Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de geweldsgolf rond het azc in Budel
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de geweldsgolf rond het azc in Budel (ingezonden 27 januari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 februari
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1736.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat het geweld door asielzoekers in en rond het asielzoekerscentrum
(azc) in Budel dermate escaleert dat de burgemeester van Cranendonck een noodverordening
heeft moeten afkondigen?1
Antwoord 1
Allereerst hecht ik eraan te benadrukken dat ieder incident er één teveel is. Ik vind
de mate en ernst van de incidenten in Budel onacceptabel. Ik neem de zorgen van de
gemeente Cranendonck en het COA heel serieus en deel die zorgen ook. Een noodverordening
is een zwaar middel, maar de veiligheid van de omwonenden, medebewoners en medewerkers
van de vreemdelingenketen moet altijd voorop staan. Ik heb op 2 februari deelgenomen
aan een constructief gesprek tussen de burgemeester van Cranendonck, de commissaris
van de Koning van Noord-Brabant en het COA over de noodverordening en andere maatregelen
die op korte en lange termijn worden ingezet om de overlast een halt toe te roepen.
Zie voor de uitkomsten van dit gesprek mijn antwoord op vraag 9.
Vraag 2
Erkent u dat het bizar is dat de politie de afgelopen drie maanden maar liefst 200
keer in actie moest komen tegen personen die in dit azc verbleven?
Antwoord 2
Ja. Nogmaals: ieder incident is er één teveel en ik vind iedere vorm van overlast
en criminaliteit onacceptabel.
Vraag 3
Hoeveel en welke sancties, van Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA)-sancties
tot straf- en verblijfsrechtelijke sancties, zijn in diezelfde periode opgelegd aan
personen die in het azc in Budel verbleven?
Antwoord 3
De afgelopen drie maanden (november 2021 tot en met januari 2022) zijn er 60 vonnissen
door de Politierechter van de rechtbank Oost Brabant gewezen in zaken die betrekking
hebben op verdachten uit azc Budel-Cranendonck. Van die 60 vonnissen werd in 16 gevallen
een geldboete opgelegd (al dan niet deels voorwaardelijk) en in 42 gevallen een onvoorwaardelijke
dan wel (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf. De overige vonnissen betroffen een
vrijspraak (1x) en een nietige dagvaarding (1x).
Het COA heeft in diezelfde periode ca. 130 maatregelen opgelegd aan vreemdelingen
uit azc Budel-Cranendonck. In ca. 10 gevallen werd voor één of meerdere weken de toegang
tot de locatie ontzegd. Als de overlastgever niet zelf onderdak kan regelen, biedt
het COA een versoberde time-outplek in een ander azc aan.
Van ca. 50 vreemdelingen is twee weken hun zakgeld ingehouden, terwijl van ca. 40
vreemdelingen 4 weken hun zakgeld is ingehouden.
Vraag 4
Deelt u de conclusie dat deze wantoestanden, evenals de 16.262 incidenten en 4.420
geregistreerde misdrijven door asielzoekers in 2020, aantonen dat de huidige aanpak
van overlast en criminaliteit door asielzoekers ernstig faalt? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
Er is een uitgebreid palet aan maatregelen beschikbaar die door onder meer het COA,
de IND, de DT&V, de politie, het OM en het lokaal bestuur zijn ontwikkeld om overlast
veroorzaakt door asielzoekers te voorkomen en aan te pakken.3 Er is echter tijd nodig om meer effect te sorteren met de inzet van deze maatregelen.
Er valt daarbij winst te behalen met een nog intensievere integrale inzet van maatregelen
voor incidenten met (grote) impact die buiten het COA-terrein plaatsvinden, zoals
de combinatie van het opleggen van een gebiedsverbod door de gemeente, waarop het
COA kan beslissen of betrokkene in de Handhaving- en Toezichtlocatie wordt geplaatst.
De situatie in Budel illustreert dat de lokale problematiek om maatwerk vraagt. Daarbij
wordt oom steeds gekeken over verdergaande (beleids)maatregelen ontwikkeld kunnen
worden. Dit is een gezamenlijke opgave waar de inzet van alle betrokken partijen hard
nodig is.
Ik ben blijvend in gesprek met ketenpartners, de strafrechtketen, andere departementen
en het lokaal bestuur over het voorkomen en het aanpakken van overlast en criminaliteit
door asielzoekers. Ik onderzoek samen met deze partijen welke handelingsperspectieven
de overlastaanpak meer kracht bij zouden kunnen zetten. Hierbij wordt onder meer gekeken
naar maatregelen in het kader van versobering van de opvang, inbewaringstelling en
de procedures. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van het onderzoek
naar handelingsperspectieven. Ook zet ik in op samenwerking met landen van herkomst.
Het is frustrerend dat de samenwerking op het gebied van terugkeer niet altijd bevredigend
is.
Vraag 5
Deelt u tevens de conclusie dat het aantal van 70 verblijfsvergunningen dat in 2020
is geweigerd of ingetrokken op grond van de openbare orde onacceptabel laag is gelet
op de grootschalige overlast en criminaliteit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het uitgangspunt van het openbare-ordebeleid is dat vreemdelingen die misdrijven plegen
niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland. Op grond van Europese regelgeving
kan de IND de vluchtelingenstatus of een subsidiaire beschermingsstatus echter alleen
weigeren of intrekken op grond van openbare orde indien de vreemdeling (onherroepelijk)
is veroordeeld voor een (bijzonder) ernstig misdrijf. Hiervan is sprake als een straf
is opgelegd van minimaal zes maanden («ernstig misdrijf» in geval van subsidiaire
bescherming) of tien maanden («bijzonder ernstig misdrijf» bij een vluchtelingenstatus).
Daarnaast dient voor een intrekking gekeken te worden naar de glijdende schaal in
het kader van de openbare orde (art. 3.86 Vb). Hoe langer de vreemdeling rechtmatig
in Nederland verblijft, hoe hoger de straf moet zijn om tot beëindiging van het verblijfsrecht
over te kunnen gaan.
De IND heeft een wisselende voorraad aan intrekkingszaken. Mede op grond van politieke
toezeggingen worden openbare orde zaken door de IND geprioriteerd en met voorrang
afgehandeld.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de lat om overlastgevende en criminele asielzoekers vast- en
uit te zetten fors verlaagd moet worden? Zo ja, welke concrete maatregelen gaat u
treffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Mijn voorganger is in haar brief van 1 juli 2020 ingegaan op het bestaande beleid
en de gedachte erachter.4 In die brief is u ook toegezegd terug te komen op enkele aspecten van dit beleid.
Mijn voorganger heeft deze toezegging niet kunnen nakomen, onder meer vanwege de demissionaire
status waarin het vorige kabinet kwam te verkeren. Ik verwacht u dit voorjaar hierover
alsnog te kunnen berichten.
Vraag 7
Klopt het dat de overlast, geweld en messentrekkerij voornamelijk voor rekening komen
van Algerijnen en Noord-Afrikanen zoals Marokkanen en Tunesiërs die zich voordoen
als Algerijnen?
Antwoord 7
Overlast wordt veroorzaakt door personen met verschillende nationaliteiten. In Budel
zijn nu incidenten voorgevallen waarbij onder meer Algerijnen betrokken zijn geweest.5 Het beeld dat overlast in grote mate wordt veroorzaakt door pseudo-Algerijnen is
gebaseerd op een vermoeden. Vanuit de IND wordt het beeld niet herkend dat er in grote
mate oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de asielprocedure door pseudo-Algerijnen.
Dat beeld is ook niet gewijzigd met het stopzetten van de pilot met de versoberde
spoor 2 opvang. In alle gevallen vindt een check op de identiteit, nationaliteit en
herkomst plaats bij de identificatie en registratie en in de aanmeldfase.
Uiteraard worden de zaken van overlastgevers -ongeacht het asielspoor waarin de IND
asielprocedures afdoet- met prioriteit behandeld. Thans worden ook alle zaken van
Algerijnen in spoor 4 met prioriteit behandeld. In zaken van overlastgevers is het
bovendien staande praktijk dat de rechtbank door de IND wordt verzocht het (hoger)
beroep naar voren te halen en snel af te doen.
Bij overlastgevend gedrag wordt daarnaast altijd gekozen voor passende maatregel(en)
uit de Toolbox. Als er sprake is van een incident met grote impact kan ook overplaatsing
naar de Handhaving- en Toezichtlocatie in Hoogeveen van toepassing zijn.
Vraag 8
Erkent u dat het besluit van uw voorganger om Algerije van de lijst van veilige herkomstlanden
te schrappen zeer nadelige gevolgen heeft gehad voor Nederland en in dit geval in
het bijzonder voor de inwoners van Budel? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke conclusies
en acties verbindt u hieraan?
Antwoord 8
Op 11 juni meldde mijn voorganger uw Kamer dat Algerije op basis van actuele landeninformatie
afgezet tegen de geldende criteria volgend uit de Procedurerichtlijn niet langer kan
worden aangemerkt als een veilig land van herkomst.6 Dit heeft gevolgen voor de asielprocedure en de opvangmodaliteit.
Asielaanvragen van Algerijnse asielzoekers worden sindsdien behandeld in de algemene
(of verlengde) asielprocedure in spoor 4 en niet langer in de versnelde procedure
in spoor 2. Ook is het versoberde spoor 2 regime sinds de herbeoordeling niet langer
van toepassing op Algerijnse asielzoekers. Voor asielaanvragen van Algerijnse asielzoekers
met een Dublinclaim, het merendeel van de asielaanvragen van Algerijnen, verandert
er in dit opzicht niets en deze worden behandeld in spoor 1. Van de Algerijnse zaken
in de asielvoorraad op 7 februari 2022 waarin een spoorbepaling heeft plaatsgevonden
wordt thans circa 58% in spoor 1 behandeld en circa 42% in spoor 4.
Overlastgevende asielzoekers worden door het COA onder andere op sobere time-outplekken
en in de Handhaving- en Toezichtlocatie geplaatst. Ook worden zij door de IND gemeld
bij rechtbank om zo volgens staande afspraken beroepsprocedure naar voren te halen.
Dit geldt dus ook voor overlastgevers met de Algerijnse nationaliteit, maar dus niet
voor alle Algerijnse zaken. Naar aanleiding van de incidenten die in Budel zijn veroorzaakt
door een deel van deze groep, plaatst het COA een gedeelte van de Algerijnse personen
door naar andere locaties in het land.
Vraag 9 en 10
Bent u bereid zich in te spannen om de zeer begrijpelijke wens van de gemeente Cranendock
in te willigen om het contract met het COA per direct te ontbinden? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen?
Welke maatregelen gaat u treffen om de geweldsgolf rond het azc in Budel per direct
de kop in te drukken?
Antwoord 9 en 10
De gezamenlijke wens is niet het sluiten van het azc, maar het aanpakken van de overlast
zodat er een toekomst is voor het azc in Cranendonck. Er is tijdens mijn constructieve
gesprek met de burgemeester, de commissaris van de Koning van Noord-Brabant en het
COA op 2 februari jl. gesproken over oplossingen op het gebied van de veiligheid.
Met de juiste maatregelen moet de rust in het azc en in Cranendonck terugkeren. Samen
nemen we de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de bewoners van het azc, de
COA-medewerkers en alle inwoners van de gemeente Cranendonck. Daarvoor zijn diverse
afspraken gemaakt over actie voor de korte en middellange termijn: 1) Aanscherpen
van de beveiliging op het terrein, 2) de zaken van asielzoekers met een kansarme aanvraag
worden met nog meer prioriteit behandeld, 3) verbeteren van de veiligheid op het terrein
door onder andere het plaatsen van een hek om het bewonersgedeelte en 4) Er wordt
nog scherper gecontroleerd en gehandhaafd, onder andere op de aanwezigheid van illegalen.
De komende tijd blijf ik met de betrokken partijen in gesprek over de veiligheidssituatie,
die ik nauwlettend in de gaten houd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.