Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over AirTags
Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de de Minister van Economische Zaken en Klimaat en voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over AirTags (ingezonden 11 februari 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 25 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Apple’s AirTag blijkt surveillance-netwerk»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de zorg dat vrouwen en kwetsbare groepen het gevaar lopen om ongewenst gevolgd
te worden door AirTags? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
In zijn algemeenheid deel ik de zorg dat technologie kan wordt misbruikt om een inbreuk
te maken op de levenssfeer van iemand anders. Voor zover valt na te gaan, heeft de
politie nog niet te maken gehad met incidenten waarbij een AirTag betrokken was.2 Bovendien heeft Apple op zijn website maatregelen aangekondigd tegen mogelijk misbruik
van de AirTag. Uit die reactie blijkt dat Apple inmiddels aanvullende waarborgen tegen
misbruik van de AirTag heeft ingebouwd.3 Enkele van die waarborgen zijn dat gebruikers tijdens de configuratie van hun AirTag
een bericht zien waarin duidelijk staat dat AirTag is bedoeld voor het volgen van
eigen bezittingen, dat het volgen van personen in veel landen een misdrijf is, dat
AirTag zo is ontworpen dat slachtoffers hem kunnen detecteren, en dat wetshandhavingsdiensten
gegevens kunnen opvragen waarmee de eigenaar van de AirTag kan worden geïdentificeerd.4
Vraag 3 en 6
Welke andere risico’s zit u nog meer bij de huidige implementatie van de AirTag voor
de Nederlandse samenleving?
Bent u bereid om in EU-verband te bespreken hoe het gebruik van de AirTag en soortgelijke
technologieën gereguleerd kunnen worden? Zo ja, kunt u hier de termijn van aangeven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 6
Zoals hiervoor uiteengezet in het antwoord op vragen 4 en 5, acht ik het juridisch
kader toereikend om aan het risico op onverhoopt onrechtmatig gebruik van de AirTag
en daarmee vergelijkbare toepassingen op te treden. Uiteraard houdt het kabinet de
ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.
Vraag 4
Bent u, gezien het potentieel misbruik van AirTags voor stalking, van mening dat de
huidige Wet Belaging voldoet, vooral gezien het feit dat het hier gaat om een klachtdelict
waardoor vervolging enkel plaats kan vinden als een slachtoffer aangifte heeft gedaan?
Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, welke acties overweegt u te ondernemen om burgers
beter te beschermen tegen stalking door middel van technologie zoals AirTags?
Antwoord 4
Volgens art. 285b Wetboek van Strafrecht (Sr.) maakt iemand zich schuldig aan belaging
wanneer hij of zij wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op de persoonlijke
levenssfeer van een ander, met het oogmerk diegene te dwingen iets (niet) te doen
of toe te staan, dan wel angst aan te jagen. Er kan op verschillende manieren zijn
voldaan aan de bestanddelen van deze strafbepaling; ook locatietracking kan hierbij
meespelen. Een en ander hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval. Ik
deel de mening dan ook niet dat deze strafbepaling niet langer voldoet.
Dat belaging een klachtdelict is, maakt dit niet anders. De keuze hiervoor is gemaakt
om te voorkomen dat bij vervolging wegens belaging, de privacy van het slachtoffer
in het gedrang komt. Door de eis van een klacht, kan worden voorkomen dat vervolging
en een rechtszaak ertoe bijdragen dat bepaalde privacygevoelige informatie over het
slachtoffer ongewild in de openbaarheid worden gebracht. Ook kan zo worden voorkomen
dat het slachtoffer, bijvoorbeeld tijdens een getuigenverhoor of een openbare rechtszitting,
ongewild wordt geconfronteerd met de dader.5 Het klachtvereiste is gesteld omdat bij belaging het persoonlijk belang van het slachtoffer
niet te worden geconfronteerd met eventuele negatieve gevolgen van een strafvervolging
voorrang heeft boven het algemeen belang van strafvervolging.
Het feit dat vervolging afhankelijk wordt gesteld van een klacht van het slachtoffer,
betekent overigens niet dat er geen opsporingsonderzoek mag plaatsvinden. Dat opsporingsonderzoek
dient dan gericht te zijn op het informeren van potentiële aangevers en hen in staat
te stellen om een klacht in te dienen.6
Vraag 5
Bent u van mening dat het bestaan van het «Zoek mijn»-netwerk in strijd is met de
Algemene Verordening Gegevensbescherming? Zo ja, welke acties verbindt u aan deze
conclusie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) kent een uitzondering voor het verwerken
van persoonsgegevens door natuurlijke personen voor louter persoonlijke en huishoudelijke
doeleinden.7 Het door een natuurlijk persoon kunnen volgen van een locatie in bijvoorbeeld gezinsverband
valt dan ook buiten het werkingsgebied van de AVG. Voor andere gevallen, of voor gevallen
waarin de privésfeer wordt geraakt van anderen dan degene die door middel van dit
systeem gegevens verwerkt, geldt dat hiervoor een welbepaald, uitdrukkelijk omschreven
en gerechtvaardigde doel moet zijn alsook dat er een legitieme verwerkingsgrondslag
voor kan worden gevonden in de AVG, bijvoorbeeld toestemming van de betrokkene. Verder
geldt in dit geval de AVG wel voor Apple die de middelen verschaft voor de verwerking
van persoonsgegevens voor dergelijke persoonlijke of huishoudelijke activiteiten.
Ik heb dan ook geen aanleiding om aan te nemen dat de genoemde functie per definitie
strijdig is met de AVG. Of in voorkomende gevallen de AVG is geschonden, is aan de
Autoriteit Persoonsgegevens als toezichthouder ter beoordeling.
Vraag 7 en 8
Op welke andere wijzen beoogt u te investeren in het voorkomen van stalking door middel
van technologieën als de AirTag in de Nederlandse maatschappij?
Op welke wijze beoogt u te investeren in de ondersteuning van slachtoffers van stalking
door middel van technologieën als de AirTag?
Antwoord 7 en 8
De afgelopen jaren zetten de meest betrokken organisaties, politie, Openbaar Ministerie,
Reclassering, Veilig Thuis en Slachtofferhulp Nederland steeds meer in op het zo vroegtijdig
mogelijk en zo lang als nodig samenwerken om stalking te voorkomen. Het gaat hierbij
om het zeker stellen van de veiligheid van slachtoffers, het inzetten van de noodzakelijke
interventies om de stalking duurzaam te stoppen, het opsporen en vervolgen van plegers
en het voorkomen van recidive.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft in de kamerbrief van 28 juni 2021 de
voortgang op de aanpak stalking toegelicht.8 Met deze aanpak is afgelopen jaren, en wordt nog steeds, ingezet op vier sporen:9 betere herkenning en inschatten van risico’s;10 versterken regie;11 verscherpte strafrechtelijke aanpak, en;12 versterken slachtofferveiligheid.
Nieuwe digitale en technische toepassingen bieden stalkers steeds meer mogelijkheden.
Slachtoffers van stalking moeten over die ontwikkeling goed worden geïnformeerd. Daarom
is de emotionele, praktische en juridische ondersteuning die Slachtofferhulp Nederland
biedt, ook specifiek voor slachtoffers van stalking belangrijk. Slachtofferhulp Nederland
houdt nauwlettend maatschappelijke ontwikkelingen (zoals de zorgen over de Apple AirTag
bij stalking) bij en past, indien nodig, het staande beleid aan en informeert daar
alle medewerkers over. Slachtoffers kunnen via de website van Slachtofferhulp Nederland
informatie vinden over stalking. Daar staan ook tips over veiligheid en bescherming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.