Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de vierde voortgangsrapportage van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) (Kamerstuk 35420-464)
2022D09211 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de brief van 31 januari
2022 «Vierde voortgangsrapportage van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)» (Kamerstuk
35 420, nr. 464).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord /Reactie van de Minister
4
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de onderhavig brief,
nu de meeste maatregelen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan gelukkig
beëindigd konden worden, waarmee ook de steunmaatregelen – zoals de TVL- beëindigd
gaan worden, Deze leden hebben daar nog enkele vragen bij.
De leden van de D66-fractie constateren dat er, omdat de TVL inderdaad langer is uitgevoerd
dan initieel werd gedacht, ook steeds aanpassingen nodig zijn geweest. De complexiteit
die aan de orde kwam in de voortgangsrapportage van de TVL Q3 2021 is zo mogelijk
enkel toegenomen door de Subsidie Vaste Lasten voor onder andere Nachtsluiting (VLN)
die de TVL Q4 werd, die vervolgens werd aangepast. Volgens deze ledenkan dit betekenen
dat ondernemers er pas later achter komen dat ze (meer) steun kunnen krijgen vanuit
de TVL. Wanneer zijn alle aanvragen beoordeeld en alle bezwaarschriften afgehandeld
of in ieder geval opgepakt?
De leden van de D66-fractie juichen het kunnen kiezen uit twee referentieperiodes
toe als een verbetering in de TVL-regeling evenals de verhoging van het plafond naar
2,3 miljoen euro. Deze leden steunen ook de stappen die de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland (RVO) zet om misbruik en oneigenlijk gebruik van de TVL tegen te gaan. Deze
leden vragen of een definitieve beschikking over het bedrag aan TVL-steun nog kan
worden aangepast als uit onderzoek van de Auditdienst Rijk (ADR) of de Algemene Rekenkamer
(AR) blijkt dat er sprake is geweest van misbruik en oneigenlijk gebruik. Tevens vragen
deze leden naar de samenwerking met andere uitvoerders van coronasteunmaatregelen.
Immers, een ondernemer die oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van de TVL kan ook oneigenlijk
gebruik hebben gemaakt van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) of
belastinguitstel, zo verwachten de leden van de fractie van D66.
De leden van de D66-fractie betreuren daarom de verwachting dat slechts minder dan
25 procent van de onterecht verstrekte TVL-steun kan worden teruggevorderd. Deze leden
vragen naar de executoriale beslaglegging ter waarde van 121 miljoen euro en de relatie
tot het totaal van 128 miljoen euro aan onterecht betaalde subsidiebedrag. Betekent
dit dat voor een groot gedeelte van de onterecht betaalde steun reeds een executoriale
beslaglegging is opgelegd, maar dat slechts 25% daarvan betaald zal worden.
De leden van de D66-fractie hebben enerzijds begrip voor de opgelopen vertraging bij
het beoordelen van bezwaren, maar onderschrijven anderzijds dat de vertraging vervelend
is voor ondernemers die wachten op uitsluitsel. Deze leden vragen daarom enerzijds
wat de verwachting dat de achterstand binnen enkele maanden kan worden ingelopen concreet
betekent, en anderzijds naar mogelijkheden om ondernemers, die lang hebben moeten
wachten op steun, daarvoor te compenseren, bijvoorbeeld door rente te betalen over
de maanden die een ondernemer bovenop de wettelijke termijn heeft moeten wachten om
steun te krijgen.
De leden van de D66-fractie hebben begrip voor het feit dat ondernemers iedere mogelijkheid
om steun te verkrijgen hebben aangegrepen. Deze leden zien ook dat er franchise-ondernemers
zijn die daarmee een onderdeel vormen van een grotere keten, maar een losse entiteit
zijn zonder sterke groepsverbondenheid. De leden van de D66-fractie kennen diverse
voorbeelden van ondernemers in de horecabranche die een eigen onderneming voeren,
maar worden aangemerkt als onderdeel van een keten, terwijl zij slechts franchisenemer
zijn. Deze leden kennen de antwoorden op de schriftelijke vragen over het feit dat
RVO bij het toekennen van TVL kijkt naar groepsverbondenheid, vanwege Europese regelgeving
om staatssteun tegen te gaan (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1781). Daardoor hebben veel ondernemers amper tot geen coronasteun kunnen krijgen. Kunnen
de vaste lasten van deze ondernemers op een andere manier worden gecompenseerd, zoals
door gebruik te maken van het hogere plafond voor niet-gedekte vaste kosten (12 miljoen
euro)?. Voorts vragen deze leden hoe dit type ondernemers is gecompenseerd in andere
lidstaten en welke lessen daaruit te trekken zijn.
De leden van de D66-fractie vinden het goed om te lezen dat de Kamer op korte termijn
wordt geïnformeerd over de ruimte om maatwerk te bieden aan schrijnende gevallen.
Zij steunen het helpen van schrijnende gevallen en vragen naar de lessen die getrokken
kunnen worden voor de vormgeving van de TVL, als mogelijk specifiekere steunmaatregel
in de toekomst.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hebben
daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het onvermijdelijk zal zijn dat ondernemers
soms langer op hun subsidie moeten wachten dan wenselijk is als gevolg van de omvangrijke
personele uitvoering. Wat is thans de doorlooptijd tussen aanvraag en uitkering?
De leden van de CDA-fractie weten dat er een speciale commissie is voor TVL-aanvragen
van ondernemers in uitzonderlijke omstandigheden, zoals ernstige ziekte, overlijden
of brand. Hoe staat de Minister tegenover het voorstel om de reikwijdte van deze commissie
uit te breiden naar schrijnende gevallen, ondernemers die tot op heden tussen wal
en schip zijn gevallen, om zo invulling te geven aan de aangenomen motie-Aukje de
Vries c.s. over kijken hoe binnen de TVL en NOW meer schrijnende gevallen kunnen worden
geholpen (Kamerstuk 25 295, nr. 1674)?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de RVO met een grootschalig inhaaltraject bezig
is om de achterstand bij het afhandelen van bezwaren weg te werken. Wanneer verwacht
de RVO alle achterstanden te hebben weggewerkt?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister het dilemma van generieke versus
sectorspecifieke steun schetst. De huidige Standaard-Bedrijfsindeling-codering (SBI-codering)
zou sectorspecifieke steun bemoeilijken. In de brief van 25 februari 2022 «Beëindiging
steunpakket en doorkijk middellange termijn» schrijft het kabinet echter dat, gezien
de toenemende nadelen van generieke steun voor het functioneren van de economie, in
dat geval steun aan geraakte sectoren bij voorkeur met gerichte en sectorale instrumenten
vormgegeven zal worden. Hoe ziet de Minister deze sectorspecifieke steun voor zich,
gegeven de beperkingen van de SBI-codering? Aan wat voor instrumenten denkt de Minister?
De leden van de CDA-fractie vragen tot slot of de Minister bekend is met het bericht
«Ondernemerssteun vaste lasten is miljoenenstrop voor overheid» uit Het Financieele
Dagblad van 6 maart 2022? Wat is haar reactie op deze berichtgeving? Wil zij hierop
reflecteren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat het met de TVL lukt om zoveel ondernemers
die het lastig hebben of hebben gehad met de gevolgen van de coronapandemie financieel
te ondersteunen. De Minister schrijft terecht in haar brief dat vooraf niet voorzien
was dat de TVL zo langdurig en zo grootschalig noodzakelijk zou zijn. Voor veel mensen
lijkt de coronacrisis inmiddels achter de rug. In lijn hiermee stopt per 1 april 2022
de meeste coronasteun. Toch zal een aanzienlijk deel van de ondernemers de gevolgen
van de coronacrisis en de maatregelen nog lang voelen. In het kader daarvan hebben
de leden enkele vragen aan de Minister.
De leden van de ChristenUnie-fractie weten dat meer dan 60.000 ondernemers inmiddels
kampen met forse belastingschulden. Door alle verschillende regelingen en schulden
kunnen zij lastig in kaart brengen wat hun totaalpakket aan schulden is, wat de mogelijkheden
zijn en wat er nodig is om weer terug te gaan naar het oude normaal. Het is bovendien
verwarrend voor ondernemers dat de overheid in sommige gevallen nog bezig is met uitbetalen
van een laatste regeling, terwijl ook al wordt teruggevorderd bij ondernemers. Herkent
de Minister deze signalen en begrijpt de Minister dat dit zorgt voor onduidelijkheid
bij ondernemers? Wat kan de Minister concreet doen om ondernemers te helpen meer duidelijkheid
en inzicht te krijgen in hun totaalpakket aan schulden?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat een deel van de ondernemers die
bezwaar hebben gemaakt tegen een TVL-besluit nog wachten op uitsluitsel. De Minister
beschrijft dat inmiddels 4800 bezwaren uit termijn lopen. Het lang wachten op uitsluitsel
zorgt voor bij ondernemers voor meer onduidelijkheid en onzekerheid. De Minister verwacht
dat deze achterstand binnen enkele maanden zal worden ingelopen. Hiervoor moeten er
echter nog wel meer juristen geworven worden. Kan de Minister preciezer aangeven wanneer
ondernemers duidelijkheid krijgen over hun ingediende bezwaar? Wat is er precies nodig
om deze versnelling bij de afhandeling van ingediende bezwaren te realiseren?
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn blij dat de Minister beschrijft dat het
doel is om zoveel mogelijk ondernemers te helpen. Ze beschrijft wel een dilemma dat
maatwerk kan botsen met doelmatigheid en automatisering. Deze leden begrijpen dat
het bieden van maatwerk niet gemakkelijk is, maar maatwerk is juist in deze fase van
de crisis noodzakelijk. Ondernemers hebben in deze fase namelijk verschillende behoeften.
Is de Minister het met de leden van de ChristenUnie-fractie eens dat maatwerk juist
in deze fase van de crisis van groot belang is?
Vorig jaar heeft de gemeente Utrecht ondernemers opgebeld om hen persoonlijk te vragen
waar ze behoefte aan hadden. Ook dat is maatwerk. Heeft de Minister ook oog voor dit
soort mogelijkheden om ondernemers te helpen? Is de Minister bereid om dit soort belacties
of andere vormen van ondersteuning ook bij andere gemeenten te stimuleren, zodat ondernemers
de persoonlijke aandacht krijgen die ze nodig hebben?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.