Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boulakjar en Boucke over maatwerkafspraken voor woningbouw
Vragen van de leden Boulakjar en Boucke (beiden D66) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over maatwerkafspraken voor woningbouw (ingezonden 15 maart 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 5 april 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich de uitspraak van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat in
haar brief van 5 juli 2019 dat in overleg met betrokken partijen wordt gekeken of
er vooruitlopend daarop (aanpassing van het luchthavenindelingsbesluit, LIB) in specifieke
gevallen mogelijkheden zijn om te komen tot maatwerkafspraken voor beperkte ontwikkeling
waar dit nu niet is toegestaan en afspraken voor locaties waar dit nu wel is toegestaan,
maar dat het bij wijziging van de contouren later mogelijk niet meer gewenst is?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven in hoeveel situaties sprake is geweest van maatwerkafspraken om woningbouw
mogelijk te maken? Om hoeveel woningen gaat dat?
Antwoord 2
Het LIB kent 5 beperkingengebieden: LIB 1 tot en met 5. LIB 1 ligt het dichtst bij
de luchthaven en LIB 5 het verst van de luchthaven af. Hoe dichter bij de luchthaven,
hoe meer beperkingen voor ruimtelijke ontwikkelingen er gelden. In LIB 1 tot en met
3 zijn de bouwmogelijkheden niet of zeer beperkt. In het LIB 4 gebied heeft de gemeente
een eigen afwegingsruimte, die beperkt is tot 25 woningen per bouwplan, binnen bestaand
stedelijk gebied. Als het om meer woningen gaat, dan kan ik in bijzondere omstandigheden
desgevraagd besluiten om een verklaring van geen bezwaar (vvgb) af te geven. De Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILT) beoordeelt deze aanvragen in mandaat namens mij. Uit
de toelichting op het LIB blijkt dat de beoordeling van een vvgb aanvraag integraal
is, waarbij de hinder en het risico afgewogen worden tegen leefbaarheid, maatschappelijk
belang of zwaarwegend individueel belang. In LIB 5 is de afweging tussen woningbouw
en geluidhinder volledig aan het lokale bestuur, mits het gaat om bouwplannen binnen
het bestaand stedelijk gebied. In 2019 tot en met 2021 zijn door de decentrale overheden
in de regio in totaal zes aanvragen gedaan voor een vvgb, waarvan er vier zijn toegekend.
Het gaat om de bouw van een bedrijfswoning (LIB 3), de verplaatsing van een woning
(LIB 4), de bouw van 60 flexwoningen (LIB 4) en de bouw van 77 woningen buiten bestaand
stedelijk gebied (LIB 5).
Buiten de lokale afwegingsruimte en de vvgb’s van de ILT kan vanuit het LIB geen maatwerk
worden toegepast. Op dit moment ben ik samen met de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening (VRO) bezig met het vernieuwen van het ruimtelijk beleid rond
Schiphol en binnen dat kader wil ik kijken of er meer ruimte geboden kan worden voor
maatwerk, zoals aangekondigd in de Luchtvaartnota 2020–20502. Dit speelt binnen de context van het dilemma tussen de woningbouwopgave waar de
regio voor staat en het belang van de bescherming van de gezondheid van omwonenden
van de luchthaven.
Vraag 3
Bent u van mening dat de bouw van studentenwoningen in Kronenburg in aanmerking komt
voor dergelijke maatwerkafspraken?
Antwoord 3
Kronenburg ligt direct onder de aanvliegroute van de Buitenveldertbaan, in LIB 4 gebied.
Het LIB legt beperkingen op aan het toevoegen van woningen in de nabijheid van Schiphol
om te voorkomen dat gezondheids- en veiligheidsrisico’s toenemen. Het toevoegen van
grote aantallen woningen op deze locatie botst hiermee. Op dit moment loopt de beroepsprocedure
tegen het in strijd met het huidige LIB vastgestelde bestemmingsplan.
Vraag 4
Hoe weegt u het feit dat op dit moment duizenden studenten onder een aanvliegroute
wonen en geen geluidsoverlast ervaren, maar dat dit als bezwaar wordt opgevoerd tegen
het aanvullend bouwen van 2.500 studentenwoningen meters verder?
Antwoord 4
In het LIB is vastgelegd dat in het LIB 4 gebied, waar Kronenburg in ligt, een zeer
zorgvuldige afweging moet worden gemaakt tussen het toevoegen van nieuwe woningen
en de gevolgen voor de gezondheid in termen van geluidbelasting. Daarnaast is in het
LIB vastgelegd dat woningen die voor de inwerkingtreding van het LIB in 2003 reeds
in het LIB 4 gebied aanwezig waren, zoals het studentencomplex Uilenstede, hun woonfunctie
mogen behouden. Op basis van gezondheidsonderzoek3 is vastgesteld bij welke geluidbelasting er bij een aanzienlijk deel van de bewoners
ernstige hinder en slaapverstoring optreedt. In het LIB 4 gebied is de geluidbelasting
dusdanig dat er terughoudend moet worden omgegaan met het toevoegen van woningen.
Bovendien worden ook relevante veiligheidsaspecten meegewogen in de integrale toetsing
bij vvgb-aanvragen.
Vraag 5
Is de huidige vliegoperatie (conform het vigerend luchthavenverkeerbesluit (LVB)),
500.000 vliegtuigbewegingen, Nieuwe Normen- en Handhavingsstelsel en huidige vlootmix)
en daaruit volgende geluidbelasting in overeenstemming met de zonering die volgt uit
het Luchthavenindelingsbesluit (LIB)?
Antwoord 5
In het systeem van de Wet luchtvaart worden in het Luchthavenverkeerbesluit (LVB)
de grenswaarden en regels vastgelegd omtrent het luchthavenverkeer voor zover die
regels noodzakelijk zijn met het oog op de veiligheid, de geluidbelasting, de lokale
luchtverontreiniging en de geurbelasting. Het betreft de ruimte voor en de wijze van
het gebruik van de luchthaven. Het LIB bevat het beperkingengebied en de voor het
beperkingengebied geldende regels, waarbij beperkingen zijn gesteld ten aanzien van
de bestemming en het gebruik van de grond voor zover die beperkingen noodzakelijk
zijn met het oog op de veiligheid en de geluidbelasting (gezondheid) in verband met
de nabijheid van de luchthaven. De inhoud van het LIB volgt hetgeen is vastgelegd
in het LVB. Nadat het LVB in verband met het nieuwe normen- en handhavingsstelsel
voor Schiphol is aangepast, zullen ook de beperkingengebieden in het LIB worden herzien.
Vraag 6
Hoeveel woningbouw wordt eventueel mogelijk bij het in overeenstemming brengen van
het LIB met het LVB of anderszins een actualisatie van het LIB?
Antwoord 6
Een aanpassing van het LIB op basis van een aangepast LVB kan lokaal als effect hebben
dat er in sommige gebieden meer woningbouw en andere ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk
worden. De contouren in het concept-LVB4 beslaan een kleiner gebied dan de huidige beperkingengebieden die in het LIB zijn
vastgelegd. Een actualisatie van de LIB-beperkingengebieden op basis van het concept-LVB
zou op een beperkt aantal plekken leiden tot een afname van de beperkingen voor woningbouw.
Het is moeilijk in te schatten om hoeveel woningen dit gaat, omdat het afhankelijk
is van de locatie in welke dichtheden er gebouwd kan worden. Bovendien is bij het
opstellen van de plancapaciteit voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) uitgegaan van
de beperkingengebieden die zijn vastgelegd in het huidige LIB en zijn de gebieden
waar de mogelijkheden voor woningbouw mogelijk toenemen niet meegenomen in de huidige
afweging over waar te bouwen. Grofweg kan gedacht worden aan enkele duizenden woningen.
Lang niet alle plekken waar de contour verschuift, zijn geschikt voor woningbouw,
omdat het bijvoorbeeld natuurgebieden betreft, er een snelweg ligt of het gebied al
een recreatieve functie heeft. Bovendien betekenen krimpende contouren niet dat hinder
volledig verdwijnt. Het vraagt om een zorgvuldige afweging of vrijgekomen ruimte moet
worden benut voor woningbouw. Immers, per saldo zal daarmee het aantal gehinderden
toe kunnen nemen ondanks een lagere geluidbelasting. Het is binnen de regels van het
LIB een lokale bestuurlijke afweging of de gebieden geschikt zijn voor woningbouw.
Vraag 7
Bent u van mening dat, gezien de aanzienlijke vertraging die verwacht wordt met betrekking
tot het vastleggen van het luchthavenverkeersbesluit, er stappen moeten worden gezet
in het actualiseren van het LIB?
Antwoord 7
Omdat de omvang van het beperkingengebied in het LIB wordt vastgesteld op basis van
het toegestane gebruik van de luchthaven in het LVB, is het niet mogelijk het beperkingengebied
aan te passen als de inhoud van de LVB-wijziging voor het nieuwe normen- en handhavingsstelsel
nog niet vaststaat.
Vraag 8
Hoe weegt u de uitspraak van de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) (zienswijze actualisatie
LIB naar aanleiding van de taxibaan «Quebec») dat blijkt uit het Milieueffectrapport
van het LVB «dat er tal van locaties zijn waar de begrenzing van de beperkingengebieden
niet op de goede plek liggen»? Om hoeveel woningen gaat het daarbij?
Antwoord 8
De BRS doelt hier op het feit dat de beperkingengebieden in het LIB niet volledig
overeenkomen met de contouren die berekend zijn in het kader van het eerdergenoemde
concept-LVB in verband met het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol.
Zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven, volgt de inhoud van het LIB hetgeen is
vastgelegd in het LVB. Als gevolg van de voorgenomen wijziging van het LVB zal ook
het LIB worden herzien.
Vraag 9
Bent u bereid de in deze zienswijze genoemde quick wins in samenwerking met de BRS
voortvarend op te pakken om zo woningbouw mogelijk te maken?
Antwoord 9
IenW en BZK zijn samen met de BRS in overleg over aanpassingen in het LIB. In dit
overleg worden ook de genoemde quick wins meegenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.