Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 967 Samenvoeging van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 25 februari 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit
wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
I.
ALGEMEEN
1
1.
Inleiding
1
2.
Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
2
3.
Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
2
3.1
Draagvlak
3
3.2
Regionale samenhang
3
4.
Financiële aspecten
3
5.
Overige aspecten
4
5.1
Naamgeving
4
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Samenvoeging van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Deze leden constateren
dat de samenvoeging plaatsvindt op initiatief van de betrokken gemeenten. De gemeenten
hebben een herindelingsadvies opgesteld en de gedeputeerde staten van de provincie
Zuid-Holland hebben een positieve zienswijze uitgebracht. Het wetsvoorstel geeft deze
leden geen aanleiding tot het maken van opmerkingen en het stellen van vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde wetsvoorstel en
willen de regering nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel
tot samenvoeging van de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Deze leden
onderschrijven de voorkeur van de regering voor herindelingen van onderop, dat wil
zeggen op initiatief van de betrokken gemeenten.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het genoemde wetsvoorstel.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het
voorliggende wetsvoorstel waarin voorgesteld wordt om de gemeenten Brielle, Hellevoetsluis
en Westvoorne samen te voegen. Op grond van de voorliggende wet en de memorie van
toelichting hebben deze leden op dit moment enkele vragen aan de regering.
2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
De leden van de D66-fractie zijn verheugd om te lezen dat de betrokken gemeenten de
inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties goed hebben betrokken bij het
herindelingsproces. Deze leden vragen zich echter af wat er met de ideeën van inwoners
en organisaties uit de gemeenten is gedaan. Kan de regering dit toelichten?
De leden van de SP-fractie hebben al vaak hun ongenoegen geuit over de vele gemeentelijke
herindelingen die niet vanuit de inwoners van de gemeenten komen maar die door de
omstandigheden zijn afgedwongen. Die omstandigheden, met name de decentralisaties,
zijn gecreëerd door het Rijk en worden daarmee van bovenaf opgelegd. De voorgenomen
herindeling tot de nieuwe gemeente Voorne aan Zee kwam eveneens voort uit de beoordeling
dat de afzonderlijke gemeenten Hellevoetsluis, Brielle en Westvoorne niet zelfstandig
de toegenomen taken zouden kunnen uitvoeren. Hoe past dat binnen het afwegingskader
onder het punt van draagvlak, als het draagvlak slechts voortkomt uit opgelegde omstandigheden?
Hoe beoordeelt de regering de uitspraak van de gemeente Hellevoetsluis in dat kader,
dat er pas ná het besluit tot herindeling werd gekeken naar wat voor soort gemeente
Voorne aan Zee wil zijn?1 Is de regering het met deze leden eens dat dit de omgekeerde volgorde is? Zo nee,
waarom niet?
3. Toets aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat er ook is overwogen om de gemeente
Nissewaard bij de herindeling te betrekken, omdat kernen van de gemeente Nissewaard
op het eiland Voorne liggen. Dit bleek echter om onduidelijke redenen niet wenselijk.
Kan de regering dit uitgebreider expliceren?
3.1. Draagvlak
De leden van de CDA-fractie constateren dat de besluitvorming in de betrokken gemeenten
heeft plaatsgevonden in een tijd waarin het als gevolg van coronamaatregelen beperkt
mogelijk was fysieke bijeenkomsten te organiseren. Deze leden vragen welke gevolgen
deze beperkingen hebben gehad voor de betrokkenheid van burgers, bedrijven en organisaties
bij het besluitvormingsproces. Is het proces van onderop voldoende geborgd?
De leden van de SP-fractie vragen waarom er in geen van de gemeenten een referendum
is gehouden over de voorgenomen fusie. Deze leden lezen immers ook bezwaren van inwoners,
die zien op zorgen over verlies van identiteit en voorzieningen. Verder vragen zij
of de regering onderzoek representatief acht als enkel mensen worden bevraagd die
zelf al hebben aangegeven mee te willen doen aan gemeentelijke onderzoeken, zoals
in Westvoorne. Hoe verhoudt zich dat volgens de regering bijvoorbeeld tot de analyse
van de staatscommissie parlementair stelsel, die de participatieparadox benoemt: bij
pogingen om mensen te betrekken bij de politiek zijn het vaak de groepen burgers die
toch al vertegenwoordigd worden en actief deelnemen die bereikt worden?2
3.2 Regionale samenhang
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering constateert dat Brielle, Hellevoetsluis
en Westvoorne in grotendeels dezelfde samenwerkingsverbanden participeren en hierbinnen
vaak kleinere spelers zijn.3 Deze leden vragen in welke samenwerkingsverbanden de gemeenten niet alle drie participeren
en welke consequenties dit heeft na de samenvoeging. Betreffen dit wettelijke samenwerkingsverbanden?
Op welke wijze is het proces van uit- en intreden van de samenwerkingsverbanden geregeld?
Op welke wijze is de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening van de betreffende
gemeenschappelijke regelingen geborgd? Welke project- en frictiekosten zijn gemoeid
met het uit- en intreden?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vaker aandacht gevraagd voor de democratische
betrokkenheid van raadsleden bij gemeenschappelijke regelingen. Wanneer deze drie
gemeenten samen verder gaan in de nieuwe gemeente Voorne aan Zee zullen er in totaal
minder raadsleden zijn. Dit betekent dus ook dat er mogelijk minder raadsleden actief
zullen worden in de gemeenschappelijke regelingen waar de nieuwe gemeente deelnemer
van zal zijn. In het kader hiervan vragen deze leden van hoeveel gemeenschappelijke
regelingen de huidige gemeenten deelnemer zijn en hoeveel dit er bij de nieuwe gemeente
zullen zijn. Voorts vragen zij of de regering de zorg deelt dat wanneer er minder
raadsleden zijn, ook de betrokkenheid bij de besluitvorming in gemeenschappelijke
regelingen minder intensief zal worden.
4. Financiële aspecten
De leden van de D66-fractie lezen dat de financiële herindelingsscan aantoont dat
de meerjarenraming bij alle drie de gemeenten niet structureel en reëel in evenwicht
is. Deze leden onderstrepen het belang van een transparante en heldere samenwerking
tussen de gemeenten in de toekomst. Kan de regering uitleggen hoe de gemeenten het
verschil in financiële positie gaan overbruggen zodat dit niet een risico voor een
goede samenwerking vormt?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de drie gemeenten in aanvulling op de herindelingsscan
een due diligence onderzoek hebben laten uitvoeren.4 Deze leden lezen in het herindelingsadvies dat het due diligence onderzoek geen verrassingen
bevat en in lijn is met de herindelingsscan. Zij vragen wat de toegevoegde waarde
voor overheden is van een due diligence onderzoek, dat in de regel wordt uitgevoerd
bij fusies of bedrijfsovernames.
5. Overige aspecten
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het aantal gemeenten in Nederland
de afgelopen decennia en ook de afgelopen jaren behoorlijk afneemt door de vele gemeentelijke
herindelingen. Sommige herindelingen verlopen soepel vanwege het grote lokale draagvlak.
Bij andere herindelingen is veel discussie over de wenselijkheid en de nut en noodzaak
van een herindeling. Deze leden zijn daarom benieuwd naar de visie van de nieuwe regering
ten aanzien van gemeentelijke herindelingen en meer in algemene zin de toekomst van
gemeenten. Graag zouden deze leden de regering daarbij willen vragen ook in te gaan
op hoe de regering aankijkt tegen de vraagstukken die de revue passeren in het artikel
Wat heeft IJsselstein nog te zeggen over IJsselstein? Macht van de kiezer wordt in
gemeenten steeds kleiner.5
5.1 Naamgeving
De leden van de CDA-fractie lezen dat de regering stelt dat de naam van de nieuwe
gemeente Voorne aan Zee ook vanuit het oogpunt van toeristische marketing en promotie
een begrijpelijke keuze is.6 Deze leden hechten eraan dat historische plaatsen die het verhaal van onze geschiedenis
vertellen beter zichtbaar en toegankelijk worden gemaakt. Terecht wordt in het herindelingsadvies
melding gemaakt van het feit dat de stad Brielle op 1 april 1572, nu 450 jaar geleden,
werd ingenomen door de watergeuzen. Dit was een kantelpunt in de opstand tegen het
Spaanse Rijk. Deze leden vragen op welke wijze de gemeente Voorne aan Zee de historische
betekenis van Brielle betrekt in de toeristische marketing en promotie.
De voorzitter van de commissie, Hagen
De adjunct-griffier van de commissie, Meijer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.F.F. Meijer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.