Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Bouchallikh over PFAS in de Westerschelde
Vragen van de leden Bromet en Bouchallikh (beiden GroenLinks) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over PFAS in de Westerschelde (ingezonden 9 februari 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Staatssecretaris Heijnen
(Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Minister voor Natuur
en Stikstof (ontvangen 17 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 1930.
Vraag 1
Welke stappen heeft u ondernomen sinds in december 2021 bleek dat het PFAS-gehalte
(poly- en perfluoralkylstoffen) in vis uit Westerschelde gigantisch is en tot wel
812 keer meer schadelijke stoffen bevatten dan de grenswaarde? Wat heeft u gedaan
met het nadrukkelijke advies aan burgers om geen vis en zeegroenten uit het oostelijke
deel van de Westerschelde te eten1? Worden burgers in Zeeland hier actief over geïnformeerd?
Antwoord 1
Naar aanleiding van onderzoek in België naar de blootstelling van omwonenden van de
fabriek van 3M in Zwijndrecht en het rapport van Rijkswaterstaat naar PFAS begin april
2021, heeft de Provincie Zeeland het voortouw genomen om te onderzoeken wat de consequenties
daarvan kunnen zijn voor mensen op en rond de Westerschelde. Over de invulling van
het onderzoek is overleg geweest met vertegenwoordigers van de Ministeries van IenW,
LNV en VWS. Het artikel in de PZC waarnaar u verwijst, is bij dit onderzoek betrokken.
Daarnaast neemt Rijkswaterstaat PFAS mee in de metingen voor drie representatieve
zwemwaterlocaties langs de Westerschelde.
De rijksoverheid heeft middelen beschikbaar gesteld voor onderzoek naar PFAS-gehalten
in diverse bronnen, waaronder eetbare dieren en planten. Het onderzoek is inmiddels
gestart en zal naar verwachting in het voorjaar van 2022 opgeleverd worden. De eerste
resultaten van dit onderzoek laten zien dat de consumptie van zelfgevangen bot en
garnalen afkomstig uit het oostelijk deel van Westerschelde al bij zeer lage consumptiehoeveelheden
zou kunnen leiden tot een overschrijding van de gezondheidskundige grenswaarde van
PFAS. De grenswaarde betreft de maximale hoeveelheid PFAS waaraan iemand mag worden
blootgesteld, zonder dat gevolgen voor de gezondheid worden verwacht. In het definitieve
onderzoeksrapport worden de data van meer monsters benut afkomstig uit de gehele Westerschelde
en komen er gegevens van andere vissoorten en lamsoor bij.
Op basis van de eerste beelden, waaronder de resultaten van het onderzoek dat genoemd
is in de PZC, heeft GGD Zeeland op 15 december 2021 een voorzorgsadvies gegeven om
geen zelf gevangen vis uit de Westerschelde te eten. Dit voorzorgsadvies is op 24 februari
2022 aangevuld om ook geen zelf gevangen garnalen te eten. Daarnaast adviseert de
GGD om de consumptie van zelf geraapte mosselen en oesters uit de Westerschelde te
beperken tot niet meer dan tien keer per jaar. Dit advies is in aanvulling op het
algemene geldende advies van het Voedingscentrum om niet regelmatig zelf gevangen
zoetwatervis te eten uit Nederlandse wateren. Zowel door de Provincie Zeeland als
de GGD Zeeland is dit besluit actief gecommuniceerd.2
Vraag 2
Waarom wordt er überhaupt niet actief gecommuniceerd over het advies van de overheid
om «niet te veel zelf gevangen vis» te eten, zoals u schreef in uw brief van 13 december
20213? Bent u voornemens om een publiekscampagne hierover op te zetten om op deze manier
de gezondheid van burgers te beschermen?
Antwoord 2
Voedingsadviezen van de rijksoverheid worden gegeven door het Voedingscentrum. Het
advies om niet regelmatig zelf gevangen vis te eten, is in hun berichtgeving en de
website van het Voedingscentrum terug te vinden.4 Daarnaast heeft de GGD op 15 december 2021 een consumptieadvies uitgedaan.5
In het algemeen geldt dat de overheid geen toezicht heeft op zelf gevangen, geteeld,
geplukt en geraapt voedsel. Een deel van de mensen in Nederland kiest ervoor om op
die manier in (een deel van) hun dieet te voorzien en niet of minder gebruik te maken
van commercieel aangeboden voedsel. Dat betekent ook dat er een grotere verantwoordelijkheid
bij henzelf ligt om zich goed te informeren. Het Rijk is voornemens om samen met lokale
en regionale overheden te blijven zorgen voor goede beschikbaarheid van informatie
over bekende risico’s van zelf gevangen, geteeld, geplukt en geraapt voedsel.
Vraag 3
Kunt u garanderen dat het wel veilig is om commercieel gevangen zoetwatervis te eten
als u die garantie niet kunt geven voor zelf gevangen vis? Zo ja, hoe kunt u dit garanderen?
Zo nee, wordt dit vraagstuk meegenomen in het onderzoek naar PFAS-gehaltes in levensmiddelen?
Wanneer worden de resultaten van dit onderzoek verwacht?
Antwoord 3
Het onderzoek waar u in uw vragen aan refereert, heeft betrekking op een kleinschalig
onderzoek naar de recreatief gevangen vissoort bot in de Westerschelde. De resultaten
van dit onderzoek worden voor begin april verwacht. Dit heeft betrekking op vis uit
het zoute water. Bedrijven die vis in de handel brengen, uit zoet of zout water, dienen
er voor te zorgen dat die vis voldoet aan de wettelijke eisen, onder andere met betrekking
tot contaminanten. Monitoring daarop vindt jaarlijks plaats.6
Omtrent PFAS loopt op dit moment een Europees traject voor het vaststellen van Maximum
Limieten (MLs) voor o.a. vis. In Europees verband zijn hiervoor data verzameld en
in dit traject zijn ook de zoetwatersoorten meegenomen.
In 2021 is onderzoek gestart naar PFAS-gehaltes in levensmiddelen. Dit onderzoek is
bedoeld om een inschatting te kunnen maken van de blootstelling van de consumenten
van PFAS via voedsel. Hiervoor is gekozen om PFAS te meten in levensmiddelen die vaak
worden geconsumeerd, waarbij o.a. zoet- en zoutwater vis zijn inbegrepen.
Vraag 4
Neemt het Rijk op dit moment extra maatregelen waardoor bedreigingen, als gevolg van
PFAS, voor de volksgezondheid en het gehele Natura2000-gebied (Westerschelde) worden
weggenomen of verminderd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen worden genomen
Antwoord 4
Ja, Nederland werkt sinds 2020 samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen
aan een Europees verbod op het gebruik van PFAS. Het beoogde doel van dit restrictievoorstel
op basis van de Europese verordening REACH is dat alle PFAS, zo’n 6.000 in totaal,
in één keer verboden gaan worden.
Vorig jaar heeft de toenmalige Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij haar
Vlaamse collega aangedrongen op het verminderen van emissies van PFAS naar de Westerschelde.
Eind oktober vorig jaar hebben de Vlaamse autoriteiten de productieprocessen bij 3M
waar PFAS vrijkomt stilgelegd totdat er een nieuwe vergunning is. Op 25 maart vindt
een kennismakingsgesprek plaats tussen de Minister van IenW en zijn Vlaamse collega
Demir. In dit gesprek zal opnieuw aangedrongen worden op het verminderen van emissies
van PFAS naar de Westerschelde.
Daarnaast is een onderzoek gestart naar actuele PFAS-waarden in veel geconsumeerde
voedselproducten in Nederland. We verwachten de resultaten van dat onderzoek in de
tweede helft van 2022.
Zoals de Minister van IenW en de Staatssecretaris van VWS in de vorige kabinetsperiode
aan de Tweede Kamer hebben gemeld, wordt met het RIVM gewerkt aan de opzet voor een
onderzoeksprogramma naar de beste wijze waarop we de blootstelling van mensen aan
PFAS kunnen terugdringen. PFAS zijn zeer persistente stoffen die moeilijk uit het
milieu gehaald kunnen worden en dat betekent dat het ook moeilijk is om de blootstelling
van mensen aan PFAS terug te dringen. We moeten daarom op zoek naar een goede en duurzame
aanpak.
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat tijdige en volledige informatie over alles wat met de complexe
materie van PFAS in de Westerschelde te maken heeft van groot belang is? Is er voldoende
afstemming en overleg tussen de Vlaamse en Nederlandse overheden, betrokken instanties,
belanghebbenden en de volksvertegenwoordigers? Kunt u toezeggen dat de communicatie
tussen alle geledingen hierover telkens tijdig en volledig zal plaatsvinden?
Antwoord 5
Wij delen die opvatting. Daarom zetten we ons in om de communicatie tussen de betrokken
partijen te versterken. Op dit moment vindt dat bijvoorbeeld al plaats via reguliere
kanalen, zoals de Internationale Schelde Commissie en de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie.
In die context worden ook extra overleggen en acties ingezet. Daarnaast en in toenemende
mate zijn de Nederlandse en Vlaamse overheden in contact en stemmen bilateraal af
over de aanpak op PFAS voor grensoverschrijdende vergunningen. Het gesprek op 25 maart
tussen de Minister van IenW en Minister Demir van Vlaanderen wordt hier ook voor benut.
Vraag 6
Waarom heeft u besloten dat het ontpolderingstraject in de Hedwigepolder doorgang
kan vinden? Klopt het dat de Hedwigepolder alsnog vervuild zal raken met PFAS-houdend
slib, ondanks het nieuws dat de hoeveelheid onder de norm valt?7 Moet de verspreiding van PFAS niet alsnog voorkomen worden?
Antwoord 6
In de Kamerbrief over gevolgen PFAS voor ontpoldering van de Hedwigepolder van 5 oktober
20218 en in de in de beantwoording van Kamervragen over gevolgen van PFAS-concentraties
Westerschelde voor de Hedwigepolder van 16 november 20219 hebben de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven
dat de PFAS-concentraties in zwevend stof hoger zijn dan de concentraties die zich
op dit moment op de bodem van de Hedwigepolder bevinden, maar zijn niet dusdanig hoog
dat deze in strijd zijn met de zorgplichtbepaling uit de Waterwet. Vele onderzoeken
en adviezen benadrukken de noodzaak van deze natuurontwikkeling voor de internationale
biodiversiteit. De eerdere ingebrekestelling door de Europese Commissie onderstreept
de urgentie om dit project uit te voeren. Om de verspreiding van PFAS te voorkomen
is het vooral van belang in Europees verband de productie en toepassing van PFAS te
verbieden. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat maakt zich hiervoor
in Europees verband met vier andere lidstaten hard. Tegelijkertijd wordt druk op Vlaanderen
uitgeoefend om de emissie van PFAS terug te dringen en de vergunningvoorwaarden voor
vervuilende bedrijven aan te scherpen.
Vraag 7
Is er voldoende duidelijk over de mate waarmee het met PFAS vervuilde water een bedreiging
vormt voor de bodem, flora en fauna in het betreffende gebied?
Antwoord 7
Het water dat straks de Hedwigepolder zal instromen, heeft dezelfde kwaliteit als
het water van de Westerschelde. Voor de op termijn te verwachten kwaliteit van de
waterbodem zijn de PFAS-gehalten in zwevend stof de beste indicatie. Deze zwevend
stofdeeltjes zullen immers bezinken. Het zijn dan ook díe metingen die worden gehanteerd
bij het bepalen van de verwachte kwaliteit van de waterbodem. De PFAS-concentraties
in zwevend stof zijn lager dan de PFAS-concentraties in het water van de Westerschelde.
Zoals aangegeven, passen deze waarden binnen de milieuhygiënische vereisten vanuit
de zorgplicht in de Waterwet. Daarmee is er geen reden om dit project niet voort te
zetten.
Vraag 8
Hebben de PFAS-concentraties invloed op de te vormen natuur en de ecologische kwaliteit?
Wordt een snelle afname van de concentraties in water en slib verwacht waardoor uitstel
van de ontpoldering «besmetting» kan verminderen, of maakt dat niet uit?
Antwoord 8
Zoals bij de vorige vraag geschetst, zijn de gemeten PFAS-concentraties in water en
zwevend stof geen reden om deze natuurontwikkeling niet te laten plaatsvinden. De
PFAS-problematiek staat sinds vorig jaar zomer ook in Vlaanderen op de kaart. Vlaanderen
brengt de bronnen van PFAS in beeld en scherpt vergunningvoorwaarden voor vervuilende
bedrijven aan. De verwachting is dat door de vermindering van emissies bovenstrooms
de PFAS-concentraties in de Westerschelde zullen dalen. Deze lagere concentraties
zullen er op termijn ook voor zorgen dat zich minder PFAS aan slib en waterbodem zullen
hechten.
Vraag 9
Bent u bereid om een PFAS-coördinator aan te stellen – waar het dagelijks provinciebestuur
van Zeeland ook al naar gevraagd heeft – voor de complete PFAS-problematiek in en
rond de Westerschelde opdat er sneller de juiste maatregelen kunnen worden genomen
door het Rijk, Rijkswaterstaat en/of de provincie in aansluiting op en in samenhang
met die van de Vlaamse autoriteiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
In reactie op de brief van gedeputeerde staten van Zeeland heeft de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat aangegeven bij zowel de rijksoverheid als de provincie Zeeland op hoogambtelijk
niveau een coördinator te willen aanwijzen, die overzicht en samenhang moet brengen
in alle acties die al zijn uitgezet. Over de uitwerking hiervan gaat de Minister met
GS van Zeeland in gesprek. Overigens heeft zijn voorganger naar aanleiding van een
brief van GS van Zeeland in augustus al coördinatie vanuit het Rijk aangeboden en
wordt sindsdien tussen de verschillende partijen intensief samengewerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.