen. Bedrijven onder deze verplichting moeten alle energiebesparende maatregelen
met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uitvoeren. Per bedrijfstak zijn hiervoor
lijsten met maatregelen beschikbaar; de Erkende Maatregelenlijsten (EML). Begin dit
jaar is de derde ronde van de ondersteuningsfaciliteit Versterking Uitvoering Energiebesparings-
en Informatieplicht (VUE) met 9,5 miljoen euro opengesteld. Hiermee wordt extra capaciteit
bij het decentrale bevoegd gezag mogelijk gemaakt om bedrijven te controleren op deze
verplichting. In de Miljoenennota 2022 (Kamerstuk 35 925, nr. 1) is verder 56 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor toezicht en handhaving
op deze verplichting in de periode 2022–2026. Ik ben in overleg met het decentrale
bevoegd gezag hoe op korte termijn deze extra middelen effectief ingezet kunnen worden.
Per 1 januari 2023 gaat daarnaast de wettelijke verplichting in dat kantoren minimaal
energielabel C moeten hebben. Het doel van deze verplichting is energiebesparing.
De maatregelen die voor het verbeteren van het energielabel getroffen moeten worden,
verminderen -gemiddeld genomen- het aardgasgebruik en verhogen het elektriciteitsgebruik.
Op dit moment heeft nog minder dan de helft van de kantoren label C of beter. Er blijft
dus energiebesparingspotentieel én mogelijke CO₂-reductie liggen. De Minister voor
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening onderneemt stappen om de naleving van de
verplichting te bevorderen.
Vraag 7
Bent u bekend met het overzicht van energiebesparingsmaatregelen van de NVDE?3 Kunt u op hun suggesties voor energiebesparingsmaatregelen ingaan? Bent u bereid
deze maatregelen in te voeren?
Antwoord 7
De NVDE stelt terecht dat er een groot potentieel is voor thermische isolatie, vraagt
om het uitbreiden van de doelgroep van de energiebesparingsplicht en wil eigen opwek
verplicht stellen. Dergelijke isolatiemaatregelen vallen al onder de energiebesparingsplicht
voor een deel van de bedrijven. Per 2023 wordt de doelgroep uitgebreid, waardoor onder
andere ook EU ETS bedrijven onder de verplichting vallen. Bedrijven met een groot
energiegebruik moeten dan ook een energiebesparingsonderzoek uitvoeren en uitvoeringsplan
opstellen. Onderdeel van dit onderzoek wordt een isolatiescan. Naast het uitbreiden
van de doelgroep wordt eigen opwek ook verplicht indien de terugverdientijd van de
maatregelen vijf jaar of minder is.
De NVDE stelt verder voor om ook kleingebruikers onder de energiebesparingsplicht
te brengen en de verplichting te verzwaren door de terugverdientijd naar zeven jaar
in plaats van vijf jaar te brengen. Uw Kamer is eerder geïnformeerd dat er weinig
meer energiebesparingsmaatregelen verplicht worden bij een terugverdientijd van zeven
in plaats van vijf jaar (Kamerstuk 30 196, nr. 738). Omdat bedrijven doorgaans rekenen met een terugverdientijd van drie jaar of korter,
ben ik van mening dat een verplichting die uitgaat van zeven jaar bovendien een te
grote inbreuk betekent. Het onder de verplichting brengen van kleinverbruikers is
interessant. Het gaat hierbij echter vaak om een relatief kleiner potentieel per bedrijf
en een veel groter aantal bedrijven. Naast de lastendruk voor deze kleinere bedrijven,
zou dit ook een extra lastendruk betekenen voor het decentrale bevoegd gezag die ertoe
kan leiden dan bedrijven met een groter verbruik en een groter energiebesparingspotentieel
niet meer gehandhaafd kunnen worden. Deze argumenten in overweging nemend vind ik
kleinverbruikers onder de verplichting brengen op dit moment onwenselijk.
De NVDE roept op tot spoedcontroles op de uitvoering van de Wet milieubeheer. Zoals
uiteengezet bij het antwoord op vraag 6 zijn hier inderdaad al middelen voor beschikbaar
gesteld. Bespaarservice en ander advies worden door de markt aangeboden. Hoewel toezichthouders
van het decentrale bevoegd gezag bedrijven kunnen stimuleren om bovenwettelijke maatregelen
uit te voeren, zijn zij geen energieadviseurs. Wel worden bedrijven via RVO en MKB
Nederland geïnformeerd over energiebesparende maatregelen. Ook de lijsten met Erkende
Maatregelen bieden houvast voor ondernemers. Op deze lijsten staan overigens ook maatregelen
om TL door led te vervangen waarvan de NVDE terecht opmerkt dat ook daar energiebesparingspotentieel
te realiseren is. Ik wil wel opmerken dat in sommige gevallen het simpel vervangen
van TL door led niet altijd kan en dat ook de armatuur van de verlichting aangepast
moet worden. Dit leidt tot hogere terugverdientijden.
Het realiseren van energiebesparende maatregelen staat op de lijst Doelmatig Beheer
en Onderhoud.4 Momenteel worden de EML geactualiseerd op basis van de huidige stand van de techniek
en energieprijzen. Hierbij zal een duidelijkere koppeling gemaakt worden tussen de
energiebesparende maatregel en het juist inregelen daarvan. Met de campagne «zet ook
de knop om» zal ik mij op korte termijn inzetten om bedrijven en instellingen te motiveren
om installaties beter in te regelen en zo minder energie te verspillen.
Met VNO/NCW en MKB-NL ben ik daarnaast in overleg om ondernemers verder te ontzorgen
bij het treffen van energiebesparende maatregelen. Naast het aanbieden van digitale
informatie en energieloketten wil ik daarbij ook expliciet kijken of het inzetten
van actieteams richting bedrijven doelmatig kan zijn.
Vraag 8
Op welke manieren kan het Nationale Isolatieprogramma naar voren worden gehaald?
Antwoord 8
Voor de uitvoering van het Nationaal Isolatieprogramma is in totaal ongeveer 4 miljard
euro aan Rijksbijdrage beschikbaar tot en met 2030. In het Coalitieakkoord is een
oplopende reeks opgenomen. Er zijn in het najaar van 2021 extra middelen vrijgemaakt
om kwetsbare huishoudens (in huur en koopwoningen) te ondersteunen. Onder alle gemeenten
is een bijdrage van 150 miljoen euro verdeeld om kwetsbare mensen op korte termijn
te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen om zo hun energierekening
te verlagen. Het kabinet heeft besloten om boven op de middelen die begin 2022 zijn
uitgekeerd aan gemeenten, middelen die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd voor
energiebesparing, sneller in te zetten. Dit betekent dat er dit jaar nog eens 150
miljoen euro versneld wordt ingezet via gemeenten voor het ondersteunen van mensen
bij het nemen van energiebesparende maatregelen en verdergaande isolatie.
Vraag 9
Hoe kunnen de energiebesparingsverplichtingen die in de afgelopen Miljoenennota werd
aangekondigd voor de industrie al worden ingevoerd? Bent u hiertoe bereid?
Antwoord 9
Het uitbreiden van de doelgroep en het aantal maatregelen dat onder deze verplichting
valt vergt een wijziging van een algemene maatregel van bestuur (AMvB) en verschillende
wijzigingen van een ministeriële regeling. Deze moeten het daarbij behorende wetgevingsproces
volgen en de AMvB wordt na een consultatie aan uw Kamer voorgelegd. Wanneer uw Kamer
instemt met de wetgeving is 2023 de vroegst haalbare inwerkingtreding. Ook vergt deze
verplichting het inrichten van een online loket voor het indienen van de energiebesparingsonderzoeken
en rapportages in het kader van de informatieplicht energiebesparing. De planning
en benodigde doorlooptijd hierbij is al strak.
Vraag 10
Hoe kunnen de bestaande energiebesparingsverplichtingen voortkomend uit de wet Milieubeheer
op korte termijn beter worden gehandhaafd?
Antwoord 10
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 6.
Vraag 11
Op welke manieren kan de opwek van duurzame energie nog dit jaar worden versneld?
Kan de SDE++-regeling extra worden opengesteld zodat de zaken die bij de afgelopen
ronde buiten de boot vielen vanwege de enorme beschikkingen naar Carbon Capture and
Storage (CCS) projecten alsnog doorgang kunnen vinden?
Antwoord 11
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is nog bezig met de beoordeling van de aanvragen
uit de SDE++-openstelling van 2021. Hiermee kunnen op korte termijn nog projecten
een subsidiebeschikking uit deze ronde krijgen. Doordat aanvragen tijdens de beoordeling
kunnen worden afgewezen, is het op voorhand niet te zeggen of en zo ja, welke projecten
er buiten de boot vallen. In ieder geval wordt de SDE++ in 2022 voor de zomer (opnieuw)
opengesteld. Het budget voor deze openstellingsronde ligt flink hoger dan in de laatste
jaren het geval was, onder meer door extra geld dat in de Miljoenennota voor klimaatregelen
is gereserveerd (Kamerstuk 35 925, nr. 1). Ik informeer uw Kamer nog deze maand meer gedetailleerd over deze openstellingsronde.
Vraag 12 en 13
Bent u van mening dat het onwenselijk is dat Nederlandse gemeenten, bedrijven en organisaties
een zakelijk energiecontract hebben met Gazprom en zo bijdragen aan de Russische staatskas?
Is het mogelijk de Nederlandse gemeenten aan te sporen dan wel te dwingen over te
stappen naar een andere energieleverancier? Bent u hiertoe bereid?
Antwoord 12 en 13
Het is onwenselijk dat we als Europese landen op deze manier bijdragen aan de Russische
staatskas. We moeten de afhankelijkheid van energie uit Rusland daarom zo snel mogelijk
afbouwen in Europa. In het 5e sanctiepakket van de EU hebben de lidstaten afgesproken dat het verboden is voor
aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven om nieuweopdrachten te gunnen aan
Russische partijen gevestigd in de Russische Federatie, met inbegrip van dochters
in de EU gevestigd die door deze partijen worden gecontroleerd of aangestuurd. Ook
moeten bestaande lopende contracten met Russische partijen die zijn afgesloten vóór
9 april 2022 voor 10 oktober 2022 zijn beëindigd / afgewikkeld. Dit geldt ook voor
opdrachten waarbij de opdrachtnemer een deel van de opdracht aan zo’n Russische partij
heeft uitbesteed voor een waarde van meer dan 10% van de hoofdopdracht. Dit verbod
geldt in principe ook voor energiecontracten die aanbestedende diensten of speciale
sectorbedrijven hebben gesloten. De relevante sanctieverordening biedt bescherming
voor de aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven tegen boetes, schadeclaims
en schadevergoedingen als ze de opdrachten en overeenkomsten overeenkomstig deze verordening
beëindigen of aanpassen (zie artikel 11 van Verordening (EU) nr. 833/2014).
EZK spoort aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven aan om de afhankelijkheid
zo snel als mogelijk af te bouwen. Wel zijn er mogelijkheden om een ontheffing aan
te vragen voor dit verbod. De bevoegde autoriteit kan op verzoek per geval bepalen
of er een ontheffing wordt gegeven voor bv. de aankoop van aardgas, aardolie of andere
brandstoffen. Bij toepassing moet het de Europese Commissie hiervan op de hoogte stellen.
Het kabinet moet nog het beleid bepalen hoe zij de ontheffingsbevoegdheid zal toepassen
in overeenstemming met de sanctieverordening, in het bijzonder voor energiecontracten.
Vraag 14
Kunt u in kaart brengen welke activiteiten Gazprom in Nederland uitvoert?
Antwoord 14
In Nederland is het bedrijf Gazprom Energy, een onderdeel van de Gazprom Group, actief
en levert energie (elektriciteit en gas) aan de zakelijke markt en (semi-)publieke
instellingen. Daarnaast levert Gazprom gas op de Title Transfer Facility, de Nederlandse
gashandelsplaats. Verder heeft Gazprom betrokkenheid bij de gasopslag Bergermeer.
Als onderdeel van de totstandkoming van deze gasopslag is een overeenkomst met Gazprom
gesloten voor aanlevering van het kussengas. Dit kussengas is nodig om de druk in
de gasopslag op peil te houden zodat gas geïnjecteerd en er uit gehaald kan worden.
In ruil daarvoor, kan Gazprom 19,6 van de totale 48,2 TWh (Terawattuur) van de opslagcapaciteit
gebruiken en heeft Gazprom bepaalde zeggenschapsrechten over de wijze waarop de berging
wordt geopereerd.
Daarnaast heeft Wintershall Noordzee B.V., een onderneming waarin Gazprom 50% van
de aandelen houdt, vergunningen voor de opsporing en winning van koolwaterstoffen
op het Nederlandse deel van het continentaal plat. Bij één van deze vergunningen is
Gazprom EP International medevergunninghouder.
Vraag 15
Kunnen de activiteiten van Gazprom Energy, Wingas en Wintershall Noordzee in Nederland,
dan wel dividenduitkeringen van deze bedrijven aan de Russische staat, stilgelegd
worden? Bent u bereid hiertoe stappen te zetten?
Antwoord 15
Zolang (rechts)personen niet op de sanctielijsten van de EU zijn vermeld (zie in het
bijzonder de bijlage bij Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende
beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit,
soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen) is er geen
juridische grondslag om de activiteiten van deze (rechts)personen stil te leggen.
Dit is alleen anders indien de betrokken (rechts)personen onder controle of overwegende
zeggenschap staan van personen of entiteiten die vermeld zijn op de sanctielijst.
Indien achterliggende investeerders een percentage aandelen of ander economisch belang
heeft in de betrokken rechtspersonen, geldt dat alle rechten en inkomsten verbonden
aan het percentage aandelen of aan het economisch belang bevroren zijn. Er kunnen
dan ook geen dividenden of uitkeringen uit de reserves plaatsvinden naar deze aandeelhouders
of rechthebbenden die op de sanctielijst zijn vermeld. Ook informatie-, vergader-
en stemrechten zijn bevroren en kunnen niet worden uitgeoefend. Het is primair aan
het bestuur van de betrokken rechtspersonen evenals hun financiële en juridische dienstverleners
om hiervoor zorg te dragen. Indien de sancties niet worden nagekomen, zal via toezicht
door de rijksoverheid handhavend worden opgetreden.
Vraag 16
Bent u van mening dat het onwenselijk is dat Gazprom Energy zich presenteert als duurzame
en sociale onderneming met «aandacht voor People, Planet en Profit»? Bent u bereid
stappen te ondernemen om greenwashing door Gazprom tegen te gaan?
Antwoord 16
De Nederlandse overheid verwacht van bedrijven dat zij maatschappelijk verantwoord
ondernemen en hier transparant over rapporteren. Gazprom is hierop geen uitzondering.
De overheid onderneemt momenteel stappen om greenwashing tegen te gaan. Zo heeft Nederland
op 24 februari jl. in de EU Raad Concurrentievermogen ingestemd met het voorstel voor
de nieuwe Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Deze richtlijn
verplicht een groot aantal bedrijven, inclusief Gazprom, om nauwkeurig te rapporteren
over hun duurzaamheidsinspanningen aan de hand van tevoren vastgestelde criteria.
Deze rapporten moeten vervolgens worden goedgekeurd door een accountant. Hiermee wordt
greenwashing tegengegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.