Schriftelijke vragen : De overlast die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de Amerikaanse rivierkreeft
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de overlast die wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de Amerikaanse rivierkreeft (ingezonden 4 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de problemen die worden veroorzaakt door de aanwezigheid van de
Amerikaanse rivierkreeft in onze wateren, zoals een achteruitgang van de waterkwaliteit
en de biodiversiteit en extra kosten voor baggeren en het herstellen van oevers?
Vraag 2
Kunt u de financiële schade die deze problematiek tot gevolg heeft in beeld brengen?
Vraag 3
In hoeverre heeft u in beeld hoe de Amerikaanse rivierkreeft zich in de afgelopen
jaren in de Nederlandse wateren heeft verspreid en in welke mate de daarmee gepaard
gaande problemen, zoals negatieve effecten op de biodiversiteit en de waterkwaliteit,
zijn verergerd?
Vraag 4
In hoeverre komt het bereiken van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (KRW)
in gevaar door de achteruitgang van de waterkwaliteit veroorzaakt door de rivierkreeft?
Vraag 5
Kunt u ingaan op het risico dat de aanwezigheid van de rivierkreeft leidt tot een
verhoogde kans dat waterkeringen doorbreken, zoals recent in Reeuwijk gebeurd is,
waarmee ook de veiligheid van mensen in gevaar kan komen?
Vraag 6
Is het juist dat op dit moment wettelijk alleen beroepsvissers kreeften mogen wegvangen,
waardoor grootschalige bestrijding niet mogelijk is?
Vraag 7
Bent u bekend met het feit dat de eerste fase van een proef met het grootschalig wegvangen
van rivierkreeften in de Krimpenerwaard ertoe heeft geleid dat 80.000 kreeften uit
het water zijn gevist (naar schatting de helft van de volwassen kreeften in het pilotgebied),
maar dat dit nog niet voldoende is voor het herstel van de waterkwaliteit?1
Vraag 8
Wat zegt het resultaat van deze pilot u over de mate waarin bevissing van de rivierkreeften
door alleen beroepsvissers nog een effectieve beheermaatregel is?
Vraag 9
Deelt u de mening dat de wettelijke beperking waardoor alleen beroepsvissers kreeften
mogen vangen een effectieve aanpak van de rivierkreeft door middel van grootschalige
bestrijding in de weg staat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om tot een effectievere aanpak te komen deze beperking
weg te nemen?
Vraag 11
Bent u bereid om samen met waterschappen en provincies extra geld vrij te maken om
versneld een effectieve aanpak te ontwikkelen waarmee de rivierkreeft bestreden kan
worden?
Vraag 12
Is het ook een optie om de registratie tot beroepsvisser gemakkelijker te maken, bijvoorbeeld
door de eis voor het hebben van voldoende viswater voor alleen schaal- en schelpdieren
naar beneden bij te stellen?
Vraag 13
Ziet u daarnaast kans om gebruik te maken van mogelijkheden om ondermaatse kreeft
die beroepsvissers vangen tegen een vergoeding af te laten voeren?
Vraag 14
Kunnen er wettelijke mogelijkheden worden gecreëerd om na 1 september, wanneer het
seizoen voor aal gesloten wordt, door te kunnen vissen op rivierkreeft?
Indieners
-
Gericht aan
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
Derk Boswijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.