Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sylvana Simons en Sjoerdsma over de mensenrechtensituatie in Oeganda
Vragen van de leden Simons (BIJ1) en Sjoerdsma (D66) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de mensenrechtensituatie in Oeganda (ingezonden 22 februari 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Minister Schreinemacher (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 28 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u het interview met Oegandese oppositieleider Bobi Wine gelezen in de NRC onder
de titel «Stop met het machtig maken van de dictator in Oeganda?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe reageert u op Bobi Wine’s boodschap dat Museveni verantwoordelijk is voor grootschalig
politiegeweld, stembusfraude en martelingen? Welke invloed heeft dit op de relatie
tussen Nederland en Oeganda? En hoe verhouden deze zich tot de handelsbelangen die
Nederland heeft met Oeganda?
Antwoord 2
In aanloop naar de verkiezingen van 2021 heeft in Oeganda grootschalig politiegeweld
plaatsgevonden2. Ook vernamen wij uit verschillende betrouwbare bronnen dat er martelingen hebben
plaatsgevonden.
De Hoge Vertegenwoordiger van de EU heeft3 op 20 januari 2021 via een publieke verklaring kennis genomen van de uitslag van
de verkiezingen en diepe zorgen uitgesproken over de rol van de veiligheidsdiensten,
inperking van het internet en de intimidatie van politieke actoren en het maatschappelijk
middenveld.
Ook Nederland heeft herhaaldelijk zorgen geuit over de verslechterende situatie, zoals
recentelijk nog tijdens het bezoek van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De brede relatie tussen Nederland en Oeganda is met name gericht op het vergroten
van perspectief voor de bevolking, de opvang van anderhalf miljoen vluchtelingen en
de verdere versterking van de economische relaties. Mede door deze brede relatie heeft
Nederland de mogelijkheid om zorgwekkende ontwikkelingen bij Oegandese autoriteiten
aan de orde te stellen. Zie ook het antwoord op vraag zes.
Vraag 3
In hoeverre en op welke wijze onderneemt u diplomatieke actie om de twee NUP-parlementariërs
vrij te krijgen, die sinds de zomer gevangen zijn genomen op beschuldiging van terrorisme
en moord zonder enig bewijs? Kunt u deze verder toelichten?
Antwoord 3
In EU-verband heeft de Nederlandse ambassade bij verschillende instanties navraag
gedaan naar deze zaak. Omdat het een lopende zaak betreft wordt er door de Oegandese
overheid geen toelichting op gegeven.
Ook in het kader van het Nederlandse voorzitterschap in 2021 van de zogenaamde JLOS-donorgroep
(de groep donoren die steun geeft aan de Justice, Law and Order-sector: het geheel van 18 overheidsinstellingen op het terrein van rechtspraak, politie
en gevangeniswezen) heeft Nederland zich regelmatig bij de Oegandese autoriteiten
uitgesproken over het belang van het naleven van de Grondwet binnen de justitieketen.
Nederland zal bilateraal en in EU-verband navraag blijven doen naar de gevangenneming
van de twee NUP-parlementariërs en aandringen op een tijdig en eerlijk proces.
Vraag 4 en 10
Welke overwegingen maakt u in het (via de Nederlandse ambassade) bezoeken en steunen
van politieke en gewetensgevangenen onder het bewind van Museveni?
Klopt het dat de Nederlandse ambassadeur niet open staat voor bezoeken aan Oegandese
gevangenissen? Zo ja, waarom niet?
Antwoord 4 en 10
Nee dat klopt niet. De Nederlandse ambassadeur staat daar wel voor open. Medewerkers
van de Nederlandse ambassade in Kampala bezoeken ook Oegandese gevangenissen. De afgelopen
twee jaar was het bezoek aan gevangenissen echter moeilijk en soms onmogelijk. Dit
had te maken met de COVID-19 pandemie en de enorme overbevolking van de gevangenissen
waardoor ze voor buitenstaanders gesloten waren. Daarnaast zet de ambassade zich actief
in door het bijwonen van rechtszaken tegen mensenrechtenverdedigers.
Vraag 5
Welke overwegingen maakt u in de keuze om mensenrechtenschendingen van het Museveni-bewind
publiekelijk te veroordelen en deze te bestrijden in bilateraal dan wel EU-verband?
Antwoord 5
Nederland heeft zich de afgelopen twee jaar regelmatig uitgesproken over de slechte
mensenrechtensituatie en de krimpende maatschappelijke en politieke ruimte in Oeganda.
Nederland heeft daarbij voorkeur voor gezamenlijk optrekken met EU-lidstaten en met
andere gelijkgezinde partners – bijvoorbeeld de VS of het VK – omdat de boodschap
daarmee aan gewicht wint. Een recent voorbeeld van gezamenlijk optreden is de lokale
EU-verklaring van 7 februari jl. over martelingen4.
Daarnaast spreekt Nederland zich ook bilateraal kritisch uit als de situatie daarom
vraagt. Nederland doet dat tevens achter gesloten deuren, zoals in het recente onderhoud
van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met de Oegandese
premier en de Oegandese Minister van Buitenlandse Zaken, of publiekelijk, zoals onlangs
in het kader van de Universal Periodic Review van de VN-Mensenrechtenraad.
Vraag 6
Welke condities op het gebied van mensenrechten, democratie en goed bestuur verbindt
u aan bilaterale (ontwikkelings)hulp en welke consequenties verbindt u aan het niet
nakomen van deze condities? Kunt u dit toelichten met voorbeelden?
Antwoord 6
Nederland hecht groot belang aan het naleven van mensenrechten, het behoud van democratische
ruimte en goed bestuur. Nederland heeft in contacten met de Oegandese autoriteiten
dan ook benadrukt dat negatieve ontwikkelingen gevolgen kunnen hebben voor de Nederlandse
inspanningen waar die direct ten goede komen aan de overheid, in lijn met eerdere
besluiten zoals het aanhouden van de slotbetaling (van € 850.000) van het inmiddels
afgelopen samenwerkingsverband met de al genoemde JLOS-sector. Deze betaling blijft
aangehouden totdat duidelijk is op welke manier de overheid werk maakt van accountability ten aanzien van het politiegeweld rondom de verkiezingen. Ook wordt op dit moment
de effectiviteit van de samenwerking met de JLOS-sector in zijn geheel, ook in de
context van de verslechterde situatie, geëvalueerd.
Vraag 7
Klopt het dat de afgelopen nationale verkiezingen niet onder internationaal toezicht
stonden?
Antwoord 7
De verkiezingen zijn waargenomen door delegaties van de East African Community (EAC) en de Intergovernmental Authority on Development (IGAD). Er was echter geen sprake van een formele EU-waarnemersmissie. Wel bezochten
medewerkers van EU-ambassades, waaronder de Nederlandse ambassade, kieslokalen op
de verkiezingsdag.
Vraag 8
Kunt u ervoor pleiten dat de volgende Oegandese nationale verkiezingen onder toezicht
komen te staan van een internationale observatiemissie ter controle van democratische
grondbeginselen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nederland onderschrijft in algemene zin het belang van internationale observatiemissies
en zal zich er in EU-verband voor inzetten dat de EU de volgende verkiezingen in Oeganda
wel waar kan nemen. Daarvoor is het overigens wel nodig dat de Oegandese autoriteiten
de EU formeel uitnodigen. Ook in contacten met de autoriteiten zal Nederland zich
daarvoor inspannen.
Vraag 9
In hoeverre en op welke wijze zet u zich in om ervoor te zorgen dat de Oegandese autoriteiten
de aanbevelingen van voorgaande internationale observatiemissies alsnog aanneemt en
implementeert?
Antwoord 9
In de aanloop naar de verkiezingen van 2021 is er door de EU en gelijkgezinde partners
op technisch niveau met de Oegandese autoriteiten gewerkt aan de uitvoering van de
aanbevelingen van de verkiezingswaarnemers uit 2016. De volgende nationale verkiezingen
staan gepland voor 2026. Het is gebruikelijk om de lessen van de vorige verkiezingen
te gebruiken bij de voorbereiding van nieuwe verkiezingen, en de waarneming ervan.
Vraag 11
Hoe kijkt u naar de mate van geweld dat wordt gebruikt door de Oegandese autoriteiten
om politieke oppositie in de kiem te smoren?
Antwoord 11
Nederland maakt zich ernstige zorgen over het toegenomen geweld en de groeiende inperking
van maatschappelijke en politieke ruimte en heeft die zorgen regelmatig en ook op
hoog niveau aangekaart. Om die reden zet Nederland zich – met diplomatieke inzet via
bilaterale en multilaterale sporen en met financiële ondersteuning van organisaties
in Oeganda – actief in voor de bevordering van mensenrechten en het behoud van maatschappelijke
en politieke ruimte.
Vraag 12
In hoeverre werkt Nederland samen met Europese en Amerikaanse partners in Oeganda
om de justitiële macht in Oeganda te verbeteren?
Antwoord 12
Nederland draagt, samen met andere donoren al 20 jaar bij aan het hierboven genoemde
JLOS-programma. Capaciteitsopbouw van de overheid en het versterken van het commitment
van de overheid om de gehele keten te versterken zijn belangrijke overwegingen geweest
om met de overheid samen te werken. Bovendien biedt die samenwerking additionele ingangen
om zowel op technisch als op hoger niveau zaken als mensenrechtenschendingen, straffeloosheid
en corruptie aan te kaarten.
De laatste overeenkomst met de JLOS sector, met een Nederlandse bijdrage van EUR 17
miljoen, liep van 2017 tot de zomer van 2021. Sinds 2015 is steun aan het JLOS-programma
beperkt tot activiteiten die gericht zijn op het wegwerken van achterstanden in rechtszaken
(case backlog), het faciliteren van specifieke rechtszaken over seksueel en gender gerelateerd geweld,
kinderrechten, vluchtelingenrecht, transitional justice en commercial justice. Zoals ook gemeld in het antwoord op vraag 6 wordt op dit moment een evaluatie van
de afgelopen Nederlandse steun aan het JLOS-programma uitgevoerd, ook om een gedegen
besluit te kunnen nemen over een eventueel vervolg van de Nederlandse samenwerking.
Vraag 13
Bent u bereid een proactieve rol te nemen in het bevorderen van dialoog tussen de
Oegandese regering, de Europese partners en de Verenigde Staten om de mensenrechtensituatie
en de grove overtredingen door de politionele macht een halt toe te roepen?
Antwoord 13
Ja. Nederland doet dat al geruime tijd. Nederland zette zich daar bijvoorbeeld voor
in, in het kader van het eerdere voorzitterschap van de JLOS-donorgroep, in gesprekken
over de invulling van de politieke dialoog van de EU met de Oegandese autoriteiten,
tijdens verschillende overleggen met gelijkgezinde partners op hoofdstedenniveau en
in het kader van de EU-raadswerkgroep over Afrika. Nederland heeft zich binnen de
EU hard gemaakt voor een spoedig bezoek aan Oeganda van de EU Speciale Vertegenwoordiger
voor Mensenrechten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.