Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het bericht 'Politielint in de gang, lachgas in de tuin: zorghuis werd een ‘horror’ voor moeders'
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Politielint in de gang, lachgas in de tuin: zorghuis werd een «horror» voor moeders» (ingezonden 31 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
10 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1811.
Vraag 1
Kent u het bericht «Politielint in de gang, lachgas in de tuin: zorghuis werd een
«horror» voor moeders»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2, 3, 5
Deelt u de grote zorgen over de schrijnende leefsituatie in de Acuut Zorggroep in
Tilburg en het toezicht van de gemeente op de zorggroep? Zo ja, welke acties heeft
u ondernomen om een vergelijkbare situatie in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom
niet?
Erkent u het beeld dat hoogleraar Menno Fenger schetst dat de casus in Tilburg niet
op zichzelf staat, maar dat toezicht op zorg in meerdere gemeenten niet op orde is,
zeker gezien Tilburg gerekend naar inwoneraantal de grootste toezichtcapaciteit (6,2
fte) heeft op dit gebied? Zo ja, welke acties heeft u ondernomen om het toezicht door
gemeenten te verbeteren? Zo nee, waarom niet?2
Gelooft u dat het Rijk voldoende handvaten heeft gegeven aan gemeenten voor het houden
van toezicht op zorgverleners in de Wmo 2015 en Jeugdwet? Zo ja, welke handvaten zijn
dat? Zo nee, wat kan het Rijk doen om gemeenten beter te helpen bij het houden van
toezicht?
Antwoord 2, 3, 5
Het artikel in Follow the Money is kritisch over de vormgeving en uitvoering van het
toezicht op de uitvoering van de Wmo2015. De situaties die worden beschreven zijn
zorgwekkend. De conclusies in de artikelen zijn voor een gedeelte herkenbaar. Hier
ga ik onderstaand nader op in.
Gemeenten hebben van de wetgever veel beleidsruimte gekregen om uitvoering te geven
aan de Wmo2015. Dit geldt ook voor de inrichting van het kwaliteits- en rechtmatigheidstoezicht
op de uitvoering van de Wmo2015. Alle gemeenten hebben een toezichthouder aangesteld
en voldoen in die zin aan de gestelde wettelijke kaders. Gemeenten hebben in de afgelopen
jaren vorm gegeven aan de kwaliteit en intensiviteit van het toezicht.
Mijn ambtsvoorganger heeft, mede op verzoek van uw Kamer, een professionaliseringagenda
opgesteld en uitgevoerd met als doel de kwaliteit van het Wmo-toezicht te verbeteren.
Hierbij is ingezet op het verbeteren van de kennis bij het uitvoeren van het toezicht,
de samenwerking tussen Wmo-toezichthouders en het organiseren van intervisie om casuïstiek
te kunnen bespreken. Daarnaast heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een
ondersteuningsprogramma ingericht om het rechtmatigheidstoezicht verdergaand te verbeteren.
Tegelijkertijd herken ik de signalen over het functioneren van het Wmo-toezicht. Deze
signalen zijn ook bevestigd in de jaarlijkse rapportages van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ). Daarom heeft mijn ambtsvoorganger besloten een onderzoek in te stellen
naar het functioneren van het Wmo-toezicht3 en uw Kamer op 10 december 20214 geïnformeerd over het onderzoek «toekomstsscenario’s Wmo-toezicht».
Uit het onderzoek blijkt dat de inrichting, organisatie en beschikbare capaciteit
van het toezicht zeer divers is en dat het is niet helder in welke mate toezicht wordt
gehouden op de kwaliteit van de geleverde maatschappelijke ondersteuning. Daarom biedt
het onderzoek een aantal toekomstscenario’s en aanbevelingen voor de inrichting van
het Wmo-toezicht. Ik geef- samen met de VNG, GGD GHOR Nederland, de IGJ en Toezicht
Sociaal Domein (hierna: TSD) – opvolging aan de aanbevelingen en informeer uw Kamer
voor 1 juni 2022 over het vervolg.
In de Jeugdwet wordt de kwaliteit van de beroepsuitoefening gereguleerd door onder
meer professionals zelf, middels een register, ethische code en een tuchtrecht dat
hierop toeziet en wordt beheerd door de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. Professionals
werken indien beschikbaar met richtlijnen, waar in het individuele geval beredeneerd
en beargumenteerd van mag worden afgeweken. Verder ziet de IGJ toe op de kwaliteit
van de jeugdhulpaanbieders, die zich verplicht moeten aanmelden bij een register.
De gemeenteraad ziet toe op het (contracteer)beleid van het college. Om dit proces
te verbeteren werk ik onder andere aan de AMvB Reële prijs Jeugdwet. Deze AMvB helpt
gemeenten en aanbieders om transparantie te bieden bij kostprijsberekeningen tijdens
de contractering. Daarnaast kunnen gemeenten in verordeningen en contracten met jeugdhulpaanbieders
gemeenten reeds harde criteria opnemen om fraude te bestrijden.
Vraag 4
Welke rol hebben gemeenten in het garanderen van kwaliteit van zorg via de Jeugdwet
en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015?
Antwoord 4
Gemeenten hebben bij de uitvoering van de Wmo2015 veel beleidsruimte gekregen van
de wetgever. Zij zijn zodoende verantwoordelijk voor onder meer de contractering,
het stellen van kwaliteitseisen, het vaststellen van tarieven en het inrichten van
het toezicht op de uitvoering. In de Jeugdwet zijn kwaliteitseisen gesteld aan jeugdhulpaanbieders,
zoals het werken met geregistreerde beroepsbeoefenaren (professionals). Voor vijfjaarlijkse
herregistratie van die laatsten is onder meer na- en bijscholing verplicht.
De IGJ houdt toezicht op de kwaliteitseisen in de Jeugdwet. Op lokaal niveau kunnen
gemeenten in inkoopcontracten nadere kwaliteitseisen stellen aan jeugdhulpaanbieders.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een onafhankelijk onderzoek naar de incidenten in de Acuut Zorggroep
in Tilburg, maar ook naar andere misstanden en het toezicht hierop, noodzakelijk is?
Zo ja, hoe gaat u dit onderzoek realiseren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, ik ben niet van plan om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar Acuut
Zorggroep omdat dit geen taak of verantwoordelijkheid is van mij. Ik beschik, op grond
van de vigerende wet- en regelgeving, niet over een bevoegdheid om aan een individuele
zorgaanbieder maatregelen op te leggen. Het is aan de toezichthouders (bijvoorbeeld
de IGJ of de Wmo-toezichthouder) om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar
de eventuele misstanden. Ik heb begrepen van de gemeente Tilburg en de IGJ dat een
onderzoek is ingesteld naar de zorgaanbieder en dat beide toezichthouders naar aanleiding
daarvan verbetermaatregelen hebben opgelegd. De IGJ heeft aangegeven dat de aanbieder
failliet is verklaard en dat de curator zorgt draagt voor de overdracht naar passende
zorg voor de overgebleven cliënten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.