Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Agnes Mulder en Boswijk over het persbericht van de provincie Drenthe dat het kabinet overweegt de Johan Willem Frisokazerne te sluiten
Vragen van de leden Agnes Mulder en Boswijk (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Defensie over het bericht dat het kabinet overweegt de Johan Willem Frisokazerne te sluiten (ingezonden 11 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Maat (Defensie) (ontvangen 1 maart 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Staatssecretaris Defensie: kazerne Assen dicht, militairen
verhuizen naar Havelte»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat er nog geen formeel besluit is genomen over het sluiten van
de Johan WillemFrisokazerne?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Op basis van welke argumenten bent u voornemens de Johan Willem Frisokazerne te sluiten?
Antwoord 3
Zoals ik in mijn begeleidende brief aangeef is Defensie gestart met een interne verkenning
naar een gezonde, toekomstbestendige en duurzame vastgoedportefeuille, langs de lijnen
van concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Bij deze verkenning neemt Defensie al
haar vastgoed in Nederland onder de loep en kijkt daarbij naar verschillende factoren.
Het is dus te kort door de bocht om te stellen dat ik voornemens ben de Johan Willem
Frisokazerne te sluiten, maar deze kazerne maakt wel onderdeel uit van deze verkenning.
Voor Drenthe kan het concentreren van ons vastgoed betekenen dat Defensie haar aanwezigheid
concentreert in Havelte. Het is mijn streven om bij de uiteindelijke keuzes die worden
gemaakt de werkgelegenheid in de regio zo veel als mogelijk te behouden. Dit geldt
voor alle regio’s waar ons plan uiteindelijk gevolgen zal hebben.
Vraag 4
Hoeveel geld is er de afgelopen jaren geïnvesteerd in de Johan Willem Frisokazerne?
Antwoord 4
Er is in totaal 15,5 miljoen euro geïnvesteerd in de Johan Willem Frisokazerne, waarvan
4,5 miljoen euro door de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DVO) van de Dienst Justitiële
Inrichtingen (DJI) en 11 miljoen euro door Defensie. Deze investeringen waren noodzakelijk
om aan wettelijke verplichtingen te voldoen en het personeel een veilige werk- en
leefomgeving te bieden. Ondanks deze investeringen is de kazerne nog niet voldoende
toekomstbestendig en duurzaam.
Vraag 5
Welk plan omtrent de toekomst van het Defensievastgoed ligt er ten grondslag aan het
beoogde besluit om de Johan Willem Frisokazerne te sluiten? Kunt u deze delen met
de Kamer? Welk ander Defensievastgoed bent u voornemens op de korte termijn af te
stoten?
Antwoord 5
Zoals ik in mijn begeleidende brief heb gesteld, ben ik voornemens in april een brief
te sturen waarin ik de contouren van de huidige verkenning met uw Kamer deel. Verder
streef ik ernaar om uw Kamer rond de zomer wederom te informeren met een verdieping
hierop. Ik kan nu nog geen inzicht geven in welk vastgoed als gevolg van onze plannen
zou moeten worden afgestoten.
Vraag 6
In hoeverre valt de beoogde sluiting van de Johan Willem Frisokazerne te rijmen met
het gegeven dat Defensie de regionale impact mee moet wegen bij het afstoten van vastgoed?
Antwoord 6
Bij de uitwerking van de opgave heeft Defensie oog voor de regionale impact. Dat gebeurt
enerzijds door te streven naar het behoud van regionale werkgelegenheid. Anderzijds
bieden vrijkomende locaties kansen voor maatschappelijke vraagstukken als woningbouw
en verduurzaming. Dit vraagt om een zorgvuldig proces en nauwe afstemming met medeoverheden,
op Rijks-, provinciaal- en gemeentelijk niveau. Ik ben me ervan bewust dat toekomstige
keuzes desondanks op regionaal niveau impact kunnen hebben. Zoals gesteld bevindt
Defensie zich nog in de verkenningsfase en zullen regio’s worden uitgenodigd daarover
mee te denken.
Vraag 7
Bent u het met de CDA-fractie eens dat de beoogde sluiting van de Johan Willem Frisokazerne
grote impact heeft voor de regio? Is de impact voor de regio in kaart gebracht? Zo
ja, kunt u deze analyse delen met de Kamer? Zo nee, kunt u deze analyse alsnog maken
en delen met de Kamer?
Antwoord 7
Als kabinet kijken wij naar de regionale impact van de keuzes die worden gemaakt.
Ik heb in mijn begeleidende brief aangegeven hoe ik het proces op hoofdlijnen voor
de komende maanden voor mij zie, in de Kamerbrief die ik u in april zal sturen ga
ik hier verder op in.
Vraag 8
In hoeverre is in kaart gebracht wat de totale effecten zijn van de beoogde sluiting
van de Johan Willem Frisokazerne, de afbouw van de NAM en het sluiten van delen van
ziekenhuizen in de regio op de werkgelegenheid in en leefbaarheid van Assen en omstreken?
Zo ja, kunt u deze informatie met de Kamer delen?
Antwoord 8
Defensie bevindt zich nog in de verkenningsfase en er is daarom nog geen analyse van
de totale effecten van de diverse ontwikkelingen rond Assen. De regio’s zullen worden
uitgenodigd om hierover in gesprek te gaan en mee te denken. Op grond daarvan kan
ik met mijn collega’s in het kabinet op zoek gaan naar mogelijke oplossingen.
Vraag 9
Klopt het dat het nog niet helder is of er in de toekomst onderdelen vanuit Havelte
gaan verdwijnen? En hoe rijmt u dit met uw uitspraak: «Als je kijkt naar de groeimogelijkheden,
het bij elkaar brengen van oefenterreinen en disciplines én waar we grootschalig kunnen
vernieuwen, dan is Havelte geschikt. Daar kunnen we nog jaren vooruit en is de werkgelegenheid
in de regio verzekerd»?2
Antwoord 9
Defensie bevindt zich nu nog in de verkenningsfase om de opdracht uit het coalitieakkoord
uit te voeren. In de verkenning wordt onder meer onderzocht waar Defensie regionaal
verder kan concentreren. Het concentreren van eenheden in Havelte is daarbij een optie,
mede vanwege de ruimtelijke mogelijkheden, en ook om onze aanwezigheid in Noord-Nederland
te behouden. In april wil ik uw Kamer meenemen in de eerste contouren van de interne
verkenning.
Vraag 10
Klopt het dat u bij de aankomende gesprekken met de provincie en de gemeente over
de kennelijk beoogde sluiting van de kazerne ook rijksbrede perspectieven gaat schetsen
voor de gemeente Assen en de provincie Drenthe?3 Zo ja, kunt u deze rijksbrede perspectieven met de Kamer delen?
Antwoord 10
Het is nog niet mogelijk om rijksbrede perspectieven met de Kamer te delen omdat we
dat stadium nog niet hebben bereikt. Ik kan niet vooruitlopen op de inhoud van gesprekken
die ik eerst met de regio wil voeren. Daarnaast heb ik de regio opgeroepen met ons
mee te denken over wat CVV kan betekenen voor de regio en mee te denken over mogelijkheden.
Vraag 11
Deelt u de mening dat er rijksbrede coördinatie plaats moet vinden met betrekking
tot de gecombineerde impact van besluiten van verschillende ministeries inbepaalde
regio’s? Zo ja, hoe bent u van plan hier in samenwerking met uw collega’s invulling
aan te geven?
Antwoord 11
Defensie zet in op rijksbrede coördinatie waar dat van toepassing is. Voor sommige
regio’s zal de concentratie van vastgoed positief zijn en de mate van samenhang met
andere opgaven kan per regio verschillen. Daar waar de concentratie gepaard gaat met
moeilijke keuzes, vraagt dit om een zorgvuldig proces en nauwe afstemming met medeoverheden.
Dat betekent dat we als kabinet in gesprek gaan met de regionale partners over de
opgaven die er liggen en samen kijken hoe we regionale belangen kunnen meenemen in
de besluitvorming. Dit om als rijksoverheid aanspreekbaar te zijn op eventuele regionale
effecten en mogelijke toekomstige kansen op huidige defensie-locaties. We zitten nu
in de verkenningsfase om de opdracht van het coalitieakkoord uit te voeren en nodigen
de regio’s uit daarover met ons mee te denken.
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Eppink (JA21),
ingezonden 11 februari 2022 (vraagnummer 2022Z02598).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.