Schriftelijke vragen : Het verbod van een Apartheid panel op de Universiteit Leiden
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het verbod van een Apartheid panel op de Universiteit Leiden (ingezonden 25 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het verbod van de Universiteit Leiden op de paneldiscussie
«Apartheid, Racism and Intersectionality» die op 21 maart plaats had moeten vinden
en die was georganiseerd door een groep studenten en academici in het kader van de
«Israël Apartheid Week»1? Hoe beoordeelt u dit verbod?
Vraag 2
Wat vindt u van de opvatting van het College van Bestuur (CvB) en de rector magnificus
van de Universiteit Leiden dat de moderator van het panel – de Nederlands-Palestijnse
Dr. Dina Zbeidy – niet «neutraal» genoeg zou zijn? Waarin is dit vermeende gebrek
aan «neutraliteit» gelegen volgens de universiteit, en heeft dit te maken met haar
afkomst als Palestijnse?
Vraag 3
Klopt het dat de Universiteit Leiden niet eerst met de betreffende moderator heeft
gesproken voordat het hoofd van de beveiliging en het CvB tot het oordeel waren gekomen
dat ze «ongeschikt» zou zijn? Zo ja, hoe beoordeelt u de zorgvuldigheid waarmee het
ingrijpende besluit tot het verbieden van een panel is genomen?
Vraag 4
Bent u van mening dat er juist met het publiekelijk in twijfel trekken van de integriteit
van een Nederlands-Palestijns academica met een doctoraat van de Universiteit van
Amsterdam (UvA) er een onveilig klimaat is geschapen voor Palestijnse studenten en
academici en om over Israëlische apartheid te praten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Bent u van mening dat het hier om een politiek besluit van het College van Bestuur
gaat, en dat de verwijzing naar de huisregels die een «goede moderator» voorschrijven
dermate vaag is dat deze willekeur van de universiteit toelaat?
Vraag 6
Bent u bereid bij de Universiteit Leiden aan te dringen op excuses richting Dr. Zbeidy,
gezien het feit dat ze zonder wederhoor publiekelijk door het CvB en de rector magnificus
als academica ongeschikt is verklaard voor het leiden van een panel over een onderwerp
waar zij jarenlang onderzoek naar heeft gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Klopt het dat de Universiteit Leiden eerder in 2018 een panel van Israëlische en Palestijnse
mensenrechtenorganisaties in eerste instantie verbood, op grond klachten van Israël-lobby
organisaties en niet verder onderbouwde «veiligheidsredenen»? Wat waren deze veiligheidsredenen
concreet?
Vraag 8
Klopt het dat de Universiteit Leiden en andere universiteiten studiepunten toekennen
aan studenten die collegereeksen volgen van pro-Israël lobbyorganisatie Centrum Informatie
en Documentatie Israël (CIDI)? Hoe voldoet dit volgens u aan het door de universiteit
zelf aangedragen vereiste van «neutraliteit» bij «onderwerpen zoals deze»? Waarom
is het bij de collegereeks geen verplichting dat er ook een ander, door Palestijnse
belangenorganisaties aangedragen, perspectief aanwezig is?
Vraag 9
Bent u het eens dat deze gebeurtenissen voorbeelden zijn van de krimpende ruimte om
de Israëlische bezetting van Palestina en de misdaad van apartheid te kunnen bespreken?
Zo nee, hoe dienen deze gebeurtenissen volgens u dan wel gekwalificeerd te worden?
Zo ja, bent u bereid om het verder krimpen van deze ruimte actief tegen te gaan op
Nederlandse universiteiten? Op welke wijze?
Indieners
-
Gericht aan
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
S.H. (Sylvana) Simons, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.