Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ellian en Rahimi over het bericht ‘Ondernemers sneller in problemen door uitzondering in faillissementswet’
Vragen van de leden Ellian en Rahimi (beiden VVD) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Ondernemers sneller in problemen door uitzondering in faillissementswet» (ingezonden 7 maart 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), meden namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat (ontvangen 1 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2266.
Vraag 1
Bent u bekend met bovenstaand bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Hoe beoordeelt u tot nu toe de uitwerking in de praktijk van de Wet homologatie onderhands
akkoord (WHOA)? Hoeveel akkoorden zijn er reeds gesloten op basis van de WHOA?
Sluit het aantal akkoorden dat tot nu toe is bereikt aan bij het aantal akkoorden
dat van tevoren werd verwacht in de rechtspraktijk?
Antwoord 2, 3
Op 1 januari 2021 is de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) in werking getreden.
De WHOA helpt ondernemingen die in zwaar weer verkeren, een faillissement te voorkomen
door een akkoord met hun schuldeisers tot stand te brengen waarbij de financiële problemen
worden opgelost door bijvoorbeeld een uitstel van betaling of een (gedeeltelijke)
kwijtschelding van schulden.2 Enerzijds kunnen ondernemingen die toekomstperspectief hebben op deze manier weer
financieel gezond worden. Anderzijds kan de WHOA ook gebruikt worden om ondernemingen
die geen overlevingskansen hebben, buiten faillissement af te wikkelen met een beter
resultaat voor de schuldeisers dan in faillissement. De rechter kan een akkoord bevestigen
(homologeren) als de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan de in de
WHOA-regeling gestelde eisen voldoen. Het akkoord geldt dan voor alle bij het akkoord
betrokken schuldeisers en dus ook voor schuldeisers die niet vrijwillig met het akkoord
hebben ingestemd. De WHOA heeft bovendien nadrukkelijk als doel de buitengerechtelijke
totstandkoming van akkoorden te faciliteren. De verwachting is dat, doordat schuldeisers
weten dat een rechter een redelijk akkoord verbindend kan verklaren, zij sneller geneigd
zijn om aan een herstructureringstraject mee te werken. De WHOA-regeling fungeert
dan als een stok achter de deur waarmee de totstandkoming van minnelijke akkoorden
wordt gestimuleerd, waardoor een daadwerkelijke gang naar de rechter om een akkoord
te laten homologeren, niet nodig is.3
Navraag bij de rechtspraak leert dat er in de periode tussen 1 januari 2021 en 1 maart
2022 rond de 200 verklaringen bij de griffie van de rechtbank zijn gedeponeerd, waarin
ondernemingen kenbaar hebben gemaakt dat zij een traject zijn gestart om een akkoord
tot stand te brengen. Ook zijn er in die periode rond de 65 beslissingen door de rechtbank
genomen in het kader van verzoeken tot het treffen van voorzieningen om een lopend
WHOA-traject te faciliteren. Verder zijn er in de genoemde periode 23 beslissingen
door de rechtbank genomen over de homologatie van een akkoord, waarbij het homologatieverzoek
in 17 gevallen is toegewezen en in 6 gevallen is afgewezen (bijvoorbeeld omdat de
ondernemer zijn schuldeisers onvoldoende informatie had gegeven bij de aanbieding
van het akkoord).4 Hoe vaak een WHOA-traject heeft geresulteerd in een akkoord nog voordat de rechter
daarbij aan te pas kwam, is niet bekend omdat veruit de meeste van deze trajecten
in beslotenheid plaatsvinden. Er is daarom nader onderzoek nodig om de effectiviteit
van de WHOA-regeling goed te kunnen beoordelen. De WHOA voorziet in een evaluatiebepaling
op basis waarvan uw Kamer uiterlijk eind 2023 door middel van een verslag geïnformeerd
dient te worden over de doeltreffendheid en de effecten van de WHOA-regeling in de
praktijk. Ik ben voornemens om eind dit jaar al een start te maken met de voorbereiding
van het evaluatieonderzoek.
Wel valt nu al op dat veel van de beslissingen die tot nog toe door de rechtbank zijn
genomen, betrekking hebben op ondernemingen behorend tot het mkb. Voorafgaand aan
de inwerkingtreding van de WHOA was juist de verwachting dat in eerste instantie vooral
grotere bedrijven voor een WHOA-traject in aanmerking zouden komen, omdat de WHOA
een vrij complexe regeling is.5 Om ook mkb-ondernemingen te informeren over het gebruik en de mogelijkheden van de
WHOA-regeling als zij schulden hebben, heeft mijn voorganger, samen met de Minister
van Economische Zaken en Klimaat, zorg gedragen voor voorlichting (zie nader het antwoord
op vraag 7).6 Het is goed om te merken dat de mkb-ondernemingen er nu al in slagen van de WHOA-regeling
gebruik te maken.
Vraag 4, 5
Welke gevolgen heeft dit arrest voor ondernemers die een doorstart proberen te maken?
Bent u het eens met de stelling dat de WHOA het juist makkelijker moet maken voor
ondernemers om een doorstart te maken? Zo ja, bent u het ook eens met de stelling
dat het arrest van de Hoge Raad potentieel zeer zorgelijke gevolgen kan hebben voor
een grote groep ondernemers, aangezien het arrest ertoe leidt dat de WHOA in de praktijk
minder effectief kan worden ingezet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5
De WHOA is bedoeld voor ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast insolvent
dreigen te raken, maar na een herstructurering van de schulden weer financieel gezond
kunnen worden of buiten faillissement afgewikkeld kunnen worden met een beter resultaat
voor de schuldeisers dan in faillissement. Een akkoord hierover komt bij voorkeur
buitengerechtelijk tot stand. Indien nodig kan de rechter een akkoord homologeren.
Schuldeisers die niet met het akkoord hebben ingestemd, worden dan toch aan het akkoord
gebonden. Bij de totstandkoming van de WHOA is er bewust voor gekozen om in deze wet
een uitzondering te maken voor rechten van werknemers die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.
Werknemers kunnen niet tegen hun wil gebonden raken aan een akkoord waarbij zij bijvoorbeeld
loon moeten inleveren. De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat pensioenpremies, die ten
behoeve van de werknemer worden afgedragen, ook onder deze uitzondering vallen omdat
dit een recht is dat voortvloeit uit een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610
BW.7 Daarmee wordt verzekerd dat de pensioenopbouw van werknemers niet in gevaar komt
als gevolg van een WHOA-akkoord. Ik heb vernomen dat in de praktijk de vrees bestaat
dat de uitspraak van de Hoge Raad het moeilijker kan maken voor ondernemers om een
akkoord te bereiken. Ik heb echter vooralsnog geen concrete signalen dat dit effect
ook is opgetreden. De uitspraak biedt aan ondernemingen die gebruik willen maken van
de WHOA-regeling in ieder geval duidelijkheid over het toepassingsbereik van de bestaande
uitzonderingsregel betreffende de rechten van werknemers. Als ondernemers op grond
van de WHOA-regeling een akkoord aan hun schuldeisers willen aanbieden, zullen zij
over voldoende financiële middelen moeten beschikken om de achterstallige pensioenpremies
ten behoeve van hun werknemers in te lopen. Dit is iets om rekening mee te houden
bij de voorbereiding van een akkoord, door bijvoorbeeld dit traject tijdig te starten.
Vraag 6
Kan in overleg met betrokken stakeholders een inschatting worden gemaakt hoeveel noodlijdende
bedrijven tot nu toe zijn geraakt en zullen worden geraakt door deze uitspraak? Kunt
u in dat kader een inschatting maken van het aantal ondernemingen dat faillissement
heeft moeten aanvragen doordat de WHOA in het geheel niet van toepassing is op vorderingen
van bedrijfstakpensioenfondsen voor achterstallige pensioenpremies?
Antwoord 6
Zoals ik eerder in het antwoord op vraag 5 heb opgemerkt, heb ik vooralsnog geen concrete
signalen ontvangen dat trajecten om een akkoord tot stand te brengen, zijn stukgelopen
naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad. Dit is overigens ook niet gebeurd
in de zaak waarop de uitspraak van de Hoge Raad betrekking heeft. De Hoge Raad heeft
uitspraak gedaan naar aanleiding van een prejudiciële vraag die de rechtbank Amsterdam
had gesteld in een zaak waarin zij verzocht was een akkoord te homologeren. In afwachting
van de uitspraak van de Hoge Raad hebben de betrokken partijen alvast een voorziening
getroffen voor het geval uit de uitspraak van de Hoge Raad zou blijken dat de achterstallige
pensioenpremies niet meegenomen konden worden in het akkoord. Hierdoor kon de rechtbank
het akkoord toch homologeren ook al had de Hoge Raad nog geen beslissing genomen.8
In het kader van de evaluatie van de WHOA zal de effectiviteit van de WHOA-regeling
worden onderzocht, waarbij expliciet aandacht zal worden besteed aan de gevolgen van
de uitspraak van de Hoge Raad.
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat voorkomen moet worden dat noodlijdende bedrijven
die door corona al flinke klappen hebben gehad nu moeten overgaan tot het aanvragen
van faillissement in plaats van het succesvol doorlopen van een WHOA-traject? Zo ja,
welke stappen bent u bereid te zetten om dit te voorkomen en om noodlijdende ondernemers
hier meer perspectief te bieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Sinds de uitbraak van het COVID-19 virus is het beleid van het kabinet er op gericht
om zoveel mogelijk te voorkomen dat ondernemingen uitsluitend door de pandemie failliet
gaan. De WHOA-regeling is daarbij onderkend als een behulpzaam instrument. Mijn voorganger
heeft, samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, zorg gedragen voor
flankerend beleid om ondernemingen te informeren over het gebruik en de mogelijkheden
van de WHOA-regeling.9 De Kamer van Koophandel biedt in het kader van het «Programma Zwaar Weer» hulp in
de vorm van informatie, advies en doorverwijzing aan ondernemingen in financiële moeilijkheden.10 Vanaf 2021 is deze dienstverlening van de Kamer van Koophandel uitgebreid met ondersteunende
online content en tools over het gebruik en de mogelijkheden van de WHOA, zoals een
WHOA-routekaart die ondernemers stapsgewijs informeert over hoe een akkoord voorbereid
kan worden. Daarnaast is er een Time Out Arrangement (TOA)-krediet via Qredits beschikbaar
gesteld om mkb-ondernemingen in staat te stellen een doorstart vanuit een WHOA-traject
te maken.11 Het TOA-krediet kan door ondernemers bij uitvoerder Qredits worden aangevraagd van
1 juni 2021 tot en met 31 mei 2024.
Vraag 8
Bent u bereid, vooruitlopend op de evaluatie van de WHOA, de gevolgen van het arrest
van de Hoge Raad voor de effectiviteit van de WHOA nader in kaart te brengen en de
Kamer over de uitkomsten te informeren voor het zomerreces?
Antwoord 8
Per 15 maart 2022 is de consultatie afgerond over een document over het insolventierecht
met als doel de praktijk te betrekken bij de toekomstige ontwikkelingen op dit terrein.12 Over de uitkomsten van deze consultatie ga ik voor de zomer in gesprek met vertegenwoordigers
uit de faillissementspraktijk (waaronder INSOLAD13, RECOFA14, NEVOA15, JIRA16, NOvA17, NVB18) en van de vakbonden CNV en FNV, alsmede van werkgeversorganisatie VNO/NCW en MKB-Nederland.
Deze vertegenwoordigers vormen samen een klankbord in het kader van het wetgevingsprogramma
«herijking faillissementsrecht» (hierna: de klankbordgroep). In dit overleg zal ik,
ter voorbereiding op de evaluatie van de WHOA, alvast de eerste ervaringen van de
deelnemers aan de klankbordgroep met de WHOA-regeling bespreken. Daarbij zal ik de
gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad betrekken, in relatie tot de effectiviteit
van de regeling. Ik ben voornemens om uw Kamer zo spoedig mogelijk in het najaar te
informeren over de uitkomsten van de consultatie en de gesprekken met de klankbordgroep.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.