Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bontenbal over de gevolgen van een uitspraak van het Europees Hof voor de energietaken van de Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de gevolgen van een uitspraak van het Europees Hof voor de energietaken van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) (ingezonden 2 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 24 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1343.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Uitspraak Europees hof heeft gevolgen voor de energietaken
van de ACM»1 en de uitspraak die het Hof van Justitie van de Europese Unie op 2 september 2021
deed in een zaak over de onafhankelijkheid van de Duitse energietoezichthouder?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat is uw appreciatie van deze uitspraak en van het feit dat bepaalde regels op het
gebied van energie volgens het Hof niet door de wetgever vastgesteld mogen worden,
maar een taak zijn voor de onafhankelijke nationale regelgevende instantie van een
lidstaat? Kunt u beschrijven welke regels wel en welke niet door de wetgever mogen
worden vastgesteld?
Wat is uw eerste inschatting van de gevolgen die deze uitspraak zal hebben voor Nederlandse
regelgeving en de besluitvorming door de Autoriteit Consument en Markt (ACM)? Op welke
termijn verwacht u deze gevolgen volledig in beeld te hebben?
Antwoord 2 en 3
Voor Nederland is het meest relevante onderdeel van de uitspraak van het Hof van Justitie
van 2 september jongstleden het onderdeel inzake de tariefregulering. De uitspraak
benadrukt onder andere dat de nationale wetgever geen beperkingen mag stellen aan
de omvang van de bevoegdheden die de Europese richtlijnen voor elektriciteit en gas
toekennen aan de nationale regulerende instanties (in Nederland de ACM) op het gebied
van tarieven. Het gaat om vaststelling of goedkeuring van de transmissie- en distributietarieven
of de berekeningsmethoden daarvoor. In beginsel mag de wetgever dus geen regels vaststellen
die deze bevoegdheden inperken.
De uitspraak heeft met name implicaties voor de energieregelgeving in Duitsland en
in mindere mate voor de energieregelgeving in Nederland. In Duitsland heeft de nationale
wetgever historisch een grote rol ingenomen bij het vastleggen van regels inzake de
tarieven en tariefregulering van netbeheerders. In Nederland worden de meeste regels
hierover echter vastgesteld door de onafhankelijke toezichthouder ACM, via de zogenaamde
tarievencodes voor elektriciteit en gas. Deze komen zonder betrokkenheid van de wetgever
tot stand. Niettemin zijn op een select aantal punten in de Elektriciteitswet 1998
en de Gaswet door de wetgever regels gesteld inzake nettarieven en de tariefregulering,
die niet verenigbaar zijn met de uitleg van het Hof van Justitie. Deze onderdelen
zijn in beeld. Deze regels worden daarom niet overgenomen in het voorgenomen wetsvoorstel
Energiewet. Het betreft onder meer voorschriften inzake de zogenaamde volumecorrectieregeling,
het transporttarief voor invoeden van elektriciteit (geen zogenaamd producententarief),
behandeling van kosten voor verwijdering van gasaansluitingen en bepaalde randvoorwaarden
aan de wijze waarop ACM netbeheerders reguleert en hun toegestane inkomsten vaststelt.
Vraag 4 en 5
Op welke wijze zult u de Kamer informeren over de exacte gevolgen van deze uitspraak
voor onder andere de Energiewet, tariefregulering, regels over aansluiting op en toegang
tot nationale netten, en handhaving en de geschilbeslechting door de ACM?
Kunt u aangeven op welke punten de nieuwe Energiewet in lijn is of wordt gebracht
met deze uitspraak van het Europese Hof?
Antwoord 4 en 5
De impact van de uitspraak op de tarieven en de tariefregulering van netbeheerders
is hierboven beschreven en wordt verwerkt in het voorgenomen wetsvoorstel Energiewet.
Wat betreft de regels over aansluiting op en toegang tot nationale netten is het belangrijkste
gevolg dat de wetgever de termijn voor het realiseren van een aansluiting niet wettelijk
mag voorschrijven, maar dat de ACM die moet vaststellen of goedkeuren. Zie hierover
het antwoord op vraag 12.
De consequenties van de uitspraak voor de wetgeving zullen worden toegelicht in de
memorie van toelichting bij de Energiewet. Ik verwacht het wetsvoorstel Energiewet
eind 2022 aan uw Kamer aan te bieden. Ik zal uw Kamer in het voorjaar nog informeren
over de inhoud van de Energiewet.
Vraag 6
Klopt de stelling dat deze uitspraak ook impliceert dat de regering en ook de Kamer
zich niet had mogen bemoeien met het verwerken van de kosten van de verwijdering van
een gasaansluiting in de tarieven en ook niet met de volumekortingen die eerder zijn
geïntroduceerd voor grote elektriciteitsverbruikers, maar dat dit een taak had moeten
zijn voor de ACM?
Antwoord 6
Dat is achteraf beschouwd juist. Om deze reden worden de voorschriften rond de transporttarieven
voor elektriciteit, waaronder de volumecorrectieregeling, en de kosten van de verwijdering
van gasaansluitingen niet overgenomen in het voorgenomen wetsvoorstel Energiewet.
Er bestond in het verleden een breed gedeelde overtuiging dat er sprake was van een
gedeelde verantwoordelijkheid tussen lidstaten en toezichthouders voor vaststelling
van regels binnen dit domein. Deze overtuiging bestond ook in andere lidstaten dan
Nederland en Duitsland: in diverse Europese lidstaten zijn in uiteenlopende mate door
overheden regels gesteld inzake de tariefregulering en de tarieven. Ook bestaat er
een select aantal punten in het Europees-wettelijke kader waarin lidstaten een directe
verantwoordelijkheid krijgen toegekend om elementen van de tariefregulering vast te
stellen.
Vraag 7 en 8
Wat zijn (op korte en langere termijn) de gevolgen van de uitspraak voor de kosten
voor het verwijderen van gasaansluitingen in de tarieven? Verwacht u dat de ACM na
2022 wel aanpassingen zal doorvoeren? Wordt het ingezette beleid hiermee teruggedraaid?
Wat zijn (op korte en langere termijn) de gevolgen van de uitspraak voor de volumekortingen
die netbeheerders op basis van de volumecorrectieregeling aan de energie-intensieve
industrie geven?
Antwoord 7 en 8
Op de korte termijn is er geen effect op de genoemde aspecten. De uitspraak van het
Hof heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de tariefbesluiten die de ACM
voor 2022 heeft vastgesteld. Datzelfde geldt voor de door de ACM vastgestelde tariefstructuren
in de tarievencodes voor elektriciteit en gas. Hierin is bijvoorbeeld de wijze van
verdeling van kosten voor het verwijderen van aansluitingen verwerkt. De ACM beraadt
zich momenteel op eventuele toekomstige aanpassingen aan de tariefstructuren en de
tariefregulering van de netbeheerders2. De ACM zal daarbij de Europese wettelijke kaders toepassen. De uitspraak van het
Hof betekent niet dat de ACM deze voorschriften niet uit eigen beweging mag blijven
hanteren, zolang dat past binnen de Europese kaders. De ACM zal zelfstandig en onafhankelijk
hierover moeten besluiten.
Vraag 9
Klopt het dat de volumecorrectieregeling in toenemende mate gebruikt wordt voor het
sluitend krijgen van de businesscase van nieuwe hyperscale datacenters? Vindt u dat
wenselijk?
Antwoord 9
Elke aangeslotene met een voldoende hoog elektriciteitsverbruik en voldoende vlak
afnamepatroon kan in aanmerking komen voor de volumecorrectieregeling. Ik heb geen
inzicht in het exacte aantal en type aangeslotenen dat in aanmerking komt voor de
volumecorrectieregeling en of (hyperscale) datacenters daar in toenemende mate gebruik
van maken. Het is bekend dat datacenters relatief veel elektriciteit verbruiken en
elektriciteit ook vaak stabiel afnemen. In algemene zin acht ik het daarom waarschijnlijk
dat sommige (hyperscale) datacenters in aanmerking komen voor de volumecorrectieregeling.
In algemene zin acht ik het echter onwaarschijnlijk dat dit een grote impact heeft
op de businesscase van datacenters: de nettarieven maken een zeer gering deel uit
van de totale elektriciteitsrekening van grootverbruikers.
Vraag 10
Klopt het dat de volumecorrectieregeling de flexibele afname van elektriciteit door
grote verbruikers afremt? Past deze regeling dan nog wel bij het duurzame energiesysteem
van de toekomst waarin juist flexibiliteit een belangrijke asset is?
Antwoord 10
De volumecorrectie regeling beloont aangeslotenen met een stabiel afnamepatroon. Inzet
van flexibiliteit door een gebruiker, voor zover deze een afnamepatroon grilliger
maakt, kan in dat geval leiden tot een verminderde toepassing van de volumecorrectie.
In generieke zin ontmoedigt de regeling dus niet de inzet van flexibiliteit, maar
onder bepaalde omstandigheden kan de regeling wel op die manier uitwerken. Het toewijzen
van netkosten op basis van kostenveroorzaking en het stimuleren van flexibiliteit
betreffen verschillende doelstellingen van de tarievenstructuur die niet altijd met
elkaar verenigbaar zijn.
Bij de voorbereiding van eventuele aanpassingen van de nettarievenstructuur kan de
ACM ook kijken naar de impact daarvan op de inzet van flexibiliteit. Momenteel vindt
onder leiding van de gezamenlijke netbeheerders een verkenning plaats van eventuele
aanpassing van de nettarieven van grootverbruikers, waar dit aspect ook een onderdeel
van is.
Vraag 11
Wat betekent de uitspraak voor de wijze waarop de kosten van het aansluiten van offshore
windparken verrekend mogen worden door Tennet, onder andere voor de zogenaamde «fase
2» van de windparken die nog gebouwd moeten worden?
Antwoord 11
De uitspraak verandert niets aan de huidige regeling hiervan. De wetgever kan nog
steeds de keuze maken om de kosten van de netbeheerder op zee voor het net op zee
te vergoeden door een subsidie te verstrekken of door deze (deels) in rekening te
brengen bij andere netbeheerders. Het voornemen is om in het voorgenomen wetsvoorstel
Energiewet op te nemen dat de kosten van het net op zee door een subsidie kunnen worden
bekostigd en/of door de netbeheerder op zee in rekening gebracht kunnen worden bij
andere netbeheerders voor elektriciteit op land. De uitleg van het Hof van Justitie
staat een hier niet aan in de weg, omdat dit niet om tarieven gaat. Wel betekent de
uitleg dat de wetgever geen nadere regels kan stellen over de wijze waarop de netbeheerders
op land de bij hun in rekening gebrachte kosten verwerken in de tarieven voor hun
aangeslotenen. Dat valt duidelijk binnen het exclusieve domein van de toezichthouder.
Vraag 12
Klopt het dat de wetgever de aansluittermijn van 18 weken niet in de wet had mogen
vastleggen? Wat vindt u van het feit dat de regering en de politiek geen invloed meer
hebben op de aansluittermijnen van netbeheerders? Op welke wijze kunnen netbeheerders
voldoende geprikkeld blijven worden om op tijd en kosteneffectief aansluitingen te
realiseren?
Antwoord 12
Voor wat betreft het vastleggen van aansluittermijnen is overigens ook een eerdere
uitspraak van het Hof in een zaak tussen de Europese Commissie en België van december
2020 relevant.
De uitspraak betekent dat de ACM in plaats van de wetgever de termijnen voor het realiseren
van aansluitingen zal moeten vaststellen of goedkeuren en daarbij moet zorgen dat
wordt voldaan aan de Europese beginselen. Dit kan als onderdeel van de voorwaarden
voor aansluiting in de zogenaamde technische codes die ACM op basis van de Elektriciteitswet
1998 en de Gaswet vaststelt. De ACM is op dit moment bezig met de voorbereiding van
een codewijzing over redelijke termijnen voor het realiseren van aansluitingen door
netbeheerders. Op deze wijze blijven de netbeheerders voldoende geprikkeld om op tijd
en kosteneffectief aansluitingen te realiseren.
Vraag 13
Kunt u een overzicht geven van de gemiddelde doorlooptijden in de afgelopen vijf jaar
van het realiseren van nieuwe aansluitingen door de netbeheerders, gespecifieerd naar
verschillende type aansluitingen?
Antwoord 13
Nee, ik beschik niet over een dergelijk gedetailleerd overzicht. De ACM is afgelopen
jaren veel en actief met netbeheerders in gesprek is geweest over de ontwikkeling
van de doorlooptijden voor het realiseren van (nieuwe) aansluitingen. In het kader
van bovengenoemde codewijzing is de ACM van plan om een uitvraag te doen naar de gerealiseerde
aansluittermijnen in de afgelopen jaren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.