Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wilders over de veroordeelde moslimterrorist Soumaya Sahla
Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister-President over de veroordeelde moslimterrorist Soumaya Sahla (ingezonden 8 februari 2022).
Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 8 maart 2022).
Vraag 1
Wilt u deze vragen niet door uw collega-bewindslieden maar zelf beantwoorden en ook
per vraag afzonderlijk?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Vanaf wanneer precies bent u persoonlijk op de hoogte van het feit dat Soumaya Sahla
veroordeeld is voor het lidmaatschap van een terroristische organisatie – de Hofstadgroep
– en verboden wapenbezit?
Antwoord 2
Zoals ik op 28 januari jl. na de ministerraad tegenover media heb gezegd, heb ik een kennismakingsgesprek gehad
met Soumaya Sahla en Frits Bolkestein op het Ministerie van Algemene Zaken. Dit was
op 26 september 2019. Van de genoemde veroordeling ben ik eerder, op een niet meer
te achterhalen moment, op de hoogte geraakt.
Vraag 3
Hoe vaak heeft u haar sinds haar veroordeling ontmoet in uw functie als Minister-President
en partijleider van de VVD?
Antwoord 3
Buiten de genoemde afspraak heb ik, voor zover na te gaan, geen ontmoetingen met Soumay
Sahla gehad.
Vraag 4
Is Soumaya Sahla op het Ministerie van Algemene Zaken en het Torentje geweest sinds
haar veroordeling? Zo ja, hoe vaak, wanneer precies en wat was het doel van het bezoek?
Is het waar dat zij in ieder geval in 2019 te gast was bij u in het Torentje? Was
dat om onder andere de mogelijkheid van een betaalde indiensttreding te bespreken?
Zo nee, waarom dan wel?
Antwoord 4
Zie de antwoorden op vragen 2 en 3. Zoals ik op 28 januari jl. tegenover media heb
gezegd, ga ik niet verder in op de inhoud van dergelijke gesprekken.
Vraag 5
Heeft zij sinds haar veroordeling nog andere ministeries en bewindslieden bezocht
en gesproken, zo ja welke en wie precies, wanneer en waarom?
Antwoord 5
Mij is hierover geen informatie bekend, behoudens hetgeen mij bekend is geworden bij
de beantwoording door de Ministers van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties van de op 26 januari j.l. gestelde schriftelijke vragen (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1532)
Vraag 6
Heeft Soumaya Sahla Nederlandse delegaties bij de NAVO, EU of andere internationale
organisaties bezocht? Zo ja, hoe vaak, wanneer precies en waarom?
Antwoord 6
Mij is hierover geen informatie bekend, behoudens hetgeen mij bekend is geworden bij
de beantwoording door de minsters van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties van de op 26 januari j.l. gestelde schriftelijke vragen (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1532).
Vraag 7
Realiseert u zich dat Soumaya Sahla tijdens haar arrestatie samen met moslimterrorist
Noureddin El Fahtni in het bezit was van een doorgeladen Kroatisch automatisch geweer
– een Agram 2000 – en tussen hem en de politie in ging staan terwijl ze Allahu Akbar
riep – om hem de kans te geven het automatisch geweer tegen de politie te gebruiken?
Wat vindt u daarvan? Vindt u het gepast zo iemand als premier te in het Torentje te
ontmoeten en jarenlang adviseur te laten zijn van de partij waar u partijleider van
bent, de VVD?
Antwoord 7
De rechter heeft Soumaya Sahla in 2014 veroordeeld. Het past mij niet te reflecteren
op een uitspraak van de rechter.
Bij mijn ontmoeting met haar op het Ministerie van Algemene Zaken was ik op de hoogte
van haar veroordeling, maar ik heb daaraan niet de conclusie vebonden dat ik haar
daarom niet zou kunnen ontvangen. Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar
de VVD.
Vraag 8
Herinnert u zich uw uitspraak gedaan tijdens de wekelijkse persconferentie op 28 januari
jl: «omdat hij (Wilders) het zo stevig agendeerde tijdens het debat over de Regeringsverklaring,
was dat voor ons aanleiding om dieper naar de hele materie te kijken, waarna we ontdekten
dat ze geen spijt heeft betuigd. Dat was een nieuw punt, en daar hebben we deze week
naar gehandeld»?
Antwoord 8
Ja
Vraag 9
Hoe is het mogelijk dat u zich dat toen pas realiseerde? Waarom heeft u daar niet
eerder aan gedacht? Ging en bij u geen belletje rinkelen toen ik u eerder schriftelijke
vragen over haar stelde? Is het geen smoes om uw falen te verhullen? Bent u het met
mij eens dat een persoon veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor het lidmaatschap
van een terroristische organisatie en verboden wapenzit nooit en te nimmer adviseur
nationale veiligheid van de partij van de premier mag worden ook niet als ze excuses
maakt?
Antwoord 9
Zoals ik op 28 januari ook tegenover media heb gezegd, kan ik achteraf slechts vaststellen
daar destijds niet aan te hebben gedacht. Ik kan hier slechts vragen beantwoorden
in mijn hoedanigheid als Minister-President. Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs
ik u naar de VVD.
Vraag 10
Welke invloed heeft u zelf precies gehad in het aannemen van Soumaya Sahla als adviseur
nationale veiligheid van de partij waar u partijleider van bent – de VVD – en welke
invloed heeft u gehad bij het neerleggen van die functie door haar?
Antwoord 10
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 11
Bent u bekend met het islamitische begrip taqqiya? Weet u ook wat de soennitische
Korangeleerde Ibn Kathir hierover heeft gezegd namelijk dat moslims zich aan de buitenkant
vriendschappelijk jegens ongeloven mogen tonen maar dat zij die vriendschap nooit
van binnen mogen voelen?
Realiseert u zich dat ook veroordeelde moslimterroristen te allen tijde opnieuw, en
voor de naïeve delen van de buitenwereld onverwacht, tot geweld en terreur kunnen
overgaan? Welke conclusie verbindt u daaraan voor uw partijgenoten en (voormalig)
adviseurs nationale veiligheid?
Antwoord 11
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 12
Herinnert u zich uw woorden tijdens de persconferentie van 28 januari, namelijk dat
Soumaya Sahla «voorlopig» niet mag optreden als adviseur van de partij van de premier,
de VVD. Wat is «voorlopig»? Betekent dit dat u niet uitsluit dat deze veroordeelde
terrorist later opnieuw adviseur kan worden van de partij van de premier van Nederland?
Zo ja, bent u helemaal gek geworden?
Antwoord 12
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 13
Kunt u uitleggen waarom de NCTV – een dienst die gericht zou moeten zijn op terrorismebestrijding
– heeft gesproken met een veroordeelde terrorist die haar jarenlange veroordeling
voor terrorisme een «showproces» noemde en op dat moment in het openbaar nog geen
millimeter afstand had genomen van haar jihadistische gedachtegoed? Wanneer precies
heeft Soumaya Sahla met de NCTV gesproken en hoe vaak?
Antwoord 13
Zoals aan uw Kamer geantwoord in reactie op Kamervragen van 26 januari 2022 (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1532), doet de NCTV als nationaal coordinator terrorismebestrijding kennis op bij relevante
organisaties en personen. Inzichten opgedaan door NCTV medewerkers over radicaliseringsprocessen
en over de gang van zaken binnen extremistische groepen kunnen bijdragen bij aan het
versterken van de aanpak van terrorismebestrijding.
Tegen deze achtergrond is, zoals aan uw Kamer gemeld, door experts van de NCTV enkele
keren met Soumaya Sahla gesproken. Wanneer en hoe vaak is niet precies te herleiden,
omdat het hier informele gesprekken betrof.
Vraag 14
Wat is er besproken tussen terroriste Sahla en de AIVD? Is er ooit sprake geweest
van advisering, een betaalde betrekking of samenwerking in welke vorm dan ook? Is
het waar dat deze terroriste ook contacten onderhield met de secretaris-generaal van
de AIVD? Zo ja, is dat nog steeds zo? Indien u deze vragen niet in de openbaarheid
kan beantwoorden, wilt u dan zorgdragen voor beantwoording in de commissie Inlichtingen-
en Veiligheidsdiensten (Cie IVD) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 14
Zoals reeds geantwoord op uw eerder gestelde schriftelijke vragen omtrent deze casus,
gaat de AIVD in het openbaar niet in op vragen over zijn handelen.
Vraag 15
Heeft Soumaya Sahla in het verleden op enigerlei wijze advies gegeven aan, een opdracht
uitgevoerd namens, gesproken op een conferentie of bijeenkomst van, of op welke manier
dan ook enige betrokkenheid gehad bij andere (semi-) overheidsinstellingen? Zo ja,
graag een uitputtend overzicht per activiteit, inclusief datum, onderwerp en gage.
Antwoord 15
Mij is hierover geen informatie bekend, behoudens hetgeen mij bekend is geworden bij
de beantwoording door de minsters van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties van eerdere schriftelijke vragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 1532).
Vraag 16
Welke functies, bijdragen, activiteiten of werkzaamheden dan ook heeft Sahla naast
het voorzitterschap van de «thematische tafel terrorisme en radicalisering» nog meer
uitgevoerd of bijgewoond bij de VVD op bijeenkomsten waar leden van de Staten-Generaal
en/of de regering bij aanwezig waren?
Antwoord 16
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 17
Is het u bekend waarom de oud-partijleider van de VVD en oud-minister van Defensie
– de heer Bolkestein – idolaat is van veroordeelde moslimterrorist Soumaya Sahla en
haar in invloedrijke gremia en bij invloedrijke personen van de VVD heeft geïntroduceerd?
Is het waar dat zij bij hem thuis in ingetrokken? Heeft u hem hier ooit voor gewaarschuwd?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 17
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 18
Wist u als premier in 2015 dat oud-Minister van Defensie Bolkestein de veroordeeld
moslimterrorist Soumaya Sahla als gast meenam naar de Ridderzaal voor het bijwonen
van de Troonrede? Wist u dat voorafgaand aan Prinsjesdag? Wist de NCTV dit voorafgaand
aan Prinsjesdag? Wist de Kamervoorzitter dit voorafgaand aan Prinsjesdag? Wist de
Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) dit voorafgaand aan Prinsjesdag?
Zo ja, wat is er met die informatie gedaan? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 18
Over de wijze waarop de verantwoordelijken voor de veiligheid van Kamerleden, waaronder
de heer Wilders, besluiten over beveiligingsmaatregelen en over welke informatie zij
wel of niet beschikken, doet het kabinet geen uitspraken.
Vraag 19
Waarom wordt iemand die is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf wegens lidmaatschap
van een terroristische organisatie en verboden wapenbezit niet geroyeerd als lid van
de partij van de premier en de toegang tot alle overheidsgebouwen ontzegd?
Antwoord 19
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Iedere overheidsorganisatie gaat zelf over de toegang tot de eigen gebouwen.
Vraag 20
Waarom kan een tot jarenlange celstraf veroordeelde jihadiste – die tot voor kort
op geen enkel moment publiekelijk afstand had genomen van dit verwerpelijke gedachtegoed
– lid worden, en zoals u zelf aangaf «vanzelfsprekend» lid blijven van de politieke
partij van de premier, de VVD?
Antwoord 20
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 21
Waarom maakt de partij waar de premier partijleider van is, de VVD, zich schuldig
aan het witwassen van een veroordeelde terrorist?
Antwoord 21
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 22
Realiseert u zich dat waar U en uw partij spreken over «ongemak» en het «in de maag
zitten» met het schandaal rondom de terroriste Soumaya Sahla, dat dit voor anderen
zoals diegene die de Hofstadgroep waar zij deel van uitmaakte wilde vermoorden waaronder
ikzelf, dit beledigend en arrogant naïef overkomt? Beseft u zich wel dat de Hofstadgroep
ook parlementariërs zoals Ayaan Hirsi Ali en ondergetekende wilde vermoorden? Waarom
doet u daar smakeloos luchthartig over?
Antwoord 22
Bedreigingen door terroristische organisaties behoren tot ernstigste misdrijven in
onze samenleving, omdat zij naar hun aard een bedreiging voor de democratische rechtsorde
vormen en omdat zij diep ingrijpen in het leven van de personen die zij raken, waaronder
de heer Wilders.
Ik doe daarover allerminst luchthartig. De overheid treedt daartegen doortastend
en streng op en spant zich tot het uiterste in om degenen die daarvan het slachtoffer
zijn, te beschermen.
Vraag 23
Wordt het niet hoog tijd voor openlijke excuses van u persoonlijk, van u als partijleider
van de VVD en van u als Minister-President vanwege het als VVD jarenlang onderhouden
van nauwe banden met een veroordeeld terrorist?
Antwoord 23
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD.
Vraag 24
Zijn er op dit moment nog andere veroordeelde terroristen actief binnen uw partij,
dan wel binnen een (semi-) overheidsinstelling?
Antwoord 24
Hier kan ik slechts vragen beantwoorden in mijn hoedanigheid als Minister-President.
Voor vragen die de VVD betreffen, verwijs ik u naar de VVD. Mij is geen informatie
bekend over het personeelsbestand van (semi-) overheidsinstellingen.
Vraag 25
Bent u met mij van mening dat veroordeelde terroristen voor altijd de toegang moet
worden geweigerd tot plaatsen met een verhoogde dreiging, zoals overheidsgebouwen
als ministeries en de gebouwen van de Staten-Generaal? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 25
Een doel van een straf is vergelding en genoegdoening voor slachtoffers en samenleving.
Een ander doel is voorkomen dat de dader nog een keer in de fout gaat. Tijdens en
na detentie wordt gewerkt aan een veilige re-integratie in de samenleving. Waar gedragsbeInvloeding
van terrorismeveroordeelden niet mogelijk blijkt, richten partijen waaronder inlichtingendiensten,
zich op het inschatten en mitigeren van de dreiging. Dit is altijd individueel maatwerk.
Er zijn daarbij verschillende strafrechtelijke en bestuurlijke mogelijkheden om waar
nodig op individuele basis na detentie zicht te houden en vrijheden te beperken. Iedere
overheidsorganisatie gaat zelf over de toegang tot de eigen gebouwen.
De Tweede Kamer heeft krachtens artikel 72 van de Grondwet in artikel 152 van het
Reglement van Orde regels vastgesteld rondom de toelating van bezoekers tot het gebouw
en de vergaderingen. Het presidium kan nadere regels stellen. Het is daarom niet aan
mij om te bepalen wie toegang heeft tot gebouwen van de Staten-Generaal.
Vraag 26
Bent u met mij van mening dat veroordeelde terroristen voor altijd zowel het passief
als het actief kiesrecht zou moeten worden ontnomen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 26
Het kiesrecht is een grondrecht dat is opgenomen in artikel 4 van de Grondwet. Dit
recht mag alleen bij wet worden beperkt. Op grond van artikel 54, tweede lid van de
Grondwet kan de strafrechter iemand in specifieke, bij wet aangewezen delicten, en
bij een veroordeling voor een vrijheidsstraf van tenminste een jaar, uitsluiten van
het actieve en passieve kiesrecht. Het is niet aan mij om een oordeel te hebben over
hoe de strafrechter gebruik maakt van deze bevoegdheid.
Vraag 27
Bent u het met mij dat een levenslange gevangenisstraf voor leden van terroristische
organisaties die tevens veroordeeld zijn voor verboden wapenbezit meer op zijn plaats
is dat het worden gefêteerd door VVD-ers en oud-partijleiders?
Antwoord 27
Het past mij niet te reflecteren op een uitspraak van de rechter. Voor vragen die
de VVD betreffen verwijs ik naar de VVD.
Vraag 28
Begrijpt u dat ik Soumaya Sahla nooit meer wil tegenkomen?
Antwoord 28
Van uw wens heb ik kennis genomen.
Vraag 29
Kunt u mij beloven dat Soumaya Sahla nooit en te nimmer een voet in de Tweede Kamer
zal zetten zodat ik diegene die mij met haar Hofstadgroep wilde vermoorden, nooit
op mijn werkplek zal tegenkomen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 29
De Tweede Kamer heeft krachtens artikel 72 van de Grondwet in artikel 152 van het
Reglement van Orde regels vastgesteld rondom de toelating van bezoekers tot het gebouw
en de vergaderingen. Het presidium kan nadere regels stellen. Het is daarom niet aan
mij om te bepalen wie toegang heeft tot gebouwen van de Staten-Generaal, en ik kan
hierover geen beloftes doen.
Vraag 30
Wilt u dit nooit meer doen?
Antwoord 30
Het is mij niet duidelijk waarop de vraag ziet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister van Algemene Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.