Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Kort en Smals over “het bericht dat UWV op illegale wijze wachtlijsten wegwerkt: uitkeringen worden verstrekt zonder de beoordeling van een arts”
Vragen van de leden De Kort en Smals (beiden VVD) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over het bericht dat UWV op illegale wijze wachtlijsten wegwerkt: uitkeringen worden verstrekt zonder de beoordeling van een arts (ingezonden 17 januari 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 16 maart
2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Het UWV werkt wachtlijsten op illegale wijze
weg: uitkering verstrekt zonder beoordeling arts»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het onwenselijk en onwettig is dat Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV)-kantoren arbeidsongeschiktheidsuitkeringen hebben toegekend zonder keuringen
toe te passen?
Antwoord 2
Ik vind het onwenselijk dat dergelijke proeven zonder mijn medeweten en dat van uw
Kamer worden gestart. De Raad van Bestuur van UWV heeft geconstateerd dat het besluitvormingsproces
niet op de juiste manier is verlopen en heeft aangegeven dat te betreuren.
Naar aanleiding van vragen van RTL Nieuws heeft UWV laten weten dat in het district
Zwolle een kleinschalige proef is uitgevoerd met een andere wijze van claimbeoordeling
voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) voor een specifieke doelgroep.
In Hengelo was er sprake van een plan dat niet is uitgevoerd. In Zwolle heeft een
arbeidsdeskundige bij een groep van dertig zieke werknemers van zestig jaar en ouder
een (plausibiliteits-)beoordeling gedaan. In negentien gevallen is een WIA-uitkering
(WGA 80–100) toegekend gekregen zonder beoordeling door een verzekeringsarts. Daarmee
is UWV afgeweken van artikel 6, eerste lid, van de WIA. In dit artikel is bepaald
dat de beoordeling of iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt of gedeeltelijk
arbeidsgeschikt is, gebaseerd wordt op een verzekeringsgeneeskundig en een arbeidskundig
onderzoek. Ik deel de mening dat deze proef niet conform de wet is geweest.
Vraag 3
Vindt u dat het mogelijk moet zijn om buitenwettelijke pilots en experimenten uit
te voeren om wachtlijsten weg te werken?
Antwoord 3
Ja. Uitgangspunt is en blijft dat beleid wordt uitgevoerd binnen de wettelijke kaders.
In bijzondere situaties kunnen er legitieme redenen zijn voor buitenwettelijke pilots
en experimenten. Er gelden strikte kaders voor het afwijken van vigerende wetgeving.
Zo is het belangrijk dat er een goede belangenafweging heeft plaatsgevonden, het buitenwettelijk
beleid begunstigend is, beperkt is in tijd en dat de Tweede Kamer geïnformeerd is.
Zie ook mijn antwoord op vraag 4 en 5 van het lid Stoffer over hetzelfde onderwerp.
Vraag 4
Is bij u bekend of ook andere UWV-kantoren dezelfde werkwijze toepassen?
Antwoord 4
UWV heeft laten weten dat deze proef eenmalig was en op één kantoor heeft plaatsgevonden.
Vraag 5
Als reden voor het verstrekken van uitkeringen zonder keuring, wordt in het artikel
genoemd dat het gaat om het wegwerken van wachtlijsten, zijn er nog andere acties
ondernomen om de wachtlijsten weg te werken? Zo ja, welke zijn dat, en passen deze
binnen de wet?
Antwoord 5
Bij brief van 9 april 2021 is uw Kamer geïnformeerd over het knelpunt bij sociaal-medische
beoordelingen en over de maatregelen die – binnen de wettelijke kaders- in gang zijn
gezet.2 Ik noem hier de omslag naar een regiemodel voor sociaal-medische dienstverlening
en een effectievere inzet van de verzekeringsarts in de Ziektewet. Dit knelpunt zorgt
voor wachttijden en (financiële) onzekerheid bij werknemers en werkgevers. Lange wachttijden
kunnen ook tot gevolg hebben dat de re-integratie later begint, waardoor de werkhervattingskansen
van mensen mogelijk afnemen. De nood is hoog, en daarmee de noodzaak om nieuwe werkwijzen
te bezien. In dit perspectief zie ik de pilots in Zwolle en Hengelo.
Gelet op de ingrijpende effecten die nieuwe manieren van werken met zich mee kunnen
brengen, ben ik, samen met UWV en de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde
(NVVG), in overleg met de sociale partners hoe we de consequenties van verschillende
opties om het knelpunt bij sociaal-medische beoordelingen te verkleinen, met elkaar
wegen. Zoals aangegeven in de Stand van de Uitvoering van december vorig jaar, zal
ik de Tweede Kamer zo snel mogelijk, maar uiterlijk in het voorjaar, informeren over
de uitkomsten.3
Over (andere) acties die het wettelijk kader (mogelijk) te buiten gaan, heeft UWV
mij niet geïnformeerd. Ik heb UWV verzocht de vraag of er andere buitenwettelijke
acties zijn ondernomen te betrekken bij de evaluatie van de voorbereiding, besluitvorming
en uitvoering van de pilot, die UWV laat uitvoeren. De uitkomsten hiervan deel ik
uiterlijk in het voorjaar met uw Kamer.
Vraag 6
Welke oplossingsrichtingen ziet u nog meer voor het verder wegwerken van de wachtlijsten
en welke wetswijzigingen zijn daar voor nodig?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 5, ben ik hierover in gesprek met UWV, NVVG
en de sociale partners. Daarbij heb ik toegezegd uw Kamer uiterlijk in het voorjaar
te informeren over de uitkomsten van dit traject.
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het feit of eenzelfde werkwijze is toegepast bij andere uitkeringen,
zoals bijvoorbeeld de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)?
Antwoord 7
Nee. UWV heeft laten weten dat eenzelfde werkwijze alleen is toegepast bij de beoordeling
van WIA-aanvragen. Naar aanleiding van de bij vraag 5 genoemde evaluatie ga ik nader
in gesprek met UWV over de vraag of eenzelfde werkwijze ook buiten de WIA is toegepast.
Vraag 8
Hoe gaat u voorkomen dat in het vervolg arbeidsongeschiktheidsuitkeringen worden toegekend
zonder dat er vooraf een keuring plaatsvindt?
Antwoord 8
UWV heeft in reactie op de berichtgeving aangeven dat deze pilot niet hadden mogen
gebeuren en dat het besluitvormingsproces niet op de juiste manier is verlopen. Ik
vertrouw erop dat UWV lessen trekt uit de evaluatie die het laat doen en ik blijf
hierover in gesprek met UWV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.