Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over het bericht dat de VN de Taliban 6 miljoen dollar willen betalen voor beveiliging
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht dat de VN de Taliban 6 miljoen dollar willen betalen voor beveiliging (ingezonden 22 december 2021).
Antwoord van de Ministers Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en Schreinemacher (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 25 februari 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1295.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht in de Telegraaf dat de «VN de Taliban 6 miljoen
dollar willen betalen voor beveiliging»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Steunt u de lijn van de Verenigde Naties om de Taliban te financieren? Waarom wel
of niet?
Antwoord 2
Om in Afghanistan effectief te kunnen opereren heeft de VN sinds de tweede helft van
augustus de de facto autoriteiten verzocht om veiligheidsgaranties en ondersteuning ten behoeve van veiligheid.
Het kabinet vindt het belangrijk dat de VN effectief en veilig kan opereren in Afghanistan.
Niet erkende autoriteiten spelen daarbij soms een onvermijdelijke rol, bijvoorbeeld
ook in Jemen en Somalië.
Het kabinet verstrekt conform de motie-De Roon (Kamerstuk 29 725, nr. 836) geen hulpgeld aan de Taliban. De Speciale Politieke Missie van de VN in Afghanistan
(UNAMA) geeft aan dat de betalingen niet aan of via de de facto autoriteiten worden gedaan. UNAMA betaalt rechtstreeks personen die beveiligingswerkzaamheden
verrichten ten behoeve van VN personeel, gebouwen en eigendommen evenals operaties
en bewegingen in het land. Mede vanwege de complexe context in Afghanistan is het
niet uit te sluiten dat sommige personen die deze betalingen ontvangen gelieerd zijn
aan de Taliban.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat de betalingen van de VN «ingaan tegen sancties die zijn
opgelegd door de VN en Verenigde Staten?»
Antwoord 3
Onder de sancties die zijn opgelegd door de VN en de Verenigde Staten zijn specifieke
personen of entiteiten gelieerd aan de Taliban op de sanctielijst geplaatst. Het is
verboden aan gesanctioneerde personen en entiteiten, geld, of andere economische middelen,
direct of indirect beschikbaar te stellen.
UNAMA geeft aan gecommitteerd te zijn aan het voldoen aan alle sanctieregimes en dat
deze betalingen zijn goedgekeurd door het VN hoofdkantoor.
Vraag 4, 5
Bent u voornemens zich binnen de VN uit te spreken tégen de circa 5,3 miljoen euro
subsidie aan de Taliban?
Bent u voornemens om de Nederlandse bijdrage aan de VN op te schorten met tenminste
het bedrag dat Nederland indirect aan de Taliban heeft betaald via de VN?
Antwoord 4, 5
UNAMA geeft aan dat de betalingen niet aan of via de de facto autoriteiten worden gedaan. In dat licht hecht het kabinet groot en zwaarwegend belang
aan het werk van de VN in Afghanistan, onder meer om de broodnodige humanitaire inspanning
mogelijk te maken, ook al valt niet uit te sluiten dat sommige personen die betalingen
ontvangen voor beveiligingswerk gelieerd zijn aan de Taliban.
Het herziene UNAMA budget voor 2022 en het voorstel voor het 2023 budget worden waarschijnlijk
in de periode juli – november 2022 behandeld binnen de Verenigde Naties (VN), onder
meer in de Vijfde Commissie van de VN. Tijdens de behandeling van het UNAMA budget
in de Vijfde Commissie, waar Nederland aan deelneemt, zal Nederland onderstrepen dat
het niet wenselijk is dat de Taliban door of via de VN van financiële middelen worden
voorzien.
Vraag 6
Bent u van mening dat Nederland de Taliban niet direct óf indirect van financiële
middelen moet voorzien?
Antwoord 6
Het kabinet deelt de mening dat het niet wenselijk is dat de Taliban van financiële
middelen worden voorzien. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, is het echter
niet uit te sluiten dat personen gelieerd aan de Taliban betalingen ontvangen voor
beveiligingswerkzaamheden ten behoeve van de VN.
Het kabinet verstrekt geen hulpgeld aan de Taliban conform de motie-De Roon (Kamerstuk
29 725, nr. 836). Het kabinet bepleit in gesprekken met gelijkgezinde partners dat eventuele ontwikkelingssteun
ten behoeve van de Afghaanse bevolking via ngo’s en internationale organisaties dient
te worden verleend, buiten de Taliban om. Aan Nederlandse financiering voor programmering
van ngo’s die in Afghanistan actief zijn, zijn strenge voorwaarden verbonden. Ook
hier geldt dat betalingen niet ten goede mogen komen aan de Taliban.
Vraag 7
Staat u nog altijd achter uw keuze om salarissen van zorg- en onderwijsambtenaren
in Afghanistan te betalen?
Antwoord 7
Hiervoor verwijst het kabinet naar de beantwoording van de Kamervragen van de leden
Brekelmans/Klink (VVD; Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1132) en Omtzigt (Groep Omtzigt; Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1130).
Vraag 8, 9
Wat voor belang heeft Nederland volgens u bij het direct of indirect financieren van
de Taliban regering?
Bent u voornemens om de komende kabinetsperiode direct of indirect de Taliban te blijven
financieren? Kunt u uitleggen op welke manier?
Antwoord 8, 9
Nederlandse steun dient ten goede te komen aan de Afghaanse bevolking, niet aan de
Taliban. Vandaar hanteren we ook de strenge voorwaarden voor Nederlandse financiering
zoals omschreven in het antwoord op vraag 6. Het is niet wenselijk dat de Taliban
van financiële middelen worden voorzien.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, valt niet uit te sluiten dat de personen
die betalingen ontvangen voor beveiligingswerkzaamheden ten behoeve van de VN gelieerd
zijn aan de Taliban. Desalniettemin is het in het Nederlands belang dat de VN veilig
en effectief kan opereren in Afghanistan, mede ten behoeve van het verlenen van humanitaire
hulp.
Tevens is het in het Nederlands belang dat de zorg- en onderwijssectoren in Afghanistan
niet instorten, met alle mogelijke gevolgen van dien (nog verder toenemende humanitaire
noden, irreguliere migratiestromen, mogelijke speelruimte voor terroristen). Hierover
is de Kamer ook geïnformeerd via de Kamerbrieven «Stand van zaken hulp aan Afghanistan»
van 7 januari jl. (Kamerstuk 2022D00384), alsmede de antwoorden op Kamervragen van de leden Brekelmans/Klink (VVD; Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1132) en Omtzigt (Groep Omtzigt; Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1130).
In internationale context wordt daarom o.a. via de Europese Commissie en de Asian
Development Bank de basisdienstverlening t.b.v. de Afghaanse bevolking ondersteund,
om te voorkomen dat de zorg- en onderwijssectoren en de Afghaanse economie instorten.
Op instigatie van Nederland zijn aan deze steun strenge voorwaarden verbonden. Zo
dient steun alleen via multilaterale organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet
(direct of indirect) via de Taliban; mag er geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban
plaatsvinden m.b.t. beleid, uitvoering en management; en dient gelijke toegang voor
vrouwen en meisjes zeker gesteld te zijn. Hierbij wordt binnen Afghanistan gewerkt
met een naar regio gedifferentieerde aanpak, waarbij alleen steun wordt verleend in
die provincies waar de principes worden nageleefd.
In lijn met de inzet van gelijkgezinde donoren, beziet het kabinet de mogelijkheid
van een eigenstandige bijdrage aan tijdelijke ondersteuning van de zorg- en onderwijssectoren
of livelihoods programma’s via een multilateraal Trust Fund. Ook aan die steun zouden strikte voorwaarden
verbonden moeten worden. Het kabinet zal de Kamer schriftelijk informeren als hierover
een besluit genomen is, zoals ook is besproken tijdens het Commissiedebat «Toekomstige
inzet en hulp aan Afghanistan» van 27 januari jl.
Vraag 10
Hoe wilt u voorkomen dat Nederlands belastinggeld direct of indirect (via onder andere
internationale organisaties zoals de VN) ten goede komt aan de Taliban?
Antwoord 10
Nederlandse steun dient ten goede te komen aan de Afghaanse bevolking, niet aan de
Taliban. Steun is dan ook gebonden aan strikte voorwaarden en dient alleen via multilaterale
organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban.
In Afghanistan dreigt voor 23 miljoen mensen acute voedselonzekerheid; onder hen bijna
5 miljoen kinderen en zwangere vrouwen. Daarom is het van belang dat noodhulp wordt
verleend volgens de humanitaire principes (menselijkheid, onafhankelijkheid, neutraliteit
en onpartijdigheid) en dus zonder (machts)politieke of transactionele overwegingen.
Humanitaire hulp die door Nederland wordt gefinancierd vindt plaats via de VN, de
Rode Kruis-beweging en de Dutch Relief Alliance. Deze organisaties opereren conform deze principes.
Vraag 11
Bent u nogmaals «geschrokken» van dit nieuws net zoals u dat ook was tijdens het debat
over de financiering van de Nederlandse en Duitse regering aan Afghaans zorg- en onderwijspersoneel?
Antwoord 11
Nee, het kabinet vindt het belangrijk dat de VN effectief en veilig kan opereren in
Afghanistan en het komt vaker voor dat niet erkende autoriteiten daartoe een rol hebben,
zoals in Jemen en Somalië.
Vraag 12
Bent u bereid elke vraag afzonderlijk en binnen de gebruikelijke termijn van drie
weken te beantwoorden?
Antwoord 12
Voor de beantwoording was meer tijd nodig, zoals ook aangegeven in de Kamerbrief over
uitstel beantwoording vragen van het lid Eppink over het bericht dat de Verenigde
Naties de Taliban 6 miljoen dollar willen betalen voor beveiliging van 7 januari 2022
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1295).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.