Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Palland over het bericht 'Miljoenen voor omscholing komen nauwelijks in de sectoren terecht die het nodig hebben: 'Dit slaat de plank volledig mis''
Vragen van het lid Palland (CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Miljoenen voor omscholing komen nauwelijks in de sectoren terecht die het nodig hebben: «Dit slaat de plank volledig mis»» (ingezonden 4 februari 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 28 februari
2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Miljoenen voor omscholing komen nauwelijks in de sectoren terecht
die het nodig hebben: «Dit slaat de plank volledig mis»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u er tegen aan dat slechts 30 procent van de 1200 aangeboden opleidingen
die gesubsidieerd worden door «NL Leert Door» zich richt op zogenaamde «kansrijke
beroepen», beroepen met goede baankansen?
Antwoord 2
De subsidieregelingen die vallen onder NL Leert Door zijn opgezet aan het begin van
de coronacrisis, toen nog onduidelijk was wat de mogelijke gevolgen zouden zijn en
er grote werkloosheid dreigde te ontstaan. In die omstandigheden is er voor gekozen
om iedereen te ondersteunen die als gevolg van de crisis zijn baan had verloren of
mogelijk zijn baan dreigde te verliezen. Bij zo’n brede doelstelling past een breed
en divers aanbod van scholing, ontwikkeladvies en ondersteuning. De aangeboden scholing
is dan ook bewust breed gehouden en is zeker niet alleen bedoeld voor omscholing maar
ook voor bijscholing. Lang niet iedereen hoeft over te stappen naar een heel ander
beroep. De scholing in NL Leert Door is daarom ook gericht op het bijblijven in je
vak en op het versterken van basis- en beroepsvaardigheden. De regelingen stonden
ook open voor tekortsectoren zoals de zorg, techniek en ICT en worden ook door deze
sectoren gebruikt. Verder is door EZK als onderdeel van het sociaal pakket een omscholingsregeling
gemaakt voor werkgevers die nieuwe werknemers in de techniek of ICT willen omscholen.
Deze regeling staat dit jaar nog open.
Vraag 3, 7
Kunt u aangegeven hoe u ervoor gaat zorgen dat het percentage van 30% verhoogd wordt
en dat met de subsidie van «NL Leert Door» coachingstrajecten, trainingen en opleidingen
worden gefaciliteerd die leiden tot om- en bijscholing gericht op sectoren en banen
waar nu grote krapte is?
Bent u voornemens de regeling(en) aan te passen zodat deze regelingen minder willekeurig
en breed worden weggezet via wie het eerst komt, het eerst maalt, maar de scholingsmiddelen
veel meer gericht worden toegekend aan doelgroepen zoals mbo niveau 3 en anders praktisch
geschoolden en gericht naar sectoren en banen waar grote krapte is?
Antwoord 3, 7
De regelingen van NL Leert Door zijn gemaakt in crisistijd en bewust voor een brede
doelgroep ter beschikking gesteld. Het karakter van de aangeboden scholing is eveneens
breed gehouden, omdat in die tijd onduidelijk was hoe de arbeidsmarkt er op de langere
termijn zou uitzien. Bovendien is lang niet voor iedereen omscholing aan de orde.
Voor veel werkenden is het ook van belang om vaardigheden te blijven ontwikkelen binnen
het vak dat ze beoefenen.
In die crisistijd was snelheid van belang en vooral ook eenvoud van de regelingen
om de uitvoeringslasten zoveel mogelijk te beperken. Het richten van de regelingen
op doelgroepen en/of op specifiek aanbod betekent een enorme extra belasting van de
uitvoeringsorganisatie. Aangezien deze regelingen einde 2022 aflopen of – in geval
van ontwikkeladvies – al afgelopen zijn en de uitvoeringsorganisatie nog steeds fors
belast is, ligt een dergelijke aanpassing niet voor de hand.
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden om de beroepenlijst die is vastgesteld door het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) aan te passen naar de beroepen die daadwerkelijk tot
de kansrijke beroepen horen?
Antwoord 4
UWV brengt reeds in beeld wat kansrijke beroepen zijn. De lijst van UWV is gebaseerd
op cijfers over de afgelopen periode. Het Overzicht Kansrijke beroepen stamt van 20 december 2021.
Vraag 5
Wat is de reden dat ruim de helft van het gesubsidieerde aanbod niet toegankelijk
is voor mensen met een mbo niveau 3-opleiding of lager?
Antwoord 5
De subsidieregelingen die vallen onder NL Leert Door zijn opgezet aan het begin van
de coronacrisis, toen nog onduidelijk was wat de mogelijke gevolgen zouden zijn en
er grote werkloosheid dreigde te ontstaan. In die omstandigheden is er voor gekozen
om iedereen te ondersteunen die als gevolg van de crisis zijn baan had verloren of
mogelijk zijn baan dreigde te verliezen. Bij zo’n brede doelstelling past een breed
en divers aanbod van scholing, ontwikkeladvies en ondersteuning. De omvang van het
aanbod zegt op zich nog niets over het bereik van het aanbod bij specifieke groepen.
Bij het aanbod zitten bijvoorbeeld ook cursussen basisvaardigheden. De evaluatie van
de regelingen zal leren hoe het bereik is geweest bij mensen met verschillende opleidingsachtergronden.
Een eerste tussenrapport zal rond de zomer van 2022 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Op basis van een monitor kan nu wel al iets worden gezegd over de eerste twee tijdvakken,
het derde tijdvak loopt dit hele jaar nog. Ongeveer 79 procent van de afgeronde minst
omvangrijke scholingstrajecten (categorie A genoemd in de regeling) was op mbo-2 niveau.
Van de iets omvangrijker scholing (categorie B) is ruim 44 procent afgerond op mbo-2
niveau. Zie voor meer informatie de Rapportage tweede peiling monitor online scholing2.
Vraag 6
Hoe gaat u ervoor zorgen dat juist de mensen met een mbo niveau 3-opleiding of lager
toegang krijgen en gestimuleerd worden om gebruik te maken van de «NL Leert Door»
regeling?
Antwoord 6
In de communicatie over NL Leert Door is expliciet aandacht besteed aan het bereik
van de regelingen bij praktisch geschoolden. Ook zijn stakeholders hierbij betrokken
die nauw in contact staan met deze groepen. Behalve NL Leert Door komt er binnenkort
het STAP-budget en flankerend daaraan het STAP-ontwikkeladvies. Dat ontwikkeladvies
is alleen voor praktisch geschoolden (maximaal mbo-2 niveau). Zij kunnen bovendien
hulp krijgen bij het aanvragen van STAP via de telefoon of fysieke locaties (UWV kantoren,
bibliotheken en regionale leerwerkloketten).
De beschikbaarheid van toegankelijke financiering is van groot belang, maar op zichzelf
niet voldoende om alle groepen in staat te stellen om met scholing en ontwikkeling
aan de slag te gaan. Het is bekend dat de meeste mensen leren op en van het werk.
Dat geldt met name voor meer kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Een brede aanpak
is nodig, met inzet van werkgevers, sectoren, sociale partners, opleiders en publiek-private
samenwerkingsverbanden in regio’s. Het kabinet bouwt daarom voort op de Routekaart
voor leren en ontwikkelen3 met naast STAP een breder palet aan maatregelen om mensen te ondersteunen en, onder
meer via de SLIM-regeling, te investeren in een stimulerende leercultuur op het werk.
Verder is in het coalitieakkoord de publieke financiering van scholing en ontwikkeling
uitgebreid, via het principe van leerrechten. Dit principe houdt in dat er meer scholingsbudget
beschikbaar komt voor mensen die minder initieel onderwijs hebben genoten.
Vraag 8
Onderzoekt u waar het geld nodig is en kijkt u wat de kwaliteit van opleiders is?
Zo ja, hoe vindt dit plaats?
Antwoord 8
In de regeling NL Leert door met inzet van scholing worden eisen gesteld aan opleiders
en aan het aanbod dat zij beschikbaar willen stellen. Zo moeten opleiders voldoen
aan kwaliteitseisen en moet het aanbod arbeidsmarktrelevant zijn. Opleiders moeten
bijvoorbeeld in het bezit zijn van een kwaliteitskeurmerk.
Vraag 9
Bent u bereid om nog eens kritisch naar de «NL Leert Door»-regeling te kijken en deze
waar nodig aan te passen zodat de subsidie gaat naar de werknemers waarvoor de subsidie
met name bedoeld is?
Antwoord 9
De regelingen voor scholing en ontwikkeladvies zijn in de crisisperiode bewust gemaakt
voor een brede doelgroep van zowel werkenden (inclusief zelfstandigen) als niet werkenden.
De evaluatie van de regelingen zal laten zien hoe het bereik is geweest en hoe het
aanbod benut is geweest. Zie ook het antwoord bij vraag 7.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.