Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over subsidie vrijwillige sluiting kolencentrale (Kamerstuk 32813-936)
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1000
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 14 maart 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister voor Klimaat en Energie over de brief van 30 november 2021
over subsidie vrijwillige sluiting kolencentrale (Kamerstuk 32 813, nr. 936)
De vragen en opmerkingen zijn op 14 januari 2022 aan de Minister voor Klimaat en Energie
voorgelegd. Bij brief van 11 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
Adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
1
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de leveringszekerheid van stroom
voor Nederland. De combinatie van de huidige krapte op de energiemarkt, de productiebeperking
op kolencentrales alsook de sluiting van de Onyx-centrale kunnen mogelijk leiden tot
risico’s voor de leveringszekerheid. Deelt de Minister deze zorgen? Wat is de impact
van de sluiting van de Onyx-centrale op de leveringszekerheid van stroom? Welke andere
energiebronnen vangen het wegvallen van de centrale op? In hoeverre maakt dit ons
meer afhankelijk van de import van elektriciteit?
Antwoord
Het sluiten van de centrale Power Plant Rotterdam (hierna: PPR) brengt de beschikbaarheid
van energie niet in gevaar. Voor elektriciteit houdt de jaarlijkse monitoring van
TenneT rekening met de ontwikkelingen in het elektriciteitsproductiepark, zoals onder
meer de toename van het vermogen aan wind en zon en het uitfaseren van de kolencentrales.
Vanaf 2025 wordt Nederland voor leveringszekerheid wel een toenemend aantal uren per
jaar afhankelijker van importen, door afname van zowel gas- als biomassa- en kolenvermogen.
Ik blijf daarom ook de uitfasering van koleneenheden en sluiting van kerncentrales
in de landen om ons heen nauwlettend volgen. De vrijwillige sluiting van de centrale
PPR en de productiebeperking voor de andere kolencentrales zal naar verwachting deels
worden vervangen door groei van wind en zon en extra inzet van de Nederlandse gascentrales.
TenneT heeft inmiddels voor het jaar 2022 een aanvullende analyse gemaakt op de Monitoring
Leveringszekerheid 2021 met betrekking tot de maatregelen voor de kolencentrales1. Uit de resultaten blijkt dat de Nederlandse leveringszekerheid gewaarborgd blijft
met de huidige maatregelen bij kolencentrales. Ook met de veronderstelde beperkingen
op circa 2,7 GW kolenvermogen en het uit bedrijf nemen van de Onyx centrale, blijven
de LOLE (loss of load expectation, waarmee leveringszekerheid gemeten wordt) -niveaus
in 2022 op 0 uren per jaar: er is voldoende productiecapaciteit beschikbaar in binnen-
en buitenland om de Nederlandse elektriciteitsvraag op alle momenten te dekken. Daarmee
geeft dit onderzoek op dit moment geen aanleiding de maatregelen bij kolencentrales
aan te passen. In de Monitoring Leveringszekerheid 2022 zal opnieuw aandacht zijn
voor de situatie in de landen om ons heen. Dit is op basis van de huidige inzichten
en geldende marktomstandigheden. Ik houd de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt
nauwlettend in de gaten, evenals het effect van de productiebeperking bij kolencentrales
hierop. Als ik tot de conclusie kom dat deze maatregel tot onaanvaardbare risico’s
leidt voor de leveringszekerheid van elektriciteit of de voorzieningszekerheid van
gas, zal ik maatregelen nemen om dit te voorkomen.
2
De leden van de VVD-fractie zijn verder van mening dat overcompensatie voorkomen moet
worden. Overcompensatie zou mogelijk zijn als de afgesproken compensatie stand zou
houden bij een alternatieve inzet van de kolencentrale. Zijn hier afspraken over gemaakt,
zodat de centrale ook daadwerkelijk dichtgaat? Zijn er plannen voor de alternatieve
inzet van deze centrale? Indien de centrale een andere bestemming krijgt, wat zou
dat betekenen voor de compensatie?
Antwoord
Het project waarvoor de subsidie door deze exploitant is aangevraagd en verleend,
betreft de definitieve beëindiging van de productie van elektriciteit met behulp van
kolen door PPR en de ontmanteling van de centrale PPR. In de beschikking tot subsidieverlening
is geregeld dat het voorschot pas zal worden overgemaakt zodra de exploitant van PPR
heeft aangetoond dat de productie van elektriciteit met behulp van kolen door PPR
definitief is beëindigd. Indien de centrale PPR niet overeenkomstig het door de exploitant
ingediende projectvoorstel en overeenkomstig de eisen van de subsidieverlening zou
worden ontmanteld, maar daarentegen een andere bestemming zou krijgen, kan dit voor
mij aanleiding zijn de subsidieverlening in te trekken of ten laste van de exploitant
van PPR te wijzigen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
De leden van de D66-fractie zijn erg blij met de beslissing om Onyx Power in Rotterdam
te sluiten. Dit brengt een forse CO2-reductie met zich mee en past bij de aangescherpte klimaatmaatregelen waar de D66-fractie
samen met andere partijen in de Kamer op aan heeft gedrongen. De leden van de D66-fractie
lezen in de brief dat alleen Onyx zich heeft gemeld bij de call for proposals. Wat
is hiervan de reden? Hebben andere kolencentrales interesse gehad in het subsidiebedrag
en daarmee ook versneld sluiten? Was er bijvoorbeeld een voorwaarde waardoor deze
kolencentrales afhaakten? Zou het, rekening houdend met de leveringszekerheid, mogelijk
zijn om nog een kolencentrale te sluiten? Wat zou hiervoor nodig zijn?
Antwoord
De call for proposals stond open voor alle centrales met een opgesteld vermogen groter dan 700MW. Het stond
alle partijen vrij om hierop te reageren. Andere partijen, behalve Onyx voor de sluiting
van PPR, hebben geen aanvraag voor de subsidie ingediend.
Er zijn verschillende maatregelen getroffen in de kolensector ten behoeve van CO2-reductie, waarbij zorgvuldig is gekeken naar de risico’s rondom de leveringszekerheid
en de veilige verbranding van reststromen. Een aanvullende maatregel, zoals het sluiten
van nog een kolencentrale, zou aanzienlijke risico’s met zich meebrengen voor de leveringszekerheid
en wordt daarom niet overwogen.
4
De leden van de D66-fractie ondersteunen de eis om bij de subsidieverlening aandacht
te hebben voor de gevolgen voor werknemers. Hoe verloopt dit proces bij de Onyx Power
in Rotterdam? Is de verwachting dat werknemers eenvoudig een andere baan kunnen vinden?
Is er binnen het sociaal plan gestreefd om de werknemers van Onyx Power binnen de
energiesector te houden, zodat zij kunnen bijdragen aan de energietransitie?
Antwoord
In de call for proposals is opgenomen dat de exploitant ervoor moet zorgen dat de werknemers van de centrale
die als het gevolg van de vrijwillige sluiting hun baan verliezen adequaat worden
ondersteund. Hiertoe zijn in de call for proposals twee minimumeisen opgenomen waaraan het sociaal plan moet voldoen, zodat wordt aangesloten
bij de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het Westhavenarrangement ten tijde van
de sluiting van de Hemwegcentrale. Deze eisen gaan over begeleiding van de werknemers
naar een andere baan en een tegemoetkoming als men in die nieuwe baan minder gaat
verdienen. Daarnaast moet er een sociaal plan komen, dat alle overige zaken rondom
de sluiting en verlies van werkgelegenheid regelt. Er is nog geen sociaal plan. Dit
is een van de opschortende voorwaarden waaronder ik het subsidiebesluit heb verleend.
Ik heb begrepen dat de FNV inmiddels met Onyx een onderhandelaarsakkoord heeft bereikt,
dat wordt voorgelegd aan de leden. De inhoud van het laatste concept sociaal plan
ken ik niet en mij is niet bekend of er specifiek naar gestreefd wordt om werknemers
binnen de energiesector te houden. Dit is aan werkgever en vakbonden om afspraken
over te maken.
Gegeven de huidige krapte op de arbeidsmarkt is de verwachting inderdaad dat werknemers
eenvoudig een andere baan zullen kunnen vinden.
5
De leden van de D66-fractie lezen dat Onyx nu afziet van de subsidie, eerder verleend
onder de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE+), voor het
bij- en meestoken van biomassa. Wat gebeurt er met deze subsidie? Vloeit deze terug
in de SDE+? Om welk bedrag gaat het?
Antwoord
PPR, eigendom van Onyx, heeft een SDE+-subsidie ontvangen voor het bij- en meestoken
van biomassa. Deze subsidie wordt jaarlijks uitbetaald en is onder andere afhankelijk
van daadwerkelijke geproduceerde elektriciteit en de ontwikkelingen van de energieprijzen.
Vooraf wordt een totaalbedrag aan maximale subsidie verleend en de jaarlijkse uitbetaling
verlaagd het resterende openstaande subsidiebedrag. Van het aan PPR verleende bedrag
resteert per 1 januari 2022 nog € 252,2 miljoen. Bij alle SDE+-subsidies geldt dat,
wanneer er minder middelen worden uitgekeerd dan eerder de verwachting was, het restant
terugvloeit naar de SDE+. Dat zal ook het geval zijn bij de SDE+-subsidie die aan
Onyx is verleend. Dit zal niet het gehele resterende maximale bedrag van € 252,2 miljoen
zijn, omdat niet het maximale subsidiebedrag op de begroting van het Ministerie van
Economische Zaken en Klimaat (EZK) is gereserveerd, maar het verwachte subsidiebedrag.
Het verwachte subsidiebedrag ligt in de regel substantieel lager. Het deel van het
maximale subsidiebedrag dat is gereserveerd op de begroting, is afhankelijk van de
energieprijzen en in de regel geldt dat bij hogere prijzen er een kleiner deel van
de maximale subsidie wordt begroot, omdat bij hogere prijzen er ook minder subsidie
zal worden uitgekeerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
6
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister de mening deelt dat we op dit moment
juist onze kolencentrales open moeten houden, juist omdat de hoge gasprijs ervoor
heeft gezorgd dat er in het derde kwartaal van 2021 maar liefst 96 procent meer productie
uit kolen is gehaald. Hoe gaat de Minister deze productie opvangen als de Onyx-centrale
sluit?
Antwoord
Met de huidige maatregelen in de kolensector wordt het maximaal haalbare gedaan in
termen van CO2-reductie, zonder dat er risico’s rondom de leveringszekerheid en de veilige verbranding
van reststromen ontstaan. Ik houd de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt nauwlettend
in de gaten, evenals het effect van de productiebeperking bij kolencentrales hierop.
Als ik tot de conclusie kom dat deze maatregel tot onaanvaardbare risico’s leidt voor
de leveringszekerheid van elektriciteit of de voorzieningszekerheid van gas, zal ik
maatregelen nemen om dit te voorkomen.
Voor het opvangen van de productie als centrale PPR sluit verwijs ik de leden van
de PVV-fractie naar het antwoord op vraag 1 van de VVD-fractie.
7
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister kan aangeven welke gevolgen het
sluiten van deze kolencentrale heeft voor de Nederlandse elektriciteitsproductie en
de gevolgen hiervan voor de energierekening, de gasprijs en de leveringszekerheid.
Antwoord
Op dit moment is de gasprijs prijszettend in de elektriciteitsmarkt. Dit betekent
dat de huidige hoge gasprijs bepalend is voor de hoogte van de elektriciteitsprijs,
niet de prijs voor kolen.
Door het samenspel van verschillende factoren is het lastig om precies in beeld te
brengen wat de exacte gevolgen van de sluiting van de centrale PPR zijn op de elektriciteitsprijs
in de context van de huidige hoge gasprijzen. Zie hiervoor ook de beantwoording door
de Minister van EZK van vragen van het lid Erkens over de hoge aardgasprijzen en leveringszekerheid
(Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 19).
Het sluiten van de centrale PPR brengt de beschikbaarheid van energie niet in gevaar.
Dit is op basis van de huidige inzichten en geldende marktomstandigheden. Ik houd
de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt nauwlettend in de gaten, evenals het effect
van de productiebeperking bij kolencentrales hierop. Als ik tot de conclusie kom dat
deze maatregel tot onaanvaardbare risico’s leidt voor de leveringszekerheid van elektriciteit
of de voorzieningszekerheid van gas, zal ik maatregelen nemen om dit te voorkomen.
8
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister zich ervan bewust is dat we, naast
elektriciteit uit kolen, juist ook afhankelijk zijn van elektriciteit uit gascentrales
en zeker op het moment dat zonne- en windenergie geen of te weinig elektriciteit leveren.
Kan de Minister een overzicht verstrekken van de momenten in de afgelopen vijf jaar
dat gascentrales zijn bijgeschakeld?
Antwoord
De Nederlandse en Noordwest-Europese energiehuishouding is historisch gezien afhankelijk
van aardgas. Het aandeel aardgas in de Nederlandse energievoorziening bedraagt circa
40% van het primaire energieverbruik. Met de energietransitie zal het aandeel aardgas
weliswaar afnemen, maar gassen blijven de komende decennia een belangrijke rol spelen,
onder meer voor het leveren van regelbaar vermogen op de elektriciteitsmarkt. De Nederlandse
elektriciteitsproductie kwam in de afgelopen 5 jaar nog voor een belangrijk deel van
gasgestookte centrales. Circa 50% van de in Nederland geproduceerde elektriciteit
kwam van gasgestookte centrales. Daarbij moet gedacht worden aan grootschalige gasgestookte
elektriciteitscentrales, maar ook honderden WKK’s die geïnstalleerd staan bij de industrie
en glastuinbouw. Het is niet doenlijk om, gegeven bovenstaande cijfers, een dergelijk
overzicht over de afgelopen 5 jaar te geven. Het hoge aandeel van gas in de elektriciteitsmix
zal de komende jaren dalen als gevolg van de sterke stijging van de productie van
wind- en zonne-energie en meer en meer afhankelijk worden van die momenten dat er
te weinig productie is van wind- en zonne-energie of import.
9
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister een overzicht kan verstrekken van
het mondiale CO2-besparingseffect als de Onyx-centrale sluit en hoe dit mogelijke besparingseffect
zich verhoudt tot de 212,5 miljoen euro die wordt uitgegeven? Is de Minister ook van
mening dat, uitgaande van het Nederlandse aandeel in de mondiale CO2-uitstoot van nog geen half procent, dit besparingseffect vrijwel verwaarlooswaar
en praktisch onmeetbaar is?
Antwoord
De vermeden CO2-uitstoot door de PPR is naar verwachting 3 megaton CO2 per jaar. Het mondiale CO2-besparingseffect is lager, omdat de elektriciteit die door de centrale zou worden
geproduceerd, elders moet worden geproduceerd. Dit is deels door Nederlandse gascentrales
en deels door import. Gegeven de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt kan ik geen
goede inschatting geven van de verdeling hiervan.
De geproduceerde elektriciteit door Nederlandse gascentrales is circa de helft minder
CO2-intensief dan bij elektriciteitsproductie door kolencentrales. Bij de import van
stroom zijn de ontwikkelingen in de productiemix in de landen om ons heen van belang.
Het is belangrijk om samen op te trekken in Europa in de energietransitie. In Nederland
en Duitsland zijn er gelijktijdige trajecten om het gebruik van kolen uit te faseren
en het stimuleren van hernieuwbare energie. Daarmee wordt productiemix steeds meer
duurzamer en de potentiële gevolgen van weglek van de CO2 naar het buitenland steeds kleiner.
Voor Nederland is de energietransitie van groot belang. Klimaatverandering levert
grote risico’s op voor Nederland doordat de zeespiegel stijgt, weersextremen vaker
optreden met hittegolven, droogte en overstromingen ten gevolge en de inheemse biodiversiteit
verder onder druk komt te staan. Deze veranderingen zorgen voor grote (maatschappelijke)
kosten. Zonder klimaatbeleid zullen de kosten van klimaatverandering in Nederland
naar verwachting sterk toenemen. Klimaatverandering houdt niet op bij onze landsgrenzen.
De energietransitie is nodig om de risico’s van klimaatverandering te beperken. Door
de energietransitie goed te bewerkstelligen, blijft de Nederlandse economie toekomstbestendig.
10
De leden van de PVV-fractie lezen dat het sluiten van de Onyx-centrale een besparing
van 3 megaton CO2 oplevert. De NOS heeft bericht dat uit interne stukken van ambtenaren wordt gesproken
over een besparing in korte tijd van 10 tot 15 megaton CO2 om aan de eisen uit het Urgenda-vonnis te voldoen. Hoe beoordeelt de Minister de
uitspraak van de ambtenaren dat de 10 tot 15 megaton technisch alleen mogelijk zijn
als direct fossiele industriële installaties worden stilgelegd? Is de Minister het
in dit verband eens dat deze «subsidie voor vrijwillige sluiting» ordinaire indirecte
dwang is en er blijkbaar nog meer sluitingen op de loer liggen om aan de onzinnige
klimaatdoelstellingen te voldoen?
Antwoord
Om op hele korte termijn een emissiereductie te realiseren die overeenkomt met 10–15
megaton, is het stilleggen van productie (en daarmee de CO2-uitstoot) onvermijdelijk. De laatste jaren heeft het kabinet ingegrepen in de elektriciteitssector
om op korte termijn een significante emissiereductie te realiseren. Dat heeft bijvoorbeeld
geleid tot de sluiting van de Hemwegcentrale, het subsidiebesluit voor de vrijwillige
sluiting van de Onyx-centrale en de wettelijke productiebeperking van kolencentrales
in de jaren 2022–2024. Een subsidie is op basis van vrijwilligheid en er is dus geen
sprake van dwang. Onyx heeft zelf een subsidievoorstel ingediend tot sluiting in het
kader van de opengestelde call for proposals.
Het stoppen met productie betekent niet altijd volledige sluiting van een bedrijf
– bijvoorbeeld wanneer deze overschakelt naar schonere alternatieve productietechnieken.
Dat is ook het uitgangspunt van het huidige kabinet – dat de komende periode met de
industrie tot maatwerkafspraken wil komen. Deze afspraken gaan uit van wederkerigheid
– het bedrijf committeert zich aan een CO2-reductie en de overheid zorgt dat de randvoorwaarden voor de overstap naar een duurzaam
productieproces zijn ingevuld – bijvoorbeeld door de aanleg van infrastructuur.
11
De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel werknemers (direct en indirect) door de
sluiting van de Onyx-centrale worden getroffen. Wat doet de Minister voor hen? Hoe
helpt de Minister hen aan nieuw werk en inkomen, of laat hij hen aan hun lot over?
Antwoord
Bij de centrale zelf gaat het om ongeveer 75 werknemers die hun baan verliezen plus
ongeveer 40 medewerkers die flexibel worden ingezet. Voor zover thans valt te overzien
gaat het in de keten om maximaal 20 werknemers.
De werkgever is primair verantwoordelijk voor zijn eigen werknemers.
Voor zover het medewerkers van de centrale PPR betreft is in de call for proposals opgenomen dat de centrale daar zelf voor moet zorg dragen. De werkgever moet in dat
kader voorzien in een tegemoetkoming voor inkomensverlies van werknemer als gevolg
van de sluiting en ondersteuning en begeleiding bieden bij de duurzame overstap naar
een andere baan. Voor zover het de werknemers in de keten betreft draagt het rijk
daar zorg voor, zoals uw Kamer gevraagd heeft in de motie van het lid Beckerman (Kamerstuk
32 813, nr. 627), aanvullend op de inspanningen van de werkgever zelf. Daarover is afgesproken om
een soortgelijk arrangement in te richten als bij de sluiting van de Hemwegcentrale
in Amsterdam is gedaan, met een mobiliteitscentrum dat zorgt voor ondersteuning en
begeleiding naar een andere baan. Daarnaast wordt gewerkt aan een tegemoetkomingsregeling
waarmee voor werknemers in de keten in Rotterdam een eventueel lager inkomen in een
nieuwe baan tijdelijk kan worden opgevangen.
12
De leden van de PVV-fractie lezen verder dat Onyx alsnog kan besluiten de elektriciteitsproductie
met kolen niet te beëindigen. Kan Onyx ook besluiten de productie met gesubsidieerde
biomassa te verhogen om alsnog open te blijven? Hoeveel subsidie zou Onyx hiervoor
ontvangen?
Antwoord
Voor het antwoord op de mogelijkheden van Onyx om af te wijken van de subsidiebeschikking
verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 2 van de leden van de VVD-fractie.
Als een elektriciteitsproducent besluit de elektriciteitsproductie door verbranding
van biomassa te verhogen, moet dit allereerst binnen de vergunningsvereisten voor
die productie-installatie mogelijk zijn. Wanneer er meer elektriciteit met biomassa
wordt geproduceerd dan waarvoor subsidie ontvangen kan worden, wordt er voor dat extra
deel geen extra subsidie ontvangen. Er worden geen nieuwe subsidies verleend voor
het verbranden van biomassa voor uitsluitend elektriciteitsopwekking.
13
De leden van de PVV-fractie lezen dat het subsidiebesluit nog onder voorbehoud is
van het Europese-Unie-besluit omtrent staatssteun. Kan de Minister dit toelichten?
Antwoord
De subsidie die aan de exploitant van PPR onder opschortende voorwaarde is verleend
betreft staatssteun. Het verlenen van staatssteun is onder het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU) verboden, tenzij de Europese Commissie
deze staatssteun heeft goedgekeurd. Totdat de Europese Commissie de goedkeuring voor
de subsidie heeft verleend blijft derhalve de werking van de beschikking tot verlening
van de subsidie opgeschort en kan de exploitant geen aanspraak op de uitbetaling van
de subsidie maken. Op dit moment – in de zogenaamde prenotificatie-fase – buigt de
Europese Commissie zich over de verenigbaarheid van de subsidie met het VWEU op basis
van de richtsnoeren voor staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en
energie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
14
De leden van de CDA-fractie constateren dat de leveringszekerheid jaarlijks wordt
gemonitord door TenneT en dat het kabinet stelt dat zij door maximaal één centrale
te sluiten de leveringszekerheid in Nederland wil borgen. Naast leveringszekerheid
in de zin van voldoende aanbod is het, zo maken de huidige hoge energieprijzen duidelijk,
ook van belang dat er sprake is van betaalbare energie. Deze leden vragen daarom of
er bij het beoordelen en monitoren van de leveringszekerheid ook wordt gekeken naar
leveringszekerheid in de zin van het voldoende beschikbaar zijn van betaalbare energie.
Zij vragen de Minister om duidelijk te maken wat de impact van het sluiten van de
Onyx-kolencentrale zal zijn op het aanbod van betaalbare energie, nu en in de toekomst.
Op welke wijze zullen de effecten van het sluiten van de kolencentrale op de beschikbaarheid
van voldoende betaalbare energie worden gemonitord, bijvoorbeeld in de Monitor Leveringszekerheid
van TenneT?
Antwoord
Graag verwijs ik de leden van de CDA-fractie naar een antwoord op vraag 7 van de PVV-fractie.
15
De leden van de CDA-fractie vragen of de analyse van TenneT wel geschikt is om te
beoordelen of de sluiting van de Onyx-centrale niet tot een verslechtering van de
leveringszekerheid leidt. In deze analyse is immers geen rekening gehouden met de
ontwikkelingen en de voorgenomen plannen ten aanzien van het opgestelde vermogen aan
elektriciteitsproductie in Duitsland en België. Daarnaast is de analyse van Tennet
gebaseerd op een beperking van 35 procent op de capaciteit van kolencentrales op elk
moment in het jaar, terwijl deze in de uitwerking van de maatregel anders is ingevuld,
namelijk een capaciteitsfactor van maximaal 35 procent gemiddeld over een heel jaar.
Is de Minister bereid TenneT opnieuw te vragen haar analyse te actualiseren?
Antwoord
Ja. TenneT heeft inmiddels a voor het jaar 2022 een aanvullende analyse gemaakt op
de Monitoring Leveringszekerheid 2021 met betrekking tot de maatregelen voor de kolencentrales2. Uit de resultaten blijkt dat de Nederlandse leveringszekerheid gewaarborgd blijft
met de huidige maatregelen bij kolencentrales. Ook met de veronderstelde beperkingen
op circa 2,7 GW kolenvermogen en het uit bedrijf nemen van de Onyx centrale, blijven
de LOLE-niveaus (loss of load expectation, waarmee leveringszekerheid gemeten wordt)
in 2022 op 0 uren per jaar: er is voldoende productiecapaciteit beschikbaar in binnen-
en buitenland om de Nederlandse elektriciteitsvraag op alle momenten te dekken. Daarmee
geeft dit onderzoek op dit moment geen aanleiding de maatregelen bij kolencentrales
aan te passen. In het jaar 2025 waar de Monitoring Leveringszekerheid 2021 ook naar
gekeken heeft, geldt de productiebeperking voor de kolencentrales niet meer. In de
Monitoring Leveringszekerheid 2022 zal opnieuw aandacht zijn voor de situatie in de
landen om ons heen. Ik verwijs ook naar de antwoorden op vragen van het lid Bontenbal
over de fors hogere elektriciteits- en gasprijzen zoals op 24 december 2021 verstuurd
(Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 1213), waarin mijn voorganger heeft aangegeven TenneT tijdig in het komende jaar te vragen
om te beoordelen of leveringszekerheid ook in de volgende winter voldoende op orde
is, dan wel dat aanvullende maatregelen nodig zijn die dan kunnen worden uitgewerkt.
16
De leden van de CDA-fractie lezen dat er, gelet op de ontmanteling van de Onyx-centrale,
in de toekomst geen biomassa meer zal worden verstookt, waardoor er evenmin gebruik
zal worden gemaakt van de hiervoor bedoelde SDE+-subsidie. De budgettaire ruimte die
hiervoor was gereserveerd zal daarom niet worden benut. Deze leden vragen de Minister
om aan te geven hoe groot deze budgettaire ruimte is. Hoe verhoudt deze ruimte zich
tot het bedrag wat nodig is voor sluiting van de centrale? Wat zal er gebeuren met
de budgettaire ruimte die vrijkomt?
Antwoord
Voor de beantwoording van deze vraag verwijs ik naar de beantwoording van vraag 5
van de leden van de D66-fractie.
17
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister ook een alternatieve aanwending
van de kolencentrale heeft overwogen, bijvoorbeeld een combinatie van biomassa en
carbon capture en storage (BECCS, hetgeen tot negatieve emissies leidt), of ombouw
naar een gascentrale (al dan niet waterstof-ready).
Antwoord
De exploitant van de centrale PPR heeft in reactie op de call for proposals een voorstel ingediend dat de sluiting en ontmanteling van de centrale behelst en
voor het desbetreffende voorstel subsidie aangevraagd. De subsidie is verleend op
basis van het door Onyx ingediende voorstel. Gedurende de beoordeling van de aanvraag
van PPR is het voorstel niet aangepast.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
18
De leden van de SP-fractie hebben met grote zorgen kennisgenomen van het bericht dat
investeerder Riverstone een bedrag van 212,5 miljoen euro zal ontvangen voor de sluiting
van de Onyxcentrale. Deze leden vinden het erg zorgelijk dat investeerders op deze
manier kunnen parasiteren op de energietransitie en miljoenen publiek geld afhandig
kunnen maken voor eigen gewin. Zij vragen hoe het mogelijk is dat de reële waarde
op 60 tot 80 miljoen euro wordt geschat en de afkoop zoveel hoger ligt? Hoe ziet de
Minister dit?
Is het overcompenseren van aandeelhouders voor een cosmetische afbouw, waarvoor de
samenleving betaalt de voorbode van het klimaatbeleid? De leden van de SP-fractie
vragen of de Minister erkent dat dit draagvlakondermijnend is, zeker als bezien wordt
dat voor huishoudens de energierekening enorm stijgt en aandeelhouders op deze manier
hun zakken kunnen vullen. Deze leden vragen of dit is hoe de Minister zijn beleid
wil gaan vormgeven. Hoe denkt hij dit te kunnen (blijven) verdedigen? Deze leden vragen
of de Minister de mening deelt dat geld van inwoners van Nederland, belastinggeld,
doelmatig en rechtmatig wordt besteed? Kan hij deze leden eens uitleggen waarom deze
uitgave van belastinggeld doelmatig en rechtmatig is?
Antwoord
Ik herken het beeld niet dat de reële waarde op € 60 tot € 80 miljoen wordt geschat
en dat er sprake is van overcompensatie met de subsidie. Voor de onderbouwing van
de (financiële) gevolgen zijn er door experts rapportages opgesteld met betrekking
tot de financiële, fiscale, technische en juridische aspecten. Vanwege bedrijfsvertrouwelijke
informatie kan ik het subsidiebesluit en de onderliggende adviezen niet openbaar maken.
Om uw Kamer wel inzicht te geven in deze adviezen en maximale transparantie te bieden
heb ik de onderliggende stukken vertrouwelijk ter inzage in de Tweede Kamer gelegd
zodat uw Kamer volledig zicht heeft op de onderbouwing van deze subsidie (Kamerstuk
32 813, nr. 937).
Het kabinet is zich bewust dat de klimaattransitie alleen op draagvlak kan rekenen
als deze voor iedereen betaalbaar is. Het bestaande beleid richt zich dan ook op een
zo kosteneffectief mogelijke transitie, waarbij negatieve sociaaleconomische effecten
zoveel mogelijk worden geadresseerd via sociaal beleid. In dit kader is het belangrijk
te benoemen dat bij het klimaatpakket van bijna € 7 miljard uit de Miljoenennota (Kamerstuk
35 925) is gekozen voor een pakket aan maatregelen dat op korte termijn de uitstoot van
huishoudens en mkb’ers reduceert, met oog voor het beperken van negatieve sociaaleconomische
effecten. Met dit pakket heeft het kabinet juist gekeken naar maatregelen die mensen
in staat stellen om een bijdrage te leveren aan het aanpakken van klimaatverandering.
Deze subsidie is doelmatig en rechtmatig. Met deze subsidie wordt op korte termijn
significante CO2-reductie gerealiseerd die met andere maatregelen ofwel niet op korte termijn kan
worden gerealiseerd ofwel tot significant hogere kosten zal leiden, waardoor deze
subsidie doelmatig is. Met de goedkeuring van de Najaarsnota 2020 (Kamerstuk 35 650), waar de benodigde verplichtingenruimte voor deze subsidie in is verwerkt, is het
verlenen van de subsidie ook rechtmatig.
19
De leden van de SP-fractie stellen dat, gezien de klimaatcrisis en de maatschappelijke
en ecologische prijs van CO2-uitstoot, er wel degelijk sprake is van overcompensatie. Bovendien was bij aanschaf
van de kolencentrale door Riverstone de uitfasering van fossiele brandstoffen ruimschoots
voorzien. Voorts vragen deze leden hoe de uitgave zich tot het budgetrecht van de
Kamer verhoudt. Is de Minister bereid de toekenning terug te draaien? Deze leden vinden
de compensatie dus niet nodig. Zij ontvangen graag een reactie.
Antwoord
Voor de financiële onderbouwing van de subsidie en de vraag of er overcompensatie
is verwijs ik naar het antwoord op uw eerdere vraag van gelijke strekking. Daarnaast
is de subsidie verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat de Europese Commissie
goedkeuring geeft voor het verlenen van de staatssteun. De Europese Commissie zal
de steun alleen goedkeuren als deze proportioneel is en dus geen overcompensatie inhoudt.
Ik ben het met u eens dat bij de aanschaf van de kolencentrale door Riverstone de
uitfasering van fossiele brandstoffen als gevolg van het wettelijk verbod op kolen
per 2030 te voorzien was. De financiële toets of er sprake is van overcompensatie
richt zich daarom alleen op de jaren tot 2030 en niet op de periode daarna.
Met de goedkeuring van de Najaarsnota 2020 is het budgetrecht van de Kamer gerespecteerd.
De subsidie is onder opschortende voorwaarden verleend. Ik ben niet bereid deze verlening
terug te draaien.
20
De leden van de SP-fractie vragen of het klopt dat delen van de centrale verscheept
gaan worden en dat de centrale daarmee feitelijk wordt verplaatst in plaats van ontmanteld?
Voorts vragen deze leden of de centrale wordt omgebouwd naar een biomassacentrale,
waardoor er feitelijk ook geen sprake is van ontmanteling? Zo ja, waarom blijft de
Minister dan dit subsidiebedrag verdedigen?
Antwoord
Volgens het voorstel van de exploitant van PPR wordt de centrale PPR ontmanteld en
kunnen onderdelen van de centrale tegen schrootwaarde worden verkocht. In het voorstel
van PPR wordt geen gewag gemaakt van de verplaatsing van de centrale. Een eventuele
verplaatsing van de centrale of een ombouw ervan komt niet overeen met het projectvoorstel
waarvoor de exploitant van PPR subsidie heeft aangevraagd. Hiermee is dan ook bij
de beoordeling van de aanvraag en in de bepaling van de hoogte van de subsidie geen
rekening gehouden.
21
De leden van de SP-fractie vragen of er een feitenrelaas gegeven kan worden van de
contacten met de directie/eigenaren of vertegenwoordigers van Onyx/Riverstone met
het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in aanloop naar de gevraagde compensatie
en sinds het ingediende compensatieverzoek in het najaar van 2020.
Antwoord
Er is in een Wob-verzoek gevraagd om de communicatie tussen het Ministerie van EZK
en Onyx en/of Riverstone in de periode van 1 januari 2019 tot 1 oktober 2020 openbaar
te maken. De beantwoording van dit Wob-verzoek zal spoedig worden verzonden. Een ander
Wob-verzoek is ingediend voor alle correspondentie van oktober 2020 tot 8 oktober
2021 tussen Onyx en/of Riverstone en het Ministerie van EZK. De beantwoording hiervan
verwacht ik in het eerste kwartaal van dit jaar te versturen. Bij de beantwoording
van deze beide Wob-verzoeken is de gevraagde informatie ook beschikbaar voor de Kamer.
22
De leden van de SP-fractie lezen dat het subsidiebesluit, het KPMG-rapport en andere
toetsen door adviesbureaus niet openbaar gemaakt worden in verband met bedrijfsgevoelige
informatie. Hetzelfde geldt voor de eventuele zienswijze van Onyx over feitelijke
onjuistheden op het genomen subsidiebesluit. Deelt de Minister dat, wanneer er zulke
grote bedragen publiek geld worden toegekend aan een private partij, het wenselijk
is dat deze informatie toegankelijk is? Bent u bereid de informatie alsnog openbaar
te maken, en wanneer dit absoluut niet mogelijk is, dit iets uitgebreider toe te lichten
dan de summiere opsomming die nu in de brief staat?
Antwoord
Vanwege bedrijfsvertrouwelijke informatie kan ik het subsidiebesluit en de onderliggende
adviezen niet openbaar maken. Om uw Kamer wel inzicht te geven in deze adviezen en
maximale transparantie te bieden heb ik de onderliggende stukken vertrouwelijk ter
inzage in de Tweede Kamer gelegd zodat uw Kamer volledig zicht heeft op de onderbouwing
van deze subsidie (Kamerstuk 32 813, nr. 937).
23
De leden van de SP-fractie constateren dat twee belangrijke opschortende voorwaarden
voor subsidieverlening, de staatssteuntoets door de Europese Commissie en een sociaal
plan voor werknemers zijn. Waarom is de subsidie al voorwaardelijk toegekend in afwachting
van deze voorwaarden? De leden vragen wanneer wordt verwacht dat de Europese Commissie
het besluit neemt of er al dan niet sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Zal de
afwachting van dit besluit invloed hebben op het uiteindelijk uit te keren subsidiebedrag?
Antwoord
De subsidieverlening voor de vrijwillige beëindiging van de elektriciteitsproductie
met behulp van kolen betreft een van de maatregelen die het vorige kabinet heeft genomen
om te voldoen aan het Urgenda-vonnis. Het is van groot belang dat hieraan zo snel
mogelijk uitvoering wordt gegeven. Derhalve was in de call for proposals al voorzien in de verlening van subsidie onder opschortende voorwaarden. Het was
toen al de verwachting dat de processen in verband met de goedkeuring van de staatssteun
door de Europese Commissie en de totstandkoming van een definitief sociaal plan langer
zouden duren dan de beoordeling van de aanvraag van subsidie. De Europese Commissie
heeft namelijk alle gegevens en rapporten nodig die ten grondslag liggen aan de subsidiebeschikking
om een beoordeling te kunnen maken. Zodra de Europese Commissie de informatie in de
prenotificatiefase volledig acht, kan de notificatie door mij worden ingediend en
kan de Europese Commissie een besluit nemen. Ik span mij tot het uiterste in om de
Europese Commissie in staat te stellen om zo snel mogelijk een besluit te nemen.
De afwachting van de goedkeuring van de subsidieverlening door de Europese Commissie
en de totstandkoming van een definitief sociaal plan hebben gevolgen voor de hoogte
van de subsidie. Het verleende subsidiebedrag is namelijk afhankelijk van het moment
waarop de centrale definitief wordt stilgelegd. Voor elke maand, gerekend vanaf 1 januari
2021, dat de centrale nog verdienvermogen heeft wordt een bedrag ter hoogte van 1/108
van € 238.767.992 in mindering gebracht op de door de exploitant van PPR aangevraagde
subsidie.
24
De leden van de SP-fractie vragen voorts hoe het staat met de totstandkoming van het
sociaal plan. Zij vragen hoeveel mensen hun werk verliezen. Klopt het dat het om 140
mensen en hun gezinnen gaat? Deze leden vragen hoeveel van de 212,5 miljoen euro ten
goede komt aan om- en bijscholing van personeel? Hoe wordt de motie van het lid Beckerman,
die pleit voor een goede oplossing voor de medewerkers in de centrale en keten, minimaal
gelijk aan de regeling getroffen bij de kolencentrale Hemweg (Kamerstuk 32 813, nr. 627), hierbij betrokken? Waarom wordt in de brief enkel gesproken over inhoudelijke vereisten,
gesteld in de call for proposals, ondanks deze aangenomen motie?
Antwoord
Ik ken de inhoud van het laatste concept sociaal plan niet. Als het sociaal plan definitief
wordt ingediend, zal dit worden getoetst aan de in de call for proposals opgenomen minimumeisen. Als het sociaal plan daar niet aan voldoet, of als er geen
sociaal plan komt, wordt de subsidie niet verstrekt. Ik kan niet op die beoordeling
vooruit lopen.
Bij de centrale zelf gaat het om ongeveer 75 werknemers die hun baan verliezen plus
ongeveer 40 medewerkers die flexibel worden ingezet. Voor zover thans valt te overzien
gaat het in de keten om maximaal 20 werknemers.
Op basis van de motie van het lid Beckerman wordt gewerkt aan een arrangement voor
de getroffen werknemers in de keten van de Onyxcentrale, vergelijkbaar met de regeling
die bij de sluiting van de Hemwegcentrale is getroffen. Daar is een mobiliteitscentrum
ingericht waar FNV, samen met UWV, zorgt draagt voor begeleiding en ondersteuning
van getroffen werknemers naar een andere baan. Daarnaast wordt gewerkt aan een tegemoetkomingsregeling
waarmee een eventueel lager inkomen in een nieuwe baan tijdelijk kan worden opgevangen.
Voor de werknemers van de centrale is de centrale zelf verantwoordelijk, zoals in
de call for proposals is opgenomen.
25
De leden van de SP-fractie vragen hoe het staat met de uitvoering van het amendement
van het lid Leijten over opname kolenfonds in wetsvoorstel beperking productie kolen
(Kamerstuk 35 668, nr. 13)?
Antwoord
Bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) moeten nadere regels worden gesteld over
het fonds en de wijze waarop de uitkeringen worden verstrekt, alsmede de wijze waarop
investeringen worden gedaan in om- en bijscholing. De Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW) bereidt de invulling van de AMvB voor, in samenspraak met mij.
Op korte termijn zullen we de Kamer informeren over de te maken keuzes. De AMvB zal
overigens slechts zien op toekomstige sluitingen in de energiesector anders dan de
subsidie voor de vrijwillige sluiting van de Onyx-centrale omdat in dat kader een
apart arrangement wordt geregeld.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie
26
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie vinden dat er een veel te hoge
prijs voor de kolencentrale is betaald, ook vanwege het ingaan van de Wijziging van
de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de
CO2-emissie en het Urgendavonnis. De opbrengsten voor de eigenaar bij het openblijven
van de kolencentrale zouden hierdoor beperkt zijn geweest.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie vinden dat het sluiten van deze
kolencentrale optimale milieuwinst moet opleveren, wat wil zeggen dat de emissierechten,
die de Onyx-centrale in het kader van het Europese systeem voor emissiehandel (EU
ETS) bezit, volgens deze leden uit de markt dienen te worden gehaald.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn van mening dat zekerheid
van behoud van inkomen voor elke werknemer in de kolenketen cruciaal is voor het draagvlak
van de energietransitie en dat betrokkenheid van de vakbond hierbij cruciaal is. In
dit verband vragen de deze leden waarom de Minister op 30 november schreef dat het
voorstel voor subsidie voor sluiting werd gehonoreerd, terwijl er nog geen akkoord
is over een sociaal plan voor de werknemers van de Onyx-centrale. Begrijpt de Minister
dat het voor deze werknemers schrikken was dat er een akkoord werd gesloten zonder
dat een sociaal plan was vastgesteld? Gaat de Minister dit in het vervolg anders aanpakken?
Wat zijn de gevolgen indien de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) niet instemt
met het sociaal plan?
Antwoord
Natuurlijk is een dreigende sluiting ingrijpend voor de getroffen werknemers. Ik voel
mij verantwoordelijk voor het zo veel als mogelijk beperken van de gevolgen voor werknemers.
Daarom is aan de subsidie de voorwaarde verbonden dat de centrale zelf ervoor zorgt
dat de werknemers van de centrale geholpen worden met het vinden van een andere baan.
Zoals ook in het subsidiebesluit aangegeven, is het tot stand komen van een sociaal
plan dat bovendien aan de minimumeisen uit de call for proposals voldoet, een voorwaarde voor definitieve toekenning van de subsidie. Ik heb begrepen
dat de FNV met de centrale PPR een onderhandelaarsakkoord heeft bereikt, dat wordt
voorgelegd aan de leden. Indien (de leden van) de FNV alsnog niet in zouden stemmen
met het voorgelegde onderhandelaarsakkoord, betekent dat dat er geen sociaal plan
is.
27
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie dringen erop aan dat er een
langetermijnplan komt voor de sluiting van de overige kolencentrales en van eventuele
andere fossiele bedrijven die de deuren moeten sluiten wegens de energietransitie.
Waarom moet er elke keer opnieuw onderhandeld worden over een sociaal plan en beschikbaarstelling
van het kolenfonds? Kan de Minister nu al toezeggen dat het kolenfonds ook beschikbaar
wordt gesteld bij de sluiting van de overige kolencentrales, zodat alle werknemers
in de kolenketen de zekerheid hebben van begeleiding naar een nieuwe baan?
Antwoord
Bij amendement (Kamerstuk 35 668, nr. 13) is bepaald dat er bij AMvB een fonds is waaruit uitkeringen kunnen worden gedaan
aan werknemers van een productie-installatie. De uitwerking daarvan loopt en over
de voortgang en de daarbij te maken keuzes wordt uw Kamer op korte termijn geïnformeerd.
28
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie vragen hoe de Minister aankijkt
tegen een fonds waarmee alle werknemers in de fossiele industrie de zekerheid hebben
dat ze behoud van inkomen hebben, terwijl ze worden begeleid naar een groene baan.
Is de Minister bereid de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken?
Antwoord
Iedereen die op dit moment werkzaam is in een sector waarin met fossiele brandstoffen
wordt gewerkt, moet zich ervan bewust zijn dat dat werk op termijn zal verdwijnen
of ingrijpend zal veranderen. De werkgever zelf is primair verantwoordelijk voor zijn
eigen werknemers, zoals in alle sectoren en bedrijven die aan veranderingen onderhevig
zijn, zo ook in de fossiele industrie. Die verantwoordelijkheid kunnen werkgever en
vakbonden vastleggen in een cao of een sociaal plan, waarin wordt geregeld hoe de
gevolgen van een eventuele reorganisatie voor de werknemers worden geregeld en opgevangen.
Door de betrokkenheid van vakbonden daarbij is een goede regeling gewaarborgd. Ook
bij de Hemweg zijn de werknemers primair geholpen op basis van bestaande cao en sociaal
plan. Die eigen regeling van de werkgever was van zodanig niveau dat slechts in een
minimaal aantal gevallen van werk naar werkbegeleiding en een aanvullende tegemoetkoming
(inkomensondersteuning) nodig is gebleken vanuit het Rijk. De sluiting van de Hemwegcentrale
was bovendien een uitzonderlijke situatie omdat er sprake was een dwingend overheidsbesluit
om de centrale te sluiten, waarbij werkgevers en werknemers weinig gelegenheid hebben
gehad zich op die sluiting voor te bereiden. Gelet op deze overwegingen vind ik een
algemeen fonds waarmee alle werknemers in de fossiele industrie de zekerheid hebben
dat ze behoud van inkomen hebben, terwijl ze worden begeleid naar een groene baan,
te breed. Ik zie geen aanleiding om de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken.
29
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie lezen in de beantwoording op
eerdere schriftelijke vragen dat het subsidiebesluit ervan uitgaat dat de onderdelen
niet worden doorverkocht aan andere partijen. Wat wordt precies hiermee bedoeld? Is
dit wel mogelijk maar verwacht de Minister dat dit niet gebeurt? Kan dit worden voorkomen?
Antwoord
Ik verwijs voor de beantwoording van deze vragen naar de beantwoording van soortgelijke
vragen van de fracties van de VVD en de SP.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
30
De leden van de PvdD-fractie zijn groot voorstander van het sluiten van kolencentrales.
Deze beschouwen de manier waarop dit nu gaat echter wel als een voorbeeld van de manier
waarop de achtereenvolgende kabinetten-Rutte publiek geld omzetten in private winsten.
Zij vinden het bovendien moreel verwerpelijk dat grote vervuilende bedrijven alleen
met heel veel belastinggeld te porren zijn om te stoppen met het schaden van het algemeen
belang. Wat deze leden betreft hebben zulke grote bedrijven, die een maatschappelijke
taak naar zich toe hebben getrokken, ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid,
die in beginsel niet afgekocht zou hoeven worden. In beginsel begrijpen deze leden
dat vergunde bedrijfsactiviteiten die op verzoek van de regering moeten stoppen geld
kosten. Hoe kijkt de Minister terug op het verstrekken van de vergunningen voor deze
bedrijfsactiviteiten waarvan destijds al bekend had kunnen zijn dat die niet duurzaam
zijn? Deelt de Minister de mening dat zeker grote bedrijven die bijvoorbeeld ook werkgelegenheid
claimen en daar geregeld ook bestaansrecht aan zeggen te ontlenen, een maatschappelijke
verantwoordelijkheid hebben die ze uit zichzelf zouden moeten nemen? Wat vindt de
Minister ervan dat de overheid tekortschiet als hoeder van het algemeen belang en
nu vooral optreedt als geldschieter voor specifieke belangen?
Antwoord
Destijds is veel discussie geweest over de komst van nieuwe kolencentrales in Nederland.
Het toenmalige kabinet heeft in onder meer de brief van 28 juni 2007 (Kamerstuk 28 240, nr. 77) toegelicht dat Nederland net als andere lidstaten van de EU een geliberaliseerde
stroommarkt heeft. Elektriciteitsproducenten zoeken locaties die goed scoren wat betreft
de aanvoer van brandstoffen, mogelijkheden voor koeling enzovoorts en Nederland beschikte
over een aantal van deze geschikte locaties. Bovendien was op dat moment de elektriciteitsprijs
in Nederland hoger dan in ons omringende landen. De energiebedrijven hebben om die
reden gekozen een nieuwe centrale in Nederland neer te zetten. Het kabinet kon enkel,
in overleg met regionale bevoegde instanties, randvoorwaarden stellen aan die bouw.
Zoals de provincies hebben gedaan ten aanzien van het opnemen van de meest strikte
milieuvoorwaarden in de vergunningen van de energiebedrijven. Daarnaast zijn de bedrijven
gewezen op hun verantwoordelijkheid om de emissies van hun nieuwe centrales substantieel
te beperken zodat deze zouden blijven binnen het huidige en toekomstige klimaatbeleid.
Hiertoe is bijvoorbeeld ook een CCS-ready-verplichting opgenomen in de vergunningen van de energiebedrijven. Uiteindelijk heeft
het vorige kabinet besloten tot de invoering van een verbod op kolen per 1 januari
2030, voor het beperken van de emissies van deze bedrijven hetgeen noodzakelijk is
om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te realiseren. Onlangs is aan één kolencentrale
een subsidie verleend om deze te stimuleren vrijwillig aanzienlijk eerder dan 2030
te sluiten ten behoeve van het verder terugdringen van de CO2-emissies. Beide maatregelen zijn genomen ten behoeve van het algemeen (klimaat)belang
en niet ten behoeve van de specifieke belangen van de energiebedrijven.
31
De leden van de PvdD-fractie zijn bezorgd over de precedentwerking hiervan. Tot nu
toe voerden de achtereenvolgende kabinetten-Rutte onvoorspelbaar, zwabberend en ontoereikend
klimaatbeleid. De problemen van nu zijn hier het gevolg van. Deze leden zien een patroon:
als onderdeel van een kortetermijnoplossing verstrekt de overheid ongeclausuleerd
vergunningen voor bedrijfsactiviteiten waarvan bekend is of had kunnen zijn dat ze
niet duurzaam zijn. Als blijkt dat de klimaatdoelen niet gehaald worden, wat volgens
deze leden overigens vooraf logischerwijs ingezien had kunnen worden, maakt het kabinet
als een kat in het nauw rare sprongen, waar miljarden mee gemoeid kunnen gaan. Grote
vervuilende bedrijven weten vervolgens hun claims op belastinggeld wel te rechtvaardigen.
Zij kunnen veinzen dat zij niet wisten waar ze aan toe waren. Herkent de Minister
dit patroon? Zo nee, welk patroon ziet de Minister? Is de Minister overtuigd van de
manier waarop grote vervuilende bedrijven hun claims rechtvaardigen? Deze leden zijn
dat namelijk niet. De klimaatcrisis is volop zichtbaar. Grote vervuilende bedrijven
weten al lang dat zij hieraan bijdragen en dat zij dus eigenlijk geen recht van bestaan
meer hebben. Is de Minister het ermee eens dat zo veel mogelijk voorkomen moet worden
dat in de toekomst nog meer belastinggeld omgezet gaat worden in private winsten?
Welke lessen trekt de Minister uit eerdere ervaringen met claims en compensatie uit
belastinggeld? Hoe kijkt de Minister aan tegen het opnemen van clausules die toekomstige
claims op belastinggeld kunnen helpen voorkomen? Is de Minister bereid om dit soort
lessen toe te passen op nieuwe en lopende vergunningsprocedures voor bijvoorbeeld
gaswinning en afvallozingen? Zo nee, waarom niet? Hoe kijkt de Minister aan tegen
het ultimatum van Milieudefensie aan 29 grote vervuilers om binnen drie maanden met
hun klimaatplan te komen? Is de Minister het ermee eens dat het ontbreken van een
klimaatplan erop wijst dat grote vervuilende bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid
niet nemen en daar ook geen moeite voor hebben gedaan? Zo ja, hoe kan de Minister
dit bevorderen met wet- en regelgeving in plaats van belastinggeld? Zo nee, waarom
is het volgens de Minister logisch dat grote vervuilers midden in de klimaatcrisis
nog steeds geen klimaatplannen hebben?
Antwoord
In de memorie van toelichting bij de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie
(Kamerstuk 35 668) is opgenomen dat voor de energiebedrijven al lange tijd voorzienbaar was dat zij
hun CO2-emissies substantieel dienden te reduceren omdat anders de overheid zou ingrijpen.
Mede om die reden is uiteindelijk ook voor deze maatregel gekozen waarmee het eigendomsrecht
van de energiebedrijven wordt gereguleerd. Bij de belangenafweging die in dat kader
tussen het algemeen belang en het individuele belangen van de getroffen bedrijven
is gemaakt, is ook het principe van «de vervuiler betaalt» meegenomen.
Dit neemt evenwel niet weg dat de energiebedrijven het recht hebben om de rechtmatigheid
van deze wet in rechte te betwisten. Dergelijke claims zijn niet te voorkomen, maar
inherent aan een democratische rechtstaat. De juridische procedures over deze claims
lopen nog, zodat hierop niet vooruitgelopen kan worden.
Ambitieuze verduurzaming is een doel dat het kabinet steunt. Milieudefensie streeft
dit doel na en geeft daar op eigen wijze invulling aan. Het kabinet heeft daar geen
mening over. Nederland heeft een ambitieus klimaatdoel. Dit kabinet scherpt het doel
voor 2030 in de Klimaatwet aan tot tenminste 55% CO2-reductie. Ook de CO2-heffing, het borgingsmechanisme, wordt opgehoogd. Het is aan bedrijven zelf hoe ze
invulling geven aan het klimaatdoel. EZK is doorlopend met bedrijven in gesprek over
hun klimaatplannen. Het kabinet is tevens voornemens maatwerkafspraken te maken met
de grootste uitstoters. Onderdeel van deze afspraken is wederkerigheid. Maatwerk betreft
niet per definitie financiering, maar kan ook gaan over aanleg van infrastructuur,
ondersteuning bij vergunningverlening of aanpassing van wet- en regelgeving. Scholing
en werkgelegenheid op de langere termijn vormen ook onderdeel van de aanpak. Doel
blijft voor het kabinet dat de Nederlandse industrie in Europa en wereldwijd de duurzame
norm stelt en we tegelijkertijd deze activiteiten, en dus duurzame werkgelegenheid,
in Nederland behouden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
32
De leden van de ChristenUnie-fractie willen allereerst benadrukken dat zij blij zijn
dat het kabinet de opgave om snel CO2 te reduceren serieus neemt. Zij hebben wel enkele vragen over dit subsidiebesluit.
Allereerst vragen zij zich af wat de subsidiekosten zijn per vermeden ton CO2. Acht de Minister dit een redelijke prijs of had deze reductie op een doelmatiger
wijze gerealiseerd kunnen worden? Daaraan willen deze leden de vraag toevoegen wat
sluiting van de Onyx Plant doet met de leveringszekerheid en betaalbaarheid van energie.
Welke lessen trekt het kabinet uit de omstandigheden van dit najaar en deze winter,
die hebben geleid tot extreem hoge energieprijzen? Is er een risico dat de CO2-intensiteit nog verder toeneemt door deze sluiting (door de import van bruinkool,
bijvoorbeeld)? Welke les trekt het kabinet uit de gemiste kans om de Onyx Plant te
sluiten toen deze nog kapot was? Tot slot vragen deze leden zich af of er al een datum
bekend is waarop Onyx Power Plant definitief sluit.
Antwoord
De verwachting is dat de centrale jaarlijks 3 megaton CO2 zou uitstoten tot 2030, waardoor de totale CO2-reductie van deze centrale circa 24 megaton is tot 2030. Het definitieve bedrag waarop
door Onyx aanspraak kan worden gemaakt, is afhankelijk van het exacte moment waarop
aan de opschortende voorwaarden wordt voldaan, zie hiervoor ook de brief over de subsidie
van 30 november 2021 (Kamerstuk 32 813, nr. 936). Op dit moment komt dat in de praktijk neer op een maximumbedrag van circa € 205,5
miljoen. Dat komt overeen met € 8,56 miljoen per megaton CO2, of € 8,56 per ton CO2. Ik acht dat dit een kosteneffectieve maatregel is.
Deze maatregel was onderdeel van een breder pakket aan maatregelen in het kader van
de uitvoering van het Urgenda-vonnis, zoals omschreven in de brief hierover van 24 april
2020 (Kamerstuk 32 813, nr. 496). Er waren geen andere maatregelen die snel uitvoerbaar waren met een dergelijke
CO2-reductie op de korte termijn als de maatregelen in de kolensector. Hiermee acht ik
dat deze CO2-reductie niet op een doelmatiger wijze gerealiseerd had kunnen worden.
Op dit moment is de gasprijs prijszettend in de elektriciteitsmarkt. Dit betekent
dat de huidige hoge gasprijs bepalend is voor de hoogte van de elektriciteitsprijs,
niet de prijs voor kolen.
Tijdens de openstelling van de call for proposals was de centrale PPR buiten werking. Het voorstel dat Onyx heeft ingediend en door
het Ministerie van EZK en externe adviseurs is geanalyseerd was voor een werkende
centrale. Er heeft tijdens de analyse van het voorstel van Onyx ook een technische
analyse door Mace plaatsgevonden om te kijken of de centrale technisch functioneel
is voor een langere periode. Dit is het geval. Mede op basis van deze analyse is de
subsidie toegekend.
Nadat aan de opschortende voorwaarden is voldaan, heeft de centrale twee kalendermaanden
om te stoppen met elektriciteitsproductie met behulp van kolen. Het is op moment van
schrijven nog niet bekend welke datum dit zal zijn.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
33
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de vrijwillige sluiting van de genoemde
kolencentrale ter waarde van ruim 200 miljoen euro op Europees niveau, rekening houdend
met het waterbedeffect, ongeveer zal opleveren aan CO2-emissiereductie. Deelt de Minister de verwachting van experts, dat gelet op de hoge
gasprijzen, de productie met name opgevangen zal worden door Duitse steen- of bruinkoolcentrales?3 Deze leden willen er daarnaast op wijzen dat de regering heeft aangegeven dat geen
CO2-rechten uit de markt genomen zullen worden, terwijl de marktstabiliteitsreserve pas
op langere termijn effect zal hebben. Is de veronderstelling juist dat met de geïnvesteerde
200 miljoen euro onder aan de streep de komende jaren nauwelijks CO2-emissiereductie zal worden gerealiseerd?
Antwoord
Voor het effect van de sluiting op Europees niveau en de overname van de elektriciteitsproductie
door andere marktdeelnemers verwijs ik naar de beantwoording van vraag 7 van de leden
van de PVV-fractie.
Zoals toegezegd door mijn voorganger ontvangt u binnenkort een brief hierover. Deze
brief is naar aanleiding van de motie Hagen. De brief zet de voor- en nadelen uiteen
van opties voor het verkleinen van het overschot aan ETS-rechten.
Ik wil u verzoeken deze brief af te wachten.
34
De leden van de SGP-fractie ontvangen graag een duiding van de gevolgen van de sluiting
van de genoemde kolencentrale voor de ontwikkeling van de marktprijzen voor gas en
stroom, gelet op de hoge gasprijzen die gascentrales uit de markt drukken.
Antwoord
Graag verwijs ik de leden van de SGP-fractie naar een antwoord op vraag 7 van de PVV-fractie.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
35
Het lid van de BBB-fractie is van mening dat, daar waar het gaat om forse subsidieverlening
van een bedrag van meer dan 200 miljoen euro aan gemeenschapsgeld, altijd goed moet
worden afgewogen of dat bedrag ten gunste van onze gemeenschap wordt aangewend. In
dat kader wil dit lid graag van de Minister horen of het klopt dat, voor het in aanmerking
komen voor deze subsidie, ook in het kader van (ongeoorloofde) staatssteun, een van
de criteria is dat compensatie gebaseerd is op inkomstenderving. Kan de Minister dan
tegelijkertijd ingaan op het bericht dat verschenen is, dat de kolencentrale van Onyx
op dit moment niet functioneert, waardoor er alleen hypothetische inkomstenderving
bestaat? Deelt de Minister de mening dat dit in strijd is met de staatssteunregels?
De Minister geeft aan dat er bij de beoordeling rekening gehouden wordt met het verdienvermogen
van de centrale, berekend over de periode dat de centrale eerder stopt. Uit interne
stukken bleek dat de centrale de komende jaren verwacht verlies te draaien. Deelt
de Minister de mening dat verdienvermogen een rekbaar begrip is bij een stilliggende
centrale en er gekeken moet worden naar de daadwerkelijk productiecapaciteit gebaseerd
op de actuele staat en de bekende verdienprognoses van de centrale? Wat gaat de Minister
doen om te voorkomen dat subsidies ondeugdelijk worden verstrekt?
Antwoord
Het klopt dat bij de richtsnoeren voor staatssteun voor klimaat, milieubescherming
en energie de compensatie voor de vervroegde sluiting van kolencentrales in principe
gebaseerd moeten worden op inkomstenderving en eventuele additionele kosten die ondernemingen
maken vanwege de vervroegde sluiting. Het spreekt voor zich dat de aannames over de
inkomstenderving gerechtvaardigd moeten zijn. De Europese Commissie toetst de onderbouwing
hiervan.
De centrale stond geruime tijd stil vanwege een technisch mankement maar is inmiddels
weer technisch in orde en levert op dit moment ook elektriciteit aan het net. Ik heb
een onderzoeksbureau een technisch onderzoek laten uitvoeren waarbij de conclusie
is dat de centrale operationeel is en de reparaties ertoe hebben geleid dat technisch
gezien de centrale langdurig operationeel kan blijven. Hiermee wordt er in de beoordeling
van de aanvraag rekening gehouden naar de daadwerkelijke productiecapaciteit gebaseerd
op de actuele technische staat van de centrale. Ik deel niet de mening dat rekening
houden met toekomstig verdienvermogen in strijd is met staatssteunregels.
Ter onderbouwing van het subsidiebesluit is door een adviesbureau een rapportage opgesteld
met de financiële gevolgen van het voorstel, waaronder het verdienvermogen de komende
jaren, met het doel om te beoordelen of er sprake is van overcompensatie. Dit rapport
bevat bedrijfsvertrouwelijke informatie en is daarom vertrouwelijk aan de leden van
uw fractie aangeboden, onder andere om de financiële onderbouwing goed te kunnen controleren.
De subsidie is verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat de Europese Commissie
goedkeuring geeft voor het verlenen van de staatssteun. De Europese Commissie zal
de steun alleen goedkeuren als deze proportioneel is en dus geen overcompensatie inhoudt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de groep-Van Haga
36
De leden van de groep-Van Haga betreuren dat het kabinet en de Tweede Kamer in overeenstemming
zijn over het verlenen van subsidie voor de sluiting van de kolencentrale in Rotterdam.
Deze leden vinden zowel de sluiting van de centrale als de vastgestelde maximale subsidie
van 238.767.992 miljoen euro voor de sluiting niet in het belang van Nederland. De
markt had beter zijn werk kunnen doen: wanneer andere energievormen goedkoper blijken
te worden, zullen kolencentrales niet meer rendabel zijn. Kolencentrales vormen nu
een stabiele vorm van energie voor Nederland, in een periode van schaarste en stijgende
energieprijzen. Hadden deze miljoenen niet beter aangewend kunnen worden voor duurzame
innovatie? Kan de Minister hier een nadere toelichting op geven?
Antwoord
De subsidie voor de vrijwillige sluiting van Onyx heeft als doel op korte termijn
CO2-reductie te bewerkstelligen om daarmee een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelen
en de uitvoering van het Urgenda-vonnis. Daarnaast vind ik investeren in duurzame
innovatie ook belangrijk, maar dit levert niet op korte termijn de CO2-reductie die in dit geval nodig is.
37
De leden van de groep-Van Haga lezen in de brief dat de leveringszekerheid van energie
wordt gewaarborgd door één centrale te sluiten. Deze leden hebben echter geen duidelijk
beeld van het totale effect op de leveringszekerheid. Kan de Minister aangeven in
hoeverre de leveringszekerheid van energie stabiel blijft? Wordt het wegvallen van
een kolencentrale opgevangen met een andere vorm van energie? Zo ja, wat is het nettoresultaat
van de vermindering van de hoeveelheid uitstoot CO2?
Antwoord
Graag verwijs ik de leden van de groep-Van Haga naar een antwoord op vraag 1 van de
VVD-fractie.
38
De leden van de groep-Van Haga lezen dat werknemers die hun baan verliezen kunnen
rekenen op een financiële tegemoetkoming en hulp bij het vinden van een andere baan.
Deze leden hebben hierover een aantal vragen. Welk bedrag kunnen werknemers die hun
baan verliezen verwachten als tegemoetkoming en waarop wordt de hoogte van dit bedrag
gebaseerd? Daarnaast is het deze leden niet duidelijk wat de begeleiding van werknemers
bij het vinden van een nieuwe baan precies inhoudt. Over welke periode kunnen zij
hulp verwachten en wordt deze werknemers ook de mogelijkheid tot omscholing aangeboden?
Kan de Minister hierop een verdere toelichting geven?
Antwoord
De Kamer heeft bij motie van het lid Beckerman gevraagd om de werknemers die als gevolg
van de sluiting van de Onyx-centrale hun baan kwijt raken te ondersteunen, op dezelfde
wijze als dat bij de sluiting van de Hemwegcentrale in Amsterdam is gebeurd. Voor
zover het gaat om de werknemers van de centrale zelf, is in de call for proposals opgenomen dat Onyx ervoor moet zorgen dat de werknemers van de centrale die als het
gevolg van de vrijwillige sluiting hun baan verliezen adequaat worden ondersteund.
Hiertoe zijn in de call for proposals twee minimumeisen opgenomen waaraan het sociaal plan moet voldoen, zodat wordt aangesloten
bij de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het Westhavenarrangement ten tijde van
de sluiting van de Hemwegcentrale. Deze eisen gaan over begeleiding van de werknemers
naar een andere baan en een tegemoetkoming als men in die nieuwe baan minder gaat
verdienen. Daarnaast moet er een sociaal plan komen, dat alle overige zaken rondom
de sluiting en verlies van werkgelegenheid regelt. Ook moet daarin een financiële
vergoeding of afkoopsom worden opgenomen voor het geval dat werknemers in een nieuwe
baan minder gaan verdienen dan voorheen.
Daarnaast treft de overheid een voorziening voor de werknemers in de keten, zoals
uw Kamer verzocht heeft in de motie van het lid Beckerman (Kamerstuk 32 813, nr. 627). Werknemers die hun baan verliezen als direct gevolg van het volledig sluiten van
een productie-installatie door overheidsingrijpen op korte termijn, kunnen ondersteuning
en begeleiding krijgen bij het vinden van een andere baan. Daarbij gaat het bijvoorbeeld
om beroepskeuzebegeleiding, omscholing of een bijdrage in studiekosten.
Daarnaast wordt er gewerkt aan een regeling waarmee getroffen werknemers in de keten
in Rotterdam een tegemoetkoming kunnen krijgen, indien zij in een nieuwe baan minder
gaan verdienen dan in de oude baan. Een soortgelijke regeling is getroffen bij de
sluiting van de Hemwegcentrale. Op grond van die regeling kan een werknemer die in
een nieuwe baan minder gaat verdienen dan in de oude baan, een tegemoetkoming krijgen.
Deze tegemoetkoming is het verschil tussen het oude en het nieuwe salaris tot een
maximum van 35% van het laatstverdiende jaarsalaris.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier