Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Kabinet overweegt met dwang bouwlocaties aan te wijzen’
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Kabinet overweegt met dwang bouwlocaties aan te wijzen» (ingezonden 5 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kabinet overweegt met dwang bouwlocaties aan te wijzen»?1
Vraag 2
Overweegt u over te gaan tot het dwingend aanwijzen van bouwlocaties?
Vraag 3
Kunt u uiteenzetten op welke wijze u samen met de gemeenten en provincies gaat komen
tot de aanwijzing van die locaties? Gaat het hier ook om het opheffen van provinciale
of gemeentelijke belemmeringen voor het beschikbaar maken van kansrijke locaties?
Vraag 4
Kunt u toelichten welke criteria u hanteert voor potentieel aanwijsbare bouwlocaties?
Vraag 5
Zijn de aan te wijzen locaties naast binnenstedelijke locaties ook meer buitenstedelijke
locaties? Zo ja, gaat dit om nieuwe buitenstedelijke gebieden? Zo nee, hoe wordt de
afweging gemaakt om wel binnenstedelijke en geen buitenstedelijke locaties aan te
wijzen?
Vraag 6
Zoekt u naar locaties die kansrijk zijn in relatie tot vergunningverlening (inpassing,
bodemdaling en stikstof)?
Vraag 7
Hoe gaat u er per bouwlocatie voor zorgen dat vervoer, mobiliteit en ontsluiting integraal
onderdeel uitmaken van de planning, gelet op het feit dat deze locaties goed bereikbaar
moeten zijn om het voor mensen aantrekkelijk te maken daar ook daadwerkelijk te gaan
wonen?
Vraag 8
Gaat u bij het aanwijzen van bouwlocaties kijken naar uitleglocaties (zoals Rijnenburg
en Gnephoek) en uitbreidingslocaties bij M50 of K80 gemeenten waar de (basis) infrastructuur
al aanwezig is?
Vraag 9
Op welke manier wordt bij de aanwijzing van de bouwlocaties rekening gehouden met
de doelstelling uit het coalitieakkoord van 2/3 betaalbare woningen? Wordt er daarnaast
rekening gehouden met de aandachtsgroepen die nu moeilijk aan een huis kunnen komen?
Vraag 10
Op welke stevigere maatregelen stuurt u aan om sneller te bouwen?
Vraag 11
Hoe verhouden deze maatregelen zich tot het onlangs opgestelde programma woningbouw?
Vraag 12
Op welke wijze kijkt u naar welke kansen buitenstedelijke gebieden bieden voor sneller
en goedkoper komen tot het bouwen van betaalbare woningen?
Vraag 13
Hoeveel bouwproductie is er per jaar meer nodig dan de huidige 100.000 woningen om
alle groepen te huisvesten? Indien u hier geen zicht op heeft, hoe gaat u dat in kaart
brengen?
Vraag 14
Hoeveel meer tijdelijke woningen, dan de 15.000 woningen die in het coalitieakkoord
zijn afgesproken, kunnen er worden gebouwd?
Vraag 15
Waar ziet u nog kansen en mogelijkheden om meer woningen te realiseren met behulp
van transformaties?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Peter de Groot, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.