Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Simons over het bericht 'U en ik werken mee aan de mishandeling van migranten'
Vragen van het lid Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «U en ik werken mee aan de mishandeling van migranten» (ingezonden 11 februari 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
(ontvangen 18 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u het NRC-opiniestuk gelezen «U en ik werken mee aan de mishandeling van migranten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat de Europese Unie (EU) actief bijdraagt aan de marteling en gevangenneming
van migranten in Libië? Zo ja, welke acties onderneemt u om de huidige EU-Libië verstandhouding
een halt toe te roepen en mensenrechtenschendingen tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Nee, daar ben ik het niet mee eens. Het staat buiten kijf dat de behandeling van migranten
en vluchtelingen in Libië, met name in de detentiecentra maar ook daarbuiten, nog
altijd zeer verontrustend is. De EU spreekt de verantwoordelijke Libische autoriteiten
hier dan ook op aan en Nederland adresseert deze zorgen ook in bilateraal en multilateraal
verband, op alle niveaus. Uitgangspunt daarbij is dat de Libische autoriteiten mensenrechten
en internationale standaarden dienen te respecteren. De EU en een groot aantal lidstaten,
waaronder Nederland, roepen in dit licht op tot het verbeteren van de behandeling
van migranten en vluchtelingen na ontscheping en van hun situatie in detentiecentra
alsook het beëindigen van arbitraire detentie. Speciale aandacht gaat daarbij uit
naar de onmiddellijke vrijlating van vrouwen en kinderen en het verzekeren van toegang
tot de detentiecentra voor humanitaire organisaties. Het uiteindelijk doel is sluiting
van de detentiecentra.
Daarnaast wordt ingezet op het creëren van alternatieve vormen van opvang, de aanpak
van mensensmokkelaars en de criminele netwerken die daarvoor verantwoordelijk zijn
en betere samenwerking van Libische autoriteiten met UNHCR en IOM onder andere voor
humanitaire evacuaties, hervestiging van vluchtelingen en vrijwillige terugkeer van
migranten naar hun land van herkomst.
Vraag 3
Wat is uw reactie op het feit dat de EU nog extra vaartuigen aan de Libische kustwacht
wil geven voor de zomer, terwijl de investeringen van de EU in de Libische kustwacht
al bewezen hebben bij te dragen aan foltering en gevangenschap van migranten?
Antwoord 3
De EU draagt bij en heeft in het verleden op verschillende manieren bijgedragen aan
het trainen en ondersteunen van de Libische kustwacht. Dit omvat onder andere het
leveren van vaartuigen aan de Libische kustwacht. Het kabinet vindt het belangrijk
dat de EU de Libische kustwacht ondersteunt om de capaciteit op het gebied van grensbeheer,
zoek- en reddingscapaciteit en de aanpak van mensensmokkel en -handel te versterken.
Dit dient echter verbonden te zijn met inzet op de verbetering van de mensenrechtensituatie
van migranten en vluchtelingen in Libië. De EU heeft hierbij, mede op aandringen van
Nederland en andere lidstaten, monitoring door een derde partij opgezet om de waarborging
van mensenrechten onder projecten gefinancierd door de EU in Libië te beoordelen.
Nederland blijft ook bij toekomstige ondersteuning van de Libische kustwacht door
de EU aandacht vragen voor monitoring en het respecteren van mensenrechten.
Vraag 4
In hoeverre en op welke wijze verbindt u acties aan de conclusies en aanbevelingen
van het rapport «No Way Out» van de Internationale Federatie voor de Mensenrechten
(FIDH) en anderen, dat in het artikel wordt genoemd en dat het Ministerie van Buitenlandse
zaken zelf heeft gesponsord?
Antwoord 4
Nederland financiert organisaties als FIDH om onderzoek te doen naar mensenrechtenschendingen
en hierover te rapporteren. Het kabinet heeft dan ook aandachtig kennisgenomen van
het rapport en de aanbevelingen daarin. De conclusie van de FIDH dat misdaden tegen
migranten en vluchtelingen niet onbestraft mogen blijven onderschrijft het kabinet
van harte. Nederland onderneemt ook acties om hieraan bij te dragen. Zo heeft Nederland
in de VN-Veiligheidsraad het initiatief genomen om sancties in te stellen tegen mensenhandelaren
actief in Libië. In het najaar van 2021 werd nog een nieuwe persoon aan deze sanctielijst
toegevoegd. Tevens doet het Openbaar Ministerie strafrechterlijkonderzoek naar mensenhandelaren
in Libië. De beruchte mensenhandelaar Kidane Zekarias Habtemariam, actief in Libië,
werd afgelopen jaar op de Nationale Opsporingslijst geplaatst.
Nederland heeft zich tijdens de Mensenrechtenraad van oktober vorig jaar ingezet voor
een verlenging van het mandaat van de in het rapport genoemde Fact-Finding Missionen zal die waar mogelijk ondersteunen. Ook vraagt Nederland vanuit zijn rol als co-voorzitter
van een van de vier werkgroepen van het Berlijn-vredesproces aandacht voor de mensenrechtensituatie
en het belang van accountability.
Nederland draagt daarnaast via de EU en bilateraal bij aan de bescherming van, en
assistentie aan migranten, vluchtelingen en ontheemden. Dit betreft o.a. hulp en assistentie
na ontscheping, opvang in detentiecentra en stedelijke gebieden, het faciliteren van
vrijwillige terugkeer en re-integratie, en evacuatie naar de Emergency Transit Mechanisms
(ETMs) in Niger en Rwanda. Voor 2022 heeft Nederland daarnaast hervestiging vanuit
detentie in Libië geëvacueerde kwetsbare vluchtelingen via het ETM te Niger en Rwanda
gepland. Zie voorts het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.